Het Ethereum-team begreep het belang van de gemeenschap bij het opzetten van hun gedecentraliseerde systeem. Blockchain-architecturen mogen dan wel koude code zijn, maar ze zijn tegelijkertijd warme sociale netwerken. Met het geld dat ze hadden opgehaald, kon het Ethereum-team hun netwerk testen vóór de lancering op een manier die Satoshi en zijn kleine groep ondersteuners niet konden. Vanaf eind 2014 en gedurende het eerste halfjaar van 2015 moedigde de Ethereum Foundation het testen van het netwerk aan, zowel door een grassroots bug bounty-programma als door formele beveiligingsaudits, uitgevoerd door professionele derde-partij softwarebeveiligingsbedrijven. Deze 'battle testing' is een indicatie van de ernst waarmee de kernontwikkelaars veiligheid in hun gedecentraliseerde architecturen behandelden. Het is een praktijk die ook bij andere projecten zoals Zcash werd toegepast.

Op 30 juli 2015 ging het Ethereum-netwerk officieel live, waarbij de blockchain nu toegankelijk was voor miners die hun werk konden beginnen ondersteunen. Voor de lancering was Ethereum letterlijk 'opgehangen in de ether', maar nu stond het als een gedecentraliseerd platform open voor zaken. Dit platform, gebaseerd op de Ethereum-blockchain, bood de basis voor gedecentraliseerde applicaties, ook wel dApps genoemd. DApps kunnen worden gezien als complexe slimme contracten en kunnen worden ontwikkeld door externe ontwikkelaars, los van het Ethereum-team, wat de technologie een breed bereik gaf.

Een voorbeeld van een dApp is de flight insurance app, ontwikkeld door het bedrijf Etherisc. Deze dApp werd gepresenteerd op een bekend Ethereum-congres en werd gekocht door 31 van de aanwezigen. Het gebruik van Ethereum stelde ontwikkelaars in staat om verzekeringspools te simuleren door middel van ketens van voorwaardelijke transacties. Door dit proces open source te maken en het op de Ethereum "wereldcomputer" te draaien, konden gewone investeerders hun kapitaal in een verzekeringspool stoppen en rendement verdienen van de premies die door verzekeringnemers werden betaald. Het systeem werd vertrouwd omdat het transparant was en geautomatiseerd via code.

Sinds de lancering van Ethereum is er een onafgebroken stroom van dApps ontwikkeld die gebruik maken van het platform. Veel van deze dApps hebben hun eigen native eenheid, die vaak wordt aangeduid als cryptotoken, maar in sommige gevallen worden deze ook appcoins genoemd. DApps die een cryptotoken hebben, gebruiken ether om transacties binnen de dApp af te handelen. Dit maakt Ethereum een platform waarop gedecentraliseerde applicaties kunnen draaien, vergelijkbaar met hoe applicaties op het Apple besturingssysteem draaien. De komst van andere gedecentraliseerde wereldcomputers, zoals Dfinity, Lisk, Rootstock, Tezos en Waves, heeft de ruimte verder doen groeien. Deze platforms willen Ethereum’s ontwerp verbeteren en daarmee hun eigen dApps en cryptotokens aantrekken.

Toch is het belangrijkste voorbeeld van de opkomst en ondergang van een dApp de zogenaamde DAO (Decentralized Autonomous Organization). De DAO was een complexe dApp die fungeerde als een gedecentraliseerd venture capital fonds, waarbij houders van DAO-tokens konden stemmen over welke projecten gefinancierd moesten worden. Het was een ambitieuze poging om een bedrijf te creëren dat zichzelf zou kunnen besturen zonder menselijke tussenkomst, volledig autonoom via code. De ICO van de DAO bracht een recordbedrag op van 168 miljoen dollar, wat de DAO tot een van de grootste crowdfundingcampagnes in de geschiedenis van Ethereum maakte.

Toch werd dit succes gevolgd door een tragedie. De DAO bleek namelijk beveiligingsproblemen te hebben, die enkele ontwikkelaars vooraf al hadden opgemerkt. Ondanks waarschuwingen werd het project niet stilgelegd, en op 17 juni 2016, minder dan drie weken na de crowdfunding, werd de DAO gehackt. De hack leidde tot de diefstal van 3,6 miljoen ether, ongeveer een derde van het totale bedrag dat in de DAO was geïnvesteerd. De aanval was te wijten aan een kwetsbaarheid in de DAO-software zelf, die was opgeslagen op de Ethereum-blockchain, waar iedereen de code kon inzien en waar het dus van cruciaal belang was dat de code perfect zou zijn. Helaas was dat niet het geval.

De gebeurtenis leidde tot een spraakmakend debat binnen de Ethereum-gemeente. Ethereum besloot uiteindelijk om een "hard fork" door te voeren om de gestolen ether terug te halen en het systeem te herstellen. Dit leidde echter tot verdeeldheid binnen de gemeenschap, omdat sommige mensen vonden dat het ingrijpen in de blockchain de principes van decentralisatie en onveranderlijkheid ondermijnde. Het was een belangrijke les voor de gemeenschap: de veiligheid van de software is cruciaal voor het succes van gedecentraliseerde systemen.

Naast deze incidenten is het ook belangrijk om te begrijpen dat de wereld van gedecentraliseerde applicaties en cryptotokens zich in een extreem snelle ontwikkeling bevindt. Nieuwe dApps en cryptotokens komen voortdurend op de markt, wat de ruimte dynamisch en onvoorspelbaar maakt. Dit betekent dat investeerders en ontwikkelaars zich voortdurend moeten aanpassen aan veranderingen in de technologie en de markt. De voorbeelden van Ethereum en de DAO laten zien hoe belangrijk het is om niet alleen te vertrouwen op het potentieel van gedecentraliseerde systemen, maar ook om kritisch naar de veiligheid en de technische haalbaarheid van deze systemen te kijken.

In de komende jaren zal Ethereum, evenals andere platforms, blijven evolueren, en het is van essentieel belang om voortdurend de voortgang van de technologie en de veiligheid van de implementaties te volgen. Wie de wereld van gedecentraliseerde applicaties en cryptotokens betreedt, moet zich bewust zijn van de risico’s, maar ook van de immense mogelijkheden die deze technologie biedt voor de toekomst.

Hoe evolueren crypto-assets van speculatieve objecten naar functionele waarde-dragers?

De waarde van crypto-assets wordt in eerste instantie grotendeels bepaald door speculatie. Nieuwe crypto-assets hebben vooral een hoge speculatieve waarde omdat hun toekomstige nut en marktomvang nog onzeker zijn. Na verloop van tijd, naarmate een crypto-asset volwassen wordt, begint de prijs steeds meer te convergeren naar de werkelijke gebruikswaarde. Bitcoin is het meest aansprekende voorbeeld van deze transitie. Sinds zijn ontstaan heeft bitcoin een langdurige ontwikkeling doorgemaakt waarin het gebruik voor daadwerkelijke transacties steeds prominenter werd. In 2016 werd bijvoorbeeld voor $100.000 aan bitcoin per minuut verhandeld, wat een indicatie is van reële vraag naar de functionele toepassingen van bitcoin, los van puur handelsgedrag.

Deze verschuiving van speculatieve naar utility-waarde kan worden geïllustreerd met data van Pantera Capital, die laten zien dat in november 2013 de speculatieve waarde van bitcoin ver boven de daadwerkelijke gebruikswaarde uitstijgt, gemeten aan het aantal dagelijkse transacties op de blockchain. Na verloop van tijd neemt de speculatieve component af omdat investeerders een beter beeld krijgen van het daadwerkelijke adoptiepotentieel en nut van de crypto-asset. Jonge crypto-assets kennen daarom een grotere volatiliteit en speculatief karakter dan volwassen assets.

De open-source aard van veel crypto-projecten betekent echter dat aanpassingen en uitbreidingen mogelijk blijven, wat nieuwe toepassingen kan creëren en daarmee opnieuw speculatieve waarde kan toevoegen. Dit onderstreept dat crypto-assets niet statisch zijn; ze evolueren voortdurend in functie van technologische ontwikkelingen en marktvraag.

Het gevaar van speculatie wordt treffend omschreven door Benjamin Graham in zijn concept van “Mr. Market”. Deze fictieve figuur illustreert hoe de markt stemmingswisselingen kent die de waarde van assets tijdelijk kunnen opdrijven of ondermijnen ten opzichte van hun intrinsieke waarde. Voor de slimme belegger betekent dit dat hij of zij zich moet focussen op de fundamentele kenmerken van een asset en zich niet moet laten leiden door de grillen van de markt.

Daarnaast laat de ontwikkeling van de markt rondom de asset zien dat een crypto-asset zelf in principe onveranderd blijft, terwijl de mate van liquiditeit en handelsvolume sterk kan groeien. Vergelijk dit met de geschiedenis van de Amsterdamse effectenbeurs, die begon als een informele plek voor het verhandelen van aandelen van de VOC, en uitgroeide tot een geformaliseerde en liquide markt. Ook bitcoin begon zonder enige markt, met nauwelijks transacties in 2009, en groeide uit tot een van de meest liquide digitale activa wereldwijd.

De inherente digitale aard van crypto-assets zorgt ervoor dat ze een voordeel hebben ten opzichte van traditionele alternatieve activa zoals kunst of vastgoed. Omdat ze geen fysieke vorm hebben, kunnen ze vrijwel onmiddellijk wereldwijd worden verplaatst, wat bijdraagt aan de snelle opbouw van liquide markten. Dit digitale karakter versnelt de ontwikkeling van een transparante en toegankelijke marktstructuur, een proces dat in traditionele markten zoals obligaties en grondstoffen veel langzamer gaat.

Belangrijk om te beseffen is dat naast het nut en de speculatie ook de correlaties tussen verschillende assets een rol spelen in de evolutie van de markt. Naarmate crypto-assets volwassen worden en meer geïntegreerd raken in het bredere financiële systeem, zal ook hun relatie met andere activaklassen invloed hebben op hun prijsontwikkeling en rol binnen een portefeuille.

De lezer dient zich te realiseren dat de waarde van een crypto-asset nooit statisch is en dat het onderscheid tussen speculatieve en utility-waarde dynamisch is. De markten voor crypto-assets zijn continu in beweging, beïnvloed door technologische innovaties, gebruiksgroei en veranderende investeringsstrategieën. Fundamentele analyse van de werkelijke toepassingen en het markpotentieel is cruciaal om de toekomstige waarde van een crypto-asset te begrijpen en de vaak grillige bewegingen van de markt te doorzien.

Hoe waardeer je crypto-assets?

In de wereld van crypto-assets, zoals Bitcoin en Ethereum, is het belangrijk te begrijpen hoe de waarde van deze digitale activa gemeten kan worden. Hoewel het aantal transacties op de blockchain een waardevolle metriek is, vertelt het ons weinig over de monetaire waarde van die transacties. In het geval van Bitcoin, bijvoorbeeld, werd in het eerste kwartaal van 2017 meer dan 270 miljoen dollar per dag verwerkt, wat neerkomt op 188.000 dollar per minuut of 3.100 dollar per seconde. Deze cijfers geven een beeld van de enorme schaal waarop crypto-assets worden verhandeld, maar zeggen weinig over de intrinsieke waarde van het asset zelf.

Om een crypto-asset te waarderen, wordt voorgesteld om de transactievolumes te combineren met de netwerkwaarde. In plaats van te kijken naar de winst of cashflow, zoals dat gebeurt bij traditionele aandelen, zou de waarde van een crypto-asset beter begrepen kunnen worden door het transactievolume in de context van de netwerkwaarde te plaatsen. Dit idee komt voort uit de vergelijking met de zogenaamde "P/E-ratio" (Price-to-Earnings-ratio) die vaak wordt gebruikt in de aandelenmarkt. In plaats van de winst van een bedrijf te delen door zijn marktwaarde, wordt bij crypto-assets de netwerkwaarde gedeeld door het dagelijkse transactievolume. Als de netwerkwaarde sneller stijgt dan het transactievolume, zou dit kunnen betekenen dat het asset overgewaardeerd is, en vice versa.

Er is echter geen definitief antwoord over wat de optimale verhouding moet zijn. De markt zal na verloop van tijd waarschijnlijk een evenwicht vinden, net zoals dit het geval is met de traditionele prijs-omzet- of prijs-winstverhoudingen van aandelen. Momenteel lijkt het erop dat Bitcoin een zekere stabiliteit vertoont wanneer zijn netwerkwaarde ongeveer 50 keer zijn dagelijkse transactievolume bedraagt. Een prijs die deze verhouding in stand houdt, zou kunnen wijzen op een redelijk geprijsd asset. Eventuele significante schommelingen in deze verhouding kunnen wijzen op overwaardering of onderwaardering van het asset.

Wat betreft de technische analyse van crypto-assets, kan deze worden gebruikt om de prijs- en volumebewegingen van een asset over de tijd te evalueren. Deze analyse is voornamelijk gericht op het tijdstip van kopen en verkopen, en hoewel het geen gegarandeerde manier is om het "juiste" moment te vinden, heeft het zich bewezen als een krachtige tool voor crypto-handelaars. De technische analyse kijkt naar het zogenaamde "support" en "resistance" van een asset. Support is het prijsniveau waarop een asset niet onder wil gaan, terwijl resistance het niveau is waar de prijs moeite heeft om doorheen te breken. Wanneer de prijs een resistance-niveau doorbreekt, kan dit worden gezien als een signaal om te kopen, vooral als het gepaard gaat met een hoog handelsvolume.

Een ander veelgebruikte tool binnen technische analyse is de eenvoudige voortschrijdende gemiddelde (SMA), die het prijsverloop van een asset over een bepaalde periode gladstrijkt. Dit biedt een duidelijker overzicht van de algemene trend, zonder de ruis van dagelijkse prijsschommelingen. SMA's worden veel gebruikt om te bepalen of een asset zich in een opwaartse of neerwaartse trend bevindt en om mogelijke keerpunten in de markt te voorspellen.

De uitdaging voor crypto-investoren ligt in het vinden van een balans tussen fundamentele en technische analyse. Fundamentele analyse voor crypto-assets bevindt zich nog in een beginfase, maar het gebruik van de juiste tools en methoden kan beleggers helpen weloverwogen beslissingen te nemen. Terwijl technische analyse snel bruikbare informatie kan bieden over marktsentiment en prijstrends, is het essentieel om ook te kijken naar de bredere context van het asset, zoals het transactievolume en de netwerkwaarde.

Naarmate crypto-assets verder rijpen, zullen er waarschijnlijk meer verfijnde analysemethoden beschikbaar komen. Deze zullen beleggers helpen om beter te begrijpen hoe ze crypto-assets moeten waarderen en wanneer ze moeten kopen of verkopen. De combinatie van een solide fundamentele analyse met technische hulpmiddelen zal ongetwijfeld de sleutel zijn voor succesvolle crypto-investeringen.