In het proces van donkere fermentatie (DF) speelt hydrolyse een cruciale rol, aangezien het de beschikbaarheid van oplosbare organische componenten beïnvloedt, wat weer invloed heeft op de groei van micro-organismen. Het is bekend dat temperatuurvariaties een belangrijke impact hebben op de prestaties van verschillende microbiële soorten. In de meeste gevallen bevordert een hogere temperatuur de oplosbaarheid van organische stoffen, wat de hydrolyse fase in DF verbetert. Dit zorgt voor een efficiënter fermentatieproces (Jiang et al., 2013). Desondanks is het opmerkelijk dat sommige microbiële soorten zelfs bij een breed scala aan temperaturen, variërend van 10 tot 60 °C, goed presteren (Ho, 2014).

Onderzoek heeft aangetoond dat de optimale temperatuur voor de productie van vluchtige vetzuren (VFA) tussen de 20 en 40 °C ligt, wat valt binnen het mesofiele temperatuurgebied. Dit is gunstig voor de kosten-efficiëntie van het proces, omdat er geen externe energie nodig is om de temperatuur verder te verhogen (Zhou et al., 2018). Specifiek kan thermofiele temperatuur de selectiviteit van bepaalde VFA's beïnvloeden. Bijvoorbeeld, de productie van azijnzuur bereikt zijn piek bij 35 °C, terwijl propionzuur en boterzuur respectievelijk vooral bij 45 °C en 55 °C worden geproduceerd (He et al., 2012; Jiang et al., 2013). Desondanks kan het uitvoeren van DF bij thermofiele temperaturen de oplosbaarheid van ondersteunende hydrolyse bevorderen. Het is echter van belang om te erkennen dat bepaalde acidogene bacteriën gevoelig kunnen zijn voor deze drastische temperatuurvariaties, wat de productie van VFA's kan belemmeren (Strazzera et al., 2018).

De Hydraulische Retentietijd (HRT) verwijst naar de gemiddelde tijdsduur waarin de oplosbare componenten in de reactor aanwezig blijven. Dit is bepalend voor de dagelijkse doorstroomsnelheid waarbij het influent wordt behandeld. Het is gebleken dat het handhaven van een verhoogde HRT de acidogene fermentatie kan belemmeren, terwijl een te korte HRT leidt tot het wegspoelen van langzame bacteriën (Zhou et al., 2018). Het vinden van een optimale HRT is essentieel om de proliferatie van de dominante microben te bevorderen, zodat er voldoende tijd is voor de oplosbaarheid van de substraten, wat de productie van VFA's ten goede komt (Pandey et al., 2022). Onderzoek naar de VFA-samenstelling bij verschillende HRT-waarden heeft aangetoond dat kortere HRT's vooral azijnzuur opleveren, terwijl langere HRT's de productie van propionzuur bevorderen (Lim et al., 2008).

De Organische Laadcapaciteit (OLR) beïnvloedt de beschikbaarheid van koolstofsubstraten tijdens DF. Over het algemeen bevordert een hogere OLR de productie van VFA's, aangezien het de beschikbaarheid van substraten door de reactor verhoogt (Pandey et al., 2022). Echter, onderzoek heeft aangetoond dat de prestatieverbetering van VFA-productie slechts tot een bepaald punt standhoudt, waarna de prestaties beginnen af te nemen (Tang et al., 2016). Een mogelijke verklaring is dat een hogere OLR kan leiden tot een toename van de viscositeit van het medium, wat de interactie tussen microben en substraten beïnvloedt, waardoor de hydrolyse vertraagt (Lim et al., 2008). Bovendien kan de OLR tijdens DF de dominantie van een bepaald type VFA in de eindproducten veranderen. Lage OLR-waarden worden geassocieerd met verhoogde productie van propionzuur en boterzuur, terwijl hogere OLR-waarden de generatie van azijnzuur en valerzuur bevorderen (Jiang et al., 2013; Khan et al., 2016).

De Redox Potentiaal (ORP) van chemische soorten weerspiegelt hun vermogen om elektronen te doneren of te accepteren (Liu et al., 2013). Bij fermentatie kan de ORP een effectief hulpmiddel zijn om de aanwezigheid van zuurstof te bepalen en de groei van fermenterende micro-organismen te beïnvloeden. Het helpt bij het reguleren van metabolische processen en biedt inzichten in het type fermentatie die plaatsvindt, wat leidt tot de synthese van verschillende metabolieten in verschillende concentraties (Sim et al., 2023). Strikte anaeroben gebruiken vaak NADH om waterstofionen om te zetten in H2-gas, wat de theoretische opbrengst van H2 uit hexosen kan maximaliseren (Cao et al., 2022). De aanwezigheid van zuurstof kan de groei van anaerobe organismen verstoren, maar facultatieve anaeroben kunnen zelfs in zuurstofarme omgevingen groeien (Vongvichiankul et al., 2017).

De gasdruk in de bovenruimte (headspace pressure) van de reactor speelt ook een rol in de effectiviteit van het fermentatieproces. Lagere druk in de bovenruimte bevordert de activiteit van homoacetogene bacteriën die H2 en CO2 gebruiken om azijnzuur te produceren, wat leidt tot een efficiëntere benutting van energie in het fermentatieproces (Yin et al., 2014). Het optimaliseren van de druk en het combineren van fermentatie met een homoacetogeen reactor kan ook de hydrolyse verbeteren en bijdragen aan de productie van waardevolle bijproducten (Yuan et al., 2019).

Ten slotte heeft het gebruik van DF als technologie voor het omzetten van CO2 naar waardevolle producten grote belangstelling gewekt. Ondanks zijn potentieel om bio-brandstoffen en oplosmiddelen te produceren, zijn er thermodynamische beperkingen die de maximale waterstofproductie beperken en de commerciële toepassing ervan belemmeren. Het meeste van de DF-effluent bestaat uit VFA's, die verdere verwerking vereisen om afzonderlijke zuren te recupereren voor andere toepassingen (Kumar et al., 2018). Het verbeteren van deze processen door hybride strategieën kan bijdragen aan de optimalisatie van energieherstel en het bevorderen van de bredere bio-economie (Sravan et al., 2018).

Hoe Bio-elektrochemische Reactoren en Duurzame Energie Bronnen de Toekomst van Waterstof en Chemische Productie Vormgeven

Bio-elektrochemische reactors (BERs) vormen een veelbelovende technologie voor het duurzaam produceren van energie, waterstof en chemische verbindingen. Dit proces is gebaseerd op het gebruik van micro-organismen, die elektrochemische reacties mogelijk maken om organische stoffen af te breken en elektronen vrij te maken. Deze elektronen worden via een extern circuit geleid, wat resulteert in de productie van elektrische energie. In de anode van een microbiële brandstofcel (MFC) worden de micro-organismen geoxideerd, waarbij protonen worden gegenereerd en door een protonenuitwisselingsmembraan naar de kathode worden getransporteerd. Daar reageren ze met elektronen en een elektronacceptor, meestal zuurstof, om water te vormen.

De prestaties van microbiële brandstofcellen (MFC’s) hangen af van verschillende factoren, zoals de oppervlakte van de elektroden, de geleidbaarheid van de materialen en de nabijheid van de micro-organismen ten opzichte van het elektrodeoppervlak. Microbiële elektrolysecellen (MEC's), die primair gericht zijn op de productie van waterstof, volgen een soortgelijk mechanisme, maar met het verschil dat een extern voltage wordt toegepast om de thermodynamische drempel voor waterstofproductie te overwinnen. Dit voltage versnelt de overdracht van elektronen naar de kathode, waar ze protonen omzetten in waterstofgas. MEC’s kunnen hogere rendementen van waterstof opleveren dan traditionele fermentatiemethoden en worden daarom beschouwd als een veelbelovende technologie voor duurzame waterstofproductie.

Microbiële elektrosynthesesystemen (MES’s) daarentegen zijn ontworpen om de reducerende kracht van kathodische elektronen te benutten voor de omzetting van CO2 of andere eenvoudige moleculen in complexe organische verbindingen. Dit proces biedt een belangrijke bijdrage aan de circulaire koolstofeconomie door de afvang van broeikasgassen om te zetten in waardevolle chemicaliën en bio-brandstoffen. Het gebruik van dergelijke systemen kan het potentieel voor koolstofreductie aanzienlijk vergroten, wat essentieel is voor het verlagen van de wereldwijde CO2-uitstoot.

De keuze van elektrodematerialen speelt een cruciale rol in de efficiëntie van bio-elektrochemische processen. Een optimaal elektrode materiaal moet uitstekende elektrische geleiding, een groot oppervlak, biocompatibiliteit en chemische stabiliteit bieden. Koolstofmaterialen zoals grafiet, koolstofdoek en koolstofpapier worden vaak gebruikt vanwege hun uitstekende geleidbaarheid, grote oppervlak en relatief lage kosten. In veel gevallen is het echter nodig om deze materialen te bewerken om hun functionaliteit te verbeteren. Nanostructuurkoolstofmaterialen, zoals koolstofnanobuizen (CNT’s) en grafeen, bieden een aanzienlijk groter oppervlak en betere geleidbaarheid dan traditionele koolstofmaterialen. Door deze materialen in elektrodenstructuren te integreren, kan de hechting van micro-organismen worden verbeterd en de elektronenoverdracht sneller verlopen, wat leidt tot een hogere reactor efficiëntie.

Naast koolstofmaterialen worden ook metalen elektroden, zoals roestvrij staal, platina en goud, toegepast in bio-elektrochemische reactors. Deze metalen bieden uitstekende geleiding en stabiliteit, maar zijn vaak kostbaar en bieden mogelijk niet altijd de ideale oppervlakte voor kolonisatie door micro-organismen. Om deze beperkingen te overwinnen, worden metalen elektroden vaak gecoat of behandeld om hun interactie met micro-organismen te verbeteren. Het aanbrengen van een dunne laag geleidende polymeren of het integreren van metalen nanodeeltjes kan de prestaties van metalen elektroden verbeteren door de ruwheid van het oppervlak te vergroten en de hechting van micro-organismen te bevorderen.

Geleidende polymeren zoals polyaniline (PANI) en polypyrrole (PPy) worden vaak gebruikt voor de modificatie van elektroden. Deze polymeren kunnen op elektrodeoppervlakken worden aangebracht om een geleidend en biocompatibel oppervlak te creëren. Door de chemische en fysieke eigenschappen van de polymeren aan te passen, kunnen ze worden geoptimaliseerd voor specifieke toepassingen, wat de elektrochemische eigenschappen van de elektroden kan verbeteren, de hechting van micro-organismen kan bevorderen en de reactorprestaties kan verhogen.

Naast de materiaalkeuze is de structuur van de elektroden een belangrijk aspect voor de efficiëntie van bio-elektrochemische processen. Traditionele twee-dimensionale elektroden zoals platte koolstofplaten kunnen de oppervlakte voor micro-organismenbezetting en elektronentransfer beperken. In tegenstelling hiermee bieden driedimensionale elektroden, zoals koolstofschuim of metalen roosters, een veel groter oppervlak en verbeterde massatransporteigenschappen. Deze structuren bevorderen de kolonisatie van micro-organismen en zorgen voor een efficiëntere elektronentransfer, wat leidt tot een verbetering van de algehele reactorprestaties. Het ontwikkelen van hybride elektroden, die verschillende materialen en structuren combineren, kan synergistische effecten opleveren, waarbij de uitstekende geleiding van metalen, het grote oppervlak van nanomaterialen en de biocompatibiliteit van geleidend polymeren worden gecombineerd om de prestaties van de elektroden verder te verbeteren.

In de context van duurzame energieproductie, wordt de integratie van bio-elektrochemische reactors (BERs) met hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie en windenergie steeds belangrijker. Het gebruik van zonne-energie, bijvoorbeeld door fotovoltaïsche (PV) cellen, biedt een constante en betrouwbare energiebron voor bio-elektrochemische processen. Dit kan de stabiliteit en efficiëntie van de microbiële processen verbeteren en de productie van biofuels en chemicaliën bevorderen. Het koppelen van BERs met hernieuwbare energiebronnen stelt ons in staat om bio-elektrochemische processen te optimaliseren, waardoor de duurzaamheid van de technologie verder toeneemt.

De voortdurende ontwikkeling van bio-elektrochemische reactors en de integratie met hernieuwbare energiebronnen vereisen voortdurende onderzoeksinspanningen en innovaties. De zoektocht naar efficiëntere elektrodenmaterialen, nieuwe reactorontwerpen en het gebruik van zonne-energie kan de toekomst van deze technologie aanzienlijk verbeteren, wat bijdraagt aan de duurzame productie van waterstof, biofuels en de afvang en omzetting van CO2. Dit biedt veelbelovende perspectieven voor het verduurzamen van de energieproductie en het verlagen van de ecologische voetafdruk van industriële processen.

Hoe werkt de fermentatie van aceton, butanol en ethanol (ABE) en wat zijn de uitdagingen van elektro-fermentatie bij biobrandstofproductie?

De fermentatie van aceton, butanol en ethanol, bekend als ABE-fermentatie, speelt een cruciale rol in de biobrandstofproductie, met name wanneer lignocellulosehoudend biomateriaal (LCB) als grondstof wordt gebruikt. Het proces verloopt in twee hoofdfasen: eerst de zure fermentatie, waarin door Clostridia suikers worden omgezet in koolstofdioxide, waterstof, azijnzuur en boterzuur, en vervolgens de solventfermentatie, waarbij deze zuren worden omgezet in aceton, butanol en ethanol. De balans tussen de geproduceerde zuren is van belang voor het redoxevenwicht; tijdens het proces ontstaat er meer boterzuur dan azijnzuur. Dit evenwicht beïnvloedt de uiteindelijke opbrengst van de gewenste oplosmiddelen.

Butanol onderscheidt zich als biobrandstof door zijn hogere energiedichtheid — ongeveer 30% meer dan ethanol — en kan in hoge percentages worden gemengd met conventionele brandstoffen zoals benzine en diesel, wat het een aantrekkelijke duurzame brandstofoptie maakt. De stofwisseling van glucose bij Clostridium-soorten omvat zowel oxidatieve als reductieve routes. In de oxidatieve route wordt glucose via glycolyse omgezet in pyruvaat, dat vervolgens uiteenvalt in diverse producten waaronder boterzuur, ethanol, lactaat, azijnzuur en butanol, met een kleine hoeveelheid waterstofproductie. Tegelijkertijd wordt NAD+ gereduceerd tot NADH. De reductieve route zet glucose om in butanol waarbij NADH wordt geoxideerd tot NAD+, wat essentieel is voor het handhaven van de intracellulaire redoxbalans en de productie van butanol.

Een recente innovatie in de fermentatietechniek is elektro-fermentatie, die een belofte inhoudt voor het verbeteren van opbrengst en productiviteit ten opzichte van traditionele fermentatie. Elektro-fermentatie voegt elektrische stimulatie toe aan het biochemische proces en beïnvloedt zodoende de metabole routes en elektronenstromen binnen micro-organismen. Desondanks zijn er aanzienlijke belemmeringen bij de opschaling van deze methode naar industriële schaal. De complexiteit van elektro-fermentatie ligt in de vele variabelen die samenhangen met het elektrode-materiaal, de elektrode-afmetingen, de afstand tussen elektroden, het type elektrolyt, het ontwerp van de reactor, de benodigde spanning voor verschillende volumes, de fermentatie-opstelling, het type micro-organismen (zuivere of gemengde culturen), het type ionenuitwisselingsmembraan en de duur van de fermentatie.

Ondanks de groeiende belangstelling en onderzoeksactiviteiten blijft experimentele data schaars, wat het moeilijk maakt om de biochemische mechanismen achter de verbeterde opbrengst en snelheid te doorgronden. Dit gebrek aan fundamenteel begrip belemmert de voorspelling van het rendement van gewenste eindproducten en bemoeilijkt zo de industrialisatie. Daarnaast kan bij opschaling het energieverbruik disproportioneel toenemen, wat de energie- en economische duurzaamheid onder druk zet. Interne weerstand binnen de reactor kan de elektronenstroom beperken en zo leiden tot energieverliezen. De multidisciplinaire aard van elektro-fermentatie, die biochemie, elektrochemie en materiaalkunde combineert, vereist een brede expertise die nog onvoldoende ontwikkeld is om alle knelpunten adequaat aan te pakken.

Een veelbelovende benadering is de metabole engineering van elektro-actieve bacteriën (EAB) om de elektronenoverdracht te verbeteren en zo de opbrengst te verhogen. Deze benadering is nog in ontwikkeling en vereist aanvullende oplossingen voor de overige technische en biologische uitdagingen. Voor een succesvolle transitie van laboratorium- naar industriële productie is verder onderzoek noodzakelijk naar optimalisatie van elektrodematerialen, reactorontwerp en vooral het in kaart brengen van metabole routes die beïnvloed worden door elektrische stimulatie.

Naast de hierboven beschreven technische aspecten is het van belang om te beseffen dat de duurzame toepassing van ABE-fermentatie en elektro-fermentatie in biobrandstofproductie ook nauw verbonden is met het beschikbare biomassa-aanbod, de logistiek van grondstoffen, en de integratie in bestaande brandstofketens. Daarnaast moet men de milieueffecten van het gehele productieproces evalueren, waaronder de balans tussen energie-invoer en -opbrengst, en de uitstoot van broeikasgassen. Het begrijpen van de elektrokatalytische mechanismen en de interacties tussen micro-organismen en elektrode-oppervlakken is essentieel om de efficiëntie en kosteneffectiviteit van elektro-fermentatie verder te verbeteren.

Wat is elektro-fermentatie en hoe beïnvloedt het de biochemische productie in industriële toepassingen?

Elektro-fermentatie (EF) is een elektrochemisch georiënteerd proces dat biochemische reacties in gang zet door gebruik te maken van micro-organismen en elektrochemie. Dit proces combineert de kracht van biocatalyse met elektrotechnologie om redoxreacties te bevorderen. De kern van elektro-fermentatie ligt in het vermogen van micro-organismen om elektriciteit te gebruiken, die als een elektronische donor of acceptor fungeert om de biochemische reacties die noodzakelijk zijn voor de productie van biobased producten te stimuleren. Dit vormt een belangrijke doorbraak ten opzichte van traditionele fermentatieprocessen, omdat het thermodynamische beperkingen kan omzeilen die anders de productie van bepaalde biochemische stoffen zouden blokkeren.

In dit opzicht speelt de elektrochemische interactie tussen de elektroden en de micro-organismen een cruciale rol. Elektroden dienen als elektronenbronnen of -putten in de microbiologische omgeving, waardoor de micro-organismen in staat zijn om specifieke metabole paden te volgen. De elektrochemische aandrijving van deze paden maakt het mogelijk om redoxbalansen te bereiken die niet eenvoudigweg door conventionele fermentatieprocessen kunnen worden gerealiseerd.

Deze technologie biedt de mogelijkheid om zowel hernieuwbare energie als biochemische producten te produceren. Dit opent een scala aan industriële toepassingen voor de synthese van biofuel, biochemicals, en zelfs biogas, die allemaal cruciaal zijn voor de verduurzaming van de chemische en energieproductie. Het gebruik van elektro-fermentatie kan verder worden uitgebreid naar de productie van bio-waterstof en bio-butanol, waarbij micro-organismen zoals Clostridium pasteurianum en Clostridium autoethanogenum specifiek worden gebruikt om deze producten te genereren via geavanceerde fermentatiecelontwerpen.

Elektro-fermentatie is ook veelbelovend voor afvalverwerking. Het biedt een duurzame oplossing voor het omgaan met organisch afval, zoals voedselresten en afvalwater. Door elektrochemische systemen toe te passen op het verwerken van afval kunnen we niet alleen energie opwekken, maar ook waardevolle bijproducten zoals vluchtige vetzuren verkrijgen. Dit heeft niet alleen voordelen voor de energieproductie, maar het draagt ook bij aan het oplossen van milieuproblemen zoals afvalbeheer en de vermindering van methaanemissies.

Naast de technologische voordelen zijn er echter enkele uitdagingen die overwonnen moeten worden. Een daarvan is de inhibitie van ongewenste micro-organismen, zoals methanogenen, die de efficiëntie van de elektro-fermentatie kunnen belemmeren. Dit vraagt om strategische benaderingen om het microbiële milieu te beheren, zodat de gewenste producten optimaal kunnen worden geproduceerd.

Het integreren van elektro-fermentatie in industriële processen vereist ook een zorgvuldige afstemming van de operationele omstandigheden, zoals de pH-waarde en de toevoeging van specifieke redoxmediatoren zoals neutralen rozen en andere elektronendragers. Deze factoren kunnen de efficiëntie en stabiliteit van de biochemische productie verbeteren en tegelijkertijd de kosten van het proces verlagen.

In de toekomst kan elektro-fermentatie verder worden geoptimaliseerd door nieuwe materialen te gebruiken voor de elektroden, zoals geavanceerde geleidende polymeren of nanomaterialen, die de elektrische geleiding en de microbenactiviteit kunnen bevorderen. Dit zou kunnen leiden tot een drastische verhoging van de productiecapaciteit en het gebruik van elektro-fermentatie in grootschalige industriële toepassingen.

Verder is het belangrijk om te realiseren dat, hoewel elektro-fermentatie veelbelovend is, het nog steeds een relatief jonge technologie is. De schaalbaarheid en kosten-effectiviteit van de processen moeten nog worden geoptimaliseerd voordat ze op grote schaal kunnen worden toegepast. Innovaties in bio-engineering en electrochemische cellen zullen de sleutel zijn tot het verbeteren van de prestaties en het bevorderen van de wereldwijde acceptatie van elektro-fermentatie als een legitieme bron van hernieuwbare energie en duurzame chemische producten.

Hoe kunnen MES en EF de productie van biogas en de waarde van reststoffen verbeteren?

De ontwikkeling van verbeterde elektrodematerialen is essentieel voor de verhoging van de methaanproductie in biogasinstallaties. De integratie van anaërobe fermentatie met microbiële elektrolysecellen (MEC's) biedt aanzienlijke vooruitgangen in biogastechnologie door middel van elektro-methanogenese. In dit proces gebruiken elektroactieve micro-organismen efficiënt elektronen onder lage spanningsomstandigheden. De methaanvorming kan plaatsvinden via twee routes nabij de kathode: directe elektronbenutting of waterstofotrofische methanogenese waarbij waterstof gegenereerd door de kathode wordt gebruikt.

De elektrochemische reductie van CO2 aan de kathode, vergemakkelijkt door waterstofotrofische methanogenen, kan het methaangehalte in biogas aanzienlijk verhogen. Tegelijkertijd zorgt de oxidatie van substraten door anodische exo-electrogenen voor elektronen die de kathodische reductie mogelijk maken, wat de algehele elektrolyse verbetert en de opbrengst van eindproducten verhoogt. In fermentatiesystemen kunnen exo-electrogene bacteriën verschillende grondstoffen zoals H2, vluchtige vetzuren (VFA’s) en alcoholen benutten voor methaanproductie. Dit proces omvat doorgaans de initiële oxidatie van glucose door anaërobe fermentatiemicro-organismen tot intermediaire zure metabolieten, gevolgd door verdere oxidatie door exo-electrogenen in het anodecompartiment. Dit tweestapsproces helpt om terugkoppelingsinhibitie die vaak optreedt bij glucosefermentatie, te verminderen.

Het verbeteren van de methaanproductie via elektrofermentatie (EF) vereist diepere kennis van de interacties tussen microben en elektroden, evenals de rol van het microbiome in de modificatie van methaanproductie. Deze kennis zal cruciaal zijn voor het optimaliseren van EF-strategieën en het maximaliseren van de productie van hoogwaardekomende chemicaliën uit afvalstromen.

Microbiële elektrolysecellen (MES) en elektrofermentatie (EF) bieden veelbelovende toepassingen in hybride systemen voor duurzame energieproductie en afvalbeheer. Deze hybride configuraties combineren MES of EF met andere bio-elektrochemische of industriële processen om de efficiëntie te verbeteren en de productvariëteit uit te breiden. In MES is de integratie van elektrocatalysatoren voorgesteld om beperkingen zoals lage productiesnelheden aan te pakken. Een studie naar hybride kathodes op basis van metalen toonde verbeterde prestaties aan, waarbij zinkgebaseerde kathodes aanzienlijke verhogingen van azijnzuurproductie behaalden bij hogere stroomdichtheden. Dit elektrochemisch-biologische hybride systeem toont potentieel voor het verbeteren van de CO2-valorisatie-efficiëntie door MES.

Hybride systemen in MES omvatten ook combinaties van autotrofe en heterotrofe micro-organismen. Autotrofen aan de biokathode reduceren CO2, terwijl heterotrofen aan de bio-anode organische afvalstromen kunnen behandelen, waardoor meerdere milieu-uitdagingen tegelijkertijd worden aangepakt. De integratie van MES met gevestigde biotechnologieën zoals anaërobe vergisting en fermentatie is een andere veelbelovende benadering.

In de context van biorefineries biedt MES een waardevolle bijdrage aan de verwerking van CO2-emissies door ze om te zetten in waardevolle chemicaliën. Dit maakt het een belangrijke technologie in de circulaire economie. MES kan worden geïntegreerd in bestaande industriële processen om de productie van bio-gebaseerde chemicaliën en brandstoffen te verbeteren, wat bijdraagt aan een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de uitstoot van broeikasgassen. Het proces maakt gebruik van micro-organismen als biokatalysatoren om CO2 om te zetten in organische verbindingen zoals azijnzuur, alcoholen en bioplastics. Dit proces kan worden aangedreven door hernieuwbare energiebronnen, waardoor het een milieuvriendelijke alternatieve benadering is. Het belangrijkste voordeel van MES in biorefineries is de mogelijkheid om CO2, een veelvoorkomend bijproduct in veel industriële processen, om te zetten in een waardevolle hulpbron.

In de waterzuivering kan MES bijdragen aan het reinigen van effluentstromen terwijl tegelijkertijd opgewaardeerd biogas wordt geproduceerd en verontreinigingen worden gerecycled. Wanneer MES wordt geïntegreerd met bio-ethanolproductie uit lignocellulose-achtige biomassa, kan het vloeibare distillaat dat glycerol, koolhydraten, celafval en restbio-ethanol bevat, worden verwerkt. Deze stoffen dienen als substraat voor biologische oxidatiereacties in de MES-anode, waarbij reducerende equivalenten en CO2 vrijkomen die kunnen worden gebruikt bij de kathode om waardevolle verbindingen te synthetiseren.

In biodieselinstallaties, die veel energie verbruiken en aanzienlijke hoeveelheden glycerolafval en olieachtige reststoffen genereren, kan MES helpen om energie uit deze afvalstromen te recupereren. Glycerol kan in de anodekamer worden omgezet in bio-ethanol, waarbij het resulterende CO2 en reducerende equivalenten worden gebruikt aan de kathode om waardevolle producten te produceren. Het opnemen van MES in biorefineries kan de energie-efficiëntie verbeteren, de afvalproductie verminderen, extra waardevolle producten genereren en de duurzaamheid van de bio-energiewinning verbeteren.

Deze toepassingen tonen het potentieel van MES aan als een cruciaal element in de ontwikkeling van geavanceerdere en duurzamere biorefineries, wat bijdraagt aan de circulaire economie in bio-energieproductie door energie en hulpbronnen uit afvalstromen te herstellen. Echter, er zijn nog verschillende uitdagingen die moeten worden aangepakt om het volledige potentieel van MES in biorefineries te realiseren. Dit omvat het optimaliseren van de efficiëntie van CO2-conversie, het verbeteren van de zuiverheid van de geproduceerde chemicaliën en het opschalen van de technologie voor industriële toepassingen. Flexibele reactorontwerpen die gemakkelijk kunnen worden geïntegreerd in bestaande biorefinerie-infrastructuur zijn cruciaal om de kosten te verlagen en de efficiëntie te verhogen. Toekomstig onderzoek en ontwikkelingsinspanningen moeten zich richten op het verhogen van de productiesnelheden van MES, het ontwikkelen van efficiënte methoden voor productextractie en het verkennen van de productie van meer waardevolle chemicaliën. Door deze uitdagingen te overwinnen, kan MES een sleutelrol spelen in de transitie naar een duurzamere en circulaire bio-economie, wat een haalbare route biedt voor de decarbonisatie van verschillende industrieën.