De integratie van cryogene computersystemen vereist dat elektronische schakelingen opereren bij verschillende cryogene temperaturen. Het primaire doel van de voorgestelde methode is om voor elke component de optimale temperatuur te bepalen, waarbij het totale energieverbruik of de vertraging van het systeem wordt geminimaliseerd. Dit proces maakt gebruik van een geavanceerde benadering die temperatuurafhankelijke variabelen benadert door middel van kubische spline-interpolatie en een grafentheoretisch algoritme, dat als basis dient voor het vinden van de optimale temperatuurinstellingen binnen een meertraps koelsysteem.

De kracht van de voorgestelde methode ligt in de manier waarop de verschillende temperatuurzones met elkaar interageren. In een cryogeen systeem wordt de energiestroom tussen de verschillende temperatuurzones beïnvloed door zowel de thermische geleidbaarheid van de verbindingskabels als de lekkagekracht die ontstaat door extra koeling van lagere temperatuurcomponenten die warmte ontvangen van componenten op hogere temperaturen. Dit effect is van cruciaal belang voor het verkrijgen van een betrouwbare temperatuurinstelling die niet alleen het energieverbruik optimaliseert, maar ook de operationele efficiëntie van het systeem verbetert.

Bij de implementatie wordt een graf geconstrueerd die de verschillende toestanden van het systeem en de bijbehorende energiewaarden beschrijft. Elk knooppunt in het graf vertegenwoordigt een temperatuurinstelling, en de verbindingen tussen de knooppunten (of "randen") bevatten gewichten die de energieconsumptie en de vertraging van de componenten op verschillende temperaturen reflecteren. Door deze gewichten te interpoleren met behulp van kubische spline-interpolatie, kunnen nauwkeurige schattingen worden gemaakt van het energieverbruik bij verschillende temperaturen, wat essentieel is voor het bepalen van de optimale temperatuurinstellingen.

Een belangrijk kenmerk van de voorgestelde methode is het gebruik van grafentheorie om een pad te vinden van optimale temperaturen voor het gehele systeem. Dit pad wordt niet alleen gebaseerd op de directe energiekosten van de componenten, maar houdt ook rekening met de thermische interacties tussen de verschillende temperatuurzones. Het algoritme voert de temperatuuroptimalisatie uit in twee fasen, waarbij de tweede iteratie de temperatuurinstellingen verder verfijnt op basis van de resultaten van de eerste iteratie. Op deze manier wordt de zoekruimte voor mogelijke temperatuurinstellingen effectief verkleind.

Bij het oplossen van dit probleem wordt gebruik gemaakt van cryogene koelsystemen, zoals de Gifford-McMahon cryocooler en de pulsstroom cryocooler, die essentieel zijn voor het bereiken van de extreem lage temperaturen die nodig zijn voor supergeleidende en kwantumcomputers. Deze koelsystemen bestaan uit meerdere koelkamers die telkens een lagere temperatuur bereiken dan de vorige. Voor bijvoorbeeld het koelen tot 4 K wordt gebruikgemaakt van helium-3 en helium-4 isotopen in een dilutierefrigerator, wat mogelijk is dankzij meerdere fasen van koeling.

Het thermische model van het systeem speelt een centrale rol in het begrijpen van de energieoverdracht tussen de verschillende temperatuurzones. Deze energieoverdracht is sterk afhankelijk van de thermische geleidbaarheid van de kabels die de componenten verbinden en van de bijkomende koelvereisten die ontstaan door de warmteoverdracht van de hogere temperatuurcomponenten naar de lagere temperatuurcomponenten. Het is van belang dat het energieverlies door lekkage nauwkeurig wordt geschat, aangezien dit direct invloed heeft op het totale energieverbruik van het systeem. De nauwkeurigheid van deze schattingen is essentieel voor het behalen van optimale prestaties van het cryogene systeem.

Naast het minimaliseren van energieverbruik en vertraging, moet ook rekening worden gehouden met de thermische stabiliteit van het systeem, omdat temperatuurschommelingen onvermijdelijk zijn door de werking van de koelsystemen. Het zorgvuldig afstemmen van de temperatuurinstellingen voor elke component helpt niet alleen om het energieverbruik te minimaliseren, maar verbetert ook de betrouwbaarheid en duurzaamheid van het systeem op de lange termijn. In deze context is het belangrijk te realiseren dat de optimalisatie van temperatuurinstellingen altijd moet plaatsvinden in de context van de fysieke beperkingen van de cryogene koeltechnologieën.

Om optimaal gebruik te maken van deze geavanceerde benadering, moet men goed begrijpen hoe de koelsystemen precies functioneren en wat de beperkingen zijn van de gebruikte cryogene koeltechnologieën. Het thermische gedrag van de componenten is ook niet statisch, en in veel gevallen kunnen de eigenschappen van de koelmiddelen variëren afhankelijk van de specifieke operationele omstandigheden. Een gedegen kennis van cryogene systemen en hun werking is dan ook essentieel om te begrijpen hoe het voorgestelde algoritme de temperatuurinstellingen optimaal kan afstemmen voor het bereiken van de beste systeemprestaties.

Hoe kan temperatuuroptimalisatie het energieverbruik en de vertraging in processen minimaliseren?

Het energieverbruik van een proces wordt bepaald door de som van de vermogensgewichten langs een pad, P(π) = p1 + p2 + ··· + pn−1, waarbij elk gewicht het energieverbruik van een eenheid vertegenwoordigt. Evenzo is de totale vertraging van het proces D(π) = d1 + d2 + ··· + dn−1 de som van de vertragingen van de eenheden langs het pad. Het probleem van temperatuuroptimalisatie in een systeem is het vinden van een pad dat het totale vermogen P(π) minimaliseert, terwijl de vertraging D(π) onder een maximaal toegestane grens Dmax blijft.

In een praktisch voorbeeld wordt een systeem met meerdere eenheden en verschillende temperatuuromgevingen gepresenteerd, waarbij elke eenheid op drie verschillende temperaturen kan werken. Het pad A, aangeduid als πA = (C1,1, C2,3, C3,2), en pad B, aangeduid als πB = (C1,3, C2,3, C3,1), vertegenwoordigen twee mogelijke configuraties van temperatuurinstellingen voor de verschillende kamers. Het energieverbruik en de vertraging langs deze paden worden bepaald door de respectieve gewichten van de randen langs het pad, die afhankelijk zijn van de temperatuurinstellingen van de kamers.

In een complex systeem zoals dit, waar temperatuur en energieverbruik sterk afhankelijk zijn van elkaar, wordt vaak gebruikgemaakt van geavanceerde wiskundige methoden om de optimalisatie mogelijk te maken. Een van de meest effectieve technieken is kubieke spline-interpolatie. Kubische spline-interpolatie wordt gebruikt om het energieverbruik van een eenheid binnen een koelsysteem te interpoleren. Deze techniek maakt het mogelijk om de energieverbruikswaarden voor verschillende temperatuurinstellingen te schatten zonder dat het nodig is om een grafiek met vaste gewichten voor alle mogelijke temperatuurcombinaties handmatig te definiëren.

Kubische spline-interpolatie heeft een aantal voordelen boven andere interpolatiemethoden, zoals de Newton-polynoominterpolatie. Het belangrijkste voordeel van kubische spline-interpolatie is dat de kromming en helling van de resulterende interpolatiecurve zeer dicht bij de exponentiële relatie tussen temperatuur en energieverbruik liggen, wat deze techniek bijzonder geschikt maakt voor thermische toepassingen. Bovendien heeft de kubische spline-interpolatie minder foutmarge dan andere lineaire interpolatietechnieken, zoals de Lagrange- of Newton-polynoominterpolatie.

Naast het energieverbruik dat door de eenheden wordt gegenereerd, bevat de verbruikte energie langs een pad ook verliesvermogen door temperatuurverschillen die door de verbindingskabels tussen de eenheden worden overgedragen. Omdat de thermische weerstand van kabelmaterialen afhankelijk is van de absolute temperatuur, worden er aanpassingen gemaakt voor een nauwkeurigere karakterisering van de warmteoverdracht tussen de eenheden. Thermische weerstand varieert afhankelijk van het type materiaal, de kwaliteit en de zuiverheid ervan. In veel gevallen kan deze thermische weerstand lineair, exponentieel of zelfs logaritmisch veranderen naarmate de temperatuur verandert.

In cryogene toepassingen worden gespecialiseerde kabels, zoals CryoCoax BCB016, BCB019 en BCB029, gebruikt. Deze kabels, gemaakt van roestvrij staal en berylliumkoper, vertonen een toenemende thermische geleiding naarmate de temperatuur stijgt. De thermische geleiding van berylliumkoper kan doorgaans lineair worden benaderd, terwijl de thermische geleiding van roestvrij staal beter kan worden beschreven met een duale lijnbenadering. Het is essentieel om de juiste kabelmaterialen te kiezen voor het beoogde temperatuurbereik, aangezien de keuze van materiaal de efficiëntie van de warmteoverdracht aanzienlijk kan beïnvloeden.

Om het totale energieverbruik en de vertraging van een proces te minimaliseren, wordt een optimalisatie-algoritme gebruikt dat een systeemgrafiek volgt, zoals eerder beschreven. In deze grafiek heeft elk pad van de begintoestand S1 naar de eindtoestand Sn invloed op zowel het energieverbruik als de vertraging. Het optimalisatieprobleem bestaat erin de meest energie-efficiënte temperatuurinstellingen te identificeren, terwijl de algehele vertraging van het systeem onder de drempelwaarde Dmax blijft. Dit proces wordt uitgevoerd door gebruik te maken van een breedte-eerstzoekalgoritme, dat alle mogelijke paden door het systeem onderzoekt en paden die voldoen aan de vertragingseisen bijhoudt.

De aanpassing van de vermogensgewichten wordt uitgevoerd door het toepassen van de wet van Newton voor koeling, waarbij de vermogensgewichten worden gecorrigeerd op basis van de temperatuur van de voorgaande kamer. Dit zorgt ervoor dat de verwachte energieverbruiken nauwkeurig worden berekend, zelfs wanneer de temperatuuromstandigheden veranderen.

Deze benadering maakt het mogelijk om systematisch het energieverbruik en de vertraging binnen een cryogeen systeem te minimaliseren, waarbij tegelijkertijd de thermische weerstand en de kabelmaterialen in overweging worden genomen.

Het begrijpen van de wisselwerking tussen de verschillende parameters, zoals temperatuur, energieverbruik, en vertraging, is essentieel voor het optimaliseren van cryogene koelsystemen. De keuze van de juiste temperatuurinstellingen en materialen heeft niet alleen invloed op de efficiëntie van het systeem, maar kan ook aanzienlijke kostenbesparingen opleveren. Het is van cruciaal belang om de thermische eigenschappen van het systeem goed te begrijpen, evenals de effecten van temperatuurveranderingen op zowel het energieverbruik als de vertraging, om zo tot de meest efficiënte en kosteneffectieve oplossing te komen.

Hoe een Multi-Temperatuur Koelsysteem te Optimaliseren voor Supergeleidende en Quantum Computing Systemen

In recente onderzoeken naar cryogene systemen voor supergeleidende en quantum computing, is er steeds meer aandacht voor het optimaal indelen van verschillende technologieën en functies over diverse temperatuurstadia binnen koelsystemen. Een opvallend voorbeeld wordt gepresenteerd in een studie van Sumitomo’s SRDK-101DP-11C cryocooler, waarin een multi-temperatuursysteem is geïntegreerd. In dit systeem worden lage-temperatuur superconductieve circuits in een kamer van 4 K geplaatst, terwijl hogere-temperatuur halfgeleidercircuits, zoals analoge filters en low-noise versterkers, op een 60 K-niveau functioneren. Andere elektronische componenten werken bij kamertemperatuur (RT). Dit type systeem benadrukt echter een veelvoorkomende tekortkoming: het negeren van het volledige temperatuurbereik van elk stadium binnen de koeler.

Hoewel de tweede kamer nominaliter ingesteld is op 60 K, kan deze in werkelijkheid temperaturen van 60 K tot 80 K ondersteunen. Dit inzicht toont het belang aan van het benutten van het volledige temperatuurbereik van elke koelerfase. Door deze flexibiliteit in de temperatuurinstellingen optimaal te benutten, kan de algehele prestatie van een cryogeen systeem aanzienlijk worden verbeterd. Het toepassen van een specifieke optimalisatiemethodologie, zoals die in Hoofdstuk 5 wordt beschreven, kan helpen bij het bepalen van de optimale werktemperatuur voor elke component binnen het systeem. Dit minimaliseert het totale energieverbruik en zorgt ervoor dat de prestatie van het systeem aan de gestelde eisen voldoet.

Desondanks houdt de voorgestelde methodologie in Hoofdstuk 5 geen rekening met de onderlinge afhankelijkheden tussen de verschillende temperatuurstadia en optimaliseert enkel elk stadium afzonderlijk. Dit is een beperking, aangezien het niet de algehele efficiëntie van het systeem verbetert. In Hoofdstuk 6 wordt een meer geïntegreerde benadering gepresenteerd die de afhankelijkheid van de temperatuurstadia in aanmerking neemt om zo de energie-efficiëntie van het gehele systeem te verbeteren. Het gebruik van meerdere koelfasen wordt verder geoptimaliseerd door de interacties tussen de verschillende temperatuurzones beter af te stemmen, waardoor een meer holistische benadering ontstaat van het optimaliseren van het systeem.

Een andere benadering is de mogelijkheid om het aantal koelkaststadia dynamisch te bepalen, in plaats van deze vooraf vast te leggen, zoals in eerdere modellen. Dit stelt de algoritmen in staat om flexibeler om te gaan met de temperatuurvereisten over meerdere eenheden, waardoor een efficiënter en effectiever temperatuurbeheer mogelijk is.

In de ontwikkeling van supergeleidende rekensystemen, die een veelbelovend alternatief bieden voor traditionele CMOS-technologieën in high-performance computing (HPC), wordt steeds meer gebruik gemaakt van supergeleidende flux quantum logica op basis van Josephson-juncties. Deze systemen functioneren bij cryogene temperaturen, waarbij het nulweerstandseigenschap van de interconnecten extreem snelle schakelsnelheden en minimaal energieverbruik mogelijk maakt. Het energieverbruik van circuits met passieve supergeleidende interconnecten is tot wel drie tot vier ordes van grootte lager dan dat van CMOS-circuits. Dit maakt het gebruik van supergeleiding zeer aantrekkelijk voor toepassingen waar snelheid en energie-efficiëntie van groot belang zijn.

Quantum computing is een andere technologie die zich snel ontwikkelt en het potentieel heeft om veel rekenkundige taken te transformeren, zoals prime factorisatie, quantum simulatie, machine learning en cryptografie. De werking van quantumprocessors vereist temperaturen die variëren van tientallen tot honderden millikelvin, om zo de quantumcoherentie te behouden en thermisch lawaai te minimaliseren. Om deze quantumprocessors effectief aan te sturen, zijn gespecialiseerde schakelingen nodig die lage warmtebelastingen genereren. Vaak opereren deze circuits in verschillende temperatuurzones, van millikelvins tot kamertemperatuur, wat opnieuw de noodzaak benadrukt voor een optimale temperatuurverdeling en koeling.

Cloud computing, als alternatief voor de volgende generatie computing, kan eveneens profiteren van cryogene koeling. De stationaire aard van datacenters maakt het mogelijk om cryogene koeling toe te passen, wat de prestaties en energie-efficiëntie aanzienlijk verbetert. Onderzoek heeft aangetoond dat de energieconsumptie van individuele eenheden bij cryogene temperaturen aanzienlijk lager is. Bepaalde werkbelastingen vertonen bijvoorbeeld een honderdvoudige vermindering in energieverbruik bij 77 K vergeleken met kamertemperatuur. Dit geldt ook voor CMOS-gebaseerde caches en DRAM, die bij cryogene temperaturen veel sneller werken en minder energie verbruiken. De toepassing van SFQ-circuits kan de energieconsumptie verder reduceren, waarbij drie tot vijf ordes van grootte minder energie wordt verbruikt in vergelijking met CMOS bij lage temperaturen.

De optimalisatie van multi-temperatuur systemen kan worden benaderd met behulp van grafentheorie, waarbij het systeem wordt opgedeeld in meerdere eenheden, en een bijbehorende grafiek wordt geconstrueerd. Elke eenheid in dit systeem vertegenwoordigt een functioneel component, waarvan het vermogen en de vertraging afhankelijk zijn van de bedrijfstemperatuur. Het optimaliseren van de temperatuurinstellingen kan worden uitgevoerd door het zoeken naar de optimale pad binnen dit grafiek, die het totale energieverbruik minimaliseert terwijl een bepaalde vertraging wordt behouden. Deze benadering maakt gebruik van grafpruning en dynamisch programmeren om het zoekproces te versnellen, wat essentieel is voor de efficiënte werking van een complex systeem met meerdere temperatuurstadia.

Naast de directe voordelen van lagere energieconsumptie en verhoogde snelheid, is het belangrijk om te begrijpen dat de keuze voor de optimale temperatuurverdeling invloed heeft op verschillende technische parameters van het systeem, zoals betrouwbaarheid, warmtebeheer en integriteit van de signalen. Aangezien de koeltechnologie vaak wordt gebruikt in zeer veeleisende toepassingen, zoals quantumcomputers en HPC, is het van cruciaal belang dat de afstemming van de temperatuurstadia zorgvuldig wordt geoptimaliseerd om de algehele systeemprestaties te verbeteren en tegelijkertijd de operationele kosten te minimaliseren.

Optimalisatie van Cryogene Computingsystemen: Vermogen en Prestaties op Meerdere Temperatuurzones

In de opkomende technologieën van cloud computing en kwantumcomputing wordt steeds meer gebruik gemaakt van cryogene temperaturen. Deze systemen omvatten vaak gespecialiseerde schakelingen die werken over een breed spectrum van temperaturen – van kamertemperatuur tot enkele kelvin – wat vereist dat de temperatuurconfiguraties per component worden geoptimaliseerd om het energieverbruik te minimaliseren. Het beheersen van de lokale bedrijfstemperatuur van elke kamer in een systeem is essentieel om de prestaties te verbeteren en tegelijkertijd het stroomverbruik te verlagen.

Een recent voorgestelde methode richt zich op de thermische optimalisatie van cryogene rekenmachines die over meerdere temperatuurzones opereren. In tegenstelling tot eerdere benaderingen, die uitgaan van een vooraf bepaald aantal koelstadia en vaste eenheidconfiguraties, maakt deze nieuwe benadering gebruik van een dynamisch algoritme dat zowel het aantal temperatuurzones als de groepering van functionele eenheden optimaliseert. Dit algoritme is gebaseerd op een grafentheoretische aanpak, waarbij elke eenheid of groep eenheden wordt weergegeven als een knoop in een graaf, waarbij de randen verschillende bedrijfstemperaturen aangeven, met toegewezen vermogen- en vertraginggewichten. Het optimale pad door deze graaf beschrijft een systeem dat het totale stroomverbruik minimaliseert en tegelijkertijd de prestatie-eisen vervult, waardoor energie-efficiëntie wordt gemaximaliseerd.

In een van de gevalstudies bestaat het systeem uit zes eenheden, met 50 verschillende bedrijfstemperaturen voor elke eenheid. Een andere gevalstudie betreft een systeem van zeven eenheden, waar 20 verschillende bedrijfstemperaturen per eenheid in aanmerking worden genomen. Het doel is om de vertraging binnen een limiet van 600 nanoseconden te houden. De optimalisatieresultaten voor beide gevalstudies tonen aan dat de systemen het meest efficiënt werken binnen een koelkast met drie kamers. In de niet-geoptimaliseerde systemen, waarin elke eenheid is geplaatst bij de laagste beschikbare temperatuur voor die eenheid, bedraagt het totale stroomverbruik respectievelijk 17,6 kilowatt en 20,9 kilowatt. Nadat de temperaturen zijn geoptimaliseerd met de voorgestelde methode, verbruiken deze systemen respectievelijk slechts 1,4 kilowatt en 3,4 kilowatt, wat neerkomt op een vermindering van bijna dertien keer en zes keer in energieverbruik.

Bovendien tonen de optimalisatie-instellingen voor systemen met acht en negen eenheden dat respectievelijk twee en zes kamers het beste resultaat opleveren. Dit benadrukt het belang van het dynamisch toewijzen van koelcapaciteit en temperatuurzones, afhankelijk van de behoeften van het systeem. Dit niet alleen om het vermogen te verlagen, maar ook om de prestaties van het systeem te verbeteren, door het minimaliseren van vertraging en het behouden van de vereiste nauwkeurigheid en snelheid.

Het gebruik van cryogene temperaturen voor rekenmachines biedt aanzienlijke voordelen. Bij lage temperaturen wordt de thermische energie verminderd, waardoor de fononpopulaties afnemen en de fononverstrooiing vermindert. Dit leidt tot een hogere mobiliteit van de ladingsdragers in halfgeleiders, wat op zijn beurt snellere schakelsnelheden in CMOS-apparaten mogelijk maakt. Dit ondersteunt hogere operationele frequenties en verbetert de signaalintegriteit doordat er minder ruis aanwezig is. Deze voordelen zijn cruciaal voor toepassingen die gevoelig zijn voor ruis, zoals in kwantumcomputersystemen, waar de integratie van cryogene CMOS de opschaling van kwantumprocessoren van honderden naar duizenden qubits mogelijk maakt.

In cryogene omstandigheden ondervinden metalen een lagere weerstand door verminderde elektron-fononinteracties, en sommige geleiders komen in een supergeleidende toestand, waardoor de elektrische weerstand volledig verdwijnt. In CMOS-apparaten worden lekkagestromen verwaarloosbaar bij cryogene temperaturen, waardoor dynamische logische schakelingen mogelijk worden die bij kamertemperatuur onbruikbaar zouden zijn door lekkagegeïnduceerde staatverval.

Bij de toepassing van cryogene technologieën in cloud computing en kwantumcomputing worden ook andere aspecten van de werking en efficiëntie onderzocht, zoals de voordelen van dynamische logische schakelingen bij lage temperaturen. Deze aanpak biedt niet alleen enorme energiebesparingen, maar creëert ook nieuwe mogelijkheden voor de prestaties van de systemen, waardoor de grenzen van klassieke computerarchitecturen kunnen worden verlegd.

Een belangrijk aspect dat verder moet worden benadrukt, is dat cryogene computing meer is dan alleen een kwestie van temperatuuroptimalisatie. Het vereist een holistische benadering van systeemontwerp, waarbij niet alleen temperatuurregulatie en koelsystemen van belang zijn, maar ook de integratie van componenten die specifiek zijn ontworpen om optimaal te functioneren bij extreem lage temperaturen. Het vermogen om effectief om te gaan met de warmte- en vertragingseisen van een systeem is essentieel voor de toekomstige vooruitgang in cryogene computing. Het succes van dergelijke systemen hangt niet alleen af van de gebruikte technologieën, maar ook van het vermogen om deze technologieën op een efficiënte en geïntegreerde manier toe te passen binnen de bredere context van geavanceerde rekeninfrastructuren.