De verkiezingen van 1828 in de Verenigde Staten worden vaak gezien als een keerpunt in de politieke geschiedenis van het land. Hoewel dit evenement zich bijna twee eeuwen geleden afspeelde, heeft het gebruik van misinformatie, leugens en de verspreiding van schadelijke geruchten destijds al een krachtig instrument voor politieke strijd gevormd. Dit was de eerste keer in de Amerikaanse politiek dat een intense en vaak onfatsoenlijke campagne werd gevoerd, die het publiek niet alleen zou verblinden met politieke standpunten, maar ook met opzettelijke misleidingen. De invloeden die deze verkiezingen hadden op de manier waarop campagnes werden gevoerd, kunnen nog steeds worden gezien in de hedendaagse verkiezingen, zoals bijvoorbeeld in de verkiezingen van 2016.

In de context van de Amerikaanse politiek in de 19e eeuw bevond het land zich op een keerpunt. De politieke krachten verschoof van de elites van de oostkust naar een breder en meer divers electoraat, met een aanzienlijk aantal kiezers uit het westen van de Verenigde Staten. Dit bracht een verandering teweeg in de manier van campagnes voeren. Wat volgde, was de opkomst van politieke communicatie die sterk beïnvloed werd door de manipulatie van de publieke opinie, waarbij misinformatie en geruchten een cruciale rol speelden.

De verkiezing van 1828, tussen de voormalige generaal Andrew Jackson en de zittende president John Quincy Adams, ging niet alleen over politieke voorkeuren, maar ook over persoonlijke aanvallen die in de strijd om het Witte Huis werden ingezet. De campagne was vanaf het begin verhit, vooral vanwege de beschuldigingen die werden geuit over Jackson's huwelijk met Rachel, die werd bestempeld als immoreel en zelfs illegaal. Deze geruchten werden niet alleen door tegenstanders verspreid, maar ook door hun aanhangers in de media en op andere platforms die op dat moment beschikbaar waren, zoals pamfletten en politieke liederen. De beweringen over Jackson's privéleven werden als virulent materiaal gezien om zijn kandidatuur in diskrediet te brengen.

Wat deze verkiezingen bijzonder maakt, is de manier waarop de strijd werd gevoerd. Het gebruik van valse feiten en de politieke spot die ermee gepaard ging, creëerden een ongekende intensiteit. De beschuldigingen en de naam-calling werden in de campagne niet alleen gepromoot, maar gaven de kiezers ook iets om aan vast te houden. Deze verhalen werden als waarheid gepresenteerd, waardoor de publieke opinie werd gestuurd door bedrieglijke informatie. De politieke communicatie was geen middel om waarheid of helderheid te bieden, maar eerder om de tegenstander te beschadigen en de eigen kandidaat als een slachtoffer van een oneerlijke campagne neer te zetten.

Het gebruik van "fake news" was in deze context dus niet alleen een middel om politieke steun te winnen, maar ook een manier om een politieke agenda te bevorderen. Het werd een standaardpraktijk in de Amerikaanse politieke arena om de tegenstander niet alleen op politiek terrein aan te vallen, maar ook op persoonlijk niveau. De beschuldigingen over het privéleven van Jackson, bijvoorbeeld, waren niet slechts aanvallen op zijn karakter, maar ook op zijn legitimiteit als kandidaat. In plaats van zich te concentreren op beleidskwesties, werd de campagne van 1828 gedomineerd door persoonlijke aanvallen en de verspreiding van halve waarheden.

Het is belangrijk op te merken dat de verspreiding van misinformatie in de verkiezingen van 1828 niet het resultaat was van de toevallige acties van enkele individuen. Het was een bewuste strategie die werd ingezet door politieke adviseurs en campagneprofessionals. Zij begrepen dat het publiek veel meer gevoelig was voor emoties en persoonlijke verhalen dan voor abstracte beleidsmaatregelen. Dit inzicht zou de manier waarop politieke campagnes werden gevoerd in de Verenigde Staten diepgaand veranderen.

In latere verkiezingen, zoals die van 2016, zou het gebruik van sociale media en andere digitale platforms de verspreiding van "fake news" verder versnellen. Het effect van deze campagnes was dat ze bestaande politieke voorkeuren versterkten, maar ook nieuwe vormen van verdeeldheid creëerden. In wezen bleken mensen veel vatbaarder te zijn voor informatie die hun bestaande overtuigingen ondersteunde, ongeacht of die informatie waar of niet waar was.

Het idee dat "fake news" slechts een recent fenomeen is, is een misverstand. De wortels van dit probleem gaan terug tot de vroege dagen van de Amerikaanse democratie. Wat de verkiezingen van 1828 aantonen, is dat de kracht van misinformatie en geruchten al vroeg in de Amerikaanse politieke cultuur verankerd was. Politieke communicatie was vanaf het begin al een instrument van manipulatie, waarmee kandidaten niet alleen politieke steun probeerden te winnen, maar ook de publieke opinie richting hun visie probeerden te sturen. Het gebruik van misleidende informatie was in die tijd nog niet zo technologisch geavanceerd, maar het principe was hetzelfde: de controle over informatie had de macht om verkiezingen te winnen.

Voor een beter begrip van de impact van deze praktijken, is het cruciaal om te beseffen dat de verspreiding van misinformatie niet alleen schadelijk was voor de kandidaten die doelwit werden, maar ook voor het politieke systeem als geheel. Het vertrouwen van het publiek in het politieke proces werd ondermijnd door de constante stroom van leugens en verdraaiingen van de waarheid. En hoewel de technologie sindsdien is geëvolueerd, zijn de fundamenten van politieke manipulatie hetzelfde gebleven. Het blijft een krachtig instrument in de strijd om de publieke opinie, zelfs tot op de dag van vandaag.

Hoe Misinformatie en Leugens de Amerikaanse Geschiedenis Beïnvloedden: Van Tabak tot het Klimaat

In Texas kondigde ExxonMobil aan dat het zich zou verweren tegen rechtszaken die het beschuldigen van het niet bijdragen aan de bestrijding van klimaatverandering. Sinds het midden van de jaren 2000 was er veel veranderd. ExxonMobil had zich uiteindelijk bij zijn concurrenten aangesloten en erkende openlijk de realiteit van klimaatverandering, steunde het Parijs-akkoord en zelfs een belasting op koolstof. Toch was het te laat. Sommige advocaten beschouwden de rechtszaken tegen het bedrijf als "lastige rechtszaken", die zich ontvouwden zoals eerder gebeurde met de tabaksindustrie. Zoals een criticus van ExxonMobil zei: "Als ExxonMobil evenveel tijd zou besteden aan het opruimen van hun eigen activiteiten als ze doen aan het bestrijden van mensen die proberen de planeet te beschermen, zouden we veel verder zijn."

Maar hoe zit het met het internet? Zijn valse feiten en desinformatie inmiddels een vast onderdeel van deze nieuwe wereld? Hoewel dit onderwerp nog niet in detail is onderzocht, wijzen de aanwijzingen erop dat het verhaal van traditionele media zoals kranten en televisie zich herhaalt op het internet. Bijvoorbeeld, de groep 'Americans for Prosperity' (AFP), een sceptische groep met een online aanwezigheid, creëerde verschillende sociale mediaplatformen om de illusie te wekken van een grote gemeenschap van klimaatsceptici. Dit was een manier om weerstand te bieden tegen de uitvoering van het beleid van klimaatactivisten. Maar ook de voorstanders van klimaatverandering maakten gebruik van deze tactiek, wat het moeilijk maakte om te bepalen welke beweringen geldig waren en welke organisaties daadwerkelijk deskundige woordvoerders waren. Dit was hetzelfde probleem dat al lang vóór de komst van het internet bestond; de types deelnemers waren echter dezelfde: lobbyisten, vertegenwoordigers van bedrijven, academici, journalisten, denkers en politici.

Uit observaties van de manier waarop Amerikanen reageerden op klimaatverandering via het internet bleek dat mensen inderdaad beïnvloed konden worden door informatie in sociale mediakanalen, ongeacht de waarheid van de informatie die ze consumeerden. Door de opkomst van internettoepassingen, die inmiddels door meer dan 70% van de volwassen Amerikanen werden gebruikt, werden controversiële onderwerpen steeds meer gepresenteerd op een manier die de publieke perceptie van verdeeldheid versterkte, ook al was die verdeeldheid niet werkelijk zo groot.

De kracht van slechte informatie blijkt in de effectiviteit van de verspreiding ervan. Het doel van misinformatie is vaak om een specifieke politieke of economische agenda te bevorderen: een presidentskandidaat te ondermijnen, oorlogen te rechtvaardigen, tabaksgebruik te promoten of het niet beperken van schadelijke vervuiling te bewerkstelligen. Zoals dit boek heeft aangetoond, worden zowel echte als valse informatie gecreëerd en verspreid met een specifiek doel, vaak om misleiding en manipulatie te versterken. Gevestigde mediabronnen kunnen worden gemanipuleerd, zoals bijvoorbeeld gebeurde tijdens de Amerikaanse verkiezingen van 2016, toen Russische trollen op sociale media actief waren.

Het is essentieel om te begrijpen dat de verhoudingen tussen de gecreëerde en gedeelde informatie nooit neutraal zijn. Het gebruik van misinformatie kan de publieke opinie ingrijpend beïnvloeden, met verstrekkende gevolgen voor democratische processen. De manier waarop dit gebeurt is vaak subtiel en complex, met gebruik van vertrouwde bronnen die met opzet worden gemanipuleerd om de publieke opinie te sturen. Dit gebeurt zowel op het traditionele mediafront als via de moderne technologieën die het internet mogelijk maken. Wanneer het internet eerder als een droom van vergrote kennis en verbinding werd gepresenteerd, blijkt het nu vaak een nachtmerrie van gemanipuleerde vooroordelen en verspreide haat.

Er is een patroon te herkennen in het gebruik van misinformatie door de geschiedenis heen, vooral in politieke campagnes. In de vroege negentiende eeuw begonnen politieke partijen te begrijpen dat karaktermoord, gecombineerd met openlijke leugens en beledigingen, de publieke opinie kon beïnvloeden. De rol van de pers, die toen voornamelijk bestond uit kranten en pamfletten, was enorm in deze context. Zelfs tot in de jaren 1960, toen televisie zijn intrede deed in de politiek, bleef de media als invloedrijk instrument behouden. De opkomst van televisie veranderde de manier waarop politieke campagne werd gevoerd: beeldvorming over de fysieke verschijning van kandidaten werd belangrijker, wat uiteindelijk invloed had op de uitkomst van verkiezingen, zoals in de beroemde debatten tussen Nixon en Kennedy.

Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat de manipulatie van de publieke perceptie door het verspreiden van valse informatie nooit een nieuw fenomeen was, maar een doorlopende tactiek in de geschiedenis van de politiek en de media. Mensen neigen ertoe de waarheid en leugens moeilijk van elkaar te onderscheiden, zeker wanneer de communicatiekanalen zo effectief worden ingezet. Daarom is het essentieel dat we leren hoe we informatie kunnen beoordelen, zowel door historische context als door de mechanismen van de media die dit mogelijk maken.

Hoe beïnvloedt de verspreiding van valse informatie het politieke landschap?

De rol van smartphones en sociale media in het verspreiden van informatie heeft een aanzienlijke impact gehad op de manier waarop we nieuws consumeren. In 2011 had slechts 35 procent van de Amerikanen toegang tot een smartphone; dit cijfer steeg tegen 2018 naar 77 procent. Deze trend weerspiegelt de verschuiving van traditionele media, zoals kranten en boeken, naar digitale platforms die steeds meer domineren in ons dagelijks leven. Het gebruik van smartphones en apps is ondertussen een integraal onderdeel geworden van de informatiemaatschappij, waarbij sommige gebruikers meer dan zeventig uur per maand online doorbrengen. Vooral jongeren gebruiken deze technologie intensief, maar ook oudere generaties maken in toenemende mate gebruik van smartphones voor het verkrijgen van informatie.

Dit fenomeen moet in de context van de geschiedenis van desinformatie worden geplaatst. Al eeuwenlang zijn mensen bezig met het zoeken naar informatie, wat in zekere zin ook kan worden gezien als de voorloper van moderne zoekopdrachten via Google. Wat vandaag de dag verandert, is de snelheid waarmee informatie, zowel juist als onjuist, zich verspreidt via digitale kanalen. De komst van het internet en sociale media heeft de drempels voor het verspreiden van informatie drastisch verlaagd, waardoor vrijwel iedereen in staat is om boodschappen te delen, ongeacht de inhoud ervan. Deze nieuwe realiteit roept de vraag op hoe we betrouwbare informatie kunnen onderscheiden van misinformatie.

Het probleem van valse feiten en nieuwsverhalen is niet nieuw, maar de digitale revolutie heeft het fenomeen op een grotere schaal mogelijk gemaakt. Tijdens de Amerikaanse verkiezingen van 2016 bijvoorbeeld werd de verspreiding van valse informatie zo uitgebreid dat twee derde van de Amerikanen aangaf dat verzonnen nieuws de kiezer verwarrend maakte. Toch voelde 40 procent van de respondenten zich zelfverzekerd in hun vermogen om waarheid van leugen te onderscheiden. Dit vertrouwen werd echter steeds meer uitgedaagd, vooral in de periode na de verkiezingen, toen het steeds duidelijker werd dat de nieuw gekozen president regelmatig onwaarheden verspreidde die door zijn aanhangers verder werden verspreid.

Sociale media spelen hierbij een centrale rol. Platforms zoals Facebook bieden gebruikers de mogelijkheid om snel en gemakkelijk nieuws te delen, maar de mechanismen die deze platforms aandrijven, zoals de "like"-knop, dragen vaak bij aan het versterken van bestaande vooroordelen in plaats van het bevorderen van kritisch denken. Het feit dat nieuws vaak wordt gedeeld op basis van populariteit, in plaats van op basis van de nauwkeurigheid, maakt het des te moeilijker om feit van fictie te onderscheiden.

Een ander belangrijk probleem is de rol van de traditionele media, die in veel gevallen wordt gezien als een betrouwbare bron van informatie. Desondanks laten sommige nieuwsorganisaties, in hun streven om snel nieuws te verspreiden voor commerciële doeleinden, soms feiten controleren voordat ze publiceren. Dit heeft ertoe geleid dat onjuiste of onvolledige informatie snel online kan verschijnen, zonder dat de journalistieke waarheidsgetrouwheid gewaarborgd is. In plaats van alleen te vertrouwen op vertrouwde nieuwsbronnen, moeten consumenten van informatie zich steeds meer bewust zijn van de manier waarop media opereren en kritisch kijken naar de bronnen van het nieuws dat zij ontvangen.

Een studie uitgevoerd door het Pew Research Center in 2016 toonde aan dat twee derde van de Amerikanen zich zorgen maakte over de invloed van valse informatie, maar een derde gaf aan regelmatig valse feiten op het internet tegen te komen. Dit roept de vraag op in hoeverre mensen in staat zijn om de waarheid te herkennen te midden van de overvloed aan informatie die dagelijks wordt gepresenteerd. De resultaten van verschillende onderzoeken wijzen uit dat een meerderheid van de mensen moeite heeft om feit van fictie te onderscheiden, zelfs wanneer de feitelijke informatie in eenvoudige bewoordingen wordt gepresenteerd.

Er is een groeiende bezorgdheid over de effecten van valse informatie op de politiek. De manier waarop politieke kwesties worden gepresenteerd en gedebatteerd op sociale media draagt bij aan de polarisatie van de samenleving, en het wordt steeds moeilijker om het politieke landschap te navigeren zonder te worden beïnvloed door onjuiste feiten. In de loop van de tijd is het politieke debat verschoven van een proces waarin feiten centraal staan naar een dynamiek waarin publieke opinie vaak wordt gevormd door misleidende of zelfs opzettelijk valse informatie.

Om deze situatie te verbeteren, is het essentieel dat individuen zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen omgang met informatie. Onderwijs en mediawijsheid spelen een cruciale rol bij het bevorderen van kritisch denken. Het ontwikkelen van vaardigheden om betrouwbare van onbetrouwbare bronnen te onderscheiden, is noodzakelijk, niet alleen voor politieke betrokkenheid, maar ook voor de bredere informatiemaatschappij. Mensen moeten niet alleen politiek bewust zijn en digitaal vaardig, maar ook leren om informatie kritisch te evalueren en betrouwbare bronnen te raadplegen.

Daarom moeten we ons realiseren dat de uitdaging niet alleen ligt in de strijd tegen desinformatie, maar ook in het vermogen van de samenleving om zich aan te passen aan een steeds complexere informatiestroom. De oplossing voor dit probleem ligt in het bevorderen van kritische denkvaardigheden, het versterken van vertrouwen in betrouwbare bronnen en het reguleren van platforms die de verspreiding van valse informatie mogelijk maken. De politieke en sociale gevolgen van deze uitdagingen zullen de komende jaren de manier waarop we omgaan met informatie blijvend beïnvloeden.