In de context van Federated Edge Learning (FEEL) is het belangrijk om de selectie van apparaten te optimaliseren, zodat we het aantal apparaten dat deelneemt aan elke communicatieronde kunnen maximaliseren, terwijl we tegelijkertijd voldoen aan bepaalde prestatienormen, zoals de Mean Squared Error (MSE)-beperkingen. Dit kan worden geformuleerd als een optimalisatieprobleem dat gericht is op het maximaliseren van het aantal haalbare MSE-beperkingen, onder de reguliere voorwaarde dat de norm van de vector mm groter of gelijk aan 1 is.

Het oorspronkelijke probleem kan als volgt worden geformuleerd:

maximaliseerStwaarbijmCN,onder de voorwaardenm2γimHhi220,iSt,m21,\text{maximaliseer} \quad |S_t| \quad \text{waarbij} \quad m \in \mathbb{C}^N, \quad \text{onder de voorwaarden} \quad \|m\|_2 - \gamma_i \|m^H h_i\|_2^2 \leq 0, \quad i \in S_t, \quad \|m\|_2 \geq 1,

waarbij γi=γφi2\gamma_i = \frac{\gamma}{\varphi_i^2}.

Om het aantal haalbare MSE-beperkingen te maximaliseren, kan het probleem verder worden herschreven als een minimalisatieprobleem van het aantal niet-nul elementen van xx, wat de haalbaarheid van elk apparaat representeert:

minimaliseerx0onder de voorwaardenm2γimHhi22xi,i,m21.\text{minimaliseer} \quad \|x\|_0 \quad \text{onder de voorwaarden} \quad \|m\|_2 - \gamma_i \|m^H h_i\|_2^2 \leq x_i, \quad \forall i, \quad \|m\|_2 \geq 1.

De sparse structuur van xx duidt de haalbaarheid van elk apparaat aan. Als xi=0x_i = 0, kan het ii-de edge-apparaat worden geselecteerd zonder de MSE-vereiste te schenden. Beide beperkingen, zowel de MSE- als de reguliere voorwaarde, zijn echter niet-convexe kwadratische beperkingen. Om dit probleem van niet-convexiteit aan te pakken, wordt een techniek gebruikt die bekendstaat als matrix-lifting.

Het concept van matrix-lifting houdt in dat we de vector mm tillen naar een positieve semidefiniete (PSD) matrix M=mmHM = m m^H met rang 1. Hierdoor kan het probleem worden herschreven als volgt:

minimaliseerx0onder de voorwaardenTr(M)γihiHMhixi,i,M0,Tr(M)1,rank(M)=1.\text{minimaliseer} \quad \|x\|_0 \quad \text{onder de voorwaarden} \quad \text{Tr}(M) - \gamma_i h_i^H M h_i \leq x_i, \quad \forall i, \quad M \succeq 0, \quad \text{Tr}(M) \geq 1, \quad \text{rank}(M) = 1.

Hoewel dit probleem nog steeds niet-convex is, kan het efficiënt worden opgelost met behulp van een verschil-van-convexe (DC) benadering. De kern van deze benadering is om een DC-representatie te creëren die sparsiteit induceert en tegelijkertijd de rang-1 beperking van de matrix MM handhaaft.

Het doel is om een uniforme framework te introduceren voor het representeren van DC-functies, die kan worden toegepast om de uitdagende problemen van het optimaliseren van sparse en low-rank doelstellingen in FEEL aan te pakken, met name voor de selectie van apparaten. De voorgestelde benadering maakt gebruik van een nieuwe DC-representatie voor de 0\ell_0-norm om sparsiteit te induceren, wat vervolgens wordt gebruikt om een gestructureerde methode voor apparaatselectie te ontwikkelen.

DC Representatie voor Sparse Functies

De Ky Fan kk-norm biedt een nuttige manier om sparsiteit te induceren. De Ky Fan kk-norm van een vector xCMx \in \mathbb{C}^M is gedefinieerd als de som van de grootste kk absolute waarden van de elementen van xx. Als de 0\ell_0-norm kleiner is dan kk, is de 1\ell_1-norm gelijk aan de Ky Fan kk-norm. Dit biedt een manier om de 0\ell_0-norm te representeren als het verschil tussen de 1\ell_1-norm en de Ky Fan kk-norm:

x0=min{k:x1xk=0,0kM}.\|x\|_0 = \min \{k : \|x\|_1 - \|x\|_k = 0, 0 \leq k \leq M \}.

Door deze representatie toe te passen, kunnen we de sparsiteit van de vector xx afdwingen door de 0\ell_0-norm te minimaliseren, wat direct bijdraagt aan de beperking van het aantal geselecteerde apparaten.

DC Representatie voor de Rang-1 Beperking

De rang-1 beperking van een positieve semidefiniete matrix MCN×NM \in \mathbb{C}^{N \times N} kan worden herschreven door de singuliere waarden van MM te gebruiken. De rang-1 beperking kan worden uitgedrukt als:

σi(M)=0,i=2,,N,\sigma_i(M) = 0, \quad \forall i = 2, \dots, N,

waarbij σi(M)\sigma_i(M) de ii-de grootste singuliere waarde van de matrix MM is. Het is belangrijk op te merken dat de trace-norm en de spectrale norm van de matrix als volgt worden gedefinieerd:

Tr(M)=i=1Nσi(M),M2=σ1(M).\text{Tr}(M) = \sum_{i=1}^N \sigma_i(M), \quad \|M\|_2 = \sigma_1(M).

Op basis hiervan kan de rang-1 beperking als volgt worden geherformuleerd:

rank(M)=1    Tr(M)M2=0.\text{rank}(M) = 1 \iff \text{Tr}(M) - \|M\|_2 = 0.

Samenvattend Framework voor DC Representatie

Het DC-representatieframework bestaat uit twee hoofdfasen: de induceren van sparsiteit en de detectie van haalbaarheid. In de eerste fase wordt de sparsiteit van de vector xx geïnduceerd door het oplossen van het volgende DC-probleem:

minimaliseerx1xk+Tr(M)M2,x,M,\text{minimaliseer} \quad \|x\|_1 - \|x\|_k + \text{Tr}(M) - \|M\|_2, \quad x, M,

met de voorwaarden die het probleem van matrix MM en vector xx reguleren. De tweede fase betreft de detectie van de haalbaarheid van de geselecteerde apparaten door het probleem systematisch op te lossen en de apparaten te selecteren die voldoen aan de MSE-vereisten.

Door dit proces iteratief te herhalen en te optimaliseren, kunnen we een set van geselecteerde apparaten verkrijgen die maximaal voldoen aan de MSE-vereisten, terwijl we tegelijkertijd de sparsiteit van de oplossing en de rang-1 beperking van de matrix handhaven.

Wat is FEEL en hoe beïnvloedt het de communicatie-efficiëntie in gedistribueerde leermodellen?

Federated Edge Learning (FEEL) is een opkomend veld binnen machine learning (ML) waarbij het concept van federated learning gecombineerd wordt met edge computing. Het doel van FEEL is om efficiënte en schaalbare algoritmen te ontwikkelen die het mogelijk maken om gedeelde modellen te trainen op gedistribueerde apparaten, zonder dat er gevoelige gegevens van de gebruiker naar centrale servers hoeven te worden verzonden. Dit biedt zowel voordelen op het gebied van privacy als netwerkbelasting.

De belangrijkste uitdaging binnen FEEL is de communicatie tussen gedistribueerde apparaten en de centrale server. De apparaten voeren lokale berekeningen uit, waarbij alleen de geaggregeerde resultaten naar de server worden teruggestuurd, in plaats van de ruwe data. Dit proces vereist geavanceerde optimalisatie-algoritmen om de communicatiekosten te minimaliseren en tegelijkertijd de modelprestaties te behouden.

Federated learning werkt doorgaans met meerdere algoritmen, waarbij de focus ligt op het minimaliseren van de hoeveelheid data die tussen apparaten en servers wordt uitgewisseld. Dit kan gerealiseerd worden door algoritmen zoals federated averaging (FedAvg), die de iteratieve training van lokale modellen op basis van geaggregeerde gewichten mogelijk maakt. De efficiëntie van dergelijke algoritmen is sterk afhankelijk van de communicatiekosten, wat kan worden verminderd door slimme aggregatietechnieken en netwerkoptimalisaties.

Het gebruik van edge computing in FEEL biedt een andere belangrijke voordelen: doordat de apparaten die de edge computing uitvoeren fysiek dichter bij de gebruikers staan, wordt de latency verminderd en kan de communicatie sneller verlopen. Dit maakt het mogelijk om complexe machine learning-modellen in real-time uit te voeren zonder de noodzaak van krachtige, centrale servers.

Echter, er bestaan nog steeds verschillende uitdagingen bij de implementatie van FEEL. Een van de grootste obstakels is de heterogeniteit van de apparaten die deelnemen aan het netwerk. Deze apparaten kunnen variëren in rekenkracht, opslagcapaciteit en netwerkverbindingen. Hierdoor moeten de gebruikte algoritmen in staat zijn om met deze variabiliteit om te gaan en effectief te schalen naar miljoenen of zelfs miljarden apparaten.

Het ontwikkelen van vertrouwde modelaggregatiesystemen is daarom essentieel voor het succes van FEEL. Dit omvat niet alleen de verbetering van de communicatie-efficiëntie, maar ook de implementatie van technieken die robuust zijn tegen netwerkaanvallen en fouten in de gegevens. Het bouwen van vertrouwen in deze gedistribueerde systemen vereist bijvoorbeeld gedecentraliseerde en gedistribueerde mechanismen die ook gevoelig zijn voor het probleem van onnauwkeurige of corrupte gegevens.

Naast de technische aspecten van FEEL zijn er ook bredere implicaties voor de adoptie van dit soort technologieën in verschillende sectoren, zoals gezondheidszorg, financiën en de productie-industrie. In deze sectoren speelt de bescherming van persoonlijke gegevens een cruciale rol, wat de waarde van federated learning vergroot. FEEL kan organisaties in staat stellen om machine learning-modellen te ontwikkelen zonder ooit gevoelige klantgegevens naar een centraal systeem te sturen, wat de kans op datalekken aanzienlijk verkleint.

Toch moet er bij de adoptie van FEEL niet alleen gefocust worden op de voordelen, maar moeten de inherente beperkingen en risico's ook goed begrepen worden. De netwerkarchitectuur die gebruikt wordt, de schaalbaarheid van het model, de betrouwbaarheid van de geaggregeerde gegevens en de controle over de privacy blijven essentiële overwegingen. Feit is dat de gedecentraliseerde aard van FEEL en het gebruik van onbetrouwbare apparaten enige mate van onzekerheid met zich meebrengt die nog niet volledig is opgelost in de huidige state-of-the-art.

Belangrijk is dat FEEL niet alleen technische vooruitgangen vereist, maar ook meer samenwerking en standaardisatie tussen verschillende industrieën en onderzoeksinstellingen. Dit is van cruciaal belang om de technologie op grote schaal toepasbaar te maken en te integreren in bestaande infrastructuren. De ontwikkeling van verbeterde algoritmen, netwerken en beveiligingsprotocollen is daarom essentieel voor de bredere acceptatie van deze technologie in real-world scenario's.