Les 4.6. Biologie, 7–9 klas
Lezing. Stam Sarcomastigophora

Vraag 1. Algemene kenmerken van de onderstam Sarcodina
Een gemeenschappelijk kenmerk van alle sarcodinen is een naakt plasmatisch lichaam, dat echter omsloten kan zijn door een schelp of een inwendig skelet van diverse structuur kan bevatten. De protoplasma bestaat uit twee lagen: een buitenste laag, de ectoplasma, en een binnenste laag — de endoplasma. Door het ontbreken van een stevige buitenlaag is het lichaam van de sarcodinen in meer of mindere mate veranderlijk van vorm, wat samenhangt met andere kenmerken van hun organisatie. De pseudopodiën van sarcodinen dienen niet alleen voor voortbeweging, maar functioneren ook als vangorgaan bij het grijpen van voedsel. Wat betreft hun voeding zijn sarcodinen typische dieren: zij voeden zich met bacteriën, eencellige algen en andere microscopische organismen. Dit wordt mogelijk gemaakt door de aanwezigheid van speciale organellen — voedselvacuolen.

Zoetwater-sarcodinen beschikken over contractiele vacuolen, organellen die instaan voor osmoregulatie, uitscheiding en ademhaling. De meeste sarcodinen leven in de zee, maar er zijn ook veel zoetwater- en bodembewonende vormen. Onder de amoeben bevinden zich soorten die een parasitaire levenswijze hebben.

Sarcodinen worden onderverdeeld in twee superklassen: Stralendragers (Actinopoda) en Wortelpotigen (Rhizopoda). Stralendragers hebben straalsgewijs gerangschikte pseudopodiën die verstevigd zijn met skeletelementen, terwijl wortelpotigen minder geordende pseudopodiën hebben en geen sterk gedifferentieerd inwendig skelet.

Systematiek
Stam Sarcomast