De paradox van Trump’s verkiezingssucces ligt in de kloof tussen de gevoelens van zijn kiezers en de werkelijke economische en sociale gegevens. Trump heeft met zijn retoriek de negatieve houding van veel kiezers ten opzichte van immigratie en handel aangesproken, zelfs wanneer er feitelijk geen economische achteruitgang door deze factoren plaatsvond. In de jaren voorafgaand aan de presidentsverkiezingen van 2016 was er geen bewijs dat de werkelijke aanwezigheid van Mexicaanse immigranten of de handelsomstandigheden met Mexico direct schadelijk waren voor de economie van veel gebieden waar Trump populair was. Desondanks bracht Trump een verhaal over dat deze factoren wel degelijk schadelijk waren voor de banen en welvaart van de Amerikanen, een verhaal dat in veel gevallen niet werd ondersteund door economische data.
Uit statistische modellen blijkt dat de steun voor Trump onder witte kiezers vooral werd gedreven door een gevoel van vervreemding door immigratie en handel. Het idee dat immigratie de werkgelegenheid zou ondermijnen of dat de handel met Mexico de werkgelegenheid zou verdringen, speelde een cruciale rol in de mobilisatie van stemmen. In werkelijkheid waren de gebieden die Trump steunden vaak economisch minder verbonden met Mexico dan hij liet geloven. Er was geen significante correlatie tussen de mate van Mexicaanse immigratie of handel met Mexico en de werkelijke economische toestand van de regio’s die Trump won. Dit wijst op een opvallende mismatch tussen de werkelijkheid van de economie en de gevoelens van de kiezers.
De retoriek die Trump hanteerde, benadrukte het idee van “buitenlandse dreigingen” – de zogenaamde schadelijke effecten van immigratie en handel op de Amerikaanse arbeidersklasse. Dit resonantie bij veel kiezers, zelfs in gebieden waar de realiteit van Mexicaanse immigratie en handel minder impact had. Deze kiezers geloofden echter dat de invloed van immigratie en handel wel degelijk hun werkgelegenheid en economische stabiliteit had aangetast. Dit creëerde de zogenaamde “Trump-paradox”, waarbij de emoties van de kiezers over de gevolgen van immigratie en handel niet overeenkwamen met de werkelijke economische omstandigheden.
Bij de tussentijdse verkiezingen van 2018 zag men een verschuiving in het stemgedrag. In sommige kiesdistricten waar het aantal Mexicaanse immigranten groter was, gaven kiezers de voorkeur aan Democraten, hetgeen kan wijzen op een afkeer van de steeds sterker anti-immigratie gerichte retoriek van de Republikeinse partij onder Trump. Dit toont aan hoe de fysieke nabijheid van immigranten mogelijk leidde tot een politieke verschuiving weg van de Republikeinen. Het idee dat immigratie daadwerkelijk de economische situatie zou verergeren, werd in die context wellicht minder geloofd door mensen die dagelijks in contact stonden met immigranten.
Daarnaast is het belangrijk te begrijpen dat de economische theorieën die Trump aanhaalde om zijn anti-immigratie- en anti-handelstandpunten te rechtvaardigen, veelal niet werden ondersteund door wetenschappelijk bewijs. Er zijn bijvoorbeeld studies die aantonen dat immigratie en handel juist positieve effecten hebben op de economie, met name op de lange termijn. De nadelen die door Trump werden gepresenteerd, waren dus eerder politiek geconstrueerd dan feitelijk onderbouwd. Economisch onderzoek wijst uit dat regio’s met meer immigranten of handel juist sterker presteerden dan die zonder deze invloeden. De perceptie van schade door handel en immigratie was dus eerder een gevoelskwestie dan een economische realiteit.
Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat het succes van Trump deels gebaseerd was op de emotionele aantrekkingskracht van zijn verhalen, en niet zozeer op de objectieve economische situatie van zijn kiezers. Terwijl de werkelijke economische gegevens een andere werkelijkheid vertonen, wist Trump gebruik te maken van het gevoel van onbehagen bij veel van zijn aanhangers. Dit laat zien hoe belangrijk de rol van perceptie en gevoelens is in politieke keuzes, vooral als het gaat om vraagstukken die de identiteit van mensen raken, zoals immigratie en handel.
Het is essentieel om deze dynamiek te begrijpen wanneer men over de gevolgen van Trump’s beleid nadenkt. Het idee dat immigratie en handel de Amerikaanse arbeidersklasse zou schaden, heeft diep geworteld in het politieke discours, maar de werkelijke economische effecten waren vaak veel minder dramatisch. Dit schept de noodzaak voor een alternatieve politieke narratief die de werkelijke economische voordelen van handel en migratie kan uitleggen, terwijl het tegelijkertijd ruimte biedt voor het adresseren van de zorgen en angsten van kiezers die zich benadeeld voelen.
Hoe de Latijns-Amerikaanse Bevolking Beleidskeuzes Beïnvloedt: Het Effect op Onderwijs, Belastingen en Strafrecht
De Latijns-Amerikaanse populaties geven gemiddeld minder uit aan onderwijs, maar het verschil is relatief klein – slechts 4 procent minder. Dit lijkt niet een grote kloof te zijn, vooral wanneer men naar de eerste analyses kijkt. Toch blijkt uit diepgaandere onderzoeken dat er een robuuste relatie bestaat tussen de grootte van de Latijns-Amerikaanse populatie en het overheidsbeleid, vooral als het gaat om belastingheffing en overheidsbestedingen. Hoe de overheid haar geld uitgeeft, is slechts de helft van het verhaal. Zonder belastingen en heffingen kunnen er geen publieke diensten worden gefinancierd. Maar hoe overheden hun inkomsten genereren, is net zo belangrijk. Belastingskeuzes vormen de sleutel.
Staten kunnen ervoor kiezen om inkomsten te genereren via progressieve belastingen zoals onroerendgoedbelasting, of ze kunnen kiezen voor meer regressieve belastingen zoals btw, die vooral de armere segmenten van de samenleving, waaronder veel immigranten en Latino's, het hardst treffen. Regressieve belastingen zoals de verkoopbelasting vallen het zwaarst op degenen die relatief veel uitgeven aan consumptie, terwijl progressieve belastingen, zoals onroerendgoedbelasting, de lagere inkomensgroepen juist ten goede komen omdat zij vaak geen eigendom bezitten. De mate waarin staten de voorkeur geven aan verkoopbelasting boven onroerendgoedbelasting kan dus veel zeggen over de groepen die ze beogen te straffen of juist te bevoordelen.
Wat blijkt uit de belastingstructuren, is duidelijk. Staten met een grotere Latino-bevolking halen aanzienlijk meer van hun inkomsten uit regressieve verkoopbelastingen, terwijl ze minder vertrouwen op progressieve onroerendgoedbelastingen. Dit verschil is substantieel. In staten met een grote Latino-populatie wordt 32 procent meer belasting opgehaald via verkoopbelastingen, terwijl het aandeel inkomsten uit onroerendgoedbelasting met maar liefst 78 procent daalt in vergelijking met staten met een kleinere Latino-bevolking.
De belastingpatronen lijken ook samen te vallen met de beleidskeuzes op het gebied van sociale voorzieningen. Onderzoek heeft aangetoond dat er een sterk verband bestaat tussen de raciale diversiteit van een staat en het beleid ten aanzien van sociale bijstand. In staten waar de Latino-bevolking groot is, worden over het algemeen minder middelen uitgegeven aan sociale voorzieningen, zoals onderwijs en gezondheidszorg, en wordt er meer geld besteed aan het strafrechtsysteem. Het is duidelijk dat de Latijns-Amerikaanse gemeenschap indirect wordt getroffen door beleidskeuzes die hen uitsluiten van de voordelen van publieke diensten, terwijl andere, meer bevoordeelde bevolkingsgroepen profiteren.
Het patroon is overduidelijk: staten met een grotere Latino-bevolking hebben de neiging minder uit te geven aan onderwijs en gezondheidszorg, terwijl ze meer geld toewijzen aan gevangenissen. Dit is een direct gevolg van een raciale dreiging die door het beleid wordt weerspiegeld. En terwijl de belastingen regressiever worden en de voordelen voor de arme, vaak Latino, bevolkingsgroepen afnemen, zien we dat de rijken minder belasting betalen in staten met een grotere Latino-populatie.
Wanneer we verder kijken naar het effect van deze raciale dynamiek op belastingbeleid, blijkt dat de invloed van de Latino-populatie zelfs merkbaar is in de manier waarop staten belastingtarieven kiezen. Dit patroon van minder progressieve belastingen in staten met een grotere Latino-populatie en meer regressieve belastingmaatregelen, benadrukt hoe de demografische veranderingen in de VS het beleid vormgeven, en vaak niet ten gunste van de minderheidsgroepen.
Na het aanpassen voor andere mogelijke factoren, zoals de conservatieve of liberale aard van de bevolking, de werkloosheidscijfers, het gemiddelde gezinsinkomen, en de aanwezigheid van andere minderheidsgroepen, blijft hetzelfde patroon zichtbaar. Staten met grotere Latino-bevolkingen zijn minder geneigd om geld uit te geven aan onderwijs en gezondheidszorg, terwijl ze meer middelen toewijzen aan gevangenissen. Tegelijkertijd maken ze minder gebruik van progressieve belastingen en meer van regressieve belastingen. Dit weerspiegelt een bredere, raciale dreiging die de houding ten opzichte van publieke voorzieningen en belastingheffing beïnvloedt.
Het contrast met staten waar de Latino-bevolking kleiner is, is groot. In deze staten worden sociale diensten vaak ruimer gefinancierd en is het belastingklimaat progressiever. De omvang van de Latino-bevolking lijkt dus duidelijk invloed te hebben op de keuzes die staten maken in hun bestedings- en belastingbeleid.
Echter, de rol van de Latino's in dit proces is niet helemaal passief. Wanneer de Latino-populatie groot genoeg wordt, kunnen ze invloed uitoefenen op het beleid, zoals blijkt uit de situatie in Californië en New Mexico. In deze staten, waar Latino's een significant deel van de bevolking vormen, zien we hoe de politieke invloed van de Latino-bevolking toeneemt naarmate hun aantal groeit. In Californië, bijvoorbeeld, zien we dat het beleid ten aanzien van immigratie en sociale voorzieningen van een uitgesproken conservatief naar een liberaler karakter verschuift zodra de Latino-bevolking een kritische massa bereikt.
Een interessant aspect van de veranderende politieke dynamiek wordt duidelijk wanneer we kijken naar de lange termijn. Als de Latino-bevolking naar verwachting zal doorgroeien tot een derde van de Amerikaanse bevolking, zal hun invloed op het beleid waarschijnlijk sterker worden. Dit zou niet alleen het belasting- en uitgavenbeleid veranderen, maar ook de manier waarop staten omgaan met zaken als strafrecht en onderwijs. Het effect op het beleid zal dus veranderen naarmate de Latino-bevolking een grotere rol speelt in de besluitvorming.
Wat verder belangrijk is, is de noodzaak voor beleidsmakers en burgers om te begrijpen hoe demografische veranderingen de politieke en economische structuren beïnvloeden. De manier waarop belastingbeleid, overheidsbestedingen en sociale voorzieningen worden geconfigureerd, hangt nauw samen met de omvang van de Latino-bevolking in een staat. Het is belangrijk om te erkennen dat de perceptie van een raciale dreiging niet alleen op cultuur of etniciteit gebaseerd is, maar diep verankerd zit in economische en politieke keuzes.
Hoe leefde men vroeger in Mussoorie en wat onthult een moordzaak over de samenleving?
Hoe Ethereum de weg baande voor gedecentraliseerde applicaties en cryptotokens
Hoe Bedrijven de Waarheid in Reclame Overtreden: Het Verhaal van Patentmedicijnen
Hoe Donald Trump Het Imago Van Het Amerikaanse Presidency Omkeerde Door Politieke Marketing

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский