In 2017 bouwde Google een centrum van technologische uitmuntendheid in samenwerking met de Chinese techgigant Tencent in Beijing. Achter de schermen werkte een team van Google aan een censuurbestendige webbrowser genaamd Dragonfly, maar dit project werd stopgezet nadat medewerkers de klok hadden geluid. Zoals in de academische wereld, had ook de technologiesector moeite om samen te werken met de Amerikaanse regering om zich te verzetten tegen de Chinese invloeden. De erfenis van de Snowden-onthullingen had de relatie tussen Silicon Valley en de nationale veiligheidsgemeenschap verstoord. Veel technologiebedrijven beschouwden de onthullingen als een ondermijning van het vertrouwen, wat hen belemmerde in hun werk in andere landen. Bovendien voelden ze zich verraad door de wijze waarop ze zonder hun medeweten waren ingeschakeld voor nationale veiligheidsdoelen. Het herstellen van dit vertrouwen was een langdurig proces, maar voor vele jaren werden dergelijke gesprekken niet gevoerd.
Aan het eind van de Obama-administratie probeerde een groep ambtenaren van het Pentagon de relatie tussen Silicon Valley en de overheid opnieuw op te bouwen. Matthew Turpin leidde dit initiatief en vroeg de Witte Huis om een van de technologische experts die onlangs als tijdelijke medewerkers aan het administratieve team waren toegevoegd, om een onderzoeksrapport te schrijven over de Chinese investeringen in Silicon Valley. De Witte Huis stuurde Mike Brown, de voormalige CEO van Symantec, die samen met zijn collega’s een intern rapport schreef over de technologie-strategie van China. Het rapport, dat later uitlekte naar de New York Times, verklaarde dat China betrokken was bij ongeveer 16% van alle nieuwe venture deals in Silicon Valley, vaak zonder enige nationale veiligheidscontrole. Dit bleek een zorgwekkende trend, waarbij China actief investeerde in sleuteltechnologieën zoals kunstmatige intelligentie, robotica, autonome voertuigen en genetische technologieën. Deze investeringen zouden zowel commerciële als militaire toepassingen bevorderen, zonder dat de VS een volledig overzicht hadden van de snelheid van technologieoverdracht of de mate van Chinese investeringen.
Tegelijkertijd begonnen de technologiebedrijven van de VS te reageren op de veranderende geopolitieke situatie met China. Terwijl sommige bedrijven zich diepgaand aan China probeerden aan te passen, waren de reacties van anderen radicaal anders. Een van de meest opvallende wendingen in deze strijd kwam van Facebook. CEO Mark Zuckerberg had jarenlang geprobeerd om toegang te krijgen tot de Chinese markt, zelfs door pogingen om persoonlijke banden met de Chinese regering aan te knopen, zoals het vragen van Xi Jinping om zijn eerstgeboren kind een Chinese naam te geven. Dit alles mislukte echter, wat hem ertoe aanzette om zijn benadering van China volledig te herzien. In oktober 2019 besloot Zuckerberg publiekelijk dat Facebook niet langer toegang probeerde te krijgen tot de Chinese markt. In plaats daarvan richtte hij zich op het bevorderen van Amerikaanse waarden en vroeg hij de VS-regering om steun te bieden in de technologische strijd tegen China.
Deze verschuiving was gedeeltelijk gemotiveerd door de opkomst van de Chinese app TikTok, die Facebook's marktaandeel in de VS bedreigde. TikTok, eigendom van het Chinese bedrijf ByteDance, had snel populariteit gewonnen, wat Zuckerberg een extra reden gaf om de strategie van de VS richting China te steunen. In wezen was de opkomst van Chinese internetbedrijven in de VS een directe bedreiging voor de hegemonie van Amerikaanse techbedrijven.
Ondanks de strategieën van de VS om de technologische expansie van China in te dammen, was de situatie gecompliceerd. Aan de ene kant hadden de VS hun eigen commerciële belangen en technologische prioriteiten, en aan de andere kant was er de geopolitieke dreiging van een China dat steeds meer invloed had over wereldwijde technologische standaarden. Dit leidde tot toenemende bezorgdheid over de manier waarop China zijn eigen waarden exporteerde, en hoe dat de mondiale machtsbalans beïnvloedde, vooral in de context van de digitale ruimte.
De kwestie van de samenwerking tussen Chinese techbedrijven en het Chinese leger speelde ook een rol in deze geopolitieke strijd. Hoewel Google zelf geen directe samenwerking had met de Chinese militaire academie, bleek uit verschillende rapporten dat Chinese wetenschappers met Google-medewerkers samenwerkten aan onderzoekspapers, wat volgens militaire experts indirect ten goede kwam aan de Chinese Volksbevrijdingsleger (PLA).
De situatie werd verder gecompliceerd door het feit dat veel van de Amerikaanse techbedrijven hun strategieën moesten afstemmen op de veranderende eisen van zowel de Amerikaanse als de Chinese regeringen, wat leidde tot een complexe dans van belangen, vertrouwen en geopolitieke overwegingen. Het strategisch belang van technologie, en vooral van de controle over opkomende technologieën, zoals kunstmatige intelligentie, genetische manipulatie en autonome systemen, werd steeds duidelijker. Het verloop van deze technologische strijd zou de wereldorde in de komende decennia aanzienlijk kunnen beïnvloeden.
Hoe China’s Invloed op Westerse Bedrijven de Economie en Technologie Vormt
De invloed van China op de wereldmarkt is niet alleen een kwestie van handelsrelaties, maar heeft zich uitgestrekt tot in de fundamenten van de moderne technologie- en financiële sectoren. Dit blijkt in het geval van verschillende Amerikaanse bedrijven die, in hun zoektocht naar winst, bereid waren ethische compromissen te maken, of zelfs de belangen van hun eigen gebruikers op het spel te zetten, simpelweg om toegang te krijgen tot de immense Chinese markt. In dit complexe samenspel tussen geopolitiek en bedrijfsstrategieën kunnen we een aantal belangrijke invloeden en mechanismen identificeren die de basis vormen voor de beslissingen die nu door grote bedrijven worden genomen.
TikTok, bijvoorbeeld, werd geconfronteerd met beschuldigingen van censuur en gegevensbeveiliging, wat leidde tot een politieke storm in de Verenigde Staten. Terwijl de Amerikaanse wetgevers zorgen uitten over de veiligheid van gebruikersdata, werd ontdekt dat sommige van deze gegevens mogelijk door China werden doorgestuurd. De zorgen over de Chinese inmenging in Amerikaanse bedrijfsmodellen werden verder versterkt door de weigering van ByteDance, het moederbedrijf van TikTok, om te voldoen aan de eisen van de Amerikaanse regering. De situatie escaleerde toen voormalig president Trump eiste dat ByteDance TikTok zou verkopen of de app volledig zou sluiten. Dit leidde tot chaotische onderhandelingen waarbij de Amerikaanse regering probeerde de controle over TikTok over te dragen aan een Amerikaanse partij, een stap die door China fel werd afgewezen. Dit conflict benadrukte niet alleen de spanningen tussen de VS en China, maar ook de manier waarop geopolitieke belangen bedrijfsstrategieën bepalen.
Op dezelfde manier zien we grote bedrijven zoals Apple die zich proberen te schikken naar de eisen van de Chinese overheid om hun toegang tot de Chinese markt te behouden. Apple is het voornaamste voorbeeld van een Amerikaanse onderneming die zijn ethische grenzen verlegt om te voldoen aan de wetgeving en de wensen van Beijing. In 2018 stemde Apple ermee in om gegevens van Chinese gebruikers naar Chinese servers te verplaatsen, zodat ze onder controle van de Chinese autoriteiten zouden vallen. Dit werd gevolgd door verschillende concessies, waaronder het verwijderen van apps die werden gebruikt door Hongkongse demonstranten in 2019. Apple’s keuze om concessies te doen was grotendeels gedreven door de enorme inkomsten die het bedrijf genereerde uit de Chinese markt, die in dat jaar maar liefst $44 miljard opleverde. Toch was deze strategie niet zonder risico’s. De Chinese overheid was niet tevreden met het gedrag van Apple en stelde zelfs maatregelen voor om het bedrijf te straffen vanwege de handelsbeperkingen die de VS tegen Huawei had opgelegd. Deze situatie laat zien hoe zelfs de grootste bedrijven zich niet volledig kunnen beschermen tegen de grillen van de Chinese overheid, die zichzelf steeds meer als de dominante speler op het wereldtoneel manifesteert.
Op Wall Street is de relatie met China eveneens geladen. Terwijl de meeste Amerikaanse bedrijven steeds terughoudender werden in hun samenwerking met China, waren de grote financiële instellingen zoals Goldman Sachs en JPMorgan Chase druk bezig met het aantrekken van Chinese bedrijven naar de Amerikaanse financiële markten. Via reverse mergers en beursintroducties (IPO's) kregen Chinese bedrijven toegang tot het Amerikaanse kapitaal, zonder zich te houden aan de strikte transparantie- en controlevereisten die in de VS gelden. Door deze methoden konden Chinese bedrijven miljarden dollars ophalen, terwijl Amerikaanse investeerders geen enkel inzicht kregen in de werkelijke financiële situatie van deze bedrijven. In sommige gevallen werd zelfs op grote schaal fraude gepleegd, waarbij de Amerikaanse investeerders zonder enige mogelijkheid tot rechtsherstel hun geld verloren. Deze praktijken, en het gebrek aan transparantie van Chinese bedrijven, werden uiteindelijk blootgesteld door onderzoekers en ‘short-sellers’ die de onregelmatigheden aan het licht brachten.
De manier waarop China zijn invloed uitoefent op zowel de bedrijfswereld als de markten wereldwijd toont een diepgaande strategie die zowel het financiële als technologische landschap hervormt. Bedrijven, gedreven door winstbejag, zijn bereid om risico’s te nemen en zich aan te passen aan de eisen van de Chinese autoriteiten, zelfs wanneer dit in strijd is met de ethische normen of met de wetgeving van hun eigen land. Dit stelt niet alleen de integriteit van markten in gevaar, maar ook de privacy en rechten van de eindgebruikers, die vaak onbewust het slachtoffer worden van deze geopolitieke en commerciële machtsstrijd. Het is belangrijk om te begrijpen dat deze afhankelijkheden van bedrijven van China hen niet alleen kwetsbaar maken voor politieke druk, maar ook voor bredere geopolitieke verschuivingen die de globale stabiliteit beïnvloeden. Deze dynamiek benadrukt de noodzaak voor strengere regelgeving, zowel nationaal als internationaal, om de transparantie van bedrijven te waarborgen en te voorkomen dat technologie en kapitaal worden gebruikt voor doeleinden die tegen de belangen van democratische samenlevingen ingaan.
Hoe kan Amerikaanse investeringsfinanciering de Chinese militaire expansie onbedoeld ondersteunen?
De Amerikaanse financiële markt is al jarenlang het epicentrum van wereldwijde kapitaalstromen, een kracht die niet alleen economische groei stimuleert, maar ook geopolitieke implicaties met zich meebrengt. Een cruciaal en complex aspect daarvan is de rol van Amerikaanse pensioenfondsen en indexfondsen die investeren in Chinese bedrijven, waaronder die welke nauwe banden hebben met het Chinese leger. Deze situatie werpt fundamentele vragen op over nationale veiligheid, ethiek en het fiduciaire mandaat van Amerikaanse investeerders.
In 2020 leidde een groeiende bezorgdheid over deze investeringen tot een opvallende reactie van de Amerikaanse regering. Nationaal veiligheidsadviseur Robert O’Brien uitte openlijk zijn zorgen over de betrokkenheid van pensioenfondsen zoals CalPERS in bedrijven die de Chinese defensie-industrie ondersteunen. Dit was een ongekende publieke afkeuring van wat lang werd gezien als een puur economische beslissing, los van geopolitieke consequenties. De beweging kreeg kracht toen president Trump in mei 2020 expliciet zijn oppositie uitte tegen het uitbreiden van investeringen in Chinese aandelen via het Thrift Savings Plan. Dit markeerde een belangrijke verschuiving: investeringen in China werden niet langer uitsluitend gezien als zakelijke beslissingen, maar als nationale veiligheidskwesties.
De controverse rond Meng, de toenmalige CIO van CalPERS, illustreert de complexiteit en de schijnbare belangenverstrengeling. Hij trad af kort nadat hij beschuldigd werd van het niet transparant maken van zijn persoonlijke beleggingen in Chinese bedrijven, terwijl hij tegelijkertijd het pensioenfonds richting China stuurde. Hoewel CalPERS stelde dat zijn vertrek niets te maken had met deze controverse, werpt dit incident een schaduw over het integriteitsvraagstuk binnen grote investeringsfondsen.
Het economische argument dat het simpelweg onmogelijk is om Chinese bedrijven uit de Amerikaanse kapitaalmarkt te weren, omdat zij anders hun financiering elders zouden vinden, is niet onomstreden. Amerikaanse markten zijn immers het meest liquide en diepgaand wereldwijd; andere financiële centra kunnen niet tippen aan deze omvang en toegankelijkheid. Bovendien is de Chinese munt, de renminbi, niet vrij verhandelbaar buiten China, wat de afhankelijkheid van buitenlandse financiering vergroot. Hierdoor heeft China, ondanks zijn economische groei, een kwetsbaarheid: toegang tot Amerikaanse kapitaalmarkten is cruciaal voor zijn wereldwijde expansiestrategie.
Er is ook een ethische en strategische dimensie: Amerikaanse financiële instellingen hebben niet alleen een fiduciaire verantwoordelijkheid om het beste rendement voor hun investeerders te realiseren, maar ook een bredere plicht om investeerders te beschermen tegen risico’s die voortkomen uit betrokkenheid bij buitenlandse regimes die militaire expansie en interne repressie nastreven. Het investeren in Chinese bedrijven die bijdragen aan de militaire capaciteiten van Beijing, impliceert een medeplichtigheid aan deze activiteiten en plaatst Amerikaanse beleggers bloot aan aanzienlijke asymmetrische risico’s.
De discrepantie tussen Amerikaanse sancties tegen bepaalde Chinese bedrijven, zoals Hikvision, en tegelijkertijd het toestaan dat Amerikaanse pensioenfondsen in deze bedrijven investeren, onderstreept het ontbreken van een coherente strategie. Terwijl het ministerie van Handel bedrijven sanctioneert die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen of militaire samenwerking, stroomt Amerikaans kapitaal tegelijkertijd via investeringsfondsen naar diezelfde bedrijven. Deze paradox raakt aan een fundamenteel conflict binnen het Amerikaanse beleid: de moeilijkheid om economische belangen en nationale veiligheid effectief te verenigen.
Het is essentieel te begrijpen dat deze situatie niet alleen een kwestie is van individuele fondsen of beleidsbeslissingen, maar een symptoom van een bredere geopolitieke strijd waarin financiële macht een strategisch wapen is. China investeert wereldwijd met kapitaal afkomstig uit Amerikaanse investeerders, waarmee het invloed probeert te verwerven en zijn positie tegenover de Verenigde Staten versterkt. Het gebruik van het Amerikaanse financiële systeem als bron van funding voor een buitenlandse militaire expansie roept fundamentele vragen op over soevereiniteit en marktintegriteit.
De Amerikaanse markten hebben een ongeëvenaarde hefboom om China aan te spreken op naleving van Amerikaanse wetten en standaarden. Het niet inzetten van deze macht wordt door sommigen gezien als een groot falen, misschien zelfs als een van de grootste financiële schandalen in de moderne geschiedenis. Een effectieve strategie om deze uitdaging het hoofd te bieden vereist het dwingen van Chinese bedrijven om transparant te zijn en zich te conformeren aan regelgeving, anders worden zij uitgesloten van Amerikaanse kapitaalmarkten.
Tegelijkertijd loopt het Amerikaanse beleid over China uiteen. Terwijl de ene tak van de regering handelt met sancties en beperkingen, zoeken andere takken en economische vertegenwoordigers nog steeds naar compromissen en handelsdeals. Dit dubbele beleid creëert verwarring en onzekerheid over de richting van de Amerikaanse China-politiek, waardoor het lastiger wordt om een coherente, lange termijn aanpak te ontwikkelen.
Het is belangrijk te beseffen dat de interactie tussen economie en nationale veiligheid niet alleen een kwestie is van beleidsmakers en fondsen, maar ook van de Amerikaanse burgers die via hun pensioenfondsen indirect bijdragen aan een strategie die hun eigen belangen mogelijk ondermijnt. Het vermogen van het Amerikaanse financiële systeem om zowel economische groei te faciliteren als nationale veiligheid te beschermen, vormt een cruciale uitdaging voor de toekomst.
Wat zijn de strategische implicaties van de Amerikaanse aanpak ten aanzien van China?
Tijdens de Trump-jaren werd vaak gezegd dat de Amerikaanse regering geen echte strategie had tegenover China. Echter, het zou preciezer zijn om te zeggen dat de regering verschillende strategieën volgde, waarbij Trump zelf met wisselende niveaus van bewustzijn en intentie tussen deze benaderingen heen en weer dwaalde. Trump’s toewijding om zijn eigen intuïtie te volgen, een instinct dat weinig consistentie vertoonde, leidde de koers van de relatie tussen de VS en China in deze cruciale periode. Dit had invloed op het succes van verschillende fracties binnen de regering, evenals hun opkomst en ondergang door de tijd heen.
De hardliners binnen de regering baseerden hun strategie op de veronderstelling dat zij de Chinese Communistische Partij (CCP) beter begrepen dan de Wall Street-groep. Ze voorspelden, terecht, dat Trump zou falen in zijn poging de economische betrekkingen tussen de VS en China op een eerlijke basis te herstructureren. Niet omdat hij niet zijn best zou doen, maar omdat de CCP onder Xi Jinping niet van plan was haar strategie aan te passen aan de eisen van de Verenigde Staten. De hardliners wisten dat Trump deze realisatie zelf zou moeten ondergaan, iets wat langzaam duidelijk werd voor de Amerikaanse president.
Tijdens het eerste jaar van zijn presidentschap begrepen Trump, Ross en Mnuchin bijvoorbeeld niet goed hoe de CCP werkelijk naar de Amerikaanse-Chinese betrekkingen keek. Ze geloofden dat Xi vooral geïnteresseerd was in zaken en dat dit zou leiden tot een snelle en duidelijke handelsdeal. De zogenaamde ‘nationale veiligheidsexperts’ werden door hen als obstakels beschouwd. Maar naarmate de onderhandelingen met Beijing vorderden, leerden de Trump-officials dat de CCP voornamelijk gemotiveerd werd door partijbelangen, niet door zakelijke overwegingen. Dit besef leidde er uiteindelijk toe dat de hardliners binnen de Trump-regering het beleid dichter naar een competitieve houding tegenover China brachten dan enige vorige regering.
Deze verschuiving naar een meer confrontatiegerichte strategie was niet het gevolg van de beste strategieën of de slimmere manoeuvres van de hardliners. Het succes van de hardliners was eerder te danken aan het feit dat de CCP hun inschatting bevestigde. Xi gaf de pro-engagement ambtenaren en zakenlieden in de omgeving van Trump geen enkel bewijs dat Beijing bereid was haar benadering van handel, technologie of ideologie te veranderen.
Het hoogtepunt van de confrontatie tussen de VS en China kwam naar voren toen Xi, in oktober 2020, zijn vastberadenheid benadrukte om de technologische, industriële en militaire expansie van China te versnellen. In een toespraak tijdens het vijfde plenum van de CCP zei Xi dat China klaar was om "alle moeilijkheden en hindernissen te overwinnen" en door te gaan met het bevorderen van "socialisme met Chinese kenmerken". Tegelijkertijd, terwijl Xi zijn ‘China-droom’ nastreefde, werden de interne machtsdynamieken binnen de CCP steeds moeilijker te doorgronden. Pottinger, een voormalig adviseur van de Trump-regering, geloofde dat de druk van de VS de CCP had gedwongen om haar plannen te versnellen, wat ertoe leidde dat Beijing fouten maakte, zoals overmoedige acties en intimidatie van andere landen.
De politieke en economische positie van China werd verder bemoeilijkt door de toenemende controle van de CCP over het Chinese bedrijfsleven en de economie, wat de economische hervormingen verder verstikte. Ondertussen werden de tarieven die door de Trump-regering waren ingesteld, een constant probleem voor de Chinese economie. Deze tarieven leidden niet alleen tot een verhoogde kostenstructuur voor Chinese bedrijven, maar ook tot een situatie waarin de Chinese arbeiders hogere lonen eisten. Dit had het potentieel om China in de zogenaamde ‘middeninkomensval’ te duwen, een economische theorie die waarschuwt voor een situatie waarin de lonen te hoog worden om concurrerend te blijven in lage-loon sectoren, maar het land niet genoeg ontwikkeld is om te concurreren op hogere niveaus van technologie en innovatie.
Het echte belang van de zogenaamde ‘Phase One Deal’ tussen de VS en China lag niet in de toezeggingen van China om Amerikaanse landbouwproducten te kopen of de beloftes van intellectuele eigendom te beschermen, waarvan velen wisten dat ze nooit nageleefd zouden worden. Het echte belang van de deal was dat de meeste tarieven gehandhaafd bleven, waardoor de kosten en risico’s van zaken doen met China werden verhoogd. Tegelijkertijd bleef de druk op de Chinese economie toenemen, aangezien Xi zijn focus bleef leggen op het versterken van de partijcontrole en het onderdrukken van vrije markt hervormingen.
Na de verkiezing van Biden was er veel speculatie over hoe de buitenlandse politiek van de VS ten aanzien van China eruit zou zien. Blinken, de voormalige vice-minister van Buitenlandse Zaken en een van de belangrijkste adviseurs van Biden, verklaarde tijdens de campagne dat de Biden-regering zou proberen de 'mislukte' aanpak van Trump ten aanzien van China te herstellen. Hij gaf aan dat, volgens elke belangrijke maatstaf, China’s strategische positie sterker was dan die van de VS en dat de Biden-regering de structurele tekortkomingen van het Trump-beleid zou aanpakken.
Het is belangrijk te realiseren dat de dynamiek van de geopolitiek tussen de VS en China niet alleen bepaald wordt door de economische concurrentie of de handelstarieven, maar dat de onderliggende politieke en ideologische verschillen diep geworteld zijn. De CCP heeft de laatste jaren haar focus verscherpt op het versterken van de partijcontrole over alle aspecten van de Chinese samenleving, van de economie tot de technologie en het dagelijks leven van haar burgers. Dit geeft niet alleen aanleiding tot spanningen met westerse landen, maar veroorzaakt ook interne tegenstellingen binnen China zelf, waar de bevolking steeds meer vraagtekens zet bij de duurzame groei van de economie in de huidige omstandigheden.
Hoe de Neo-Reactionaire Filosofie en de Alt-Right Beweging Met Elkaar Verbonden Zijn
Hoe de Geest de Wet Overwint: Interpretatie van Schrift en de Betekenis van de Geest in Religie
Wat maakt de "Gouden Jongens" zo bijzonder en waarom worden ze telkens weer vermoord?
Hoe wordt de Aankomsthoek van Geluid Geschat en Waarom is Dit Belangrijk voor Akoestische Detectie?

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский