Er is een onbekende magie in de lucht als Mamun de Grote zijn broer Al-Amin doodde en zijn eigen pad als kalief begon te banen, maar de gebeurtenissen rondom deze verandering brengen een dieper inzicht in de tradities die hem omarmen en de onverklaarbare krachten die de machtswisseling begeleiden. Dit is geen gewone heerschappij. Dit is een machtsstrijd die niet alleen over mensen gaat, maar ook over de diepgewortelde rituelen die eeuwenlang het politieke en religieuze landschap van Bagdad hebben bepaald.

Mamun, de nieuwe kalief, verwoordde zijn positie duidelijk: de Ovation-Parade, waarin hij met de dode lichaam van zijn broer Al-Amin reed, zou geen gewone optocht zijn. Deze optocht was een symbool van de overgang van macht, maar het was ook doordrenkt met de onverklaarbare kracht van de Mastiffs, de honden die hem begeleidden. Deze mastiffs, geïntroduceerd uit het mistige Anglia, waren niet de grootste honden ter wereld, maar hun rituele kracht was legendarisch. De Mastiffs zouden niet alleen de parade begeleiden, ze zouden ervoor zorgen dat de dode lichaam van Al-Amin niet vergeten werd. Deze honden waren meer dan simpelweg dieren; ze waren de bewakers van de doden, geleid door een dode kalief die niet zou sterven, zelfs als zijn lichaam dat deed. Ze zouden de geest van de overleden kalief voortdragen, de rituelen van de dode continueren en zelfs het goddelijke verhinderen om dichterbij te komen dan de honden zelf.

Mamun beschouwde zijn broer Al-Amin als een product van een noodlottige erfenis. De zoon van Harun al-Rashid, een man die in de verhalen vaak geassocieerd werd met demonen, was voor hem altijd meer dan een broer. Al-Amin had zijn eigen raadselachtige daden verricht, en zijn dood was volgens Mamun onvermijdelijk: een bloedige strijd, een ritueel dat het lot van de broers bezegelde. Mamun zou verder gaan, maar op zijn eigen manier, met zijn eigen regels.

Mamun stelde dat de mensen van Bagdad niet begrepen wie hij werkelijk was. In zijn ogen was hij niet de bloeddorstige man die de geruchten hem deden afschilderen, maar een rechtvaardige kalief, vol van mededogen en nederigheid. Desondanks zou hij niet ontsnappen aan de verwachtingen die aan zijn persoon verbonden waren. Als nieuwe heerser had hij de verantwoordelijkheid om de traditionele rituelen te omarmen, hoewel hij zelf weinig ruimte voor twijfel toeliet in zijn keuzes. De bloedige praktijk van het afsnijden van hoofden werd direct in zijn naam voortgezet, alsof het geen andere betekenis had dan de politieke symboliek van macht en overwinning.

Maar naast het politieke drama, bleef er een mysterie bestaan over de honden, de Mastiffs. Het feit dat deze honden niet alleen dieren waren, maar belichaamden wat de sterfelijkheid van de kalief zelf oversteeg, bleef iets dat de nieuwsgierigheid prikkelde. Er was iets dat de levenden en de doden met elkaar verbond, iets meer dan de dood zelf: de rituelen die deze honden uitvoerden waren essentieel voor de instandhouding van de macht en de orde in de wereld van Mamun de Grote.

De rol van Scheherazade, de vrouw die zowel de dood als het leven begreep, werd ook verhevigd door haar relatie met Mamun. Ze weigerde de rol van minnares of vrouw te accepteren op de manier die van haar verwacht werd. Ze vroeg zich af waarom Mamun zijn broer had gedood, en wat er werkelijk in de geest van een man speelde die zowel een kalief was als een dode die door honden werd omarmd. Haar afkeer van de situatie kwam niet alleen voort uit haar eigen ervaringen als vrouw van een doodse man, maar ook uit haar fascinatie voor de mysterieuze krachten die de wereld rondom haar vormden.

De tegenstelling tussen de uiterlijke gewelddadigheid en de innerlijke reflectie in de woorden van Mamun biedt een diepere betekenis over macht en de complexe relatie tussen de doden en de levenden. De dode kaliefen, de honden en de rituelen brengen de geschiedenis tot leven, maar ze vragen tegelijkertijd om een verklaring die verder gaat dan de oppervlakte. Wat betekent het om met de doden te regeren? Wat maakt een man werkelijk een kalief? Is het de kracht van de levende hand, of de rituelen die in stand worden gehouden, zelfs als de hand niet langer beweegt?

In deze nieuwe orde van Mamun, waarin de kracht van de honden gelijkstaat aan de macht van de kalief, blijft de vraag liggen: wat gebeurt er als de levenden niet meer de dominante krachten zijn, maar de doden en de rituelen die hen omarmen? En wat betekent het voor de mensen die leven onder de heerschappij van zo'n bijzondere machtsstructuur? De manier waarop Mamun zich presenteerde als een rechtvaardige leider met de woorden "de mensen lachen en spotten met mij, maar ik ben een nederige dienaar" toont de absurditeit van het politieke landschap dat zichzelf niet altijd serieus kan nemen, terwijl het tegelijkertijd zichzelf in stand houdt door het gebruik van oude en mysterieuze tradities.

In dit verhaal liggen de antwoorden niet in de daden van Mamun of de buitenwereld, maar in de innerlijke reflectie van de karakters, die voortdurend worstelen met de balans tussen leven en dood, macht en zwakte. De honden blijven de ware beheerders van de geschiedenis, de levende en dode elementen van macht verenigend in een duistere symbiose die de toekomst van Bagdad zal bepalen.

Wat is de betekenis van de Bagdad Mirage en de zoektocht naar realiteit onder illusies?

In de schaduw van de stad Bagdad, waar de straten doordrenkt zijn met modder en de symbolen van macht slechts schimmen van vergane grootheid zijn, is er een voortdurende strijd tussen het zichtbare en het onzichtbare. De stad, gebouwd uit klei en modder, belichaamt een diepgaande paradox: hoe kan men in een wereld van schijn proberen te bouwen aan een solide realiteit? Dit dilemma, zowel politiek als existentiële, vormt de kern van de overpeinzingen van de Kalief, die zichzelf afvraagt hoe een samenleving kan floreren te midden van illusies die, hoewel aantrekkelijk, uiteindelijk een fundamentele leegte verbergen.

Bagdad, zoals het zich aan ons presenteert, is de incarnatie van de 'Bagdad Mirage'. De opium, de hasj en de heroïne die de stad vullen, bieden niet alleen ontsnapping, maar maskeren de wrede waarheid van een plek die haar oude grootheid nooit heeft kunnen behouden. De inwoners van deze stad, zelfs haar heersers, zijn gevangen in een spel van illusie. De stad waarin alles, van de paleizen tot de fonteinen, slechts een afspiegeling is van de verwoeste werkelijkheid.

In dit systeem van illusies speelt 'Wench Narkos', de personificatie van verdovende middelen en hun verleidelijke kracht, een cruciale rol. Haar invloed maakt het mogelijk dat de stad blijft functioneren, ondanks haar gebreken. Zonder haar zouden de mensen zich misschien bewust worden van de onverschilligheid van hun situatie. Maar wat is het nut van een maatschappij die gebouwd is op een fundament van leugens? De vraag die de Kalief zich stelt, is niet alleen of dit de beste manier van regeren is, maar of er überhaupt een weg is naar een echte samenleving.

Het idee van de ‘harde mirage’, zoals deze werd waargenomen in oude beschavingen zoals Rome en Constantinopel, brengt de eeuwige vraag naar voren: kunnen samenlevingen echt opbouwen met niets anders dan een illusie? De Kalief stelt dat, hoewel de grote steden van de geschiedenis in feite niets meer waren dan mirages, ze soms in staat waren om iets waarheidsgetrouws te creëren—geen fysieke wonderen, maar menselijke prestaties. In Rome werd dit gedaan door middel van de legenden van grote mannen, gecreëerd door schrijvers als Livy en Plutarch. Maar zelfs deze grote mannen waren geen echte grootheden; ze waren slechts tijdelijke belichamingen van het idee van grootsheid.

Bij het nadenken over deze mirages, moeten we ons realiseren dat het niet de illusie zelf is die het probleem vormt, maar het onvermogen om de realiteit onder die illusies te herkennen. De Kalief begrijpt dat de meeste mensen, zelfs als ze de illusies doorzien, blijven leven in een wereld die hen beperkt tot het overleven binnen die illusies. Het creëren van echte betekenis, buiten de hallucinaties van rijkdom en macht, vereist een dieper begrip van wat het betekent om werkelijk vrij te zijn—om de ketenen van de illusie te breken.

De 'mierenhopen' van de stad, de oneindige herhalingen van hetzelfde, zijn een reflectie van de toestand van de mensheid. Wat we moeten begrijpen is dat vrijheid in deze context niet slechts het fysieke ontsnappen aan slavernij is, maar de bevrijding van de geest van haar eigen gevangenis. Zelfs degenen die zichzelf "vrij" noemen, zijn vaak vast in hun afhankelijkheid van de illusie die hen in stand houdt. De slaven die op de zevende dag hun vrijheid vragen, zijn slechts een weerspiegeling van de voortdurende menselijke zoektocht naar iets beters—maar wat ze vaak vinden, is slechts een tijdelijke oplossing voor een dieperliggend probleem.

Bovendien moeten we de rol van verhalen en kunst in dit proces niet onderschatten. In een wereld die wordt gedomineerd door illusie en schijn, kunnen verhalen een cruciale rol spelen in het onthullen van de verborgen waarheden die de samenleving onderdrukt. Dit is niet slechts een kwestie van vermaak of afleiding, maar van overleving en vernieuwing. De 'acteurs' van de wereld, zoals Mamun zelf, hebben de taak om niet alleen te spelen, maar om via hun rol de werkelijke betekenis van vrijheid, waarheid en macht te onthullen. Zij zijn de kunstenaars van de grote bagdadische illusie—de wevers van verhalen die uiteindelijk het potentieel hebben om een diepe verandering teweeg te brengen in hoe mensen zichzelf en hun wereld begrijpen.

Toch blijft de vraag hoe deze verwarde en gebroken samenleving verder kan. De oplossing ligt misschien niet in het vernietigen van de illusie, maar in het transformeren ervan. Wat is er nodig om van een 'hard mirage' naar een werkelijk gebouwde samenleving te gaan, waarin de mensen niet langer gevangen zitten in hun eigen misleiding? Dit is de essentie van de uitdaging waarmee de Kalief wordt geconfronteerd: hoe een echte, duurzame gemeenschap op te bouwen binnen de grenzen van wat vandaag de dag een ongrijpbare droom is.