De geschiedenis van het gebruik van kleurstoffen en pigmenten gaat terug tot de vroegste tijden van de mensheid. Al sinds de eerste grotschilderingen hebben mensen geleerd objecten te transformeren door pigmenten of kleurstoffen toe te voegen aan materialen, zowel voor esthetische als functionele doeleinden. Gedurende de eeuwen heeft deze kennis zich verspreid naar verschillende toepassingen, waaronder schilderkunst, textiel en keramiek. De geschiedenis van polymeren begint echter pas veel later, in de negentiende eeuw, en sinds de oprichting van de polymerenindustrie heeft de verdeling van organische kleurstoffen of pigmenten in polymeren een cruciale betekenis gekregen.
In de polymerenindustrie wordt kleur vaak gezocht voor esthetische doeleinden, maar recentelijk heeft het gebruik van organische kleurstoffen een stap voorwaarts gezet. Ze worden nu steeds meer benut om specifieke functionaliteiten toe te voegen aan anders inert ogende polymeren. Kleurstoffen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om een object visueel te veranderen, maar ook om de resolutie van het 3D-printproces zelf te verbeteren. De toepassing van kleurstoffen in de nieuwe, vooruitstrevende wereld van licht-geïnduceerde 3D-printtechnologieën biedt bovendien tal van nieuwe mogelijkheden.
Licht-geïnduceerde 3D-printtechnieken, zoals stereolithografie (SLA) en digitale lichtverwerking (DLP), gebruiken vloeibare fotopolymeren die selectief worden uitgehard door middel van lichtactivatie. Een veelgebruikte fotopolymeerformulering bestaat uit ten minste twee componenten: monomeren en een fotoinitiator. Deze materialen, vaak acrylaten of methacrylaten, bieden goede reactiviteit en adhesie, maar kunnen ook te maken hebben met nadelen zoals volumetrische krimp tijdens het uitharden. Om dit te verhelpen, worden verschillende monomeermengsels ontwikkeld die de afdrukkwaliteit verbeteren en de krimp minimaliseren, bijvoorbeeld door het mengen van acrylaten met methacrylaten of door het gebruik van epoxy- of thiol-ene systemen. De keuze van het juiste monomeer is cruciaal, aangezien het de snelheid van de reactie en de uiteindelijke eigenschappen van het polymeren beïnvloedt, zoals sterkte, breekbaarheid en hydrofobiciteit.
In de recentste ontwikkelingen zijn kleurstoffen meer dan enkel visuele middelen geworden; ze spelen nu ook een onmiskenbare rol in de mechanica van het printproces. Kleurstofmoleculen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verkrijgen van de beste afdrukresolutie, wat essentieel is voor het creëren van gedetailleerde en precieze 3D-objecten. Bovendien kunnen de juiste keuze van kleurstoffen, zoals stimuli-responsieve of functionele kleurstoffen, nieuwe eigenschappen aan de polymeren geven zonder de mechanische eigenschappen van de geprinte objecten te beïnvloeden, dankzij de beperkte hoeveelheid kleurstof die nodig is. Het chemisch modificeren van chromoforen, bijvoorbeeld door ze covalent te koppelen aan het polymerenruggengraat, stelt ons in staat om deze nieuwe materialen in de 3D-printmatrix in te brengen.
De toepassing van functionele kleurstoffen in 3D-printtechnologieën heeft geleid tot een relatief onontgonnen onderzoeksgebied, waarin materiaalwetenschap en 3D-structurering samensmelten om nieuwe synergetische effecten te creëren. Dit heeft geleid tot veelbelovende nieuwe mogelijkheden voor het creëren van responsieve objecten die reageren op specifieke externe stimuli, zoals licht, pH, temperatuur of oplosmiddelen. Het potentieel van deze technologie is enorm: door functionele kleurstoffen te gebruiken, kunnen we niet alleen de esthetische en technische eigenschappen van geprinte objecten verbeteren, maar ook nieuwe functionaliteiten integreren die het gebruik en de toepassingen van 3D-geprinte objecten aanzienlijk kunnen uitbreiden.
Tegenwoordig kunnen commerciële bedrijven, zoals Formlabs, die bekend staan om hun DLP- en SLA-printers, een “kleurenkit” aanbieden. Deze kit bevat verschillende kleurpigmenten waarmee de gebruiker zijn eigen 3D-objecten in de gewenste kleur kan creëren. Het is echter van groot belang te begrijpen dat de moleculen die verantwoordelijk zijn voor de kleur in licht-geïnduceerde 3D-printtechnologieën niet alleen kleuren zijn; ze zijn essentieel voor het verkrijgen van een hoge afdrukresolutie. Bovendien kunnen de juiste kleurstofkeuzes de functionaliteit van de objecten beïnvloeden zonder dat de mechanische integriteit van de geprinte objecten in gevaar komt, dankzij het gebruik van minimale hoeveelheden kleurstof.
Naast de keuze van de juiste kleurstoffen, moeten ook de printinstellingen zorgvuldig worden gekozen om de hoogste kwaliteit te garanderen. Dit betreft onder andere de laagdikte, de belichtingstijd, de lichtintensiteit en de snelheid van de scheiding in het geval van DLP-printers. Bovendien moeten de thermische eigenschappen van de fotopolymeerformuleringen in overweging worden genomen, aangezien de formulering tijdens het printproces kan opwarmen, wat invloed kan hebben op de uiteindelijke kwaliteit van het object.
Het integreren van functionele kleurstoffen in 3D-printtechnologieën biedt dus veelbelovende nieuwe mogelijkheden die verder gaan dan esthetische verbeteringen. Door het gebruik van kleurstoffen die reageren op externe stimuli, kunnen geprinte objecten nieuwe eigenschappen krijgen die hen veelzijdiger maken in een breed scala aan toepassingen, van medische hulpmiddelen tot consumentenproducten. Deze ontwikkelingen markeren een belangrijke stap in de evolutie van 3D-printtechnologieën, die niet langer alleen gericht zijn op visuele aspecten, maar ook op functionele en responsieve eigenschappen.
Hoe kan SLA 3D-printen worden gebruikt voor de fabricage van microfluïdische apparaten?
Het gebruik van stereolithografie (SLA) voor de productie van microfluïdische apparaten heeft in de afgelopen jaren aanzienlijke vooruitgangen geboekt. Deze technologie maakt het mogelijk om microfluïdische structuren te printen met een hoge resolutie, wat essentieel is voor toepassingen die precisie vereisen, zoals in de geneeskunde, biotechnologie en chemische analyse. De voordelen van SLA-printen liggen voornamelijk in de mogelijkheid om complexe geometrieën en gedetailleerde structuren te creëren die moeilijk te bereiken zijn met traditionele productiemethoden.
In de context van microfluïdische systemen is een belangrijk kenmerk van SLA de mogelijkheid om objecten met kleine afmetingen en hoge precisie te printen. Dit biedt aanzienlijke voordelen ten opzichte van andere 3D-printtechnieken, zoals FDM (Fused Deposition Modeling), waar de resolutie vaak onvoldoende is voor microfluïdische toepassingen. SLA-printers kunnen gebruik maken van speciaal ontwikkelde harsen die in staat zijn om fijne details vast te leggen, waardoor het mogelijk is om apparaten te creëren met kanalen en kamers die perfect op de benodigde schaal zijn.
Hoewel SLA-printen veelbelovend is, zijn er ook enkele uitdagingen. Een van de grootste obstakels is de beperkte keuze aan materialen die geschikt zijn voor SLA-printen. Dit maakt het moeilijk om apparaten te produceren die verschillende materiaaleigenschappen vereisen binnen hetzelfde apparaat. Dit is vooral problematisch voor microfluïdische apparaten, waar verschillende componenten mogelijk verschillende mechanische eigenschappen, chemische resistentie of flexibiliteit vereisen. De ontwikkeling van nieuwe harsen die deze tekortkomingen kunnen overwinnen, is een actief onderzoeksgebied, en er worden al veelbelovende materialen ontwikkeld die beter bestand zijn tegen chemische invloeden en die robuuster zijn in termen van mechanische eigenschappen.
Er is echter al vooruitgang geboekt in het gebruik van SLA voor het produceren van geïntegreerde microfluïdische apparaten. Bijvoorbeeld, Rogers en zijn collega's fabriceerden een microfluïdisch apparaat met geïntegreerde pneumatische kleppen die in staat zijn om 800 activeringen uit te voeren. Dit apparaat werd SLA-geprint met een op maat gemaakte hars en geïntegreerd met een 3D-geprinte membraan van 100 μm. Door de flexibiliteit van het dunne membraan werd een extern drukverschil gebruikt om de klep te openen en te sluiten. Dit type systeem toont de potentie van SLA in het realiseren van dynamische, werkende microfluïdische componenten.
Modulaire microfluïdische systemen zijn ook mogelijk met SLA-printtechnologie. Bhargava en zijn team fabriceerden een systeem met geïntegreerde componenten zoals een gradientgenerator, microdruppelgenerator en een optisch systeem voor het meten van druppels. Deze componenten werden apart geprint en vervolgens in elkaar gezet om een volledig functioneel systeem te creëren. Dit biedt een flexibele manier om microfluïdische apparaten aan te passen aan specifieke behoeften zonder volledige herfabricage van het systeem.
Er is echter een probleem dat nog steeds niet volledig is opgelost: het printen van apparaten met verschillende materiaaleigenschappen in één print. Dit zou de productie van volledig geïntegreerde microfluïdische apparaten veel efficiënter maken, maar momenteel is het proces van multi-materiaal printen nog in de kinderschoenen. Het succesvol combineren van verschillende harsen in één print vereist geavanceerde printerinstellingen en zorgvuldig beheer van printparameters. Desondanks is dit een opwindend onderzoeksgebied, en er wordt veel verwacht van toekomstige ontwikkelingen op dit gebied.
Daarnaast heeft de beheersing van lichtpenetratie in de hars, met behulp van specifieke additieven zoals fotoblokkers, geholpen om de SLA-technologie verder te verfijnen. Deze additieven maken het mogelijk om de resolutie van de geprinte structuren te verhogen, waardoor SLA nu niet alleen in millifluidische maar ook in microfluïdische toepassingen kan worden ingezet. Het systematische begrip van printparameters zoals de printdikte en de printtijd heeft het mogelijk gemaakt om deze vooruitgang te boeken.
De potentiële toepassingen van SLA-geprinte microfluïdische apparaten zijn divers en omvatten niet alleen medische en biotechnologische toepassingen, maar ook de ontwikkeling van geavanceerde sensoren, lab-on-a-chip technologie en meer. Terwijl de SLA-technologie zich blijft ontwikkelen, wordt het steeds duidelijker dat deze techniek de toekomst heeft voor de fabricage van microfluïdische systemen, vooral als de uitdagingen rondom materiaalkeuze en multi-materiaal printen worden overwonnen.
Het is belangrijk dat onderzoekers niet alleen aandacht besteden aan de technologische vooruitgangen, maar ook aan de bredere implicaties van SLA-geprinte microfluïdische systemen. Naast de technische aspecten moeten de integratie van microfluïdische systemen met andere technologieën, zoals sensoren en actuatoren, verder worden onderzocht. Daarnaast is het cruciaal om de duurzame aspecten van SLA-printen te overwegen, zoals de milieu-impact van gebruikte materialen en de energievereisten van het printproces. De vooruitgang op deze gebieden zal de acceptatie van SLA-geprinte microfluïdische systemen in de industrie verder bevorderen.
Hoe kan de resolutie van 3D nanoprinting worden verbeterd door gebruik te maken van sub-drempelbelichting?
In de wereld van 3D-nanoprinting is het verbeteren van de resolutie een van de belangrijkste doelstellingen voor wetenschappers en ingenieurs. Het vermogen om structuren met een resolutie van enkele nanometers te produceren is essentieel voor toepassingen in diverse sectoren, van biomedische technologie tot de fabricage van geavanceerde materialen. Recent onderzoek heeft een methode naar voren gebracht die de resolutie aanzienlijk kan verbeteren door gebruik te maken van sub-drempelbelichting, waarbij het polymerisatieproces op een gecontroleerde manier wordt beïnvloed.
De basis van deze techniek ligt in het gebruik van ondersteunende muren die eerst worden gefabriceerd. Deze muren helpen de crosslinkers (moleculen die polymeermatrices verbinden) op een homogene manier te verdelen. Vervolgens wordt sub-drempelbelichting toegepast, wat resulteert in de creatie van nanolijnen met een resolutie die in sommige gevallen zo laag kan zijn als 7 nanometer. Dit proces is een perfect voorbeeld van hoe geavanceerde fotolithografie kan worden toegepast om nanostructuren te vervaardigen die anders onmogelijk te bereiken zouden zijn met traditionele technieken.
Het concept van radical quenching speelt een belangrijke rol in deze benadering. Tijdens het fotopolymerisatieproces, waarbij een fotoinitiator de polymerisatie van monomeren in gang zet, worden radicalen geproduceerd. Deze radicalen kunnen echter in sommige gevallen ongewenste polymerisatie veroorzaken, wat de resolutie negatief beïnvloedt. Het toevoegen van radical quenchers (moleculen die deze radicalen neutraliseren) kan de polymerisatie controleerbaar maken en zo de resolutie verhogen. Dit proces wordt vaak gebruikt in combinatie met fotoinitiators die een hoge efficiëntie hebben en snel kunnen reageren op de laserstralen, wat de precisie van het proces vergroot.
In dit kader speelt de keuze van fotoinitiators een cruciale rol. De fotoinitiators moeten een hoge twee-fotonabsorptiecapaciteit hebben, wat betekent dat ze in staat zijn om meer fotonen op te nemen en sneller te reageren. Dit leidt tot een lagere drempelwaarde voor polymerisatie en dus een hogere resolutie. Bijvoorbeeld, bij het gebruik van BPDPA, een bijzonder efficiënte fotoinitiator, konden structuren met een resolutie van slechts 80 nm worden vervaardigd bij een laservermogen van slechts 0,8 mW. Dit toont de kracht aan van de juiste keuze van fotoinitiator in combinatie met de juiste verwerkingstechnieken.
Naast fotoinitiators hebben andere toevoegingen zoals quantum dots (QDs) ook hun effectiviteit bewezen in het verbeteren van de laterale resolutie. QDs, die fotonen absorberen tijdens het schrijven, helpen bij het verminderen van de absorptie door de fotoinitiators, waardoor de precisie van de structuren verder wordt vergroot. Studies hebben aangetoond dat QDs het mogelijk maken om polymeren te produceren met afmetingen van slechts 75 nm, wat wijst op het potentieel van hybride materialen in fotolithografie.
Met de voortdurende vooruitgang in de technologie, zoals de toepassing van STED (Stimulated Emission Depletion) microscopy in fotolithografie, kunnen we de resolutie verder verbeteren. STED, oorspronkelijk ontwikkeld voor beeldvorming, is toegepast op twee-foton polymerisatie om de nauwkeurigheid van de lithografie te verbeteren. Door specifieke delen van het licht te "depleteren", kan de cross-linking van polymeren lokaal worden gecontroleerd, wat resulteert in fijnere structuren.
Het is belangrijk te begrijpen dat de verbetering van de resolutie niet alleen afhankelijk is van de keuze van materialen, maar ook van de precisie van de lasers en de technologie die wordt gebruikt voor de belichting. Femtoseconde lasers, die extreem korte pulsduur hebben, zijn bijzonder geschikt voor deze toepassingen, omdat ze de benodigde energie kunnen leveren zonder de structuren te beschadigen, wat cruciaal is voor het behouden van de nanostructuren die in 3D nanoprinting worden gecreëerd.
Tegelijkertijd is het cruciaal te realiseren dat het verhogen van de resolutie in nanoprinting niet alleen technische voordelen biedt, maar ook praktische uitdagingen met zich meebrengt. Het verminderen van de feature-grootte kan namelijk de mechanische sterkte van de geproduceerde structuren beïnvloeden. De korte ketens die ontstaan door het gebruik van radical quenchers kunnen de sterkte van de gevormde polymeren verminderen, wat belangrijk is voor toepassingen waar de structurele integriteit van het materiaal essentieel is.
Het verder verfijnen van deze processen en materialen zal het mogelijk maken om nog preciezere en sterkere nanostructuren te produceren, wat de deur opent voor nieuwe toepassingen in bijvoorbeeld de micro-elektronica, de geneeskunde en de nanotechnologie.

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский