Electrochemische Impedantiespectroscopie (EIS) is een krachtige techniek voor het analyseren van de elektrochemische processen die zich voordoen in batterijen en andere elektrochemische systemen. EIS stelt onderzoekers in staat om verschillende processen die zich op verschillende tijdschalen en frequenties afspelen, te onderscheiden en te kwantificeren. Een van de opvallende voordelen van EIS is het vermogen om processen te identificeren die zich over verschillende tijdsconstantes uitstrekken, zelfs als deze zich slechts door één orde van grootte van elkaar onderscheiden. Door gebruik te maken van grafische methoden, zoals het stapsgewijs aftrekken van prominente kenmerken, kunnen ook subtiele en minder opvallende proceskenmerken blootgelegd worden.

De toewijzing van deze kenmerken aan specifieke componenten en processen in het systeem is cruciaal voor de interpretatie van de spectroscopie. Dit kan worden bereikt door de kenmerken te vergelijken met bekende patronen van goed begrepen systemen, zoals de Nyquist- en Bode-diagrammen van circuitonderdelen en typische schakelingen, evenals met de handtekeningen die in de literatuur zijn gerapporteerd voor poriën-elektroden van vergelijkbare samenstelling en structuur. Een belangrijk punt om te begrijpen is dat de ogenschijnlijke afwezigheid van bepaalde kenmerken niet noodzakelijk betekent dat ze irrelevant zijn. Soms zijn ze gewoon niet dominant in de huidige celconstructie of onder de specifieke testomstandigheden. Anderzijds kan de aanwezigheid van een bepaald kenmerk meerdere mogelijke oorzaken hebben en kunnen verschillende modellen even goed passen bij het gemeten spectrum.

In tegenstelling tot vingerafdrukken, waar patroonherkenning een specifieke identificatie van de dader mogelijk maakt, moeten de kenmerken in een gemeten spectrum worden gekoppeld aan de processen in het systeem via verschillende modellen. Dit benadrukt de niet-definitieve aard van de EIS-methode. EIS-onderzoek is dus een iteratief proces, waarbij herhaalde cycli van verificatie en validatie nodig zijn. Artefacten die zich voordoen door metingen kunnen worden blootgelegd door het testopzet en de instellingen te variëren en te optimaliseren.

De betrouwbaarheid van het EIS-model wordt ook geëvalueerd door middel van statistische tests, zoals de F-test. Het is belangrijk dat de toewijzing van kenmerken wordt gecontroleerd op fysieke relevantie en interne consistentie, gebaseerd op uitgebreide EIS-metingen. Dit zorgt ervoor dat het model dat voor een specifiek proces is opgesteld, de werkelijkheid goed weerspiegelt. Met de vooruitgang in technologieën zoals big data en kunstmatige intelligentie kunnen bepaalde stappen in de EIS-methode, zoals kenmerkenherkenning en modelgeneratie, geautomatiseerd worden. Toch blijft de beoordelingsfunctie van de EIS-beoefenaar van cruciaal belang om de resultaten te verkrijgen, te interpreteren en te valideren.

Een ander belangrijk aspect van EIS is het meten en vergelijken van de resultaten van batterijen onder verschillende constructie- en operationele omstandigheden. Door bijvoorbeeld de EIS van een elektrode onder verschillende omstandigheden, zoals blokkerende en niet-blokkerende condities, te vergelijken, kunnen ionenmigratie en de elektrochemische dubbellaag (EDL) in de hoge frequentiebereiken worden onderscheiden van reacties zoals ladingsoverdracht en diffusie in de tussenliggende en lage frequentiebereiken. Het vergelijken van EIS-resultaten onder verschillende elektrolytcondities of bij variaties in temperatuur kan belangrijke inzichten opleveren in de processen die plaatsvinden binnen de batterij. Zo kan bijvoorbeeld de aard van de eerste halve cirkel in het middenfrequentiebereik, die kan worden toegeschreven aan contactimpedantie of de SEI (Solid Electrolyte Interface), verder worden verduidelijkt door de compressiekracht of het contactmateriaal te wijzigen.

Wanneer een kenmerk eenmaal aan een specifiek proces is toegeschreven, kan het EIS-model dat voor dat proces is afgeleid, worden gebruikt om de kinetische en transportparameters te schatten. Om betrouwbare schattingen te verkrijgen, moet het testobject goed gedefinieerd zijn, zodat de kenmerken goed gescheiden en adequaat ontwikkeld kunnen worden. Dit is bijvoorbeeld cruciaal voor de analyse van inhomogene porieuze elektroden, waarbij de kennis van de deeltjesgrootteverdeling noodzakelijk is voor een kwantitatieve analyse. De geschatte waarden van parameters, zoals de capacitantie van de dubbele laag, kunnen ook worden gecontroleerd op fysische consistentie door ze te vergelijken met wat uit andere bronnen kan worden geschat, zoals OCV (Open Circuit Voltage)-curven.

De afhankelijkheid van weerstand van het potentieel (SOC - State of Charge) biedt een nuttige methode om de aard van de onderliggende processen te onderscheiden. De weerstand van de oppervlaktelaag (de eerste halve cirkel) heeft doorgaans een zwakkere afhankelijkheid van de SOC dan de ladingsoverdrachtweerstand (de tweede halve cirkel). Dit kan verder worden geanalyseerd door de concentratie of het type elektrolyt te veranderen, zoals het gebruik van een waterige of aprotische elektrolyt.

Naast de kwantitatieve analyse biedt EIS ook waardevolle inzichten in de reacties die plaatsvinden op het niveau van de elektrolyt en de elektrodematerialen. Bijvoorbeeld, het meten van de activeringsenergie bij verschillende temperaturen kan helpen om de onderliggende reactiemechanismen te onderscheiden, zoals elektronische (contact) of ionische processen (ladingsoverdracht).

De validatie van EIS-interpreteringen gebeurt door ze te vergelijken met andere onafhankelijke methoden, zoals tijdsdomein elektrochemische technieken en niet-elektrochemische technieken, bijvoorbeeld microscopische karakterisering of simulaties via MD (Moleculaire Dynamica) en DFT (Density Functional Theory). Diffusiecoëfficiënten kunnen bijvoorbeeld worden geschat via verschillende technieken, zoals potentiostatische en galvanostatische intermitterende titratietechnieken (PITT en GITT), EIS en MD/DFT-simulaties. Deze resultaten worden vaak met elkaar vergeleken om de sterkte en beperkingen van elke techniek beter te begrijpen.

Het combineren van EIS met micro-analysetechnieken zoals SEM (Scanning Electron Microscopy), XRD (X-ray Diffraction) en EPS (Electrochemical Probe Surface) is essentieel voor het verkrijgen van een diepgaander begrip van de SEI/CEI-structuren, die van cruciaal belang zijn voor de prestaties van lithium-ionbatterijen. Door deze technieken samen te gebruiken, kunnen onderzoekers een completer beeld krijgen van de eigenschappen van deze vitale componenten en de onderliggende elektrochemische processen.

Hoe Lithium Diffuseert in Lithium-Ion Batterijen: Een Diepgaande Analyse van Verscheidene Modellen en Technieken

De diffusie van lithium in lithium-ion batterijen is een fundamenteel proces voor de werking en prestaties van deze batterijen. Het begrijpen van de mechanismen die de lithiumdiffusie aandrijven, evenals de technieken die gebruikt worden om deze diffusie te onderzoeken, is van cruciaal belang voor de ontwikkeling van meer efficiënte en langdurige batterijen. In dit hoofdstuk worden de theoretische modellen en experimentele benaderingen voor het bestuderen van de lithiumdiffusie besproken, met bijzondere aandacht voor de invloed van temperatuur en structuur van de materialen. Tevens wordt ingegaan op de rol van röntgen- en neutronbeelde technieken bij het visualiseren van deze processen.

De Lorentziaanse model van inelastische spectroscopie is een van de methoden die wordt gebruikt om de diffusie van lithium te analyseren. Het halfbreedte-halvemaximum (HWHM, aangeduid als Γ) van de Lorentzische functie toont de mate van verbreding van de pieken in de spectroscopie van lithiumdiffusie. Dit gebeurt bij hogere temperaturen, vooral boven 400 K, waarbij de pieken breder worden naarmate de temperatuur en de golfvector (Q) toenemen. Het HWHM is een belangrijke maat voor de dynamiek van de diffusie, en de relatie van Γ met Q² vertoont bij lage Q een lineaire relatie, die vervolgens naar een horizontale asymptoot neigt bij hogere Q-waarden. Deze evolutie duidt op een karakteristiek proces van "jump diffusion", wat betekent dat de lithiumionen zich snel verplaatsen van het ene naar het andere site, met een constante spronggrootte. De snelheden van deze sprongen kunnen worden gemodelleerd met behulp van het Singwi–Sjölander (SS) jump diffusion model.

Bij lagere Q-waarden komt het model overeen met het klassieke Fickiaanse diffusie model, waarbij de diffusie lineair is en de diffusiesnelheid wordt bepaald door de relatie D = l²/6τ, waarbij l de gemiddelde sprongafstand is en τ de verblijftijd van het ion op een specifiek site. Bij hogere Q-waarden vertoont de diffusie echter een andere dynamiek, waarbij de springtijden korter worden en de springlengtes variëren met de temperatuur. Bij 700 K werd bijvoorbeeld een gemiddelde sprongafstand van ongeveer 2,0 Å gevonden, wat de afstanden tussen verschillende kristallografische sites in lithium-ion batterijen vertegenwoordigt.

De diffusie van lithium wordt sterk beïnvloed door de kristallografische sites waar het ion zich bevindt. De grootste sprongen gebeuren tussen de tetraëdrische (24d) en de octaëdrische (48g) sites in materialen zoals Li5La3Ta2O12. Bij hogere temperaturen, zoals 1.100 K, nemen de spronglengtes af tot ongeveer 1,5 Å, en dit kan worden gekoppeld aan een afname in de frequentie van lithiumbewegingen, wat wijst op een meer gelokaliseerde toestand van het ion. De sprongen vinden plaats met grotere frequentie bij hogere temperaturen, wat wijst op een minder gelokaliseerde toestand van lithium, wat overeenkomt met de delokalisatie van het ion bij verhoogde temperaturen.

Naast de theoretische modellen voor diffusie is het ook belangrijk om de experimentele technieken te begrijpen die worden gebruikt om lithiumdiffusie in batterijen te onderzoeken. Synchrotron-röntgen- en neutronbeelde technieken (zoals QENS) bieden diepgaande inzichten in de microstructuur van materialen op atomair niveau. Deze technieken maken het mogelijk om de dynamische processen van lithiumdiffusie te visualiseren, evenals de veranderingen in de structuur van de batterijmaterialen bij verschillende temperatuursomstandigheden.

De contrastmechanismen in röntgen- en neutronbeelde technieken spelen een cruciale rol in de visualisatie van diffusieprocessen. Absorptiecontrast, wat het verschil in röntgenintensiteit meet door interacties met materialen, kan helpen bij het onderscheiden van verschillende chemische componenten in een materiaal. Fasecontrast daarentegen komt voort uit de faseverschuiving van de röntgenstraling, die de vorm en de chemische samenstelling van structurele eenheden kan onthullen. Dit type contrast is bijzonder nuttig voor het meten van dikke monsters en het uitvoeren van in-situ experimenten, wat van essentieel belang is voor het bestuderen van de werking van batterijen onder werkelijke gebruiksomstandigheden.

In de praktijk worden XANES (X-ray absorption near edge structure) en NEXAFS (Near edge X-ray absorption fine structure) technieken vaak ingezet om gedetailleerde informatie te verkrijgen over de verdeling van oxidatietoestanden en spinstoornissen van lithium. Het gebruik van verschillende energieën om de absorptie te meten biedt een gedetailleerder inzicht in de chemische processen die zich in de batterij afspelen, wat kan bijdragen aan de optimalisatie van de batterijprestaties.

Wanneer men kijkt naar de thermodynamica van lithiumdiffusie en de technieken voor het visualiseren van deze processen, wordt duidelijk dat zowel de theorievorming als de experimentele benaderingen elkaar aanvullen. Het begrijpen van de diffusie-eigenschappen van lithium in batterijmaterialen is essentieel voor het ontwerp van batterijen met een hogere efficiëntie, langere levensduur en betere prestaties bij verschillende temperaturen.

Hoe FIB-SEM Technieken de Ionische Geleiding en Litium Deposities in Batterijen kunnen Meten en Verbeteren

De elektrochemische eigenschappen van lithium-ionbatterijen kunnen nauwkeurig worden bestudeerd met behulp van geavanceerde technieken zoals Focused Ion Beam Scanning Electron Microscopy (FIB-SEM). In recent onderzoek werd een opstelling ontwikkeld die de ionische geleidbaarheid van individuele LLZO-deeltjes (Li6.25Al0.25La3Zr2O12) kan meten door middel van een FIB manipulator. De macroscoper Li-tegen-electrode fungeerde ook als referentie-elektrode (RE), terwijl een microelektrode van Li ter plaatse werd gegenereerd door plating op een tungsten naald, die diende als werkelijke elektrode (WE). Deze opstelling maakte het mogelijk om niet alleen de elektrochemische reacties in detail te observeren, maar ook de invloed van de depositie van lithium op de structuur van het elektrolyt te onderzoeken.

In SEM-beeldvorming kunnen de dendritische groei van lithium-ophopingen langs het oppervlak van het anorganische vaste elektrolyt worden vastgelegd. Dit proces is vooral relevant voor het begrijpen van de verschijnselen die optreden bij hoge negatieve overspanning, waarbij dendritische structuren zich vormen die, naast het risico van interne kortsluiting, ook kunnen leiden tot elektrochemische-mechanische breuken van het elektrolyt. Dergelijke breuken beïnvloeden de lokale stroomdichtheid en de algehele prestaties van de batterij. Het beheersen van deze dendritische groei is cruciaal voor het verbeteren van de veiligheid en de levensduur van lithium-ionbatterijen.

Een ander belangrijk aspect is de effectiviteit van FIB-SEM bij het meten van de bulk-ionische geleidbaarheid van LLZO. Door de manipulatie van de FIB-instrumenten direct in contact te brengen met een enkel LLZO-deeltje, wordt het mogelijk om de geleidbaarheid te bepalen zonder de invloed van korrelgrensimpedantie, die vaak een verstorende factor is bij bulkmetingen. De gemeten geleidbaarheid van LLZO was 5,0 × 10^−4 S/cm, wat waardevolle informatie oplevert voor de verbetering van batterijprestaties.

Daarnaast werd een ander type onderzoek uitgevoerd waarin Li-depositie werd geïnduceerd door het blootstellen van een Li6.4La3Zr1.4Ta0.6O12 (LLZTO) elektrolyt aan een elektronenbundel. Het gebruik van deze techniek leidde tot een lokale overpotentiaal die de deposities van lithium mogelijk maakte zonder dat de manipulator direct betrokken was. Dit experiment toonde aan dat lithium een grotere neiging tot nucleatie vertoonde en snellere deposities had in de defectgebieden van het polycristallijne elektrolyt. Deze bevindingen benadrukken het belang van het identificeren van actieve depositiesites in de elektrolyten, die nauw verwant zijn aan defectsoorten in het vaste elektrolyt.

De toepassingen van in-situ SEM zijn verder uitgebreid door het gebruik van gasgemengde reacties, zoals in lithium-zuurstof (Li-O2) batterijen. Door zuurstof in de SEM-chamber in te voeren, werd een all-solid-state Li-O2 batterij geassembleerd, met een georiënteerde koolstofnanobuizenstructuur als kathode, Li-metaal als anode, en de natieve oxide laag (Li2O) op het Li-metaal als elektrolyt. Dit systeem maakte het mogelijk om het deeltjesgroei- en decompositietraject van lithiumperoxide (Li2O2) tijdens de ontlading en oplading te volgen, waarbij bleek dat de chemische veranderingen in de CNT-kathode leidde tot variërende morfologieën van Li2O2-deeltjes, zoals bolvormige, conformale filmvormen en zelfs een vorm die leek op rode bloedcellen. De decompositie van Li2O2 begon vanaf de oppervlakte van de deeltjes, wat wijst op een voldoende elektronische en ionische geleidbaarheid van Li2O2 voor ladingsoverdracht.

Verder is de integratie van SEM met andere technieken zoals Raman-spectroscopie en secundaire-ionen-massaspectrometrie (SIMS) van cruciaal belang voor het verkrijgen van gedetailleerde chemische en structurele informatie van batterijmaterialen. Raman-spectroscopie, die gevoelig is voor de chemische samenstelling en kristalliniteit van materialen, kan in combinatie met SEM de moleculaire vibratie analyseren met hogere resolutie. Deze integratie heeft geleid tot nieuwe doorbraken, zoals het onderscheid tussen geëxfolieerde en intacte grafietdeeltjes in elektroden na meerdere cycli. Het gebruik van Raman-mapping maakt het mogelijk om deze verschillen duidelijk te visualiseren, iets wat moeilijk te bereiken is met conventionele SEM-EDS.

De combinatie van SEM met SIMS biedt nog een andere mogelijkheid: de gedetailleerde analyse van de oppervlaktechemie van elektrodematerialen. Door gebruik te maken van de Time-of-Flight SIMS (TOF-SIMS) techniek kunnen de concentraties van ionen in batterijmaterialen zoals LiNi0.5Mn0.3Co0.2O2 (NMC532) nauwkeurig worden gemeten. Dit heeft geleid tot verbeterde analyses van lithium-iondistributie in cathodematerialen, waarmee de beperkingen van traditionele technieken zoals EDS worden overwonnen. Het TOF-SIMS biedt een hoge massaresolutie, waardoor zelfs de aanwezigheid van licht elementen zoals lithium in cycled NMC-deeltjes nauwkeurig kan worden gedetecteerd.

De technologische vooruitgangen in SEM gecombineerd met FIB, Raman, en SIMS hebben de manier waarop we batterijen onderzoeken aanzienlijk veranderd. Deze technieken bieden niet alleen gedetailleerde inzichten in de elektrochemische reacties die plaatsvinden binnen batterijen, maar stellen wetenschappers ook in staat om de mechanica van ionenbeweging, defecten in materialen en de groei van lithiumdendrieten te begrijpen. Dit kan op zijn beurt de ontwikkeling van veiligere, efficiëntere en duurzamere batterijen versnellen.

Wat zijn de voordelen van cryo-TEM voor het onderzoek naar lithium-metaal en SEI-structuren?

De toepassing van cryo-TEM-technologie (cryo-transmissie-elektronenmicroscopie) heeft de manier waarop we de microstructuur van elektrochemische materialen bestuderen ingrijpend veranderd, vooral in het geval van lithium-metaal en de bijbehorende vaste elektrolyten (SEI). Het gebruik van deze techniek heeft nieuwe inzichten opgeleverd, met name in het onderzoeken van materialen die gevoelig zijn voor straling, zoals lithium, en het heeft belangrijke implicaties voor de ontwikkeling van batterijen met hoge prestaties.

In de traditionele transmissie-elektronenmicroscopie (TEM) kan het gebruik van elektronenstralen leiden tot ongewenste beschadigingen van de monsters. In het geval van lithium-metaal kan zelfs een lage dosis elektronenstraal ervoor zorgen dat dendrieten kromtrekken, smelten of gedeeltelijk sublimeren, waardoor het moeilijk wordt om betrouwbare informatie te verkrijgen. Dit probleem wordt verder verergerd bij materialen zoals de oxide kathodematerialen, waar de stralen migratie van overgangsmetaalionen kunnen veroorzaken, wat leidt tot onomkeerbare decompositie en het ontstaan van lithium- of zuurstofvacatures. Het gebruik van cryo-TEM minimaliseert echter deze schade door de monsters te beschermen door ze op zeer lage temperaturen te houden, wat de stabiliteit vergroot en de stralingsbeschadigingen tot een minimum beperkt.

Door cryo-TEM kunnen we nu de structuur van lithium-metaal en SEI in detail onderzoeken zonder dat deze worden aangetast door electronenstraal-schade. Wang et al. waren de eersten die cryo-TEM toepasten om de nanostructuur van elektrochemisch gedeponeerd lithium (EDLi) en de SEI op het oppervlak te onthullen. Door een omgekeerde spanning toe te passen in een muntcel, werd lithium-metaal rechtstreeks op het TEM-raster gedeponeerd. Dit stelde hen in staat de toestand van de lithiumdepositie aan te passen door de stroomdichtheid en de reactietijd te variëren. Door cryo-XRD-experimenten te gebruiken, bleek dat afkoeling tot -180°C geen merkbare invloed had op de kristallijne structuur van het lithium-metaal. Dit is een belangrijke ontdekking, aangezien het aantoont dat cryo-TEM onder cryogene omstandigheden niet alleen de integriteit van de monsters behoudt, maar ook gedetailleerde informatie verschaft over de structuur van de materialen.

Een verrassende bevinding van dit onderzoek was dat de nucleatie-dominante EDLi, wanneer de stroomdichtheid 0,5 mA/cm² was voor 5 minuten, amorf bleek te zijn, terwijl kristallijne LiF-nanokorrels aanwezig waren in de ongelijk verdeelde SEI. Dit werd verder ondersteund door EELS-analyse (electron energy loss spectroscopy), wat de mogelijkheid biedt om de chemische samenstelling van de SEI in detail te analyseren. Het gebruik van TEM in combinatie met XPS (X-ray photoelectron spectroscopy) stelde hen in staat organische componenten in de SEI te identificeren, wat een diepgaander begrip opleverde van de evolutie van deze laag.

Bij het bestuderen van de groei van lithium-metaaldendrieten ontdekten onderzoekers dat de kristallijne structuur van lithium zeer sterk afhankelijk is van de oriëntatie van de kristallen en de groeiomstandigheden. Zo bleek uit TEM-beelden van dendrieten die groeiden langs de <111>, <110>, of <211> kristallijne oriëntaties van lithiummetaal, dat de atomaire rangschikking van lithium-atoom duidelijk te onderscheiden was, wat de mogelijkheid biedt om de groei en de oriëntatie van de dendrieten nauwkeuriger te controleren. Dit inzicht is van groot belang voor het verbeteren van de prestaties van lithium-metaalanodes, aangezien de dendrieten die vaak optreden in lithium-metaal batterijen, leiden tot problemen zoals dendritische groei, kortsluiting en verminderde cyclische stabiliteit.

Verder onderzoek naar de afzetting van lithiummetaal onder verschillende groeiomstandigheden heeft aangetoond dat amorf lithium een beter elektrochemisch reversibiliteit vertoont dan kristallijn lithium. Het blijkt dat amorf lithium eerder in staat is grotere ladingen vast te houden, wat bijdraagt aan betere prestaties in herlaadbare batterijen. Deze resultaten benadrukken de noodzaak om de groei en het gedrag van lithium-metaal onder verschillende elektrolytische omstandigheden nauwkeurig te bestuderen om zo betere batterijen te ontwikkelen.

Naast lithium-metaal heeft cryo-TEM ook bijgedragen aan het begrip van de evolutie van siliconen (Si) nanodraden en hun SEI tijdens de cycli. He et al. gebruikten cryo-STEM-HAADF beeldvorming in combinatie met EDS-elementmapping om de 3D-structuur van siliconen en SEI te verkrijgen tijdens cyclische belading en ontlading van de batterij. Ze ontdekten dat siliconen nanodraden na meerdere cycli uiteenvielen en dat de SEI zich uitbreidde naar de binnenkant van de siliconen deeltjes, wat leidde tot verlies van elektrisch contact en de vorming van dode Si. Dit proces resulteerde in de geleidelijke afname van de capaciteit van de Si-anode, wat een van de grootste beperkingen is voor siliconen-anoden in lithium-ion batterijen.

Een andere interessante bevinding betreft de verschillende SEI-structuren die zich kunnen vormen op lithium-metaal onder verschillende elektrolytische omstandigheden. Bij gebruik van een elektrolyt op basis van ethyleen-carbonaten en diëthyleen-carbonaten (EC-DEC) werd een mozaïekachtige structuur van SEI gevonden, bestaande uit kristallijne nanokorrels zoals Li2CO3 en Li2O, omgeven door amorfe organische componenten. Dit biedt waardevolle inzichten in hoe de samenstelling van de SEI de prestaties van lithium-metaal beïnvloedt en kan leiden tot het ontwikkelen van elektrolytische formules die de prestaties van batterijen verbeteren.

Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat cryo-TEM niet alleen een nieuwe technologie is die onderzoekers in staat stelt om de structuren van batterijen met hoge prestaties te analyseren, maar het biedt ook cruciale inzichten in de manier waarop de elektrolytische en mechanische eigenschappen van materialen de algehele batterijprestaties beïnvloeden. Het gebruik van cryo-TEM maakt het mogelijk om structuren en processen te visualiseren die voorheen moeilijk te bestuderen waren door stralingsbeschadiging, en het heeft zo het potentieel om belangrijke doorbraken te realiseren in de ontwikkeling van geavanceerde batterijtechnologieën.