Lezing 3. Onderkoninkrijk Eencellige Dieren (algemene kenmerken)

Algemene kenmerken van het onderkoninkrijk Eencellige Dieren
Aantal soorten.
Meer dan 70.000 soorten eencellige en kolonievormende dieren, gegroepeerd in vijf stammen. Wij zullen ons specifiek richten op de Wortelzweepdiertjes en de Trilhaardiertjes.
Leefomgeving.
Eencelligen hebben alle leefomgevingen ingenomen waar water aanwezig is. Velen leven in zeeën en zoetwatergebieden. Sommige soorten leven in vochtige bodem. Ongeveer 3500 soorten zijn overgestapt op een parasitaire levenswijze en veroorzaken ziekten bij mensen, dieren en planten.
Lichaamsbouw.

Zoals de naam van het onderkoninkrijk al doet vermoeden, bestaat het hele lichaam van deze dieren uit slechts één enkele cel. Toch vervult deze cel alle levensfuncties: stofwisseling met de omgeving, prikkelbaarheid, voortbeweging en voortplanting. Naast de typische organellen die kenmerkend zijn voor dierlijke cellen, bezitten eencelligen gespecialiseerde organellen die uniek zijn voor protisten. Laten we deze bekijken:

  • Organellen voor voortbeweging – schijnvoetjes (pseudopodia), zweepstaarten of trilhaartjes.

  • Organellen voor voeding – voedselvacuolen, celmond, celkeel, anusporie (cytoproct).

  • Organellen voor uitscheiding en osmoregulatie – contractiele vacuolen.

  • Voortplanting wordt geregeld door de kern; sommige rijk ontwikkelde eencelligen hebben er meerdere.

  • Organellen voor verdediging en aanval – trichocysten (speciale prikkelbare structuren aan de rand van het cytoplasma).
    De lichaamsvorm van de meeste eencelligen is constant, met uitzondering van enkele wortelvoeters (zoals de gewone amoebe).
    Voeding.
    Eencelligen worden naar hun voedingswijze verdeeld in twee groepen:

  • Heterotrofen. Hieronder vallen roofdieren, parasieten en saprofieten.

  • Mixotrofen (van "mixer" – mengen) hebben een gemengde voedingswijze – autotroof (bezitten chromatoforen en kunnen fotosynthetiseren bij aanwezigheid van licht) én heterotroof. De slimste protisten hebben het classificatiesysteem op de proef gesteld: tot welk rijk behoort bijvoorbeeld de groene Euglena? Een vreedzaam compromis werd bereikt: zoölogen rekenen haar tot de klasse van Plantaardige Zweepdiertjes binnen de stam van de Wortelzweepdiertjes, terwijl botanici haar rekenen tot de afdeling Euglenoïde algen bij de lagere planten.
    Voortplanting.
    Als de omstandigheden gunstig zijn – warm, voldoende voeding en rust – planten eencelligen zich ongeslachtelijk voort met hoge snelheid. Parasieten breken records in nakomelingen. Deze voortplanting wordt meervoudige deling of schizogonie genoemd.
    De geslachtelijke voortplanting kan plaatsvinden via versmelting van gameten of door conjugatie – een tijdelijke vereniging met uitwisseling van genetische informatie (zoals bij trilhaardiertjes). Bij primitieve amoeben is geslachtelijke voortplanting nog niet vastgesteld, maar mogelijk houden zij deze gewoon goed verborgen.
    De levenscyclus van eencelligen wordt gekenmerkt door een afwisseling van een geslachtelijke fase en daaropvolgende meervoudige ongeslachtelijke deling, afhankelijk van leefwijze en omgevingsomstandigheden.
    Overleven van ongunstige omstandigheden.
    Bij droogvallen van waterlichamen of temperatuurveranderingen kunnen eencelligen een cyste vormen (encystering). Hierbij rondt de cel zich af, ver