Over de afgelopen twintig jaar is het Amerikaanse politieke landschap opmerkelijk stabiel gebleven in termen van welke partij de presidentiële verkiezingen in elke staat wint. In 43 van de 50 staten plus het District of Columbia heeft de partij die twintig jaar eerder won, opnieuw de verkiezing gewonnen. In vijfendertig staten plus DC, die samen goed zijn voor 65 procent van de kiescollege stemmen, stond dezelfde partij in alle zes verkiezingen van 2000 tot 2020 op de eerste plaats. Dit toont aan dat er geen grootschalige electorale herschikking heeft plaatsgevonden die de bestaande regionale coalities van de partijen zou hebben herschikt, ondanks de turbulente politieke gebeurtenissen, waaronder het presidentschap van Donald Trump.

Toch zijn de veranderingen in de geografische spreiding van partijondersteuning wel degelijk aanwezig, zij het subtieler. Deze veranderingen weerspiegelen vooral demografische verschuivingen binnen de electorale basis van beide partijen. Omdat sociale groepen vaak geografisch geconcentreerd wonen, leiden veranderingen in de demografische samenstelling van partijkiezers tot verschuivingen in de politieke kaart. Een opvallende ontwikkeling in de afgelopen jaren is de toename van de steun voor de Republikeinen onder niet-universitair opgeleide blanke kiezers. Dit fenomeen heeft geleid tot een duidelijke “verrooding” van de kieskaart in gebieden waar deze groep sterk vertegenwoordigd is.

Een analyse van twaalf staten waar het Republikeinse aandeel van de tweepartijenstemmen tussen 2012 en 2020 met minstens drie procentpunten steeg, laat zien dat in elf van deze staten het aandeel niet-universitair opgeleide blanke volwassenen hoger is dan het landelijke gemiddelde van 42,6 procent. In tien daarvan vormen zij zelfs de meerderheid. Dit verklaart deels het succes van Trump in belangrijke zogenaamde swing states zoals Iowa, Ohio, Michigan en Wisconsin. Deze staten, die in 2008 en 2012 nog twee keer door Obama werden gewonnen, gingen in 2016 door de sterkere steun van deze groep kiezers naar de Republikeinen. Met name in Michigan en Wisconsin was dit een verrassende omslag, omdat peilingen vlak voor de verkiezingen nog geen duidelijke aanwijzing gaven dat Clinton hier zou verliezen.

Hoewel Joe Biden in 2020 Michigan en Wisconsin terug wist te winnen, waren zijn marge en steun onder niet-universitair opgeleide blanke kiezers aanzienlijk lager dan die van Obama in 2012. In Iowa en Ohio mislukte het zelfs om Clinton’s verliezen van 2016 te compenseren, wat aangeeft dat als Republikeinse kandidaten erin slagen deze steun vast te houden, veel van het Middenwesten voor de Democraten een moeilijke strijd zal blijven.

Aan de andere kant hebben enkele staten met een meer diverse bevolking, zoals Colorado, Virginia, Arizona en Georgia, een tegenovergestelde beweging laten zien. Hier nam het aandeel Republikeinse stemmen af, deels door een kleinere niet-universitair opgeleide blanke bevolking en een groeiende aanwezigheid van goed opgeleide blanke kiezers en kiezers van kleur. Deze staten zijn de afgelopen twee decennia van Republikeins naar Democratisch verschoven, met opvallende verkiezingsuitslagen en zelfs het vervangen van zittende Republikeinse senatoren door Democraten.

Deze dynamiek weerspiegelt een bredere politieke polarisatie tussen grote stedelijke gebieden, waar voornamelijk blanke hoogopgeleide kiezers en minderheden wonen, en kleinere steden en plattelandsgebieden, die voornamelijk bevolkt worden door niet-universitair opgeleide blanke kiezers. Deze trend is al zichtbaar sinds de jaren negentig, maar is de laatste jaren versneld. Ondanks zijn achtergrond als miljonair uit New York en inwoner van een grote stad, is Trump een onverwachte held geworden voor deze plattelandskiezers. Zijn steun onder deze groep is in 2016 en 2020 zelfs hoger dan die van eerdere Republikeinse kandidaten zoals Romney en Reagan.

Begrip van deze electorale verschuivingen vraagt inzicht in hoe demografie en geografie samen politiek gedrag beïnvloeden. Het gaat niet alleen om ideologie of beleid, maar ook om wie waar woont, met welke opleiding en welke sociale identiteit, en hoe deze factoren de partijen vormen en hun campagnes sturen. De politieke kaarten zijn daardoor niet statisch; ze veranderen mee met de veranderende bevolkingssamenstelling en het culturele landschap. Het besef dat electorale verschuivingen vaak geleidelijk en lokaal beginnen, kan helpen bij het interpreteren van bredere politieke trends en het anticiperen op toekomstige verkiezingsuitslagen.

Hoe heeft de impeachment van Trump de politieke polarisatie en partijloyaliteit in de VS versterkt?

De impeachmentprocedures tegen voormalig president Donald Trump markeren een dieptepunt in de reeds gespannen politieke verhoudingen binnen de Verenigde Staten en illustreren hoe de machtsstrijd tussen het Congres en de uitvoerende macht is geëscaleerd. De eerste impeachment in 2019 draaide om de aantijging dat Trump zijn machtspositie had misbruikt door Oekraïne onder druk te zetten om een onderzoek te starten naar Joe Biden, zijn politieke rivaal, in ruil voor militaire hulp. Hoewel de militaire steun uiteindelijk werd vrijgegeven, was het het vermeende uitwisselen van deze steun voor politieke gunsten dat de aanklachten voedde. De Democratische meerderheid in het Huis van Afgevaardigden nam twee artikelen van impeachment aan: machtsmisbruik en obstructie van het Congres, met nagenoeg geen steun van Republikeinse leden. Ondanks de presentatie van bewijsmateriaal en de inzet van de aanklagers, wees de Republikeinse meerderheid in de Senaat het verzoek om getuigen toe te laten af en stemde uiteindelijk unaniem voor vrijspraak, waarbij slechts één Republikeinse senator, Mitt Romney, voor veroordeling stemde.

De tweede impeachment volgde op de gewelddadige bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Trump werd beschuldigd van het aanzetten tot deze opstand door valse claims over de verkiezingsuitslag en pogingen om de resultaten te manipuleren, inclusief een telefonische druk op de staatssecretaris van Georgia om stemuitslagen “te vinden” die Biden zouden onttronen. Hoewel deze impeachmentprocedure werd gestart terwijl Trump al geen president meer was, leidde dit tot de historische situatie van een dubbele impeachment, waarbij wederom slechts een klein deel van de Republikeinse Senaat stemde voor veroordeling. Opmerkelijk was de rol van Mitch McConnell, die Trump in de Senaat vrijsprak, maar in een later betoog aangaf dat Trump politiek en moreel verantwoordelijk was voor de gebeurtenissen van 6 januari.

Deze impeachmentprocessen hebben de scheidslijnen binnen de Republikeinse Partij versterkt, waarbij loyaliteit aan Trump de dominante graadmeter is geworden. Liz Cheney, conservatief Republikeins en lange tijd partijleider, verloor haar leiderschapspositie nadat ze stemde voor impeachment en publiekelijk de onwaarheid van Trumps verkiezingsclaims bestreed. Zij staat symbool voor het behoud van institutionele normen en democratische waarheden, maar werd door haar partij gestraft. Tegelijkertijd steeg Elise Stefanik, die aanvankelijk kritisch was over Trump maar zich later openlijk tot zijn verdediging keerde, op tot partijleider, wat illustreert hoe trouw aan Trump binnen de partij wordt beloond, ondanks eerdere politieke tegenstellingen.

De voortdurende steun van de meerderheid van de Republikeinse Congresleden aan Trump, ook na zijn presidentschap, en hun weigering om zijn verkiezingsclaims te weerleggen, benadrukken een diepgaande crisis in het vertrouwen in het democratisch proces en de legitimiteit van verkiezingen. Deze situatie onderstreept hoe de institutionele macht van het Congres door de jaren heen is afgenomen, een trend die Trump niet alleen voortzette maar ook versterkte. Toekomstige presidenten kunnen hierdoor verwachten dat partijloyaliteit en politieke solidariteit vaak zwaarder wegen dan het in stand houden van de scheiding der machten en de autonomie van het Congres.

Belangrijk is te beseffen dat deze gebeurtenissen niet louter politieke spelletjes zijn, maar fundamentele implicaties hebben voor de democratische instituties en de rechtsstaat. De verstrengeling van persoonlijke loyaliteit met politieke macht leidt tot een verzwakking van de controlemechanismen die een gezonde democratie behoeden voor machtsmisbruik. De mate waarin partijleiders bereid zijn de waarheid te ondermijnen of zich te distantiëren van onwettige gedragingen, bepaalt de veerkracht van het democratische systeem. De spanningen rondom de impeachmentprocessen van Trump onthullen daarnaast hoe de polarisatie in de Amerikaanse politiek niet alleen ideologisch is, maar ook een strijd is om de definitie van legitimiteit en waarheid binnen de democratie zelf.