Het politieke systeem van de Verenigde Staten functioneert vaak het beste wanneer degenen die in de instellingen werken, manieren vinden om compromissen te sluiten. Dit spanningsveld wordt vergroot door het federale systeem, waarin de macht verdeeld is tussen de federale en de deelstaatregeringen. In dit systeem is het compromissen sluiten soms problematisch, vooral wanneer politieke merken afhankelijk zijn van de onveranderlijke beloftes die politici doen om hun product effectief te maken. De vraag is: hoe kan er sprake zijn van compromis wanneer het betekent dat de integriteit van het politieke merk, en van de politici die dat merk ondersteunen, ondermijnd wordt?
In de Verenigde Staten is het een veelvoorkomend verschijnsel dat de regering verdeeld is. Dit maakt het nog lastiger om compromissen te sluiten, omdat politici zich vaak vasthouden aan de beloftes die hun merk vertegenwoordigen. Het politieke merk is ontworpen om vertrouwen op te wekken bij de kiezer, die de belofte van verandering of continuïteit verwacht. Maar hoe kan een kiezer geloven in een belofte als politici deze compromitteren om vooruitgang te boeken? Dit maakt van het regeren geen proces van samenwerking om tot overeenkomsten te komen, maar een voortdurende strijd om de branding te behouden.
Donald Trump heeft zijn merk geperfectioneerd door zich te concentreren op zijn belangrijkste aanhangers en hen voortdurend te bedienen met de boodschap die hen het meest aansprak. Dit was een breuk met de traditionele presidentsbenadering, waarin de president zowel als een unificerende nationale figuur als een politieke marketeer fungeerde. Trump heeft geen poging gedaan om eenheid te bevorderen; in plaats daarvan versterkte hij de segmenten waarin Amerikanen zichzelf zagen, en bracht hij het merk zo dat het uitsluitend gericht was op zijn kernpubliek.
Deze aanpak was vergelijkbaar met hoe merken als Nike hun marketingstrategie hebben gericht. Nike veranderde de focus van bredere aantrekkingskracht naar het aanspreken van de juiste doelgroepen. De controversiële campagne met Colin Kaepernick als gezicht van het merk is een voorbeeld van hoe het merk zich niet richtte op iedereen, maar juist op degenen die resoneren met de boodschap, ongeacht de tegenstand die deze boodschap opriep. Dit soort marketing kan de kern van een merk versterken, maar ook polariserend werken. Trump volgde een soortgelijke strategie door controversiële standpunten in te nemen die hem zowel aanhangers opleverden als critici afstootten. Zijn houding was eenvoudig: als je een standpunt inneemt, moet je het stevig verdedigen, ongeacht de gevolgen.
Trump’s aanpak bij kwesties zoals immigratie en asiel, waarin hij probeerde een muur te bouwen en de asielwetgeving te verstrengen, is een duidelijk voorbeeld van zijn brandingstrategie. Het zorgde voor verdeeldheid, maar het versterkte de loyaliteit van zijn aanhangers, die zijn standpunten als authentiek beschouwden. Zijn gebruik van Twitter om zijn standpunten te communiceren was effectief in het onderhouden van zijn merk, zelfs wanneer zijn acties en woorden fel bekritiseerd werden door tegenstanders. Dit is een voorbeeld van hoe branding niet alleen bedoeld is om de massa aan te spreken, maar om een specifieke groep aanhangers te bedienen en hen in hun overtuigingen te bevestigen.
Het is belangrijk te begrijpen dat deze strategie, hoewel effectief voor het behouden van de loyaliteit van zijn achterban, niet voldoende was om herkozen te worden in 2020. De focus op de juiste doelgroepen en het negeren van bredere nationale eenheid had zijn beperkingen. Toch was Trump niet uniek in zijn poging om nieuwe groepen kiezers aan te spreken. Dit is ook een strategie die sommige progressieve kandidaten succesvol hebben toegepast. De essentie van deze benadering is de revitalisering van de representatieve democratie door het uitbreiden van de deelname van ondergerepresenteerde groepen in het politieke proces.
Trump’s merk was, net als de campagne van Andrew Jackson, een poging om het anti-establishment gevoel aan te spreken. Jackson, de eerste president zonder een politieke carrière aan de oostkust, werd gezien als een man van het volk, iemand die zich verzette tegen de elites. Trump maakte gebruik van dit erfgoed door zijn eigen anti-elite retoriek te versterken, waarmee hij zich als de kandidaat van het volk positioneerde, tegen de gevestigde orde. Het gebruik van populaire, maar polariserende standpunten stelde hem in staat om zijn merk te versterken en zijn aanhangers te binden.
In dit tijdperk van branding is het dus niet alleen belangrijk om te begrijpen hoe politieke marketing werkt, maar ook om te beseffen hoe deze marketing polariseert en verdeeldheid kan zaaien in een samenleving. Het politieke merk is een krachtig middel geworden, maar het moet zorgvuldig worden afgewogen, vooral in een land waar de verdeeldheid tussen verschillende groepen groot is.
Hoe Racialisatie en Sociale Klasse de Politieke Branding van Trump Vormden
Donald Trump’s politieke merk speelt in op de kern van de Amerikaanse politiek, waarin ras en sociale klasse onmiskenbare elementen zijn. Het merk van Trump is ontworpen om te resoneren met oudere, werkende klasse kiezers, en sommige van zijn boodschappen zijn expliciet gericht op specifieke demografische groepen. Deze doelgerichte aanpak heeft zijn politieke merk consistent gehouden, zowel als kandidaat als president. Het gebruik van symbolen, kleding, en zelfs het soort voedsel dat hij consumeert, zijn allemaal strategische keuzes die bijdragen aan de opbouw van zijn merk. Trump heeft zich altijd gepresenteerd als een man van het volk, die zijn succes niet heeft te danken aan de gevestigde orde, maar aan zijn werkethiek en een “gewone man”-imago.
Trump’s politieke merk is een voortzetting van het werk dat hij in eerdere delen van zijn carrière heeft gedaan, waarbij hij altijd de werkende klasse centraal stelde. Dit imago van de ‘macho’ zakenman met een recht-door-zee aanpak heeft vooral weerklank gevonden bij een breed segment van de Amerikanen die zich niet vertegenwoordigd voelen door de traditionele politieke elites. Cosgrove suggereert dat Trump’s vermogen om de werkende klasse aan te spreken, zelfs als dit ten koste gaat van andere kiezersgroepen, een strategische zet was die de fundamenten van zijn campagne verder verstevigde.
Het merk van Trump is echter niet alleen beperkt tot de werkende klasse, maar heeft ook een diepere laag van raciale polarisatie. Het gebruik van polariserende retoriek, zoals het herhaaldelijk bestempelen van media en politieke tegenstanders als ‘vijanden van het volk’ en het gebruik van raciale en nationale stereotypen, heeft bijgedragen aan het creëren van een merk dat een bepaalde groep kiezers aan zich bindt. Zijn problemen met gekleurde kiezers weerspiegelen de bredere uitdagingen van de Republikeinse Partij met deze demografische groepen, wat een gevolg is van strategische keuzes die al decennia lang worden gemaakt om conservatieve witte kiezers aan te trekken.
Trump’s benadering van de Afro-Amerikaanse gemeenschap, bijvoorbeeld, is een schoolvoorbeeld van deze merkstrategie. Hij presenteerde zichzelf als een leider die hen niet langer zag als een groep die systematisch werd benadeeld door de Democraten. In plaats daarvan suggereerde hij dat ze moesten nadenken over een alternatief – iets nieuws, iets beters. Deze boodschap sprak niet alleen traditionele Republikeinen aan, maar ook mensen die zich niet gehoord voelden door de gevestigde politieke macht.
In dezelfde lijn heeft Trump geprobeerd de steun van Latino-kiezers te winnen. Hoewel velen voorspelden dat de Republikeinse standpunten over immigratie een negatieve invloed zouden hebben op de Latino-gemeenschap, toont Trump aan dat er andere manieren zijn om deze demografische groep te segmenteren. Hij richtte zich niet alleen op immigratie, maar ook op andere kwesties die een grote invloed hadden op Latino-kiezers, zoals economie, werkgelegenheid, en veiligheid. Dit toont aan dat politieke branding veel complexer kan zijn dan één enkele issue, en dat verschillende factoren, zoals sociale klasse, nationaliteit, en religie, allemaal een rol spelen in het bepalen van de voorkeuren van kiezers.
De manier waarop Trump zijn merk opbouwde door de lens van raciale en klasseverschillen heeft aangetoond hoe diep geworteld deze thema's zijn in de Amerikaanse politiek. Het politieke merk van Trump is niet alleen een verzameling van slogans of symbolen, maar een verhaal dat zich richt op de emoties en onzekerheden van een groot aantal kiezers. Het verhaal dat wordt verteld via zijn merk is er een van strijd, verzet tegen de gevestigde macht, en de belofte van verandering voor degenen die zich buitengesloten voelen. Dit verhaal is gepositioneerd als een alternatief voor wat Trump ziet als de mislukking van de reguliere politieke processen.
Het politieke merk van Trump draait om het ‘herdefiniëren’ van de Amerikaanse identiteit in termen van sociale klasse en ras. Dit betekent niet alleen dat zijn campagne aansloot bij de zorgen van de werkende klasse, maar ook dat hij in staat was om zijn boodschap te koppelen aan gevoelens van onrechtvaardigheid en frustratie die onder verschillende bevolkingsgroepen leefden. Door gebruik te maken van sociaal-politieke symbolen, zoals zijn steun aan sporters die protesteerden tegen racisme, en zijn alliantie met de ‘witte’ volksbeweging, heeft Trump een merk gepresenteerd dat zowel aantrekkelijk als polariserend is.
Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat de politieke branding van Trump meer is dan een simpel communicatie-instrument; het is een manier van denken die de Amerikaanse politiek en identiteit fundamenteel heeft beïnvloed. Zijn succes ligt in het vermogen om traditionele sociale klasse- en rassenbarrières te gebruiken om zijn eigen politieke boodschap kracht bij te zetten, zelfs als deze dezelfde groepen in de samenleving verder polariseert.
Hoe Trump zijn boodschap afstemde op verschillende Latino-gemeenschappen en wat daarvan geleerd kan worden
Donald Trump’s retoriek over immigratie is niet zomaar een momentopname in de Amerikaanse politiek, maar eerder het resultaat van tientallen jaren van Republikeinse marketing rondom het thema immigratie en bevolkingsmigratie. In de staten in het Zuiden en Westen van de VS, waar de bevolking snel groeit en waar een aanzienlijk aantal Mexicaanse immigranten en Mexicanen-Amerikanen woont, was het geen verrassing dat zijn boodschap hier op kracht leek te worden ontvangen. De Republikeinen hebben de afgelopen decennia veel geïnvesteerd in deze regio’s, die van nature meer conservatief zijn en steeds meer invloed uitoefenen op de nationale politiek.
De conservatieve partij heeft zich altijd gepresenteerd als vriendelijk tegenover legale immigranten, maar daarnaast ook kritiek geuit op de demografische veranderingen die werden veroorzaakt door de Immigratiewet van 1965. Dit was een wet die de samenstelling van de Amerikaanse bevolking ingrijpend veranderde, wat volgens de Republikeinen veel verder ging dan oorspronkelijk werd voorzien. Deze wet werd door velen als een kwestie van wet en orde gepresenteerd, een thema dat conservatieven door de jaren heen met succes gebruikten in hun campagne. Trump maakte hier handig gebruik van, door deze argumenten op een aantrekkelijke manier te presenteren aan een breder publiek dan alleen de traditionele Republikeinen.
Het is belangrijk te begrijpen dat Trump’s boodschap niet alleen gericht was op de eerste generatie Mexicaanse immigranten en hun kinderen, maar ook op de tweede, derde en vierde generatie Mexicanen-Amerikanen. Deze groepen waren veel minder gevoelig voor de vraag van illegaliteit en immigratie, omdat hun families vaak al meerdere generaties in de VS woonden. Vooral de Mexicanen-Amerikanen die al lange tijd in Texas woonden, gaven Trump in 2020 een belangrijke steun, wat bijdroeg aan zijn overwinning in de staat. Het politieke profiel van deze groep wijkt niet sterk af van dat van de conservatieve witte kiezers, wat het makkelijker maakte voor Trump om hen te overtuigen.
Daarnaast wist Trump zijn boodschap ook te richten op specifieke Latijns-Amerikaanse gemeenschappen, zoals de Cubanen en Venezolanen. De langdurige relatie tussen de Republikeinen en de Cubaanse gemeenschap, die voor velen symbool stond voor de strijd tegen communisme, werd door Trump gecontinueerd en uitgebouwd. De normalisatie van de relaties tussen de VS en Cuba onder Barack Obama gaf Trump een opening om zich te positioneren als de verdediger van de Cubaanse belangen. Op dezelfde manier gebruikte hij de situatie in Venezuela als een manier om de Venezolaanse gemeenschap aan te spreken, door zich fel te verzetten tegen het socialistische regime van het land.
Trump wist dus door middel van gerichte boodschappen verschillende etnische groepen te bereiken, waarbij hij niet enkel naar ras of nationaliteit keek, maar vooral naar hun politiek en levensstandaard. Dit was een microdoelgerichte strategie waarbij klassenverschillen, leeftijd, religiositeit en opleidingsniveau belangrijker waren dan het puur etnische profiel van de kiezers.
Een belangrijk aspect van Trump’s politieke strategie was zijn gebruik van wat we "stick branding" kunnen noemen: zijn vermogen om overal aanwezig te zijn, met een boodschap die door zijn tegenstanders en supporters op verschillende manieren geïnterpreteerd werd. Dit had zowel voordelen als nadelen. Het stelde hem in staat om zowel zijn achterban als zijn critici te bereiken, maar het versterkte ook de polarisatie. Zijn tegenstanders gaven hem vaak de etiketten van racist en seksist, beschuldigingen die niet zonder grond waren, gezien zijn vaak controversiële uitspraken en gedragingen. Dit leidde ertoe dat de politieke aandacht altijd hoog bleef, een effect dat hem zowel in zijn campagnes als later in zijn presidentschap ten goede kwam.
Waar echter de Republikeinen zich richtten op de Latino-gemeenschappen die al lang in de VS waren, waren ze minder gericht op andere etnische groepen, zoals Aziatische Amerikanen. Dit is een opvallend verschil met bijvoorbeeld Canada, waar politieke partijen specifiek campagne voeren om de verschillende Aziatische gemeenschappen te bereiken. In de VS werd de Aziatisch-Amerikaanse gemeenschap, ondanks de groei, nauwelijks als een strategische groep gezien. Dit liet een kans liggen voor beide politieke partijen.
Bijvoorbeeld, toen COVID-19 uitbrak, probeerde Trump de schuld van de pandemie op China te schuiven. Dit werd door velen als racistisch gezien, vooral vanwege de directe associatie van de naam “China” met een etnische gemeenschap in de VS. Had Trump in plaats daarvan de nadruk gelegd op het ideologische aspect van de situatie, door te spreken over de communistische mismanagement van de crisis, dan had zijn boodschap mogelijk minder polariserend gewerkt. Dit incident illustreert een belangrijk punt over Trump’s strategie: door zijn retoriek zo polariserend te maken, maakte hij het voor zijn tegenstanders gemakkelijk om hem als racist te labelen.
Een belangrijke les voor politici en strategen is dus het belang van het afstemmen van boodschappen op de specifieke demografische en psychografische samenstelling van verschillende gemeenschappen. Het verkennen van etniciteit, maar ook van andere factoren zoals klasse, leeftijd en religie, maakt het mogelijk om kiezers op een diepere en effectievere manier aan te spreken. Trump’s benadering was succesvol in het aanspreken van bepaalde Latino-groepen, maar liet ook zien hoe politieke retoriek zowel mensen kan verenigen als verdelen, afhankelijk van hoe het wordt gepresenteerd.
Hoe De Branding van Trump Het Witte Huis Beïnvloedde: Van Media Oorlogen Tot Charlottesville
De eerste dagen van Donald Trump’s presidentschap werden gekarakteriseerd door een intense strijd om beeldvorming, waarbij de traditionele grenzen van politiek leiderschap werden overschreden door het gebruik van branding en marketingstrategieën die eerder in de commerciële wereld thuis hoorden. Het was duidelijk dat Trump, nog steeds de zakenman en merkmanager, geen traditioneel politiek pad wilde volgen. In plaats van zich te conformeren aan de verwachtingen die voortvloeien uit het ambt van president, liet hij zien dat het Witte Huis voor hem een verlengstuk was van zijn merkidentiteit. Dit werd duidelijk toen Sean Spicer, de woordvoerder van de president, zijn eerste persconferentie hield en de media aanviel voor wat hij beschreef als "bewust valse berichtgeving".
Het incident over de bust van Martin Luther King Jr. in het Oval Office is hier een treffend voorbeeld van. Spicer betoogde dat een journalist ten onrechte had getweet dat de bust uit de kamer was verwijderd, en wanneer de fout werd ontdekt, probeerde de verslaggever zijn fout te minimaliseren door te stellen dat een Secret Service-agent simpelweg voor de bust stond. Dit incident werd door de Trump-campagne gepresenteerd als een typisch geval van "nepnieuws", wat het idee versterkte dat de media de president belachelijk probeerden te maken en de waarheid verdraaiden. Deze gebeurtenis was niet alleen een incident van journalistieke fouten, maar een strategische zet in de bredere strijd om de controle over het publieke narratief. Het ging niet alleen om het corrigeren van een misverstand, maar om het bevestigen van een strijd tegen de gevestigde orde van de media, die vaak werd afgeschilderd als vijandig tegenover Trump en zijn boodschap.
Dit was niet het enige voorbeeld van de manier waarop Trump zijn merk strategisch gebruikte in de vroege fase van zijn presidentschap. De controverse over de grootte van de menigte tijdens zijn inauguratie is een ander voorbeeld van hoe Trump probeerde de media te beheersen door de nadruk te leggen op visuele beeldvorming en het minimaliseren van negatieve beelden. Spicer stelde dat de foto's van de inauguratie opzettelijk waren gekaderd om de enorme menigte die op de National Mall was samengekomen, te verbergen. Hij benadrukte dat het gebruik van vloerbedekking en hekken rond de Mall ervoor zorgden dat lege plekken visueel opvielen, iets wat in voorgaande jaren niet het geval was. Spicer’s uitleg was niet zozeer gericht op de politieke implicaties van de inauguratie, maar op het imago en de branding van de president. Dit was een poging om de indruk te wekken dat Trump’s steun groter was dan de media wilden laten zien, terwijl tegelijkertijd de politieke betekenis van de inauguratie zelf naar de achtergrond werd verdrongen.
Evenzo weerspiegelt de manier waarop Trump reageerde op de gebeurtenissen in Charlottesville in 2017 de nadruk die hij legde op merkbeheer, zelfs in gevallen waarin het presidentschap een meer verbindende rol vereist. Toen rechts-extremistische groepen op gewelddadige wijze protesteerden tegen de verwijdering van Confederatiebeelden, koos Trump ervoor om de verantwoordelijkheid voor de situatie te verdoezelen door te zeggen dat "haat, bigotterie en geweld" van "veel kanten" kwamen. Deze uitspraak was bedoeld om te tonen dat Trump de belangen van verschillende kanten begreep, maar de wijze waarop hij de situatie benaderde, leidde tot kritiek. In plaats van de wijdverspreide veroordeling van extreemrechts te ondersteunen, maakte hij een vage, in plaats van een moreel duidelijke, verklaring. Dit gaf de indruk dat Trump zijn merkpolitiek voorrang gaf boven een traditioneel presidentschap dat gericht was op nationale eenheid.
In deze incidenten wordt duidelijk dat Trump, in plaats van gebruik te maken van de traditionele symbolische rol die van een president wordt verwacht, zichzelf als een merkmanager bleef positioneren. Dit was vaak in strijd met de verwachting dat de president als een nationale eenheidsfiguur zou optreden, iemand die de natie zou vertegenwoordigen, vooral in tijden van crisis. Trump begreep dat loyaliteit en steun van zijn achterban vaak belangrijker waren dan de bredere nationale consensus, en zijn handelingen weerspiegelden deze prioriteiten.
Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat deze marketingaanpak van Trump meer was dan een persoonlijke voorkeur of stijl. Het was een weloverwogen strategie die hem in staat stelde zijn merkidentiteit in het politieke veld te vestigen. Hij gebruikte visuele beelden, retoriek en herhaalde narratieven van "fake news" om de media en politieke tegenstanders te neutraliseren. Dit gaf hem controle over de publieke discussie, hoewel het ook leidde tot een voortdurende polariserende dynamiek binnen de Amerikaanse politiek.
Het is cruciaal te begrijpen dat de manier waarop Trump zijn merkcultuur in zijn presidentschap verweefde, niet alleen een uitdaging vormde voor de traditionele grenzen van politiek leiderschap, maar ook voor de verwachtingen die Amerikanen hadden van hun presidenten. Het traditionele idee van een president als een nationaal symbool van eenheid werd vervangen door een merkgerichte benadering die gericht was op de belangen van specifieke groepen kiezers. Dit maakte Trump tot een polariserende figuur, die zowel diepe loyaliteit als hevige afkeer opriep.
Hoe werkt het meten van aanraking en druk via akoestische resonantie in smartphones en andere objecten?
Hoe werkt de antisymmetrische tensorruimte en het wedge-product in de context van differentiaalvormen?
Wat is de aard van politieke vrijheid en hoe beïnvloeden persoonlijke overtuigingen de staat?
Hoe Newspeak Denken en Taalbeleving Beperkt

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский