Geometrische akoestiek is een fundamenteel concept voor het begrijpen van hoe geluid zich verspreidt in verschillende omgevingen. Deze benadering maakt gebruik van de principes van geometrische optica om geluidsgolven te simuleren, wat vooral nuttig is in omgevingen met complexe geometrieën, zoals architecturale akoestiek en het bestuderen van omgevingslawaai. De toepassing van geometrische akoestiek in akoestische simulaties biedt een efficiënte manier om akoestische interacties tussen geluidbronnen, reflecterende oppervlakken en ontvangers te modelleren zonder dat de complexe berekeningen van bijvoorbeeld de eindige-elementenmethode (FEM) of de grens-elementenmethode (BEM) nodig zijn.
In dit proces wordt het geluidssignaal voorgesteld als een verzameling van straalvormige golven die zich voortplanten door de ruimte. De straaltraceringmethode, een van de belangrijkste technieken binnen geometrische akoestiek, simuleert de voortplanting van geluid door een reeks rechte lijnen of stralen die door de lucht bewegen, met reflecties van oppervlakken en andere objecten. In dit systeem kan een geluidsgolf meerdere keren reflecteren, wat bijdraagt aan de complexiteit van de simulatie, vooral in omgevingen met veel reflecterende oppervlakken. Het is daarom vaak voldoende om het aantal reflecties te beperken tot een klein aantal (bijvoorbeeld drie) om een realistische akoestische weergave te krijgen.
De methode van beeldbronnen, die nauw verwant is aan straaltracering, maakt gebruik van virtuele geluidbronnen die worden gegenereerd door de reflectie van echte oppervlakken. Elke virtuele bron wordt gepositioneerd zoals de reflectie van het oorspronkelijke geluidsignaal het zou doen, en het geluid dat door deze bron wordt uitgezonden, kan vervolgens worden berekend om de uiteindelijke akoestische intensiteit te bepalen bij een ontvanger. Deze benadering is bijzonder nuttig voor het simuleren van ruimtes met regelmatige geometrieën en een relatief klein aantal reflecterende oppervlakken, zoals bijvoorbeeld kamers.
De beeldbronmethode en straaltracering leveren in wezen hetzelfde resultaat op als alle reflecterende oppervlakken goed in kaart worden gebracht, maar de beeldbronmethode is computationeel efficiënter voor situaties waarin het aantal reflecties beperkt is en de geometrie van de ruimte relatief eenvoudig is. Er zijn verschillende open-source akoestische simulators beschikbaar die deze technieken implementeren, zoals Pyroomacoustics en RAVEN (Room Acoustics Visualizer for Engineers), die gebruikt kunnen worden voor het simuleren van akoestische omgevingen en het optimaliseren van ruimteontwerpen.
Geluid intensiteit neemt af met de afstand van de geluidsbron, volgens de inverse-kwadraatwet. Dit betekent dat de geluidsdruk met ongeveer 6 dB afneemt voor elke verdubbeling van de afstand tot de bron. Dit effect is duidelijk waarneembaar bij een puntbron, en het is essentieel voor het begrijpen van akoestische verstoringen in een ruimte. De absorptie van geluid door binnenoppervlakken varieert sterk, van zeer lage absorptie door metalen oppervlakken tot veel hogere absorptie door materialen zoals gordijnen en tapijt. Deze variatie speelt een cruciale rol bij het modelleren van akoestische omgevingen, omdat ze de mate van geluidsreductie of -vervorming bepalen die optreedt wanneer geluidsgolven een oppervlak raken.
Hoewel geometrische akoestiek bijzonder nuttig is voor het simuleren van grote omgevingen en architectonische akoestiek, biedt het ook waardevolle inzichten voor het ontwerp van akoestische sensoren. Deze sensoren zijn steeds belangrijker in allerlei technologieën, van geluidslocatie tot geluidsdetectie. Aangezien akoestische signalen een soort van signaal zijn, kunnen veel technieken uit de signaalverwerking en schattingstheorie direct worden toegepast op akoestische sensoren. Het implementeren van algoritmen voor signaalverwerking op praktische systemen, zoals mobiele apparaten, brengt echter verschillende uitdagingen met zich mee, zoals synchronisatie, systeemvertraging en de audibiliteit van het signaal.
Bovendien moeten de beperkingen en kenmerken van de apparaten waarmee deze systemen worden uitgevoerd, in overweging worden genomen. In het geval van mobiele apparaten, bijvoorbeeld, kunnen omgevingsfactoren zoals het geluidsniveau, de mate van reflectie en de absorptie door oppervlakken van invloed zijn op de nauwkeurigheid van akoestische metingen. Het afstemmen van deze factoren kan de prestaties van akoestische sensoren aanzienlijk verbeteren en is daarom een belangrijk aandachtspunt voor ontwerpers.
Het gebruik van geometrische akoestiek en akoestische simulaties kan ook een breed scala aan toepassingen in actieve akoestische sensoren ondersteunen, bijvoorbeeld in indoor positionering en bewegingsregistratie. Het begrijpen van de akoestische interacties tussen geluidsbronnen en de omgeving biedt waardevolle inzichten voor het ontwikkelen van nieuwe technologieën die afhankelijk zijn van akoestische signalen. Dit omvat systemen voor het traceren van bewegingen, zoals die welke gebruikmaken van ultrasoon geluid voor het nauwkeurig volgen van apparaten of zelfs vingers, evenals systemen die gebruik maken van akoestische communicatie voor gegevensoverdracht tussen apparaten zonder de noodzaak voor gespecialiseerde hardware.
Daarnaast biedt het principe van luchtgedragen akoestische communicatie (AAC) een interessante kijk op hoe akoestische signalen in de lucht kunnen worden gebruikt voor draadloze communicatie. De voordelen van AAC zijn talrijk: het is een lichtgewicht oplossing, heeft brede compatibiliteit met verschillende apparaten en vereist geen complexe installatie- of koppelprocedures zoals bij Bluetooth. Bovendien is de propagatie van akoestische signalen beperkt tot een relatief korte afstand, wat zorgt voor een verbeterde beveiliging doordat de signalen niet gemakkelijk door muren kunnen doordringen. Deze technologie is niet alleen veelbelovend voor de communicatie tussen apparaten, maar kan ook effectief worden gebruikt voor toepassingen in omgevingen waar andere draadloze technologieën beperkt zijn.
Hoe OFDM-modulatie de prestaties van akoestische communicatie beïnvloedt
Orthogonale Frequentie-Divisie Multiplexing (OFDM) is een geavanceerde modulatie techniek die in veel moderne communicatie netwerken wordt toegepast, vooral in 4G- en 5G-netwerken. Deze techniek maakt gebruik van meerdere draaggolven die tegelijkertijd worden verzonden, wat zorgt voor een efficiënter gebruik van het beschikbare spectrum en hogere datasnelheden. OFDM wordt steeds belangrijker in toepassingen zoals akoestische communicatie, hoewel de directe toepassing ervan in akoestische omgevingen uitdagingen met zich meebrengt.
Het gebruik van OFDM in akoestische communicatie is problematisch door de beperkte coherentie tijd van kanalen en de aanwezigheid van fase ruis. In een typische akoestische omgeving kan de signaalintegriteit snel verslechteren, zelfs bij relatief statische kanalen. Om deze beperkingen te overwinnen en de robuustheid van communicatie te verbeteren, wordt OFDM vaak gecombineerd met Amplitude Shift Keying (ASK) voor datamodulatie. Dit zorgt voor een efficiëntere overdracht van gegevens, zelfs in complexe omgevingen.
In de basisprocedure voor OFDM-modulatie wordt een basisbandsignaal eerst gemoduleerd door ASK. Dit proces introduceert redundantie via kanaalcodering om de effecten van ruis te verminderen. Vervolgens wordt de Fourier-transformatie, specifiek de inverse snelle Fourier-transformatie (IFFT), toegepast om het gemoduleerde signaal van het frequentiedomein naar het tijdsdomein om te zetten. Het resultaat is een signaal dat geschikt is voor overdracht. Een belangrijk aspect bij deze procedure is dat de frequentiecomponenten van het gemoduleerde signaal Hermitisch symmetrisch moeten zijn, wat betekent dat de negatieve frequenties een complex geconjugeerde versie van de positieve frequenties zijn. Dit is essentieel voor het verkrijgen van een reëel signaal na de IFFT, dat vervolgens kan worden verzonden.
De overdracht van ASK-gemoduleerde signalen naar het OFDM-systeem resulteert in een symmetrisch frequentiespectrum, waarbij het oorspronkelijke enkele zijkanaalsignaal wordt omgezet in een dubbelzijdig zijkanaalsignaal. Dit betekent dat de gegevens over een groter frequentiebereik kunnen worden verspreid, wat de robuustheid tegen interferentie verhoogt. Het voorbeeld van een inaudibel communicatiesysteem met een draaggolfruimte tussen 18 kHz en 22 kHz toont hoe de subdragers efficiënt kunnen worden verdeeld over dit bereik, met behulp van een draaggolfruimte van slechts 100 Hz, wat de resolutie van de frequentie beïnvloedt.
Toch heeft OFDM-modulatie ook nadelen. Een belangrijk probleem is de peak-to-average power ratio (PAPR), waarbij bepaalde samples extreem hoge amplitudes vertonen in vergelijking met andere samples. Dit kan leiden tot frequentielekken of zelfs hoorbare ruis, ondanks dat het signaal binnen het onhoorbare frequentiebereik valt. Dit PAPR-probleem is typisch voor OFDM-systemen en wordt vaak geassocieerd met een inefficiënt energieverbruik, wat in sommige gevallen de algehele prestaties van het systeem kan verminderen. In akoestische communicatie kan dit probleem moeilijk op te lossen zijn vanwege de complexiteit van de methoden die in draadloze systemen worden gebruikt.
Een andere overweging in de praktische implementatie van OFDM in akoestische systemen is het gebruik van een cyclische prefix (CP). De CP is een herhaling van het laatste segment van een OFDM-symbool en wordt toegevoegd om de gevolgen van synchronisatiefouten te verminderen. In de akoestische communicatie is nauwkeurige synchronisatie vaak moeilijk te bereiken, dus het toevoegen van een CP kan helpen om de signalen robuuster te maken tegen tijdelijke uitlijning of tijdsverschuivingen. Dit is vooral belangrijk in dynamische omgevingen waar de signalen mogelijk niet perfect gesynchroniseerd zijn bij ontvangst.
Hoewel OFDM uitstekende spectrale efficiëntie biedt, is het in akoestische communicatie vaak beperkt tot korte communicatie-afstanden. Dit komt door de gevoeligheid van de OFDM-symbolen voor propagatieverlies, waardoor het effectief bereik vaak wordt beperkt tot enkele centimeters. Voor toepassingen die communicatie over grotere afstanden vereisen, kan Chirp Spread Spectrum (CSS) een veelbelovende oplossing bieden. CSS is een robuustere techniek voor communicatie over langere afstanden, omdat het beter bestand is tegen attenuatie en multipad-interferentie, factoren die OFDM sterk kunnen beïnvloeden.
Het is belangrijk te begrijpen dat de toepassing van OFDM in akoestische communicatie niet zonder uitdagingen is. De technologische complexiteit van OFDM-systemen maakt het een uitdagende keuze voor alledaagse IoT-apparaten in akoestische omgevingen. Deze systemen vereisen niet alleen geavanceerde codering en modulatie, maar ook een zorgvuldige afstemming van de apparatuur om optimaal te kunnen functioneren. Dit omvat onder andere het afstemmen van de frequenties en de juiste instellen van de resolutie om interferentie te minimaliseren.
Hoe Kunnen Beweging Artifacten de Nauwkeurigheid van Fysiologische Monitoring Beïnvloeden?
Beweging artifacten kunnen verstoringen veroorzaken die niet alleen onvoorspelbaar zijn, maar vaak ook aanzienlijk groter dan de subtiele bewegingen die veroorzaakt worden door vitale functies. Deze discrepantie leidt vaak tot plotselinge veranderingen in de ‘range bins’ die corresponderen met de gemonitorde persoon. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor de betrouwbaarheid van vitale monitoringsystemen, aangezien de benodigde monstersnelheid vaak niet voldoende is om de snelle veranderingen in de range bins adequaat vast te leggen. Deze veranderingen bevatten namelijk de cruciale informatie over de vitale functies van de persoon.
Een ander groot probleem is de moeilijkheid om de borstreflectie correct te identificeren wanneer er interferentie is van andere bewegende lichaamsdelen, zoals de handen of het hoofd. Dit maakt nauwkeurige detectie bijna onmogelijk. Bovendien kunnen de frequenties van bepaalde beweging artifacten, zoals lichaamsbeweging veroorzaakt door beenschudden of hardlopen op een loopband, samenvallen met de frequentiebereiken van vitale functies. Dit veroorzaakt ernstige interferentie die het detecteren van vitale signalen verder bemoeilijkt. In combinatie met de ruimtelijke overlap tussen beweging artifacten en vitale signalen, worden ruimtelijke filtertechnieken zoals beamforming vaak onbruikbaar. Om de nauwkeurigheid te waarborgen, resorteren de meeste voorgestelde methoden simpelweg tot het weggooien van de tijdsperioden die door beweging artifacten worden beïnvloed.
De dispersieve aard van het akoestische kanaal kan de identificatie van de piek die overeenkomt met vitale functies verder compliceren. Idealiter zou de range bin 𝑓2., zoals afgebeeld in Figuur 6.2b, uniek moeten overeenkomen met de draaggolf waarvan de fase gemoduleerd wordt door vitale signalen, mits de resolutie van de afstand voldoende is om de maximale verplaatsing veroorzaakt door deze signalen te onderscheiden. In de praktijk echter kunnen de naastliggende bins, zowel naar links als naar rechts, ook vitale signaalinformatie in hun fasen bevatten, soms zelfs met een beter signaal-ruisverhouding (SNR). Dit fenomeen maakt het extractionproces van de verplaatsing veroorzaakt door vitale signalen complexer. Intuïtief zou men kunnen denken dat het sampelen van de fasen uit meerdere aangrenzende bins, gevolgd door het toepassen van een principale componentenanalyse (PCA), dit probleem zou kunnen oplossen. Echter, de effectiviteit van deze methode is meestal beperkt tot statische scenario’s.
Het is niet alleen de interferentie van beweging artifacten die de nauwkeurigheid van vitale signalen verstoort, maar ook de ruimtelijke nabijheid van signalen van verschillende vitale functies zoals ademhaling en hartslag. Aangezien deze signalen zich vaak in dezelfde ruimte bevinden, kunnen ze niet eenvoudigweg gescheiden worden met behulp van ruimtelijke technieken, wat leidt tot wederzijdse interferentie. Een aanzienlijke uitdaging ontstaat door het enorme verschil in amplitude tussen deze twee signalen. Het detecteren van het zwakkere signaal, de hartslag, vereist een hoge gevoeligheid, wat mogelijk bereikt kan worden door de afstandsresolutie te verhogen door interpolatie. Een hogere gevoeligheid maakt het systeem echter ook gevoeliger voor interferentie. Wanneer de gevoeligheid hoog is, kunnen kwantisatiefouten die ontstaan door variaties in de range bins bij het sampelen van het grotere ademhalingssignaal, ruis in de fase introduceren, wat de zwakke hartslagsignalen kan verbergen. Als de gevoeligheid daarentegen laag is, zodat deze wel ademhaling vastlegt maar niet geoptimaliseerd is voor de hartslag, is de kans groot dat het hartslagsignaal niet gedetecteerd wordt. Men zou kunnen voorstellen om het aantal monsters te verhogen en een lange-sequentie snelle Fourier-transformatie (FFT) uit te voeren om de gevoeligheid voor hartslag te verbeteren, als compensatie voor de lagere gevoeligheid. Dit zou echter slechts statistische informatie kunnen verschaffen, zoals de hartslagfrequentie, over een langere meetperiode en zou niet effectief zijn in het snel detecteren van onregelmatige hartslagen.
In de huidige stand van het onderzoek naar fysiologische monitoring, ligt de nadruk op het extraheren van statistische informatie zoals hartslagfrequentie of ademhalingsfrequentie, vaak gebaseerd op spectrale analyse en uitgevoerd onder statische omstandigheden. De heropbouw van gedetailleerde golven, vooral voor hartslag, blijft echter grotendeels onontgonnen, vooral onder ongunstige kanaalomstandigheden zoals beweging artifacten. Desondanks zijn er enige voorlopige pogingen gedaan om vitale signalen robuuster te maken tegen beweging artifacten. Deze eerste voorstellen hebben veelbelovende onderliggende principes en zouden verdere onderzoeksinspanningen kunnen stimuleren. De meeste bestaande benaderingen kunnen grofweg worden onderverdeeld in twee categorieën: analytische signaalverwerkingsmethoden en benaderingen die gebruik maken van deep learning-technieken.
Analytische signaalverwerkingsmethoden maken gebruik van interpreteerbare modellen die de dynamiek van het signaal goed beschrijven. De effectiviteit van deze methoden is echter sterk afhankelijk van de zorgvuldig ontworpen modellen. In een werk van CORA wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van het significante verschil in amplitude tussen ademhaling en beweging artifacten. Door twee soorten signalen te gebruiken, namelijk frequentiemodulatie-continue golf (FMCW) en orthogonale tijd-frequentie ruimte (OTFS), kunnen ze de beweging artifacten isoleren van de ademhalingssignalen. OTFS signalen zijn speciaal ontworpen om gevoelig te zijn voor beweging artifacten en ongevoelig voor ademhalingsbewegingen, terwijl FMCW signalen zijn ingesteld met een hoge gevoeligheid voor ademhaling, maar ook veel interferentie van beweging artifacten registreren. Het idee achter deze aanpak is om de inherent soepele aard van menselijke beweging te benutten. Dit stelt de minder gevoelige OTFS signalen in staat om het gedetailleerde golfform van de beweging artifacten effectief te herstellen, terwijl de kleine variaties veroorzaakt door ademhaling kunnen worden geëgaliseerd bij het sampelen van de beweging artifacten.
Deep learning-technieken worden vaak gebruikt in de tweede en derde stappen van het typische verwerkingsproces. Hoewel deze benaderingen niet altijd goed te verklaren zijn, hebben ze bewezen krachtige capaciteiten te bezitten. Bijvoorbeeld, BreathListener maakt gebruik van de audiofunctionaliteit van smartphones om gedetailleerde ademhalingsgolven te schatten in rijsituaties. Ze gebruiken een verwerkingspijplijn die het ademhalingspatroon extraheren door middel van energie spectrumdichtheid, het toepassen van achtergrondsubstractie en empirische mode-decompositie om ruis te verminderen, en vervolgens het patroon om te zetten naar het Hilbert-spectrum. Uiteindelijk wordt een generatief adversariaal netwerk gebruikt om dit spectrum te reconstrueren. Ook SpiroSonic maakt gebruik van meerdere pure tonen om een gecombineerd signaal van beweging en ademhaling te detecteren, waarna neural network-gebaseerde nabewerkingstechnieken worden toegepast om de impact van lichte beweging artifacten te verminderen.
Naast de genoemde technieken moet men begrijpen dat hoewel deep learning-methoden veelbelovend kunnen zijn, ze vaak een aanzienlijke hoeveelheid trainingsdata vereisen en complex zijn om te trainen, waardoor ze mogelijk niet gemakkelijk generaliseerbaar zijn voor verschillende scenario's.
Hoe kan de Signaal-ruisverhouding (SNR) worden gebruikt bij de evaluatie van OAE-signalen voor gehoortests?
In de audiologie wordt de Signaal-ruisverhouding (SNR) vaak gebruikt om de kwaliteit van de otoakoestische emissies (OAE) te beoordelen. Dit is essentieel om te bepalen of het opgevangen signaal een echt OAE-reactie is of slechts ruis. Bij het analyseren van het frequentiespectrum, zoals weergegeven in figuur 6.6a, wordt het signaal op een specifieke frequentie, bijvoorbeeld 2f1 − f2, gecontroleerd op ruis. De volgende stap is het evalueren van de ruisvloer door de signaalniveaus in aangrenzende frequentiebereiken te middelen. Door de sterkte van het signaal te vergelijken met de geschatte ruis, kan de SNR worden berekend. Een succesvolle testresultaat, zoals een "pass", wordt alleen gegeven wanneer de SNR de vooraf gedefinieerde drempel overschrijdt. Dit proces is van cruciaal belang voor het correct interpreteren van de resultaten en het voorkomen van foutieve conclusies over het gehoor van een individu.
De Transiënt-geïnduceerde Otoakoestische Emissies (TEOAE) worden uitgelokt door een klikstimulus, meestal met een duur van 100 μs en een intensiteit van 80 dB peSPL. Het innerlijke oor reageert op dit brede frequentiesignaal, en de respons kan in de gehoorgang binnen enkele milliseconden worden gedetecteerd. Om de niet-lineaire OAEs te onderscheiden van de lineaire componenten en de echo van de stimulus, wordt een niet-lineaire meetmethode toegepast. Deze techniek maakt gebruik van een reeks van drie klikken van standaardamplitude, gevolgd door een vierde klik met drie keer de amplitude en omgekeerde polariteit. Door de responsen van deze vier klikken op te tellen, worden de lineaire elementen effectief geëlimineerd, waardoor alleen de niet-lineaire OAE en willekeurige ruis overblijven.
Net als bij de DPOAE-metingen is het belangrijk om zowel het achtergrondruisniveau als de signaalsterkte te kwantificeren. Meerdere responsen worden vastgelegd en vergeleken, waardoor de signaalcomponent kan worden geschat door alle responsen te middelen en zo willekeurige ruis te reduceren. Het ruisniveau wordt geschat door de standaarddeviatie voor elk tijdstip in de opgenomen responsen te berekenen. Nadat de stimulusartefacten zijn vervaagd, wordt de OAE-respons geëvalueerd. Het berekenen van de wortel van het gemiddelde kwadraat (RMS) van het geëxtraheerde signaal en de ruis binnen een specifiek tijdvenster levert enkele waarden op voor zowel het signaal- als het ruisniveau. De SNR wordt vervolgens berekend en vergeleken met een drempel, net als bij DPOAE-metingen, om een "pass" of "refer" resultaat te genereren.
Doordat de stimulus een breedbandig karakter heeft, is een enkele meting voldoende om de cochleaire functie over een breed scala aan frequenties te beoordelen. In veel gevallen worden standaardapparaten gebruikt voor het uitvoeren van deze gehoortests, zoals een DPOAE-hoortest, waarbij een oortip met twee luidsprekers en een microfoon wordt gebruikt. De luidsprekers zenden twee zuivere tonen uit op specifieke frequenties, f1 en f2, terwijl de microfoon de resulterende geluiden opneemt. Met behulp van een Fast Fourier Transform (FFT) wordt bepaald of een harmonische frequentie van 2f1 − f2 boven de ruisvloer wordt gepresenteerd. Om de frequentie-afhankelijke gevoeligheid van de akoestische sensoren en omgevingsruis te compenseren, wordt een reeks frequentieparen uitgezonden. De gevoeligheid van de opname kan verder worden verhoogd door de venstergrootte van de FFT te vergroten.
Echter, de meeste commerciële apparaten voor gehoortests beschikken vaak over niet-geoptimaliseerde akoestische front-ends, die de OAE-signalen kunnen vervormen door de aanwezigheid van achtergrondweerkaatsingen. Dit kan leiden tot een foutieve identificatie van een gezond oor, aangezien de signalen mogelijk verstoord of onjuist geïnterpreteerd worden.
De diagnose van oorgezondheid is ook sterk in ontwikkeling, mede door de komst van goedkope apparaten die specifieke oorcondities kunnen detecteren. Apparaten zoals pneumatische otoscopen of tympanometers worden nu vaak gebruikt in combinatie met commerciële apparaten voor continu oorgezondheidsonderzoek. Deze apparaten hebben vaak een interne microfoon en luidspreker en kunnen informatie verzamelen over de staat van het oor door modulerende signalen uit te zenden en de daaruit voortvloeiende reflecties op te nemen.
Bepaalde oorcondities, zoals een gescheurd trommelvlies, oorsmeeraccumulatie of blokkades in de gehoorgang, kunnen de akoestische reflectieprofielen veranderen. Door specifieke kenmerken binnen deze reflectieprofielen te onderzoeken, bijvoorbeeld door middel van fysische modellen of deep learning-methoden, kan de gezondheid van het oor worden beoordeeld. Otitis media, bijvoorbeeld, veroorzaakt ontsteking en vloeistofophoping achter het trommelvlies, terwijl oorsmeeraccumulatie de reflectie-verhoudingen aanzienlijk kan verstoren. Een gescheurd trommelvlies kan leiden tot negatieve druk, pusophoping en betrokkenheid van de middenoorholte, wat de geluidsweergave en het reflectiepatroon wijzigt.
Om deze veranderingen te versterken, zijn er specifieke spectrale kenmerken ontwikkeld die in de detectie van abnormaliteiten kunnen worden toegepast. Een aantal van deze kenmerken, zoals scheefheid, kurtosis en het crests-factor, kunnen gedetailleerd worden geanalyseerd om de toestand van het oor nauwkeuriger vast te stellen. Deze spectrale kenmerken kunnen vervolgens worden geïntegreerd in deep learning classifiers voor snellere en efficiëntere diagnoses van de oorgezondheid.
Met dergelijke technologieën wordt het mogelijk om de gezondheid van het oor met meer precisie te monitoren, zelfs op momenten dat de patiënt geen directe klachten heeft. Dit biedt zowel nieuwe kansen voor preventief onderzoek als voor langdurige gezondheidsmonitoring van het gehoor.

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский