De eerste drie jaar van Donald Trumps presidentschap werden gekenmerkt door een opvallende tegenstrijdigheid: de Amerikaanse economie vertoonde sterke cijfers, terwijl zijn populariteit uitzonderlijk laag bleef. Historisch gezien is er een duidelijk verband tussen positieve economische percepties en de goedkeuringscijfers van zittende presidenten. Maar in Trumps geval bleek deze relatie grotendeels verbroken.
Het Index of Consumer Sentiment – een sinds 1952 bestaande maatstaf voor hoe Amerikanen het economische klimaat ervaren – bereikte tijdens Trumps ambtstermijn vergelijkbare niveaus als tijdens de hoogtijdagen van Bill Clinton en Ronald Reagan. Zo lag het gemiddelde consumentenvertrouwen tussen 2017 en 2019 op 97, ongeveer gelijk aan het gemiddelde onder Clinton. Toch was het netto goedkeuringscijfer van Clinton tijdens zijn presidentschap +17, terwijl Trump op −13 bleef steken. Zelfs Reagan, die in 1984 hetzelfde niveau van consumentenvertrouwen genoot, kon rekenen op een goedkeuringscijfer van +18. Trump daarentegen slaagde er niet in hiervan te profiteren.
Deze discrepantie onthult een fundamentele verandering in hoe Amerikanen hun president evalueren: de opkomst van scherpe partijpolitieke polarisatie. Steeds meer bepalen partijloyaliteiten hoe kiezers zowel de economie als de president beoordelen. Wanneer de partij van een kiezer het Witte Huis bezet, wordt de economie vaker als positief ervaren. Bij een president van de andere partij verschuift die perceptie naar het negatieve – ongeacht objectieve economische indicatoren. Deze tendens beperkte Trumps draagvlak aanzienlijk, zelfs te midden van economische groei.
Deze polarisatie was al zichtbaar tijdens het presidentschap van Barack Obama. Ook toen groeide het consumentenvertrouwen fors na de Grote Recessie, terwijl zijn goedkeuringscijfers pas tegen het einde van zijn tweede termijn stegen. Maar de kloof tussen economische perceptie en presidentiële goedkeuring werd nog groter onder Trump. In 2019 vond 75% van de Republikeinen dat de economie goed of uitstekend was, tegenover slechts 32% van de Democraten. Ter vergelijking: aan het einde van Obama’s ambtstermijn vond 46% van de Democraten de economie positief, tegenover 14% van de Republikeinen.
Wat vooral opvalt, is hoe ongekend groot de partijdige kloof was in goedkeuring van Trump zelf. In 2020 was het verschil tussen Republikeinse en Democratische steun voor Trump 79 procentpunten – de grootste kloof
Hoe de Politieke Verdeling de Reactie op de COVID-19 Pandemie Vormde
In de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2020 werd duidelijk hoe diep de politieke verdeeldheid in de Verenigde Staten was, vooral in tijden van nationale crisis. De uitbraak van het coronavirus was niet alleen een gezondheidscrisis, maar ook een politieke uitdaging die de Amerikaanse samenleving verder polariseerde. In de maanden voorafgaand aan de verkiezingen was de steun voor de verschillende politieke leiders al sterk verdeeld, maar de pandemie gaf deze verdeeldheid een nieuwe dimensie.
In 2008 en 2016 zagen we al dat de steun voor de verliezende kandidaat tijdens de Democratische voorverkiezingen afnam naarmate de campagne vorderde. In 2008 bijvoorbeeld, daalde de steun voor Hillary Clinton onder haar aanhangers naarmate Barack Obama de de facto kandidaat werd, hoewel deze steun later enigszins herstelde. In 2016, toen Bernie Sanders zijn strijd om de nominatie verloor, was de afname in de steun voor Hillary Clinton nog scherper. In 2020, daarentegen, zagen we dat de steun voor Joe Biden onder Sanders-aanhangers sterker werd naarmate de campagne vorderde, een opvallend verschil vergeleken met de eerdere jaren.
Dit verschil kan gedeeltelijk verklaard worden door de verandering in de politieke dynamiek. In 2020 waren de Democraten meer geneigd om achter Biden te staan, deels door de extreme polarisatie die onder president Trump had plaatsgevonden. Biden, ondanks zijn matige populariteit in de vroege fase van de campagne, leek in staat om zijn partij te verenigen. Hij kreeg zelfs steun van een meerderheid van Sanders-aanhangers, wat aantoont hoe belangrijk het was om in een tijd van politieke chaos een breed politiek front te vormen.
De pandemie zelf was een cruciaal moment voor politiek leiderschap. Terwijl de uitbraak in maart 2020 zich snel verspreidde, gaf het land een zeldzaam moment van politieke eenheid te zien. Voor even leek er een breed gedeelde bezorgdheid te zijn over de gevolgen van het virus, en zelfs Trump maakte een zeldzame poging om steun te zoeken bij zowel Democraten als Republikeinen door de situatie te verklaren als een nationale noodsituatie. Toch veranderde Trump al snel van koers: zijn pogingen om het land 'herop te openen' en zijn kritiek op leiders die strengere maatregelen namen, versterkten de politieke scheidslijnen. Wat eerst een crisis was die tot enige mate van eenheid leidde, werd al snel een strijd om politieke invloed en macht.
Het effect van deze polarisatie was niet alleen zichtbaar in de publieke opinie, maar ook in hoe verschillende staten de crisis beheersten. Republikeinse gouverneurs volgden de lijn van Trump en pasten hun maatregelen aan, wat leidde tot een 'partijdige lappendeken' van reacties. In sommige staten werden strengere beperkingen ingevoerd, terwijl andere een meer open houding aannamen. Dit had directe gevolgen voor de effectiviteit van de maatregelen en de bereidheid van de burgers om deze op te volgen.
De manier waarop Trump deze situatie benaderde, toonde opnieuw de kracht van politieke polarisatie. In plaats van de pandemie te gebruiken om de natie te verenigen, gebruikte hij het als een manier om zijn steun onder de Republikeinen te behouden, terwijl hij de Democraten en andere politieke tegenstanders verder polariseerde. Deze benadering leidde tot een sterk gepolariseerde publieke opinie over de beste manier om met de crisis om te gaan, waarbij men in toenemende mate de situatie door een partijdige lens begon te bekijken.
Deze ontwikkeling toont aan hoe, zelfs in tijden van crisis, politieke leiders een situatie kunnen uitbuiten om hun eigen politieke agenda te bevorderen, wat vaak ten koste gaat van de eenheid die nodig is om effectief te reageren. De keuze van leiders om al dan niet eenheid te zoeken of de verdeeldheid verder te versterken, kan de politieke toekomst van een land sterk beïnvloeden.
De pandemie benadrukte ook de grenzen van de 'calfide politics', waarin de politiek van een land vaak vastligt in de loyaliteit aan politieke partijen en de gevestigde machtsstructuren. Zelfs als er kleine verschuivingen mogelijk zijn, zoals bij de steun voor Biden van Sanders-aanhangers, blijft de grotere politieke dynamiek vaak onveranderd. Toch, juist in dergelijke omstandigheden, kunnen de kleinste veranderingen betekenisvolle verschuivingen in het politieke landschap veroorzaken.
Hoewel de pandemie de politieke verdeeldheid verder versterkte, werd duidelijk dat een gezamenlijke aanpak van een nationale crisis een kans bood om de politieke spanningen te doorbreken. De uitdagingen die de pandemie met zich meebracht, boden zowel een kans voor politieke leiders om hun krachten te bundelen, als voor hen om de verdeeldheid verder te vergroten. In veel gevallen werd gekozen voor het laatste.
Het is essentieel te begrijpen dat de manier waarop politieke leiders reageren op een crisis de koers van een land kan veranderen, en niet altijd op de manier die het beste is voor de burgers. In plaats van samen te werken, koos Trump ervoor om het virus te gebruiken als een middel om zijn politieke positie te verstevigen, wat het voor het land moeilijker maakte om effectief te reageren op de pandemie. De keuze om verdeeldheid te zaaien in plaats van eenheid te creëren, kan niet alleen de onmiddellijke reactie op een crisis beïnvloeden, maar ook de langdurige politieke en sociale gevolgen voor het land.
Hoe Invloedden de Rassenrechtprotesten op de Verkiezingen van 2020?
De relatie tussen de Black Lives Matter (BLM) beweging, de politie en het verkiezingsresultaat van 2020 is complex en gelaagd. Veelvuldig werd gesuggereerd dat de steun voor of tegen deze beweging de verkiezingsuitslag van 2020 aanzienlijk beïnvloed zou hebben. Echter, een gedetailleerde analyse van de dynamiek tussen de protesten, de politieke voorkeuren van kiezers en de verkiezingsresultaten wijst op andere factoren die misschien net zo cruciaal waren als de protesten zelf. Het blijkt dat, in tegenstelling tot wat sommige politieke commentatoren beargumenteerden, de rassenrechtprotesten en de daarmee gepaard gaande debatten over strafrecht en politiegeweld geen nadelig effect hadden op Joe Biden en mogelijk zelfs in zijn voordeel werkten.
Een eerste indicatie komt uit de nationale peilingen die werden uitgevoerd tijdens de zomer van 2020, het hoogtepunt van de rassenrechtprotesten na de moord op George Floyd. In deze periode bleek dat Biden’s steun juist toenam. Voor de moord op Floyd leidde Biden Trump met ongeveer 5,5 procentpunten, maar dit verschil groeide naar bijna 9 procent in juni, toen de protesten op hun hoogtepunt waren. Zelfs na deze piek bleef Biden met een voorsprong van zo'n 7 tot 8 procentpunten de rest van de campagne doorgaan. Als de protesten of de kwesties die ze aanstaken politiek schadelijk voor Biden waren, dan werd dit niet duidelijk tijdens de meest kritieke momenten.
Bovendien werd niet waargenomen dat Biden steun verloor van bepaalde kiezersgroepen die zich zogenaamd gekeerd zouden hebben tegen de protesten of het idee van 'defunding the police'. Zo werd na de verkiezingen gesuggereerd dat Biden steun zou hebben verloren onder Latijns-Amerikaanse kiezers door de BLM-beweging. Toch wees het Nationenscape-onderzoek uit dat Biden’s steun onder Latijns-Amerikaanse kiezers al begon af te nemen vóór de moord op Floyd, en er was geen significante verslechtering van de situatie na de protesten. Het dalingspercentage nam zelfs iets af na Floyd's dood, wat suggereert dat de zorgen over politiegeweld of de protesten op zich geen plotselinge verschuiving van Latijns-Amerikaanse kiezers naar Trump teweegbrachten.
Een ander aspect van de invloed van de rassenrechtprotesten kan worden afgeleid uit het lokale effect dat deze protesten hadden op de verkiezingsresultaten. Politieke wetenschappers, zoals Daniel Gillion in zijn werk The Loud Minority, hebben aangetoond dat protesten die aansluiten bij liberale doelen doorgaans de Democraten ten goede komen. Zo was er tussen 1960 en 1990 een duidelijke correlatie tussen liberale protesten in congresdistricten en een grotere steun voor Democratische kandidaten. Gillion constateerde bovendien dat de opkomst van Afro-Amerikaanse kiezers in districten die BLM-protesten in 2016 ervoeren, relatief sterker was dan in districten die geen protesten hadden, ondanks een daling van de opkomst van Afro-Amerikanen in het algemeen.
Desondanks is het niet altijd duidelijk dat elke vorm van protest de Democraten daadwerkelijk ten goede komt. Er is altijd een risico dat protesten, vooral gewelddadige protesten, een negatieve invloed hebben en de Republikeinen bevoordelen. Zo toonde een studie van de Black-led protests tussen 1960 en 1972 aan dat gewelddadige protesten vaak het tegenovergestelde effect hadden: in districten waar gewelddadige protesten plaatsvonden, was er een verschuiving van ongeveer 2 procentpunten naar Republikeinen, en in sommige gevallen zelfs tot 5 procentpunten, zoals na de moord op Martin Luther King in 1968. Dit had de verkiezingsuitslag destijds beïnvloed en zorgde ervoor dat Richard Nixon, de Republikeinse kandidaat, de verkiezingen van 1968 won.
De verkiezingen van 2020 lieten echter belangrijke verschillen zien ten opzichte van 1968. Ten eerste waren de protesten over het algemeen vreedzaam, waarbij veel geweld juist door de politie werd gepleegd tegen de demonstranten, en niet door de demonstranten zelf. Bovendien was Trump de zittende president in 2020, wat de dynamiek veranderde, aangezien onrust en geweld in het land waarschijnlijk eerder negatief zouden worden opgevat voor een zittende president, zoals dat ook het geval is tijdens een economische recessie.
In de praktijk bleek uit gedetailleerde analyses van lokale verkiezingsresultaten en peilingen dat de aanwezigheid van BLM-protesten in sommige gevallen een positieve invloed had op Biden’s prestaties. Bij een analyse van de situatie in verschillende districten, gebaseerd op data van het Crowd Counting Consortium, bleek dat in districten met protesten, zelfs wanneer er arrestaties, verwondingen of schade waren, Biden het beter deed dan Hillary Clinton in 2016. In districten waar geen protesten waren, was er vrijwel geen verschil in de resultaten, maar in districten waar protesten plaatsvonden zonder ernstige incidenten, steeg Biden's steun met 1,4 procentpunten. In gebieden met meer gewelddadige confrontaties tussen politie en demonstranten, was het verschil zelfs 1,7 procentpunten in het voordeel van Biden.
Het lijkt erop dat de protesten van 2020, hoewel ze in sommige gevallen gepaard gingen met gewelddadige incidenten, niet de verwachte negatieve invloed hadden op de Democratische kandidaten. Integendeel, in veel gevallen had de aanwezigheid van protesten zelfs een positieve invloed op de steun voor Biden. Dit wijst erop dat de dynamiek rond de rassenrechtbeweging in 2020 anders was dan in eerdere perioden, zoals in 1968, waarbij geweld en onrust inderdaad vaak de verkiezingsresultaten beïnvloedden.
Het is belangrijk te begrijpen dat de invloed van maatschappelijke bewegingen op verkiezingsresultaten niet altijd rechtlijnig is. Protesten kunnen zowel mobiliserend als polariserend werken, en hun effect kan sterk variëren afhankelijk van het politieke klimaat, de aard van de protesten en de betrokken actoren. Wat duidelijk is, is dat de rassenrechtprotesten van 2020 op onverwachte manieren invloed hadden op het verkiezingsresultaat, waarbij het debat over politiegeweld en rassenongelijkheid in sommige gevallen Biden zelfs ten goede kwam.
Waarom de Politieke Dynamiek in de VS Veranderde: De Rol van Protesten, Social Media en Lokale Organisatie
De recente politieke verschuivingen in de Verenigde Staten hebben niet alleen de nationale verkiezingen beïnvloed, maar ook het politieke landschap op lokaal niveau veranderd. Van massale protesten tot de opkomst van grassroots-bewegingen, deze veranderingen zijn te herleiden naar een breder maatschappelijke sentiment en de invloed van nieuwe technologieën en politieke organisaties. Het is belangrijk te begrijpen hoe deze krachten samenhangen met de politieke strategieën van de afgelopen jaren, die tot diepgaande veranderingen in de manier van campagnevoeren en het mobiliseren van kiezers hebben geleid.
Een van de meest opvallende verschuivingen in de Amerikaanse politiek was de massale toename in protestbewegingen vanaf de verkiezing van Donald Trump in 2016. Onder leiding van academici zoals Erica Chenoweth en Jeremy Pressman, bleek uit het Crowd Counting Project dat de jaren van Trump de grootste, aanhoudende protestbeweging in de Amerikaanse geschiedenis hadden gelanceerd. Wat eerst een spontane reactie leek, groeide uit tot een structureel en internationaal netwerk van activisten en organisaties die de richting van de politiek bleven beïnvloeden. Dit wordt versterkt door de rol van platforms zoals social media, die niet alleen als communicatiekanaal dienden, maar ook als middel om gemeenschappen te organiseren en te mobiliseren. De rol van sociale netwerken, zoals die van de Indivisible-beweging, heeft geleid tot een herstructurering van de politieke geografie in de VS, waarbij traditionele partijen werden uitgedaagd door nieuwe, dynamische grassroots-bewegingen.
Lokale organisatie en activisme waren cruciaal in deze transformatie. Bewegingen die zich aanvankelijk richtten op protesten, zoals die rondom de Women's March en Black Lives Matter, hebben zich later gericht op meer institutionele vormen van verandering. De kracht van deze bewegingen lag niet alleen in hun vermogen om massa's de straat op te krijgen, maar ook in hun strategie om lokale verkiezingen te winnen en invloed uit te oefenen op beleidsvorming. Hierdoor werd de focus verlegd van enkel nationale verkiezingen naar een grotere nadruk op lokaal politiek activisme, waarbij het belang van lokale verkiezingen in staten en kleinere districten steeds duidelijker werd.
Tegelijkertijd bleven de politieke partijen zelf reageren op deze veranderingen. De Republikeinse partij, onder leiding van Trump, stond tegenover een groeiende invloed van populisme en het zogenaamde "Trumpisme," dat veel van de traditionele politieke loyaliteiten en gedragingen uitdaagde. In deze periode was er een merkbare verschuiving in de loyaliteit van kiezers, waarbij de invloed van partijidentiteit steeds meer werd uitgespeeld tegen de dynamiek van politieke campagnes en persoonlijkheden. Onderzoek toont aan dat Trump’s strategie van het aanspreken van zijn base, gecombineerd met zijn persoonlijke benadering van politieke communicatie, zowel zijn partij als de bredere politieke dynamiek in de VS ingrijpend wijzigde.
Daarnaast heeft de verschuiving in de manier waarop politieke campagnes worden gevoerd, ook geleid tot een intensivering van de rol van politieke advertenties. De verkiezingen van 2018 zijn hiervan een duidelijk voorbeeld, waarin het gebruik van politieke advertenties en gerichte communicatie via digitale kanalen meer invloed had dan ooit tevoren. Dit leidde tot de conclusie dat de effectiviteit van politieke advertenties veel verder reikte dan enkel het mobiliseren van kiezers. Het had de kracht om politieke narratieven te vormen, de publieke opinie te sturen en zelfs de voorkeuren van kiezers te herstructureren. Belangrijk was ook de groeiende rol van negatieve campagnes, waarbij politiek gekleurde informatie en disinformatie bewust werden ingezet om tegenstanders te ondermijnen.
Naast deze advertentiecampagnes speelde de media een centrale rol in het politieke debat, vaak gemobiliseerd door de boodschappen van politieke leiders zelf. De constante media-aandacht voor Trump, zowel positief als negatief, creëerde een cultuur van politieke polarisatie waarin loyaliteit en identiteit steeds meer afhankelijk werden van politieke voorkeuren. Het fenomeen van ‘tribalisme’ in de politiek leidde ertoe dat de boodschap van een politicus vaak belangrijker werd dan het beleid zelf, met als gevolg dat zelfs controversiële uitspraken of handelingen van Trump vaak geen significante schade veroorzaakten voor zijn politieke steunbasis.
De sociale en politieke veranderingen van de afgelopen jaren hebben de democratische processen in de Verenigde Staten diepgaand beïnvloed. De blijvende invloed van protestbewegingen, de groeiende kracht van grassroots-bewegingen en de strategische inzet van sociale media en politieke advertenties zullen ongetwijfeld de komende decennia een sleutelrol blijven spelen in de Amerikaanse politiek.
Het is essentieel voor de lezer om niet alleen te begrijpen dat de politieke krachten in de VS zich hebben veranderd, maar ook hoe deze nieuwe dynamieken van invloed zijn op de wijze waarop kiezers zich politiek uiten en beslissen. Politieke betrokkenheid is steeds meer een hybride activiteit geworden, waarbij traditionele vormen van campagnevoering worden gecombineerd met innovatieve strategieën die zijn voortgekomen uit nieuwe technologieën en sociale mobilisatie. Het is niet alleen de politieke boodschap die telt, maar ook de manier waarop deze boodschap wordt gecommuniceerd en geconsumeerd door de massa. De impact van deze veranderingen op de toekomst van de democratie en politieke processen zal ongetwijfeld groter worden naarmate de technologieën zich blijven ontwikkelen.
Wat is de sleutel tot succes voor politieke campagnes in de hedendaagse samenleving?
Politieke campagnes in de Verenigde Staten hebben de afgelopen jaren een ingrijpende transformatie ondergaan, van de manier waarop kandidaten zich presenteren tot de wijze waarop ze fondsen werven en hun strategische keuzes maken. De dynamiek van de campagnevoering is steeds meer afhankelijk van technologische innovaties, het veranderende medialandschap en de wijze waarop kandidaten zich moeten positioneren binnen een gefragmenteerd politiek landschap.
In de context van de Amerikaanse presidentsverkiezingen is de invloed van de zogenaamde 'onzichtbare primaire' van bijzonder belang. Deze fase, die vaak voorafgaat aan de officiële verkiezingscampagnes, is essentieel voor het bepalen van de politieke strategieën van een kandidaat. Gedurende deze periode wordt niet alleen gefocust op de steun van kiezers, maar ook op het verkrijgen van invloed binnen de partij, door het verkrijgen van endorsements en financiële steun. De onzichtbare primaire is dus niet minder belangrijk dan de daadwerkelijke verkiezingen, omdat het de fundamenten legt voor succes of mislukking.
Het verzamelen van fondsen speelt hierbij een cruciale rol. Niet alleen voor de zichtbaarheid van een kandidaat, maar ook om een betrouwbare organisatie op te bouwen die in staat is om te concurreren in de lange adem van een verkiezingsjaar. In 2020 bijvoorbeeld, werd de strijd om donateurs intensiever dan ooit. De fundamentele vraag is niet meer enkel of iemand voldoende middelen heeft om campagne te voeren, maar of ze de juiste groepen van donateurs kunnen aantrekken. De strijd om de grootste donoren werd daarbij vaak uitgemeten in de zogenaamde 'fundraising race', waarbij het vermogen om externe steun te mobiliseren essentieel was voor de overlevingskansen van een kandidaat.
De rol van media is eveneens een belangrijke factor die vaak over het hoofd wordt gezien, maar de aandacht die een kandidaat in de media krijgt, kan bepalend zijn voor hun politieke koers. De hoeveelheid media-aandacht die aan een kandidaat wordt besteed, is vaak rechtstreeks gekoppeld aan de publieke perceptie van hun kansen om te winnen. Daarom is het essentieel voor een campagne om niet alleen haar boodschap duidelijk te communiceren, maar ook om haar aanwezigheid in de media zorgvuldig te beheren. Zo werd bijvoorbeeld in de aanloop naar de verkiezingen van 2020 de strijd om de nieuwsdekking tussen de verschillende kandidaten van de Democratische Partij steeds zichtbaarder, met als gevolg dat sommige kandidaten het voordeel hadden van verhoogde media-aandacht, terwijl anderen in de schaduw van deze dekking opereren.
Daarnaast blijkt dat, ondanks de technologische vooruitgangen, traditionele factoren zoals de voorkeuren van belangrijke politieke figuren en strategische allianties binnen de partij nog altijd cruciaal zijn voor het welslagen van een campagne. In de praktijk zien we dat kandidaat-kiezers nog altijd sterk beïnvloed worden door de keuze van vooraanstaande partijleden. Dit werd duidelijk tijdens de verkiezingen van 2020, toen het besluit van voormalige presidenten en partijleden om al dan niet hun steun uit te spreken, grote invloed had op de publieke opinie en de kansen van bepaalde kandidaten.
Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat politieke campagnes vandaag de dag meer dan ooit een complex web van factoren zijn, waarvan de strategische inzet op meerdere niveaus een onmiskenbare rol speelt. De traditionele focus op het winnen van de 'stemmen' van kiezers is niet langer het enige dat telt. Even belangrijk zijn de interne partijallianties, media-aandacht, fondsenwervingscapaciteiten en de manier waarop kandidaten zich profileren ten opzichte van de concurrerende fracties binnen hun eigen partij. Zelfs de kleinste verschuivingen in de publieke opinie, zoals de acceptatie van een controversieel standpunt of een wending in de media-aandacht, kunnen de uitkomst van de verkiezingen bepalen.
Het is dus van cruciaal belang voor politieke analisten en kiezers om deze nieuwe dynamieken te begrijpen. De verschuivingen in het politieke landschap gaan verder dan de traditionele campagnebenaderingen en vereisen een gedegen kennis van de interne machtsverhoudingen binnen partijen, evenals de manieren waarop media en financiële steun de koers van verkiezingen beïnvloeden. Het is daarom noodzakelijk om politieke campagnes niet alleen te zien als een strijd om stemmen, maar als een strategisch spel waarin alle facetten van publieke en interne invloed een rol spelen.
Hoe wordt cognitieve expertise getest in het American Board of Family Medicine examen?
Wat zijn de voordelen van microparticulaire nulwaardige ijzer (mZVI) ten opzichte van nanoparticulaire nulwaardige ijzer (nZVI) in aerobe afbraak van verontreinigingen?
Hoe beïnvloedt de vorm van de verdelingsfunctie de fase-overgangen en thermodynamische eigenschappen in vloeibare kristallijne polymeren?
Waarom verwierp Trump de Iran Deal en wat zijn de gevolgen?
Waarom het oude Hollywood nog steeds betovert: Een kijkje in de glamour en complexiteit van de filmwereld

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский