In januari 2017 stonden twee figuren uit de Amerikaanse nationale veiligheidswereld, Susan Rice en Michael Flynn, tegenover elkaar op het podium van het United States Institute of Peace, om deel te nemen aan een ritueel dat een symbolisch moment van machtsoverdracht markeerde. Dit ritueel, de "Passing the Baton" conferentie, werd georganiseerd door George W. Bush's voormalige nationale veiligheidsadviseur, Steven Hadley, en vertegenwoordigde de overgang van de ene administratieve periode naar de volgende, een moment waarop de focus veelal ligt op het herstel van de traditionele diplomatieke benaderingen en de onwrikbare toewijding aan de nationale veiligheid van de Verenigde Staten.
Rice, in haar rol als voormalig adviseur van president Obama, schetste de buitenlandse politiek van de vorige administratie als een groot succes, waarbij ze de nadruk legde op de zogenaamde "rebalancing" naar Azië, de samenwerking met China en de steun voor het Trans-Pacific Partnership. Dit waren hoogtepunten van een beleid dat benadrukte hoe de VS zich moesten positioneren in een steeds complexer wordende internationale arena. Haar benadering van China was pragmatisch en gericht op samenwerking. Ze stelde dat de relatie met China complex, maar ook coöperatief was, een boodschap die ze naar de nieuw aangetreden regering Trump probeerde over te brengen.
De tegenstelling tussen Rice’s visie en die van Flynn was echter duidelijk. Flynn, die destijds de rol van nationale veiligheidsadviseur onder Trump zou gaan vervullen, had al tijdens de campagne duidelijk gemaakt dat zijn prioriteit lag bij het tegengaan van de invloed van China. Hij beschouwde Rusland als een afnemende macht en stelde dat het niet de grootste bedreiging voor de VS vormde. In tegenstelling tot het Obama-beleid, dat de geopolitieke belangen van China probeerde te omarmen door middel van economische en diplomatieke samenwerking, zag Trump China als een existentiële bedreiging die onmiddellijk moest worden aangepakt.
Tijdens de ceremonie in januari 2017 werd Flynn geprezen door het establishment. Hij was voor velen een onverwachte speler die de traditionele diplomaten met hun lange geschiedenis van buitenlandse betrekkingen had verworpen. De symboliek van deze overgang was echter diepgaand: Flynn, een voormalig buitenstaander, werd nu omarmd door degenen die ooit tegen zijn ideeën waren. Dit symboliseerde de breuk tussen het oude en nieuwe Amerikaans buitenlands beleid.
Het moment waarop Trump zijn inaugurele toespraak hield op 20 januari 2017, was voor velen de bevestiging van de nieuwe koers die de VS onder zijn leiding zouden volgen. In zijn beroemde toespraak sprak hij over "America First", waarbij hij de nadruk legde op het beëindigen van de “Amerikaanse slachting” en het herstellen van de verloren glorie van de natie. Deze retoriek, vol beloftes van economisch herstel en nationale soevereiniteit, zou niet alleen het binnenlandse beleid beïnvloeden, maar ook de relaties van de VS met de rest van de wereld grondig veranderen. Trump’s visie voor het buitenlands beleid was erop gericht Amerika’s belangen centraal te stellen, wat leidde tot een fundamentele herziening van de multinationale overeenkomsten die sinds de Tweede Wereldoorlog het Amerikaanse buitenlands beleid hadden gedefinieerd.
De reacties van andere landen, met name China, waren gemengd. Beijing had verwacht dat Hillary Clinton de verkiezingen zou winnen, een leidster die, hoewel kritisch over China, een zekere mate van voorspelbaarheid bood in haar diplomatieke benadering. Trump, daarentegen, was een onbekende factor. Terwijl China zich voorbereidde op een verdere uitbreiding van zijn invloed wereldwijd, was het niet klaar voor een mogelijke economische confrontatie met de Verenigde Staten. In de beginjaren van de Trump-administratie werden de buitenlandse zaken moeilijker te voorspellen, vooral omdat het team van Trump verdeeld was over hoe om te gaan met China. Aan de ene kant stonden de 'hawks' zoals Steve Bannon en Peter Navarro, die een hardere benadering van China voorstonden, terwijl de meer gematigde stemmen in het team, zoals Jared Kushner en Steven Mnuchin, zich zorgen maakten over de gevolgen van deze confrontatie.
Deze verdeeldheid binnen de Trump-administratie was het gevolg van de grote veranderingen die het buitenlandse beleid doormaakte. Waar onder Obama een multinationale, diplomatieke benadering werd gevolgd, zette Trump in op bilaterale onderhandelingen, waarbij nationale belangen boven globale stabiliteit werden geplaatst. Dit resulteerde in een periode van onzekerheid, zowel voor de VS als voor haar bondgenoten, die zich moesten aanpassen aan de nieuwe realiteit van Amerika’s buitenlands beleid.
Wat hierbij niet mag worden vergeten, is de diepere verandering in de Amerikaanse houding ten opzichte van de wereld. Het idee van Amerikaanse uitzonderlijkheid, dat altijd de basis was van het Amerikaanse buitenlands beleid, werd in twijfel getrokken. De nadruk op ‘America First’ betekende een breuk met het idee dat de VS als gids en verdediger van democratieën wereldwijd moesten optreden. Dit was niet slechts een wijziging in de toon of het beleid, maar een fundamentele herziening van hoe de VS zichzelf positioneerde op het wereldtoneel.
Wat de opkomst van China betekent voor de wereldveiligheid en de toekomst van de VS
Dit is hun verhaal. Maar het is ook het verhaal van hoe gewone Amerikanen uit alle lagen van de samenleving zich in de afgelopen vier jaar langzaam bewust werden van het feit dat de opkomst van China en de strategie van de Chinese Communistische Partij (CCP) geen verre kwesties meer zijn, maar nu directe en onmiddellijke uitdagingen vormen voor hun veiligheid, welvaart, vrijheid en publieke gezondheid. Deze realisatie is niet alleen beperkt tot de Verenigde Staten; mensen in landen over de hele wereld ondergaan dit besef ook. De Trump-administratie speelde de eerste ronde in dit nieuwe geopolitieke spel, voor beter of voor erger. Maar toekomstige regeringen zullen het stokje moeten overnemen en hopen een strategie te ontwikkelen die zowel het hele land als hun bondgenoten kunnen omarmen. Veel carrièrefunctionarissen op het gebied van nationale veiligheid zijn zich al lang bewust van de dreiging en roepen al jaren op tot een bredere reactie.
De wereld stond op zijn kop na de verrassende verkiezingsoverwinning van Donald Trump op 8 november 2016. Dit liet iedereen—zowel in de Verenigde Staten als in China—in onzekerheid achter over welk type leider hij zou zijn, en of zijn harde campagne-retoriek over China de basis zou vormen voor een nieuw buitenlands beleid van de VS. De eerste signalen over wat een Trump-presidentschap in de praktijk zou inhouden, kwamen al snel, en in de tien weken tussen zijn verkiezing en zijn inauguratie op 20 januari 2017, werd het duidelijk dat de betrekkingen tussen de VS en China geen rustige koers zouden volgen. De overgangsperiode toonde een president die al chaos creëerde en een team van adviseurs dat verwikkeld was in een interne strijd om controle over het beleid en de aandacht van de president.
De relatie tussen de twee hoofdsteden werd al snel een vroeg slachtoffer van deze chaos in Washington. Toen de Chinese diplomaat Yang Jiechi zijn Amerikaanse tegenhangers op 9 december 2016 berispte tijdens een ontmoeting in het kantoor van Jared Kushner, was hij niet alleen bezig met het vaststellen van de basis van hun relatie, maar ook met het overbrengen van de intense onvrede van de Chinese regering over een van de eerste officiële handelingen van de Trump-administratie ten opzichte van China. Iedereen begreep waarom de Chinese leiders boos waren, maar Yang maakte het duidelijk: precies een week eerder had president-elect Trump een felicitatiegesprek gehad met de Taiwanese president Tsai Ing-wen. Deze kleine actie had vier decennia van precedent gebroken en zorgde voor schokgolven in Washington en Azië.
Beijing beschouwt Taiwan als een afvallige provincie die uiteindelijk weer onder controle van China zou moeten komen. De meerderheid van de Taiwanese bevolking beschouwt zichzelf echter niet als Chinees; het eiland is nooit door de CCP bestuurd en heeft een cultuur die verschilt van die van vasteland-China. Het is een complex geopolitiek vraagstuk, waarbij elke interactie tussen Washington en Taipei aanleiding geeft voor diplomatieke protesten. Het feit dat Trump zo openlijk met de Taiwanese president communiceerde, veroorzaakte veel speculatie: was het een strategische zet of een onhandige vergissing? Het gevolg was echter duidelijk: Trump had onmiddellijk een belangrijk onderwerp in de VS-China concurrentie opgegeven, zonder daar iets voor terug te krijgen.
In het eerste jaar van zijn presidentschap was het Witte Huis een doolhof van verwarring. Zoals in de Japanse film Rashomon, werd elk verhaal vanuit verschillende perspectieven verteld, en zelfs wanneer alle vertellers geloofden dat ze de waarheid vertelden, verschilden de verhalen vaak aanzienlijk. Deze concurrerende verhalen—naast de geautoriseerde en niet-geautoriseerde lekken, leugens en de nevel van verwarring—zorgden ervoor dat elk verhaal over de Trump-administratie in dat eerste jaar verminkt werd, zowel in de berichtgeving als door de andere versies die opkwamen. Het telefoontje met Taiwan werd door veel media als een mislukking beschouwd, terwijl anderen suggereerden dat Trump opzettelijk de confrontatie met China zocht.
De kern van deze gebeurtenissen ligt in de vraag wat de werkelijke gevolgen zijn van de Amerikaanse benadering van China en Taiwan. In deze periode werd duidelijk dat de VS een nieuwe benadering van China nodig had, een die niet alleen betrekking heeft op de Chinese economische en militaire macht, maar ook op de ideologische strijd tussen liberale democratieën en autoritaire regimes. De confrontaties die toen werden begonnen, zullen de toon zetten voor de volgende decennia van geopolitieke rivaliteit.
China’s groeiende invloed en de geopolitieke strategieën van de CCP beïnvloeden niet alleen de veiligheid van de VS, maar ook de wereldorde als geheel. Het is belangrijk te begrijpen dat de gevolgen van de Amerikaanse reactie op China niet beperkt blijven tot enkel militaire of diplomatieke strategieën. Ze raken ook de economie, handel, technologie en zelfs de publieke gezondheid. De opkomst van China vereist dat andere landen, inclusief de VS, zichzelf herdenken en zich aanpassen aan de snel veranderende wereldpolitiek, waarin oude geopolitieke zekerheden niet meer gelden.
Hoe Xi Jinping's Beleid de Chinees-Amerikaanse Betrekkingen Vormt
Xi Jinping, sinds zijn aanstelling als president van de Volksrepubliek China in 2013, heeft zich gepositioneerd als een van de meest invloedrijke leiders in de moderne geopolitiek. Zijn beleidsaanpak, zowel binnenlandse als buitenlandse, heeft niet alleen de richting van China zelf bepaald, maar ook de relaties van het land met andere grote wereldmachten, met name de Verenigde Staten. De politieke en economische strategieën van Xi hebben de wereld geconfronteerd met nieuwe vormen van diplomatie en conflicten, waarbij de balans tussen samenwerking en confrontatie het fundament vormt van de geopolitieke dynamiek.
Xi’s eerste grote toespraak als partijleider, gehouden in 2012, benadrukte de noodzaak van een sterk China dat zichzelf zowel economisch als politiek zou versterken. Dit kwam tot uiting in zijn nadruk op de 'Chinese Droom' – een visioen voor een welvarend en machtig China dat zijn wereldwijde invloed verder uitbreidt. Dit ideaal wordt sterk ondersteund door zijn aanpak van binnenlandse hervormingen en economische groei, maar ook door zijn buitenlandse beleid dat steeds assertiever werd. Het 'One Belt One Road'-initiatief, de militaire modernisering en de nadruk op technologische innovatie zijn slechts enkele van de pijlers van deze ambitie.
Xi Jinping heeft echter niet alleen binnenlandse macht weten te consolideren, maar heeft ook de diplomatieke betrekkingen met de Verenigde Staten en andere westerse landen onder druk gezet. In de context van de VS is de relatie complex, gekarakteriseerd door zowel confrontaties als pogingen tot strategische samenwerking. De Chinese cyberaanvallen op Amerikaanse infrastructuren, de spanningen rondom de Zuid-Chinese Zee en de handelsoorlog onder Trump, evenals de recente vraagstukken rondom Taiwan, hebben de relatie verder gecompliceerd. Xi’s harde lijn ten opzichte van 'externe inmenging' en 'onrechtvaardige behandeling' van China is een centraal thema in zijn leiderschap.
In 2015, tijdens een belangrijke bijeenkomst tussen Xi en de Amerikaanse president Barack Obama, werden meerdere zaken besproken, van cyberveiligheid tot klimaatverandering. Dit was echter niet zonder spanningen. Het verdrag over cyberaanvallen dat tussen de twee landen werd gesloten, markeerde een poging om de strategische rivaliteit te beheersen, maar de spanningen bleven bestaan, vooral door het idee van de 'Thucydides Trap', een concept geïntroduceerd door de Amerikaanse politoloog Graham Allison, dat stelt dat een opkomende macht (China) onvermijdelijk in conflict komt met een gevestigde macht (de VS).
Tijdens de presidencies van zowel Obama als Trump heeft China zijn invloed op het wereldtoneel vergroot, maar ook een morele strijd gevoerd over zijn eigen waarden. Xi's oproepen tot het beschermen van het 'socialisme met Chinese kenmerken' tegen westerse invloeden staan centraal in zijn ideologie. Documenten zoals 'Document 9', dat uitdrukkelijk waarschuwde tegen de verspreiding van westerse democratische ideeën, geven inzicht in hoe de Chinese Communistische Partij onder Xi zich blijft distantiëren van wat zij als buitenlandse politieke inmenging beschouwt.
Daarnaast heeft Xi zich als strategisch denker gepresenteerd in de wereld van geopolitiek, waar hij een sterke focus legt op stabiliteit binnen Azië en uitbreiding van de invloed van China, ook op het Afrikaanse continent. Het werk van Joshua Eisenman over China's diplomatie in Afrika benadrukt de wijze waarop China zijn politieke en economische invloed wereldwijd heeft willen versterken. De Chinese betrokkenheid in Afrika, waar het land enorme investeringen heeft gedaan in infrastructuur en natuurlijke hulpbronnen, illustreert de breedte van Xi's ambitie.
Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat de wereld onder Xi’s regime niet slechts een arena is voor directe confrontaties, maar ook voor strategische allianties en technologische strijd. China’s toenemende nadruk op kunstmatige intelligentie, 5G-technologie, en de dominantie in de wereldhandel maakt het land tot een onmiskenbare speler op het wereldtoneel. Xi’s diplomatieke beleid richt zich dan ook niet enkel op economische dominantie, maar ook op het vestigen van politieke invloed en het creëren van strategische netwerken door middel van partnerschappen en investeringen.
De interactie tussen de VS en China is dan ook niet simpelweg een botsing van belangen, maar ook een conflict van waarden en wereldbeelden. De westerse ideologie van democratie en vrijheid komt steeds vaker in contrast te staan met Xi’s visie van controle en politieke stabiliteit. De recente spanningen rondom de kwestie van Taiwan en de rol van China als regionale macht benadrukken de kwetsbare balans tussen samenwerken en conflict in de Chinese buitenlandse politiek.
In deze context is het belangrijk te begrijpen dat de wereldwijde geopolitieke machtsverhoudingen, die onder invloed van China steeds meer verschuiven, zowel de toekomst van de mondiale economie als de internationale veiligheidsstructuren zullen beïnvloeden. Wat er van belang is in deze verschuivingen, is niet alleen de groeiende kracht van China zelf, maar ook de veranderende houding van andere landen, zoals India, Rusland en de EU, die hun eigen belangen moeten afwegen in het licht van deze nieuwe wereldorde.
Hoe een meester in gokken zijn gelijke ontmoet: het verhaal van Hop Wah en Dandy Dick
De Opkomst van Trump en de Klimaat van Angst: Immigratie, Economie en Populisme in de 21ste Eeuw
Hoe je Dynamische Formulieren in FastAPI Maakt met Conditie en Validatie
Wat maakt de maan en Mercurius bijzonder?

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский