China’s invloed op de wereldarena groeit exponentieel, en het land speelt een steeds centralere rol in zowel geopolitieke als economische processen. Deze stijging is deels te danken aan de slimme inzet van macht via zowel diplomatieke kanalen als economische initiatieven. Wat echter vaak over het hoofd wordt gezien, is de onderliggende strategie die China hanteert om zijn doelen te bereiken en hoe deze strategieën wereldwijd worden ontvangen.

De eerste vergaderingen tussen Chinese leiders en Amerikaanse functionarissen gaven een duidelijk signaal af over de intenties van de Volksrepubliek. De periode van 21 tot 24 februari, bijvoorbeeld, markeert een cruciale fase in de politieke interactie, waarin China zijn strategie voor nationale veiligheid en wereldwijde invloed duidelijker definieerde. Xi Jinping, toen national security advisor, gaf hiermee aan dat China zijn machtsstructuren niet alleen wil handhaven, maar ook actief wil uitbreiden naar andere regio's. In deze context moet het succes van China niet alleen worden afgemeten aan zijn militaire macht, maar ook aan de wijze waarop het invloed uitoefent op landen door economische en politieke middelen.

De rol van China in de wereldwijde voedselhandel mag niet worden onderschat. De exportschandalen, zoals die van China in 54-55, hebben niet alleen het vertrouwen in Chinese producten ondermijnd, maar ook een nieuw geopolitiek speelveld gecreëerd, waarin landen zich gedwongen voelen om te kiezen tussen economische voordelen en de bescherming van nationale belangen. Zo werd bijvoorbeeld de invloed van China op de Amerikaanse markt opnieuw duidelijk toen het land zijn politieke strategieën en handelsbelangen agressief verdedigde tegen een groeiende internationale kritische houding.

Een belangrijk aspect van de Chinese strategie betreft de buitenlandse investeringen en de politieke invloed die hiermee gepaard gaat. In dit verband moet de Foreign Investment Risk Review Modernization Act (FIRRMA) van 2018 worden genoemd, die China’s pogingen om via investeringen invloed uit te oefenen, nauwlettend volgt. Deze wetgeving heeft als doel om buitenlandse bedrijven, vooral die afkomstig uit China, onder striktere controle te stellen om de veiligheid van nationale belangen te waarborgen. De buitenlandse investeringen van China in de VS, bijvoorbeeld, hebben vaak geleid tot verzet van politici en bedrijven die zich bedreigd voelen door de potentiële geopolitieke implicaties van dergelijke investeringen. De zorgen over Chinese invloed in belangrijke Amerikaanse industrieën zijn dan ook een voortdurende bron van conflict tussen de twee landen.

Er zijn ook tal van gevallen waarin China via directe en indirecte middelen invloed uitoefent op internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De Chinese invloed op de Wereldgezondheidsorganisatie werd bijvoorbeeld al eerder genoemd in verband met de coronapandemie en de verwarring die rondom de oorsprong van het virus heerste. De Chinese houding ten opzichte van deze crisis werd door veel westerse landen bekritiseerd, waarbij men erop wees dat het land cruciale informatie achterhield of vervormde om politieke redenen.

China’s economische diplomatie is niet beperkt tot alleen de regio Azië. In Europa en Noord-Amerika zien we ook een verschuiving in de houding van bedrijven en politici die zich afvragen of samenwerking met China de juiste keuze is. De recente handelsgeschillen tussen de VS en China zijn slechts het topje van de ijsberg als het gaat om de spanningen die gepaard gaan met de Chinese strategieën op het wereldtoneel. De inzet van China voor technologie, bijvoorbeeld in de context van Huawei, toont aan hoe technologische innovaties gepaard gaan met geopolitieke ambities. De spanning rondom Huawei’s aanwezigheid in de VS is een voorbeeld van hoe een technologisch bedrijf wordt gebruikt als politiek instrument.

Naast de diplomatieke en economische aspecten is de culturele invloed van China eveneens van belang. De Chinese regering heeft zijn invloed in buitenlandse media, universiteiten en zelfs in politieke campagnes geïntensiveerd. Dit kan niet los worden gezien van de bredere strategie van China om zijn "zachte macht" uit te breiden. Dit betreft niet alleen economische voordelen, maar ook de mogelijkheid om het wereldbeeld van andere landen te beïnvloeden, vaak via culturele initiatieven of onderwijsprogramma’s die in het buitenland worden gepromoot.

Toch moet men erkennen dat de Chinese benadering van buitenlands beleid vaak als assertief en zelfs agressief wordt beschouwd. De voortdurende spanningen over kwesties zoals de Zuid-Chinese Zee, de behandeling van minderheden in Xinjiang en de politieke situatie in Hongkong dragen bij aan een klimaat van wantrouwen tussen China en andere landen. De Chinese reactie op kritiek is vaak hard, waarbij het land snel gebruikmaakt van economische sancties of diplomatieke tegenmaatregelen om zijn invloed te behouden.

Het is belangrijk voor landen om zich bewust te zijn van de subtiele manieren waarop China zijn invloed uitbreidt. De geopolitieke risico’s die hiermee gepaard gaan, kunnen van land tot land verschillen, maar de kern blijft hetzelfde: China is vastbesloten om zijn wereldmacht te consolideren, en dit doet het niet alleen met militaire kracht, maar met een combinatie van diplomatie, economische invloed en culturele uitwisseling. Het vermogen om dit spel te spelen, vereist een grondig begrip van de internationale machtsverhoudingen en de bereidheid om flexibel en strategisch te reageren.

Hoe de invloed van China in de Amerikaanse politiek door familierelaties en zakelijke belangen wordt aangewend

De invloed van China in de Amerikaanse politiek heeft zich in de afgelopen decennia op subtiele en soms schokkende manieren gemanifesteerd. Terwijl de wereld kijkt naar de grote politieke en economische interacties tussen de twee landen, komen er verhalen naar voren die de complexiteit van deze relaties blootleggen. Een van de opmerkelijke aspecten van deze invloed is hoe familiebanden en zakelijke belangen met China zich verweven in de Amerikaanse politieke wereld, met name door prominente Amerikaanse figuren zoals Neil Bush, Jimmy Carter en Elaine Chao.

Neil Bush, de jongere broer van voormalig president George W. Bush, werd in 2003 betrokken in een rechtszaak waarin hij toegaf seks te hebben gehad met verschillende vrouwen in Thailand en Hong Kong tijdens zakelijke reizen. Deze vrouwen zouden zich hebben aangediend in hotels tijdens zijn verblijf, een situatie die veel lijkt op wat bekend staat als een “honeypot”-operatie, waarbij seks wordt gebruikt als een middel om doelen te compromitteren. Dit roept vragen op over de kwetsbaarheid van invloedrijke mensen voor manipulatie, waarbij privéleven en publieke rol elkaar kunnen overlappen op manieren die de stabiliteit van politieke beslissingen kunnen beïnvloeden.

Daarnaast is er het voorbeeld van Jimmy Carter, wiens Carter Center inmiddels fungeert als een invloedspost voor pro-Chinese operaties in de Verenigde Staten. Het Center heeft samenwerkingen opgebouwd met instituten die banden onderhouden met China’s ministerie van Staatsveiligheid en met quasi-gouvernementele organisaties zoals de Chinese Volksvereniging voor Vriendschap met Buitenlandse Landen (CPAFFC). Dit heeft geleid tot zorgen over de integriteit van zijn centrum, dat regelmatig samenwerkt met organisaties die de belangen van China bevorderen. Dit was bijvoorbeeld het geval in 2019, toen de George H. W. Bush Foundation de eerste George H. W. Bush Award voor Staatsmanschap in de Amerikaanse-Chinese betrekkingen aan Jimmy Carter toekende, wat de banden tussen de voormalige presidenten en China verder verstevigde.

Deze vormen van invloed lijken zich ook te manifesteren in de politiek van de Verenigde Staten, met name via de Chao-familie, die een sleutelrol speelt in het begrijpen van hoe de geld- en machtsstromen tussen Beijing en Washington elkaar beïnvloeden. Elaine Chao, de Amerikaanse minister van Vervoer onder president Donald Trump, is getrouwd met Mitch McConnell, de Republikeinse leider in de Senaat. Haar familie, geleid door haar vader James Chao, die een succesvolle scheepvaartmaatschappij opbouwde, heeft nauwe zakelijke banden met China. Het blijkt dat haar familie meer dan 300 miljoen dollar heeft ontvangen van de China Export-Import Bank. Dit heeft geleid tot serieuze zorgen over belangenconflicten, aangezien Chao haar functie in de regering had terwijl haar familie zakelijke banden onderhield met China.

Er zijn meerdere incidenten waarbij deze belangenconflicten de publieke en politieke sfeer hebben beïnvloed. Zo boekte Elaine Chao een officiële reis naar China en vroeg ze de Amerikaanse regering om haar familieleden in officiële ontmoetingen te betrekken, wat de schijn van belangenverstrengeling versterkte. Bovendien werd duidelijk dat ze een aanzienlijke donatie van haar familie ontving voor de verkiezingscampagnes van haar man, Mitch McConnell, en dat haar familie voortdurend invloed uitoefende in de politiek van zowel de VS als China.

De Chao-familie heeft de Amerikaanse droom belichaamd – van immigratie naar de Verenigde Staten en succes op basis van hard werken en ondernemerschap. Toch is het duidelijk dat hun politieke en zakelijke activiteiten vaak in het grijze gebied liggen van wat ethisch en legaal acceptabel is in een democratische samenleving. James Chao, een immigrant uit Shanghai, is een symbool geworden van zowel de Chinese diaspora als van de invloed van China op de Amerikaanse politiek. De verbindingen tussen de Chao’s en de Chinese overheid zijn moeilijk te negeren, en ze vormen een cruciaal onderdeel van het bredere patroon van Chinese invloed die steeds prominenter wordt in de Amerikaanse politiek.

De groeiende invloed van China op Amerikaanse politieke elites toont aan hoe macht en geld de traditionele grenzen tussen landen kunnen oversteken. Belangenconflicten, familierelaties en zakelijke ondernemingen kunnen de politieke besluitvorming op subtiele maar belangrijke manieren beïnvloeden. De vraag die blijft hangen, is hoeveel deze privébelangen de democratische processen en de integriteit van de Verenigde Staten onder druk zetten. Het is duidelijk dat de kracht van politieke netwerken en financiële allianties niet altijd zichtbaar is voor het grote publiek, maar de gevolgen ervan zijn vaak ingrijpend en verstrekkend.

Het is van groot belang voor lezers te begrijpen dat de verwevenheid van politieke en zakelijke belangen met buitenlandse machten zoals China niet slechts een kwestie is van individuele handelingen of toevallige gebeurtenissen. Het vormt een systeem van invloed die langetermijneffecten kan hebben op de manier waarop landen met elkaar omgaan, vooral op het gebied van handel, diplomatie en nationale veiligheid. Het is essentieel om te kijken naar de bredere context van deze relaties, waarbij de persoonlijke belangen van invloedrijke figuren zich vaak in de schaduw van publieke functies verschuilen, maar toch een enorme impact kunnen hebben op de koers van het beleid en de politieke toekomst.

Welke geheimen verbergen muismodellen over het ontstaan van SARS-CoV-2?

De studie waarin muismodellen werden ingezet om COVID-19 te onderzoeken, onthult een complex en deels verborgen verhaal over wetenschappelijk onderzoek in China voorafgaand aan de pandemie. Hoewel er in het onderzoek werd aangegeven dat geen van de muizen stierf en zij slechts symptomen vertoonden die lijken op menselijke COVID-19, lag daar een dieperliggende implicatie verscholen. De gebruikte muismodellen waren namelijk ouder dan verwacht, wat suggereert dat deze modellen al maanden voor de officiële identificatie van SARS-CoV-2 waren ontwikkeld. Dit roept vragen op over de transparantie van de onderzoekers en het doel van hun voorafgaande studies.

In het verleden waren muismodellen met menselijke ACE2-receptoren al gangbaar in coronavirussenonderzoek, maar de Chinese wetenschappers rapporteerden niet dat zij dergelijke modellen specifiek hadden ontwikkeld voor SARS-achtige coronavirussen vóór de uitbraak. Dit gebrek aan openheid wekt argwaan, omdat het vermoeden bestaat dat men al langer experimenteerde met zulke modellen zonder dit toe te geven. Het feit dat oudere muizen ernstigere symptomen vertoonden dan jongere, illustreert de mate van verfijning van deze experimenten en bevestigt dat de muismodellen gestructureerd waren met het oog op langdurige observaties.

De implicaties van deze ontdekkingen reiken verder dan enkel de ontwikkeling van experimentele modellen. Ze wijzen op een omvangrijke en grotendeels onbekende onderzoeksactiviteit in Chinese laboratoria, waarbij met coronavirussen werd geëxperimenteerd in omstandigheden die mogelijk niet voldeden aan de strengste veiligheidsnormen. Dit verhoogt de mogelijkheid dat de SARS-CoV-2-pandemie deels het gevolg is van menselijke handelingen, zoals het gebruik van genetisch gemodificeerde dieren en zogenaamde gain-of-function-onderzoeken, waarbij virussen worden aangepast om hun eigenschappen te versterken of te veranderen.

De onderzoekspraktijken in laboratoria zoals die in Wuhan tonen aan dat er jarenlange experimenten zijn geweest met muismodellen die het menselijke ACE2-receptorpatroon nabootsen. In dat kader is het opvallend dat er weinig tot geen publicaties zijn over het werk met het virus BtCoV/4991 (RaTG13), dat de naaste bekende verwant van SARS-CoV-2 is. Het ontbreken van data en het onvermogen om virale monsters beschikbaar te stellen, draagt bij aan de scepsis over de oorsprong van het virus en de volledigheid van de wetenschappelijke verslaglegging.

Daarnaast wijzen kritische onderzoekers op de mogelijke manipulatie van gegevens om een natuurlijke overdracht van het virus van vleermuizen op mensen te ondersteunen. De beschrijving van RaTG13 bevat hiaten en tegenstrijdigheden, wat suggereert dat het verhaal over de zoonotische oorsprong van SARS-CoV-2 niet volledig sluitend is. Deze mix van onvolledige informatie, gebrek aan transparantie en het ontbreken van bewijs vormt een uitdaging voor het internationale wetenschappelijke veld en belemmert een heldere reconstructie van het ontstaan van de pandemie.

Het is cruciaal om te begrijpen dat de complexiteit van dit onderzoek niet alleen draait om het virus zelf, maar ook om de wijze waarop laboratoria omgaan met risicovolle experimenten en de ethiek rond biosafety. De technische vooruitgang in genetische manipulatie en diermodellen opent ongekende mogelijkheden, maar brengt ook serieuze veiligheidsrisico’s en verantwoordelijkheden met zich mee. Dit vraagt om internationale samenwerking, transparantie en strengere controles om toekomstige uitbraken te voorkomen en het vertrouwen in wetenschappelijk onderzoek te herstellen.

Hoe de China-VS-relatie werd beïnvloed door de pandemie en de politieke dynamiek

China strafte Australië economisch door het boycotten van rundvleesimporten, wat een zware klap was voor de Australische economie te midden van de pandemiecrisis. Voor sommigen binnen de Amerikaanse regering, die hadden verlangd naar een agressief, door de VS geleide tegenaanval tegen China's aanval op de wereldorde, was dit een zegen. Toch was de Verenigde Staten niet volledig in staat om te profiteren van de negatieve gevoelens die China wereldwijd opbouwde, omdat er thuis te veel negatieve gevoelens werden gecreëerd door de Trump-regering. De strategie van Beijing was gericht op het maken van het beste van een slechte situatie, terwijl de benadering van Washington leek bij te dragen aan het verergeren van de situatie.

President Trump zette zijn beleid door, met het opschorten van de Amerikaanse bijdragen aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als straf voor diens vermeende pro-Beijing houding en het volledig terugtrekken van de Verenigde Staten uit de organisatie, wat op zo'n acuut internationaal gezondheidsprobleem absoluut niet voordelig was. Minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo weigerde akkoord te gaan met een G7-verklaring over de pandemie, onder andere omdat andere G7-landen weigerden het virus de naam "Wuhan-virus" te geven. Trump, die oorspronkelijk de G7-top in juni 2020 zou hosten, stelde deze eerst uit tot september en annuleerde deze later geheel, een onverwachte zet die de relaties met bondgenoten verder onder druk zette. Het zomerseizoen van 2020 liet duidelijk zien dat Amerikanen, zowel van de Democraten als de Republikeinen, zich steeds negatiever opstelden tegenover China als gevolg van de pandemie en pleitten voor een strengere Amerikaanse houding ten opzichte van Beijing.

Voor de Democraten was dit een lastig vraagstuk. Ze wilden wel een strengere lijn trekken tegen China, maar tegelijkertijd vermijden ze de indruk te wekken dat ze China bestraften vanwege de pandemie, wat als een bevestiging van Trump’s pogingen om de verantwoordelijkheid voor zijn eigen tekortkomingen in de crisis af te schuiven, gezien zou kunnen worden. Er was ook echte bezorgdheid dat Trump’s anti-Chinese retoriek bijdroeg aan een stijging van aanvallen op Aziaten en Aziatische Amerikanen. Desondanks slaagde het Democratisch gecontroleerde Huis erin een aantal wetgeving te passeren over Tibet, de Oeigoeren en Hong Kong, die brede bipartisan steun kreeg. Wanneer de Republikeinen echter wetgeving voorstelden die probeerde China verantwoordelijk te stellen voor de uitbraak van het virus of oproepen tot onderzoeken naar de oorsprong van het virus, verbood Huisvoorzitter Nancy Pelosi haar partijgenoten om samen te werken met de Republikeinen. Dit leidde zelfs tot situaties waarbij Democratische congresleden, zoals Seth Moulton, zich genoodzaakt zagen hun handtekening van een voorstel te verwijderen na druk van hun partijgenoten.

De coronapandemie bleek ook de opkomende bipartisanschap over China binnen het Congres te ondermijnen. Beide partijen werkten al meer dan een jaar aan het opzetten van een nieuwe taskforce om het beleid te coördineren en belangrijke wetgeving door te voeren. Maar vlak voor de officiële aankondiging trok de Democratische partij zich terug. Trump leek deze breuk in bipartisanschap verder te verergeren door zijn racistische uitspraken, waarbij hij termen zoals "Kung Flu" gebruikte op zijn rallies. De Biden-campagne veranderde van beschuldigingen dat Trump te hard was voor China naar beschuldigingen dat hij te toegeeflijk was jegens Xi in de vroege stadia van de pandemie.

Tegen de tijd van de Republikeinse conventie in augustus 2020 was China het centrale thema. Trump benoemde herhaaldelijk het "China-virus" en zijn zoon Donald Trump Jr. haalde een verklaring aan van een senior inlichtingenfunctionaris die suggereerde dat de Chinese leiding Trump liever zag verliezen vanwege zijn “onvoorspelbaarheid.” Nikki Haley verklaarde dat Biden "goed is voor het Communistische China," terwijl Trump juist als "streng voor China" werd gepresenteerd.

Het was duidelijk dat, ongeacht wie de presidentsverkiezingen van november 2020 zou winnen, de relatie tussen de VS en China voor altijd veranderd zou zijn. De basisprincipes van de relatie zouden niet meer draaien om samenwerking en een “win-win” mentaliteit, maar eerder om een politieke en economische rivaliteit. De Biden-campagne adverteerde met een China-beleid dat enkele elementen van Trump’s competitieve benadering zou behouden, maar tegelijkertijd zouden ze zich meer richten op multilaterale strategieën en allianties. Het was echter duidelijk dat er geen weg terug was naar de benadering van de Obama-regering van 2016, waarin de relatie met China voornamelijk was gebaseerd op samenwerking en het onder de mat vegen van ongemakkelijke kwesties.

Het was bekend dat het beleid van de Biden-administratie binnen de partij verdeeld zou zijn. Aan de ene kant waren er oud-Obama-bewindslieden die nog steeds een meer pragmatische benadering van China prefereerden, terwijl andere, zoals Kurt Campbell, aandrongen op een striktere lijn. Deze interne conflicten zouden waarschijnlijk pas opgelost worden als Biden daadwerkelijk de verkiezingen zou winnen. Zelfs als de meer Beijing-vriendelijke adviseurs van Biden de sleutelposities zouden bekleden, zouden zij niet in staat zijn om de groeiende bezorgdheid over China in de VS tegen te houden. De spanningen en de politieke polarisatie over China zouden blijven oplopen, wat een uitdagende taak voor de komende administratie zou vormen.

De trends van oplopende spanning, druk tot decoupling van de wereldeconomie en de toenemende politicisatie van het China-vraagstuk binnen Washington zouden in de toekomst blijven versnellen. Het zou aan de nieuwe regering zijn om deze trends te beheren op een manier die een directe confrontatie vermijdt, die door geen van de twee zijden gewild was.