Het migratiesysteem in de Verenigde Staten wordt vaak beïnvloed door de uitvoerende macht, die in bepaalde gevallen wetgeving kan omzeilen door middel van uitvoeringsmaatregelen. Deze maatregelen hebben een grote invloed op de manier waarop het land omgaat met migratie en de bescherming van bepaalde groepen binnen de samenleving, zoals undocumented jongeren. Zo werd een reeks executive orders, die in het bijzonder gericht was op het verbeteren van de grensbeveiliging en het hervormen van de deportatiepraktijken, door de Obama-administratie geïntroduceerd. Ondanks dat deze maatregelen gericht waren op het bieden van tijdelijke bescherming aan bepaalde groepen, zoals de DACA (Deferred Action for Childhood Arrivals), werd het systeem al snel ondermijnd door politieke veranderingen en juridische strijd.

De uitvoeringsmaatregelen die werden genomen onder de Obama-administratie hadden als doel de Amerikaanse grens te versterken en tegelijkertijd de deportatie van bepaalde groepen, zoals jongeren die als kind het land binnenkwamen, te voorkomen. Een van de meest gedocumenteerde en invloedrijke maatregelen was de DACA, die bescherming bood aan jonge immigranten die vóór hun zestiende verjaardag in de VS waren aangekomen. Deze maatregel was ontworpen om een tijdelijke uitweg te bieden, maar zonder dat er een pad naar burgerschap werd geboden. Hierdoor bevond een grote groep migranten zich in een soort juridische limbo. Ondanks het feit dat DACA jonge mensen uit de schaduw haalde en hen in staat stelde te werken, bezat het geen blijvende oplossing voor hun juridische status.

Het grootste probleem met DACA was echter dat het een executive order was en dus volledig afhankelijk was van de politiek van de uitvoerende macht. Dit bleek duidelijk in 2017, toen president Trump de DACA-maatregel introk. Onder leiding van de toenmalige procureur-generaal Jeff Sessions werd de regeling beëindigd, wat de situatie voor honderdduizenden jonge mensen onzeker maakte. Gedurende een overgangsperiode werden verlengingen toegestaan voor degenen die al in het programma zaten, maar de toekomst bleef onzeker. In feite zouden de werkvergunningen van de DACA-ontvangers verlopen, wat hen weer blootstelde aan deportatie, ondanks dat de regering stelde dat deze groep niet als prioriteit zou worden beschouwd voor verwijdering.

Dit besluit leidde tot juridische procedures, waarbij enkele federale rechtbanken de uitvoering van DACA tijdelijk herstelden. Dit leidde tot een langdurige juridische strijd, waarbij de voortzetting van het programma vaak werd betwist. Toch bleef de werkelijke onzekerheid bestaan, omdat DACA een tijdelijk en administratief opgelegde maatregel was, en geen wet die door het Congres was goedgekeurd. Het programma bood geen pad naar burgerschap en had de kwetsbaarheid van de DACA-ontvangers slechts gedeeltelijk kunnen verminderen.

De kritiek op DACA was breed en kwam uit verschillende hoeken. Voorstanders van strengere immigratiecontrole beschuldigden de uitvoerende macht ervan de wetgeving te omzeilen en tegelijkertijd de verantwoordelijkheid naar de federale overheid te verschuiven. Tegelijkertijd werd DACA geprezen door mensenrechtenactivisten en de migranten zelf, aangezien het hen economische kansen bood die anders moeilijk toegankelijk zouden zijn. Echter, de juridische onzekerheid die DACA met zich meebracht, bleef een ernstige belemmering voor de betrokkenen, omdat het de voortzetting van hun leven in de VS altijd afhankelijk maakte van de politieke wind.

Er was ook kritiek op de manier waarop de uitvoerende maatregelen werden gepresenteerd. Tegenstanders beweerden dat DACA een 'executive amnestie' was die het recht van de wetgevende macht om immigratiewetgeving vast te stellen, ondermijnde. Bovendien werd beweerd dat het beleid onbedoeld de instroom van ontheemde kinderen zou hebben vergemakkelijkt, hoewel veel van deze kinderen, vooral uit Centraal-Amerika, hun reis naar de VS eerder maakten vanwege de toegenomen geweldsproblemen in hun thuislanden dan vanwege de DACA-regeling zelf.

Toch is het belangrijk te begrijpen dat DACA, hoewel het niet perfect was, voor velen de enige vorm van bescherming bood tegen deportatie. Het stelde mensen in staat om werk te vinden, rijbewijzen te verkrijgen en hun bijdrage aan de samenleving te leveren zonder constant angst te leven voor gedwongen vertrek. Dit maakte de maatregel belangrijk, niet als een ultieme oplossing voor het migratieprobleem, maar als een tijdelijke verlichting voor een kwetsbare groep.

Naast DACA introduceerde de Obama-administratie ook andere maatregelen, zoals het DAPA-programma (Deferred Action for Parents of Americans and Lawful Permanent Residents), dat bescherming zou bieden aan de ouders van Amerikaanse burgers en legale permanente bewoners. Dit programma was echter nooit volledig geïmplementeerd vanwege juridische bezwaren. Tegelijkertijd werd de versterkte grensbeveiliging geïntroduceerd als een manier om de illegale instroom van migranten te verminderen. Dit soort programma’s zouden samen potentieel 5,1 miljoen van de 11,1 miljoen undocumented bewoners van de VS bescherming hebben kunnen bieden, maar door de juridische obstakels kwamen veel van deze maatregelen niet tot uitvoering.

Wat deze situatie duidelijk maakt, is dat het migratiesysteem in de VS zich vaak buiten het wetgevende proces om ontwikkelt. De politiek van de uitvoerende macht heeft een enorme invloed op het dagelijks leven van miljoenen mensen, maar tegelijkertijd hangt hun toekomst altijd af van de politieke situatie van het moment. Immigranten, vooral de DACA-ontvangers, leven in voortdurende onzekerheid, omdat elke verandering in de politiek hen direct kan beïnvloeden.

Wat betekent DACA voor de toekomst van de 'Dreamers' en hoe beïnvloedt het hun kansen?

Carlos was negen jaar oud toen hij samen met zijn moeder de Rio Grande overstak op een binnenband. Ze reisden naar Noord-Texas om zich bij zijn vader en zussen in Dallas te voegen, waar beiden ouders snel twee banen in restaurants aannamen. Hun leven nam een dramatische wending toen een vrachtwagen, die door het rode licht reed, de gezinsauto ramde. Zijn moeder kwam om het leven, en zijn vader raakte ernstig gewond. Na dit verlies verhuisden Carlos en zijn vader naar Oost-Texas, waar zijn vader een baan in de voedselindustrie kreeg. Ze woonden in een ijzeren garage met een betonnen vloer, sliepen in hun auto en maakten gebruik van de douches in de plaatselijke sportschool. Ondanks deze extreme omstandigheden bleef Carlos een uitstekende leerling en haalde hij alleen maar A's.

Dit is de context van Carlos’ leven toen hij besloot zijn droom te verwezenlijken: ingeschreven worden voor een ingenieursopleiding aan de Universiteit van Texas in San Antonio. Maar zijn pad naar succes was verre van eenvoudig. Ondanks de steun van een mentor en de inzet die Carlos toonde, stond hij voor een uitdaging die veel groter was dan alleen zijn academische capaciteiten. De gemeenschap waarin hij opgroeide, de beperkte onderwijsmogelijkheden die hij had gehad, en de sociale status die het gevolg was van zijn immigratiestatus, zouden het moeilijk maken om in te schrijven voor een engineeringprogramma.

Het DACA-programma (Deferred Action for Childhood Arrivals), dat in 2012 werd ingesteld, stelde Carlos en vele anderen zoals hem in staat om legaal in de Verenigde Staten te verblijven en werk te verrichten, terwijl ze hun opleiding voortzetten. Het gaf hen de mogelijkheid om een toekomst op te bouwen, ondanks de onzekere status van hun aanwezigheid in het land. DACA was een verlichting voor honderden duizenden jongeren die als kinderen naar de Verenigde Staten waren gebracht, maar zonder juridische status leefden.

Carlos, die door zijn droom om ingenieur te worden niet alleen zijn eigen leven, maar ook dat van zijn familie wilde verbeteren, maakte gebruik van het DACA-programma. Hij volgde zijn opleiding met enorme toewijding, zelfs terwijl hij dagelijks met meerdere bussen naar de universiteit reisde en zichzelf zou blootstellen aan het risico van deportatie bij de kleinste verkeersovertreding. Hij studeerde disciplines zoals thermodynamica, vloeistofmechanica en materiaalwetenschap, en behaalde elke semester vijf A's. Zijn verhaal is dat van doorzettingsvermogen, veerkracht en vastberadenheid.

In 2017 werd het DACA-programma echter opgeheven door de Amerikaanse regering onder leiding van president Donald Trump. Dit betekende dat alle jongeren die onder DACA vielen hun tijdelijke verblijfsstatus zouden kunnen verliezen, wat zou leiden tot de mogelijkheid van deportatie. Voor Carlos betekende dit dat hij zijn werk en verblijf in de VS zou verliezen, en zelfs zijn academische en professionele vooruitzichten werden bedreigd. Zijn situatie was niet uniek. Duizenden anderen bevonden zich in hetzelfde onzekere schuitje. Het verdwijnen van DACA bracht niet alleen juridische onzekerheid met zich mee, maar had ook een enorme psychologische impact. Deze jongeren, die hun leven hadden opgebouwd in de Verenigde Staten, konden zich niet voorstellen terug te keren naar het land waar ze vandaan kwamen, omdat ze daar geen netwerk of toekomst meer hadden.

De uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof in 2020, die DACA deels herstelde, was een tijdelijke opluchting, maar de onzekerheid blijft bestaan. De dreiging van deportatie voor miljoenen mensen die zich onterecht in de VS bevinden, blijft groot. De vraag die dan rijst is: wat betekent DACA voor de toekomst van de Dreamers? Wat betekent het voor de jongeren die hun leven, hun opleiding en hun carrières in de VS hebben opgebouwd, terwijl ze nooit volledig erkend zijn door het land waarvan ze zijn gaan houden?

Het is belangrijk te begrijpen dat de gevolgen van DACA niet alleen juridisch van aard zijn. De deelnemers aan het programma, de zogenaamde 'Dreamers', hebben vaak diepe persoonlijke, emotionele en sociale banden met de VS. Ze zijn opgegroeid in Amerikaanse gemeenschappen, hebben hun hele leven daar doorgebracht, en kennen vaak geen ander thuisland. Veel van hen spreken geen andere taal dan Engels en zouden zich in hun geboorteland gedwongen voelen om opnieuw te beginnen in een maatschappij die hen vreemd is. Voor hen is het onduidelijk wat de toekomst brengt, zowel in de VS als elders.

De beslissingen rondom DACA hebben dus niet alleen invloed op de juridische situatie van deze jongeren, maar ook op hun dagelijks leven, hun kansen op werk, hun toegang tot onderwijs en hun psychologische welzijn. De politiek rondom immigratie, en vooral rondom DACA, heeft bredere implicaties voor de samenleving als geheel. Het vormt de kern van een debat over rechtvaardigheid, gelijke kansen en de waarden van een natie die zich definieert als een land van immigranten.

De discussie over DACA en de status van de Dreamers is verweven met bredere kwesties zoals immigratiewetgeving en sociale rechtvaardigheid. De wetgeving en de politieke besluiten van vandaag zullen de toekomst van veel jongeren bepalen, die zichzelf als Amerikanen beschouwen, maar juridisch niet altijd erkend worden. Wat de toekomst ook zal brengen, het is duidelijk dat de Dreamers een waardevolle bijdrage leveren aan de samenleving. Hun verhalen, zoals dat van Carlos, zijn de getuigenissen van moed, vastberadenheid en hoop in een wereld die vaak lijkt te dreigen hen te ontnemen wat ze zo hard hebben verdiend.

Hoe het immigratiebeleid de toekomst van Amerika vormgeeft: De strijd voor een rechtvaardige toekomst

De impact van immigratie op Amerika is altijd al groot geweest, maar de recente politieke verschuivingen hebben de discussie over de toekomst van het land in een ander licht geplaatst. In 2016 stelde Donald Trump tijdens zijn presidentschapscampagne voor om het land "terug te nemen" door een radicale herziening van het immigratiebeleid door te voeren. Zijn voorstel was om elf miljoen immigranten en hun families uit te zetten en alleen "goede mensen" terug te laten keren. Dit zou gepaard gaan met een strengere controle van werkgelegenheid en het bouwen van een 3200 kilometer lange muur langs de Mexicaanse grens. Dit voorstel vond navolging in zijn beleid, dat niet alleen de legalisering van immigratie bemoeilijkte, maar ook leidde tot de beperking van vluchtelingenprogramma's, verscherpte grensbeveiliging en versterkte opsporing van illegale immigranten door de Immigratie- en Douanediensten (ICE).

Hoewel Trump’s visie van Amerika een deel van de Amerikaanse bevolking aansprak, is het duidelijk dat dit beleid niet door iedereen wordt gedeeld. De meerderheid van de Amerikanen steunt immigratie en vindt dat het land gebaat is bij de aanwezigheid van immigranten. Dit blijkt onder andere uit peilingen, zoals een Gallup-enquête uit februari 2017, waaruit bleek dat een groot aantal Amerikanen tegen het reisverbod en de grensmuur was, en voorstander was van het toestaan van ongedocumenteerde jongeren om in het land te blijven en staatsburgerschap te verkrijgen onder bepaalde voorwaarden.

Het onmiskenbare verschil tussen de politieke retoriek van de regering Trump en de publieke opinie heeft geleid tot aanzienlijke juridische en sociale tegenstand. Verschillende federale rechters blokkeerden de reisverboden, terwijl andere bestuursorganen en lokale autoriteiten zich verzetten tegen de samenwerking met ICE, uit angst voor de schade die dit aan het vertrouwen van gemeenschappen zou veroorzaken. Dit alles gebeurde tegen de achtergrond van een ongekende mobilisatie van mensen die zich inzetten tegen de discriminatoire en onrechtvaardige immigratiebeleidsmaatregelen. Dit laat zien dat de strijd om immigranten te beschermen een nationaal belang is, dat dieper gaat dan alleen de politieke agenda van de dag.

De kritiek op het huidige beleid weerspiegelt de kernwaarden van Amerika: een land van immigranten, een land waarin bijna iedereen een voorouder heeft die zijn of haar weg naar dit land heeft gevonden in de hoop op een betere toekomst. Het is in deze ideologie, geworteld in de Amerikaanse droom, dat zowel immigranten als autochtonen samen zoeken naar een betere toekomst voor hun kinderen en zichzelf. De meerderheid van de Amerikanen steunt daarom hervormingen die immigratie eerlijker en menselijker maken.

Dezezelfde politieke en sociale dynamiek was aanwezig in 2012, toen de noodzaak voor een doorbraak in het immigratiedebat dringender werd. In dat jaar had ik mijn eigen onderzoek naar de Spaanse gemeenschap in Noordwest-Arkansas afgerond, waar ik jarenlang met ongedocumenteerde studenten had gewerkt. Wat me zorgen baarde, was hoe de lokale politiediensten begonnen samen te werken met ICE om federale wetten af te dwingen, wat leidde tot een klimaat waarin huidskleur een reden was voor een verkeersstop of huiszoeking. Het was verontrustend om te zien hoe we ouders uitzetten en hen dwongen hun Amerikaanse kinderen achter te laten, vaak om door vrienden of familieleden te worden opgevoed. Het idee van een "permanente onderklasse" die gedwongen werd om de "immigrantenbanen" in stand te houden, zonder toegang tot de rechten en kansen die hun Amerikaanse tegenhangers hadden, was moeilijk te verdragen.

Wat echter het meest verontrustend was, waren de leugens en misleidingen die door tegenstanders van immigratiereformen werden verspreid. In mijn eigen zoektocht naar een bijdrage aan dit debat, vond ik mijn antwoord in het schrijven van een boek, waarin ik de feiten en wetenschappelijke onderzoeken die de afgelopen honderd jaar zijn verzameld over immigratie samenbracht. Dit onderzoek, in combinatie met de verhalen van de betrokkenen, bood een antwoord op de kritiek van degenen die immigratiereformen tegenhielden, en legde de complexiteit en de noodzaak van een rechtvaardige benadering van immigratie bloot.

Naast het politieke en juridische perspectief is het belangrijk voor de lezer te begrijpen dat immigratie veel meer is dan een kwestie van cijfers en wetten. Het is een kwestie van menselijke waardigheid, van de rechten van mensen die, net als vele anderen in de geschiedenis van de Verenigde Staten, naar dit land zijn gekomen in de hoop op een betere toekomst. Het gaat niet alleen om wat immigranten bijdragen aan de samenleving, maar ook om wat we als samenleving willen zijn. Willen we een natie zijn die, in plaats van muren te bouwen, openstaat voor de mensen die haar grenzen willen overkomen om bij te dragen aan een gezamenlijke droom?

Het debat over immigratie is er een van waarden en principes, en hoewel de politieke discussie vaak gepolariseerd is, moet de oplossing niet alleen juridisch of economisch zijn. Het moet geworteld zijn in de fundamentele waarden van respect, rechtvaardigheid en medemenselijkheid die de Amerikaanse samenleving in haar kern kenmerken.

Hoe heeft immigratie het Amerikaanse karakter gevormd en wat betekent dit voor de toekomst?

Immigratie is niet alleen een actueel thema in de Verenigde Staten, maar ook een diepgeworteld onderdeel van de geschiedenis en identiteit van het land. Van de oprichting van de natie tot de politieke debatten van vandaag, de manier waarop de VS met immigratie omgaat, heeft invloed gehad op de samenstelling van de bevolking en op de nationale waarden. Dit proces is nooit neutraal; het heeft altijd kwesties van ras, cultuur en economische belangen met zich meegebracht. Wat ooit begon als een selectief beleid om 'de juiste' immigranten toe te laten, is in de loop der tijd geëvolueerd en heeft geleid tot de samenleving die de VS vandaag de dag vormt.

De Amerikaanse immigratiewetten, sinds de oprichting van de natie, zijn vaak doorgetrokken vanuit een uitgesproken raciaal perspectief. De Naturalization Act van 1790, bijvoorbeeld, stond alleen "vrije blanke mensen" toe om het Amerikaanse staatsburgerschap aan te vragen, wat de basis legde voor een langdurige uitsluiting van niet-blanke groepen. Het Chinese Uitsluitingswet van 1882 was een van de eerste wetten die een etnische groep expliciet uitsloot van immigratie, en het stelde de deportatie van Chinese immigranten zonder vergunning mogelijk. Deze wetten weerspiegelen niet alleen de houdingen van die tijd, maar ook de diepgewortelde sociale structuren die immigratie in de VS vormden.

In de loop der jaren zijn de wetten en beleidsmaatregelen verschoven. De Immigration and Nationality Act van 1965, die de nationale oorsprongsquota verving door een systeem dat de nadruk legde op gezinshereniging en hooggeschoolde immigranten, markeerde een significante verandering. Toch blijven de raciale implicaties van immigratiewetgeving duidelijk aanwezig. De focus op gezinshereniging en arbeidsbehoeften heeft ervoor gezorgd dat migranten vooral uit Latijns-Amerika en Azië komen, wat de raciale ondertonen van de wetgeving nog verder versterkt.

De manier waarop immigratie wordt besproken in de VS, vooral in de context van de recente verkiezingen, is een voorbeeld van hoe het debat over immigratie diep verweven is met politieke polarisatie. Tegenstanders van immigratie beweren vaak dat het land wordt overspoeld door een "foute" soort immigranten die niet bijdragen aan de samenleving, maar integendeel een last zijn voor de economie en sociale voorzieningen. Dit beeld is echter niet gebaseerd op de realiteit. Immigranten dragen jaarlijks triljoenen dollars bij aan de Amerikaanse economie. Ze creëren banen, betalen belastingen op federale, staats- en lokale niveaus en maken bijdragen aan sociale zekerheid en Medicare, die vaak in overschot zijn ten opzichte van de kosten van sociale diensten die zij ontvangen.

Toch is het belangrijk te begrijpen dat, hoewel deze bijdrage wordt erkend door economen en beleidsmakers, er nog steeds veel misverstanden bestaan over de werkelijke impact van immigranten op de samenleving. De zorgen die vaak naar voren worden gebracht, zoals de vermeende belasting op de economie en de werkgelegenheid, negeren het feit dat immigranten in veel gevallen de werkgelegenheid juist stimuleren door het creëren van nieuwe economische kansen. Het debat moet dan ook niet enkel draaien om de vraag of immigranten een belasting zijn, maar ook om de vraag hoe een samenleving kan profiteren van deze diversiteit.

De huidige situatie, waarin één op de vier mensen in de VS een eerste- of tweede generatie immigrant is, reflecteert een vierde golf van immigratie die de demografie van het land fundamenteel verandert. Dit feit heeft niet alleen invloed op de nationale identiteit, maar roept ook gevoelens van vervreemding en marginalisering op bij de groepen die het gevoel hebben achtergelaten te worden in een veranderende samenleving. De angst dat de Amerikaanse cultuur wordt overspoeld door deze nieuwe golven van immigranten is wijdverbreid, maar de vraag is of deze verandering werkelijk een bedreiging vormt, of eerder een kans om de Amerikaanse cultuur te verrijken en haar relevantie op het wereldtoneel te behouden.

De zogenaamde "smeltkroes" van de Verenigde Staten is altijd gebaseerd geweest op de integratie van verschillende culturele elementen. Elke immigratiegolf heeft bijgedragen aan het verfijnen van de nationale cultuur, en hoewel de samenleving als geheel verandert, wordt deze verandering gezien als een verrijking, geen ondergang. De etnische diversiteit heeft zelfs geholpen om een samenleving te creëren die is toegerust om deel te nemen aan de geglobaliseerde economie, waarin de verscheidenheid aan perspectieven en talen juist als een voordeel wordt gezien.

In dit licht is het ook belangrijk om te begrijpen dat immigratie in veel gevallen niet alleen een kwestie is van wetgeving, maar ook van menselijke waardigheid. De rechtszaken en beleidsmaatregelen die immigranten aangaan, zoals het Plyler vs. Doe-arrest van 1982, waarin werd bepaald dat alle kinderen recht hebben op onderwijs, ongeacht hun immigratiestatus, zijn belangrijke mijlpalen die de richting van de samenleving bepalen. Immigratie is dus niet alleen een juridische kwestie, maar ook een ethische en morele discussie over wat het betekent om deel uit te maken van een natie.

De belangrijkste vraag die we onszelf moeten stellen, is niet of immigranten wel of niet welkom zijn, maar hoe we als samenleving omgaan met de veranderingen die zij brengen. De huidige wetgeving en het politieke klimaat zijn slechts een weerspiegeling van de bredere sociale veranderingen die plaatsvinden, en het is aan ons om de toekomst vorm te geven op een manier die recht doet aan de geschiedenis, de realiteit van de hedendaagse samenleving en de waarden die de VS zouden moeten definiëren.