De zware realiteit van de oorlog was als een donkere, allesverslindende kracht die alles en iedereen meesleepte. Richard, zoals velen, werd geroepen om zijn land te dienen. De strijd was niet alleen fysiek op het front, maar ook emotioneel, en de scheiding van geliefden was een van de zwaarste lasten die men moest dragen. Zijn eerste brief aan Rachel, verzonden in juli 1942, geeft een ontroerende inkijk in de worstelingen van een jonge man die ver van huis was.

Richard’s brief was gevuld met gevoelens van heimwee en verlangen. Het was geen gemakkelijke beslissing om het huis en de mensen die hij liefhad achter te laten. Hij schreef over de treinreis uit Londen, de huizen en de velden die snel aan hem voorbijschoten, zijn gedachten die constant bij Rachel en zijn familie waren. De fysieke en emotionele vermoeidheid die hij voelde, werd verzacht door de kleine geneugten van de training, hoewel de omstandigheden allesbehalve comfortabel waren. De humor van de soldaten, hun zangavonden en het gedeelde verlangen naar thuis, waren de enige dingen die hen verbonden in deze moeilijke tijden.

In de brieven die Richard bleef sturen, werd zijn militaire ervaring steeds levendiger en complexer. De slopende training in de kampen, de onzekere toekomst, het verlangen naar zijn geliefden en de harde realiteit van het voedsel dat hen werd gegeven, maakten duidelijk dat deze oorlog veel meer van hem vroeg dan alleen fysieke kracht. De lange wachttijden tussen de brieven verhoogden de spanning, en het voortdurende ontbreken van nieuws bracht Rachel, die achterbleef op de boerderij, in een staat van voortdurende onzekerheid. Ze dacht vaak aan Richard, maar ook aan haar broer Laurence, die zich had aangesloten bij het leger, ondanks zijn gezondheidsproblemen.

Oorlog was niet alleen een strijd op het slagveld, maar ook een innerlijke strijd, zowel voor de soldaten als voor degenen die achterbleven. De brieven van Richard gaven Rachel moed, maar ze toonden ook de pijn die gepaard ging met de scheiding van haar geliefden. Zoals Richard het zelf zei, "Dit leven is maar een droom, en mijn echte leven begint pas weer wanneer ik weer bij jou ben."

De thuisfrontervaringen werden soms gekleed in humor, maar de onderliggende spanning was altijd aanwezig. Dit wordt duidelijk in een passage waarin Rachel zich zorgen maakt over de gezondheid van de kat Lucy. De kat, ooit een actief lid van de boerderij, had haar jachtinstinct verloren en lag nu lui op een kussen. Het was een symbolisch beeld van de veranderingen die de oorlog teweegbracht – zelfs de kleine, vertrouwde elementen van het dagelijkse leven werden beïnvloed door de enorme onrust van de tijden.

De gesprekken tussen Rachel, haar moeder en Frederick over het opruimen van de muizen en het gebruik van vallen om de plaagdieren te bestrijden, illustreren de pragmatische benadering die velen moesten ontwikkelen in deze moeilijke tijden. Het leven op de boerderij ging door, hoewel de zorgen over het welzijn van hun mannen in het leger nooit ver weg waren. Toch was er ook plaats voor kleine momenten van luchtigheid, zoals de glimlach die Rachel op haar gezicht bracht bij het denken aan Richard, ondanks de pijn die de oorlog met zich meebracht.

Wat de brieven en gesprekken in dit verhaal benadrukken, is de enorme emotionele tol die de oorlog eiste van zowel de soldaten aan het front als de mensen die hen liefhadden. Het is belangrijk om te begrijpen dat de impact van oorlog veel verder gaat dan de directe strijd. Het leven dat doorgaat aan de thuisfront wordt vaak overschaduwd door de afwezigheid van geliefden, de onzekerheid van hun lot en de constante angst voor verlies.

De ervaring van Rachel en Richard is slechts één voorbeeld van duizenden anderen. Het is niet alleen de oorlog die het leven van de mensen verandert, maar de langdurige gevolgen die het heeft op hun geestelijke gezondheid en het vermogen om met verlies om te gaan. Zelfs als het contact tussen geliefden in de vorm van brieven of korte telefoongesprekken blijft, is de pijn van de afstand en de onzekerheid altijd aanwezig.

Voor degenen die achterbleven, was de oorlog niet slechts een gebeurtenis in de geschiedenis, maar een diep persoonlijk drama dat hen voor altijd zou vormen. De manier waarop men zich aanpaste aan de veranderingen, hoe men doorging ondanks de enorme onzekerheden en het verdriet, is een getuigenis van de veerkracht die mensen kunnen tonen in tijden van conflict.

Hoe Herinneringen aan de Oorlog het Leven Bepalen

Het was een heldere dag, de zon scheen fel door de raampjes van het dorpshuis waar de bruiloft werd gevierd. Mijn witte schoenen tikkend op de houten vloer, Cheryl achter me, schitterend in een van haar zelfgemaakte creaties: een groene jurk die haar, in mijn ogen, de mooiste bruidsmeisje maakte die je ooit zou kunnen zien. De littekens op haar polsen, achtergelaten door de handen van Ralph, waren vervaagd, maar ik wist dat ze zich nog steeds afvroeg wat er gebeurd zou zijn als Richard niet precies op dat moment was teruggekeerd. Ralph’s verminkte gezicht kwam plotseling in mijn gedachten op, maar snel duwde ik die gedachten weg en draaide ik me om. We glimlachten naar elkaar, haar glimlach was, zoals altijd, aanstekelijk, ondanks het verlies van haar ouders en drie van haar vijf broers in de vreselijke oorlog die we pas net hadden overleefd.

“Oh, Rachel,” zei ze, terwijl ze me een klein boeket blauwe bloemen aanreikte, de geur ervan herinnerend aan de lange, hete zomers van onze ‘land girl’-dagen, “Is dit niet prachtig?”

Het was alsof de wereld even stil stond. De pijn en het verdriet van het verleden verdwenen achter de vrolijke momenten die we vandaag beleefden. Het was een vreemde dualiteit van emoties: het geluk van een bruiloft, de vreugde van samen zijn, maar ook de echo van de oorlog die in de lucht hing, onzichtbaar, maar altijd aanwezig.

Ik herinner me dat ik me in de armen van Richard bevond, glijdend over de dansvloer, terwijl de muziek van de band zich vermengde met de geluiden van gelach en gejuich. “In that small café, the park across the way…” zongen we samen, onze stemmen in harmonie, terwijl ik me omdraaide en mijn moeder zag, met een zakdoek tegen haar gezicht gedrukt, zoals alle moeders doen op de bruiloft van hun dochter. Laurence stond naast haar, zijn arm om haar heen, terwijl zij samen hoopten op nieuws van Simon, mijn halfbroer, wiens strijdende figuur elke dag weer op de drempel kon staan, als een teken dat de oorlog, voor hem, misschien eindelijk voorbij was.

Richard keek me aan, de glimlach op zijn gezicht scherp tegen het duister van de zaal. “Wat ben je aan het denken, Rachel? Je bent zo ver weg.”

We stopten met dansen voor een moment en Richard trok zich iets terug om me beter te kunnen zien. “Geen spijt, toch?”

Ik glimlachte. “Nee, zeker niet. Zelfs niet na alles wat ik heb gewacht, drie lange jaren, die ik geduldig heb doorstaan.”

Richard keek me met een plagerige glimlach aan. “Ongeduldig, zou ik zeggen.”

“Oh, jij!” zei ik, terwijl ik hem met mijn elleboog een lichte duw gaf. “Als je het echt wilt weten, ik keek net naar Cheryl en William.”

“Een nieuw liefdesverhaal in de maak?” vroeg hij, de luchtigheid van zijn toon verried een diepere wens.

“Precies,” antwoordde ik. “Al is het waarschijnlijk niet zo groot als de onze.”

“Niet te doen,” zei hij lachend. “Dat zou toch onmogelijk zijn.”

We stonden even stil, het moment van de eerste dans was voorbij, maar de muziek vulde de ruimte. Iedereen danste uitgelaten, de zaal gevuld met vreugde, de band speelde op, de geluiden van het leven na de oorlog. Niemand vroeg zich af hoe deze jonge man overleefde, of hoe hij had geleefd tijdens de donkere jaren die achter ons lagen. We waren hier, nu, samen. De bloemen van de vrijheid bloeiden opnieuw.

Er werd plotseling stilte gevraagd. Frederick sloeg zijn glas met een lepel aan en iedereen richtte zich naar hem. “Laten we ervoor zorgen dat onze glazen vol zijn,” zei hij, terwijl iedereen hun glazen bijvulde. Hij hief zijn glas omhoog. “Op mijn zoon, Richard, en zijn glorieuze vrouw, Rachel. Geluk voor altijd in deze nieuwe wereld zonder oorlog.”

Iedereen herhaalde in koor: “Op Richard en Rachel. Geluk voor altijd in deze nieuwe wereld zonder oorlog.”

De band begon weer te spelen, en iemand begon zacht te zingen. De melodie vulde de kamer, de woorden kwamen mee uit onze monden, als een ritueel, een herinnering aan alles wat we hadden doorgemaakt. Richard trok me dichter naar zich toe. “Don’t ever leave me, Rachel,” fluisterde hij.

“Ik ga nergens heen,” antwoordde ik, “Wat denk je, ben ik een dwaas?”

De muziek hield de wereld voor een moment in evenwicht, een moment waarin we even vergeten dat we ooit in een ander leven hadden geleefd, een leven vol verlies, pijn en onzekerheid. Maar dat was nu voorbij. De liefde die wij deelden, was sterker dan ooit, en wij, degenen die de oorlog hadden overleefd, vonden een nieuw begin in de armen van elkaar.

Wat belangrijk is om te begrijpen, is hoe oorlog, zelfs als het voorbij is, zijn sporen achterlaat op manieren die niet altijd zichtbaar zijn. De littekens op de huid verdwijnen, maar de emotionele nasleep blijft in de gedachten en in de harten van degenen die het overleefd hebben. Geluk kan weer gevonden worden, maar het is nooit helemaal hetzelfde. De kracht van herinnering en het vermogen om opnieuw lief te hebben na alles wat verloren is, is een van de krachtigste uitdrukkingen van menselijkheid.

Wat is er achter de façade van het dagelijkse leven in oorlogstijd?

"Bedoel je als voornaam of als achternaam?" Hij fronste, alsof hij nooit had gehoord van het als voornaam, "Waarom, als achternaam..." Tot mijn verbazing stak hij een andere sigaret op en nam een diepe trek, terwijl hij een lange grijze rookwolk omhoog blies. Toen hij mijn blik merkte, zei hij: "Ik weet het. Ik rook te veel." En toen, "Ah," als een lamp die plotseling aangaat, "Het was een jongen, kwam voor landbouwtraining. Voor de oorlog." En toen, bijna mompelend tegen zichzelf, "Iets Verity, hoe heette hij ook alweer? Hmm... ah, Simon!" Hij glimlachte, een felwitte glimlach die zijn gezicht verlichtte. "Simon Verity, dat was zijn naam. Geen familie, denk ik?" "Nee," schudde ik mijn hoofd, "Ik ken geen Simon Verity."

Hij stond op het punt iets anders te zeggen toen Cheryl plotseling terug kwam, alsof ze het moment bruut verstoorde, met een onwelkome klank van cimbalen: "Oh jee, sorry Rachel. Oh sorry, meneer, ik zag je daar niet staan. Ik dacht dat Rachel alleen was." Ze wierp me een blik toe, een blik van onder haar wimpers, en, zoals altijd, een vluchtige knipoog. "Ach wel," zei Richard, de sigaret uitknappend op een stuk tin. "Het wordt tijd dat jullie allemaal naar je kamers gaan." "O, je bedoelt zoals de koeien, meneer?" zei Cheryl vrolijk. Hij schudde zijn hoofd. "Je bent echt iets, hè, Mevrouw Lambert?" "Ja, ik ben een brutale," zei ze, "Het komt door het jongste van vijf broers te zijn," zei ze trots. "Ik moest altijd voor mezelf opkomen."

"Vijf broers aan het front?" vroeg Richard, een frons verscheen op zijn voorhoofd boven die heldere groene ogen. "Ja," somde ze hun namen op, "Roger, Harry, Charlie, David en Peter." Ze knikte iets te lang, haar ogen, die ik dacht dat ze helder van humor waren, leken nu hard, glinsterend, en ik wist dat ze bang was. Bang om ze te verliezen.

Richard en ik wisselden een blik uit toen de andere meisjes zich verzamelden, vragen om naar hun kamers gebracht te worden. We volgden hem weer, terwijl hij snel door de lange gang liep, het was nu stil, geen getik van typemachines of rinkelen van telefoons, bijna niemand in de buurt. We volgden hem een trap op, en vervolgens nog een gang in, alle deuren stevig gesloten. We stopten bij een van de deuren en hij haalde een stuk papier uit zijn zak. "Oké, hopen dat jullie geen bezwaar hebben tegen voornamen, dames?" We schudden allemaal onze hoofden. "Judith en Veronica, jullie zitten in kamer 6, Dorothy en Jenny in kamer 7." Hij draaide zich naar Cheryl en mij, "Kamer 10 voor jullie twee." "Ooh, en wie had dat gedacht, ik ben bij Rachel," zei Cheryl met een vrolijke toon in haar stem.

"Nou, je gaat mensen ontmoeten op de trein, Mevrouw Lambert - ik bedoel Cheryl," zei Richard. "Je moet voorzichtig zijn, vriendschappen kunnen zo ontstaan." Hij glimlachte en knipoogde, zoals Cheryl eerder had gedaan. "Ik geef morgenochtend discreet een tik op jullie deur," zei hij terwijl hij zich omdraaide om weg te lopen, "4.00 uur stipt. Zorg ervoor dat jullie aangekleed en klaar zijn voor de ontmoeting met de koeien." Er was een algemeen gemurmel van "Tot morgen, meneer," terwijl we onze kamers binnengingen. "Richard, alsjeblieft," zei hij.

Ik keek hem wegwandelen, een gevoel van verlies overviel me. Ik had zijn gezelschap enorm genoten. "Kom op, Rachel," zei Cheryl terwijl ze me naar binnen trok, "Je ziet hem morgen weer. Ik moet toegeven, hij is wel een lekker ding, hè?" "Cheryl, echt," zei ik. "Niet voor mij," zei ze nadenkend, terwijl ze op een van de bedden ging zitten en er een beetje op stuiterde om het matras uit te testen, "Maar zeker voor jou."

Mijn gedachten gingen naar Ralph en mijn huwelijk, naar Ethel en Ralph Senior, en ik realiseerde me, door maar één leugen te vertellen, hoeveel andere leugens ik nu zou moeten vertellen. Ik keek om me heen in de kamer, naar de twee eenpersoonsbedden, het bed ver van de deur dat Cheryl blijkbaar als haar eigen had gekozen, de betegelde wastafel, de kast en de nachtkastjes. Alles schoon en glinsterend, de felwitte lakens op het bed, onze koffers al daar, klaar om geopend te worden, het uniform om te dragen.

Zittend op het andere bed zei ik: "Ik weet niet hoe het met jou zit, Cheryl, maar ik ben kapot. Ik ga mijn hoofd neerleggen." "Ik ook," zuchtte ze, "Een start om 4.00 uur, gewoon om een paar koeien te ontmoeten." Ze keek me aan, schudde haar hoofd, "Ik hoop echt dat ze vriendelijk zijn." "Oh, dat zullen ze wel zijn," zei ik, "Koeien zijn altijd traag en vriendelijk." "Oh ja, hoe komt het dan dat mensen door ze zijn verpletterd? En dat ze op hen zijn gaan zitten en achtergelaten voor dood?" "Niet deze," antwoordde ik, terwijl ik mijn koffer opende, erin zocht naar mijn nachtjapon, mijn jas uitdeed en deze netjes in de kast hing. "Niet koeien genaamd Maggie, Maud en Lilly May."

Ik gaf een grote, uitgestrekte gaap, terwijl ik mijn armen in de lucht stak. Cheryl, haar armen over haar borst gekruist, zei met een pruillip: "Je weet wat het probleem met jou is, Rachel?" "Wat?" vroeg ik, halverwege het omlaag rollen van mijn kousen en ze in bolletjes wikkelen. "Je praat een hoop onzin!" "Oh jij," zei ik, terwijl ik opstond. Ik pakte mijn kussen en lachte terwijl het door de lucht vloog.


In dit fragment wordt duidelijk hoe, zelfs in een periode van oorlog, menselijke interacties en relaties zich ontwikkelen tegen de achtergrond van een steeds veranderende samenleving. De subtiele spanning tussen de karakters, de lichte flirtaties, de onderhuidse angsten over verloren familierelaties en de voortdurende strijd om jezelf te definiëren in een situatie waarin alles onzeker is, brengen een diepere laag van emotie en realiteit met zich mee.

Wat daarnaast belangrijk is voor de lezer om te begrijpen, is dat hoewel het leven op het land in de oorlog vaak wordt gepresenteerd als een rustiger bestaan, het voor de jonge vrouwen die daar werken een dagelijkse uitdaging is. Het vereist niet alleen fysieke uithoudingsvermogen, maar ook een mentale veerkracht die hen in staat stelt om te navigeren door de dagelijkse moeilijkheden, het omgaan met verlies en de constante angst voor de toekomst.

Het is niet alleen de confrontatie met de natuur en het landleven, maar ook de interne strijd die iedere vrouw moet voeren: hoe zich aan te passen aan de nieuwe situatie zonder zichzelf te verliezen. Achter de humor en de schijnbare luchtigheid schuilt de zoektocht naar identiteit en zekerheid in een onzekere tijd. Het is belangrijk voor de lezer om te reflecteren op hoe zelfs de kleinste keuzes en interacties, die op het eerste gezicht triviaal lijken, diepere betekenissen kunnen dragen in tijden van conflict.

Wat is de impact van oorlog op persoonlijke relaties en herinneringen?

Er zijn nog maar weinig pubs die overeind staan. Mijn favoriet, The Albert, weet je wel, die op de hoek van de straat van Mam en Pap? Alles weg, platgegooid. Londen was niet meer herkenbaar, en mijn hart bloedde bij het zien van zoveel verwoesting. Hoe het allemaal weer op de been moet komen, heb ik geen idee. Maar goed, even iets anders. Ik begin me aan dit soort vrijgezellenleven te wennen. En ik weet niet hoe het jou vergaat, maar wanneer dit allemaal voorbij is, misschien moeten we echt eens goed praten, Rachel. Misschien zijn we te snel gegaan, misschien ben je te snel mevrouw Lake geworden.

Er volgde een lange, zwaar gecensureerde passage, en daarna ging hij verder met... Als je je afvraagt waarom ik je niet geprobeerd heb te zien tijdens mijn verlof, het komt omdat ik geen tijd had en Mam en Pap me meer nodig hebben dan jij. Ze stuurden me wel met een grote mand vol eten en drinken, maar zelfs dan, Rachel, zou een fles whisky hier geen kwaad kunnen. Ik heb het echt nodig hier.

Hoe dan ook, ik wens je geen kwaad, en hoop dat je een acceptabele Land Girl wordt. Ik ben een paar jaar geleden naar dat trainingscentrum geweest. Ik was maar zestien en vond het geweldig, maar boerenwerk is niet mijn ding. Het was vies en stonk, wat me nu aan het lachen maakt, want kijk waar ik nu ben, ergens nog stinkender en vuiler, aangezien ik het grootste deel van mijn tijd in rattenbesmette loopgraven doorbreng, modderig en doordrenkt met het bloed van lijken.

Ik was verbaasd dat het stukje over de lijken niet werd doorgehaald met dikke zwarte pen – en ook de volgende alinea... Ja, ik zag mijn maat Billy omkomen. Billy, die uit Pimlico kwam. Het gebeurde recht voor mijn ogen. De ene minuut was hij er nog, de volgende was hij weg. Ik bleef hem waarschuwen niet in de loopgraven te staan, maar om te hurken. Houd je hoofd omlaag, bleef ik zeggen, maar wilde hij luisteren? Nee! Hoe dan ook, ik moet gaan, er vallen weer bommen en er is nog veel whisky te drinken, vooral als je een fles kunt vinden en naar me toe kunt sturen. Oh, en sigaretten ook. Ik hoop dat ik je niet te veel van streek heb gemaakt. Ik zie je wel als dit voorbij is.

Ralph x


De dagen werden weken, en mijn 21ste verjaardag naderde snel. Ik was vastbesloten om het rustig te houden. Het enige wat ik echt wilde, was ergens rustig zitten en de brief van mijn biologische moeder lezen die al zo lang in mijn koffer verborgen was. We hadden de hele ochtend in de velden gewerkt. Cheryl, die het van mij had overgenomen, reed de tractor heen en weer, vooruit en achteruit. Ze werd er goed in. De rest van de meisjes was bij de koeien of de paarden of zorgde voor de schapen. We zijn nu allemaal goed in ons werk, toegewijd.

Cheryl zong hoog en helder, haar stem galmde door de velden: "We ploegen de velden en strooien de goede zaadjes op het land..." Ondanks de afstand van Londen, waren er vage knallen en crashes in de verte te horen, alsof een onweersbui op komst was, de lucht doorsneden door flitsen van wit.

Richard kwam naast me staan. "Ze houdt zich wel, hè? Zelfs met haar zorgen. Vijf broers die vechten." Hij schudde zijn hoofd, verdrietig. "Ja," zei ik, "Zelfs met dat alles, is ze altijd een vrolijk persoon."

"Weet je, in het begin dacht ik dat ze een lastige zou worden."

"Dat dacht je?" Schudde ik mijn hoofd, "Ik kon dat niet zien. Een kletskous, ja, maar nooit een lastige."

"Het was denk ik dat ene commentaar, helemaal aan het begin, iets over mij."

"Oh, dat," zei ik, "Nee, zoals ze zei, was het gewoon voor de grap."

Hij gaf een kort lachje en zei, "Nu weet ik dat, en bovendien had ik het helemaal mis. Jij en zij, samen, jullie houden de groep bij elkaar."

"Nou, ik moet zeggen, dat is een compliment. Ik moet het haar zeggen."

Ik keek hem even schuin aan en hij grijnsde terug. Ik voelde me onrustig van de hitte en verlangde ernaar mijn kleren uit te trekken en in een diep bad te gaan of in de zee te zwemmen, het koude water verfrissend tegen mijn huid.

"Maar het is gevoed en verkwikt door Gods almachtige hand..." zong Cheryl verder.

We waren in de eerste week van oktober, de bladeren vielen van de bomen en lagen in felgekleurde, knisperende hopen op de grond, maar de hitte was nog steeds intens, de zon felgeel.

Richard keek me even aan. "Cheryl vertelde me dat het morgen jouw 21ste verjaardag is."

Ik draaide me meteen om, geïrriteerd dat ik Cheryl geen enkel geheim kon vertellen zonder dat ze achter mijn rug om alles doorvertelde. Wat een kletskous was ze toch!

"Oh nee, ik wilde niet dat iemand het wist! Heb ik niet net gezegd dat ze een babbelzieke is!"

"Te laat," zei Richard met een grijns. "Kom op, Rachel, dat is iets om te vieren. Je wordt nooit meer 21!"

"Ze stuurt de sneeuw in de winter en warmte om het graan te doen groeien..." zong Cheryl.

Ik gaf een schuins glimlachje en zei: "Je klinkt alsof je al 21 bent."

"Ik ben! Ik ben de grote 24!"

Ah, dacht ik. Ik vroeg me vaak af hoe oud hij was.

"Nou, maak er alsjeblieft geen big deal van." Verzocht ik met een glimlach.

"Ik denk dat de dames al plannen hebben gemaakt en ik heb voorgesteld om een avondje uit te gaan in de pub. Ik ben er zeker van dat het mogelijk is voor zo'n speciale gelegenheid." Hij haalde zijn schouders op, alsof hij wilde zeggen: Zie je, iedereen wil wel eens ontspannen. We gebruiken jouw verjaardag gewoon als excuus.

"Oké, maar vertel het alsjeblieft aan niemand anders."

"De bries en de zonneschijn en zachte verfrissende regen..." zong Cheryl op de achtergrond.

"Maak je geen zorgen," zei hij, wat een herinnering in me opriep van Ralph die precies hetzelfde zei toen ik hem gedag zei op het station, met gemengde gevoelens, terwijl de trein langzaam wegreed en ik daar alleen achterbleef, mijn schouders opgetrokken tegen de kou.

Plotseling leunde Richard naar voren en drukte zijn lippen op mijn wang, iets wat ik vaak had gedroomd, maar nooit verwachtte dat het zou gebeuren. Geschrokken trok ik me terug, terwijl hij me met zijn armen op afstand hield en mijn schouders vastgreep.

"Oh, Rachel, realiseer je je niet hoe mooi je bent? Je doet me denken aan Sneeuwwitje met je glanzende zwarte haar en je porseleinen huid. En die blauwe ogen, die brengen me naar de hemel..."

"Richard, niet doen... Alsjeblieft..." zei ik ademloos.

"Het spijt me." Hij trok zijn handen weg. "Het is onprofessioneel, hè? Ik ben tenslotte in een positie van autoriteit. Ik zou het beter moeten weten. Maar hoe anders kon ik je vertellen hoe ik me voel?"

"Oh, Richard, ik weet het niet..." zei ik ademloos. Ik drukte mijn vingers tegen mijn lippen, mijn hart klopte snel en hard, ratelend tegen mijn ribben zoals een goederentrein.

De zon brandde fel op mijn hoofd, en ik voelde een lome wind tegen mijn nek, en ik verlangde ernaar om me over te geven en me in zijn armen te laten vallen, maar ik hield mezelf tegen, wetende hoe beschamend het zou zijn als hij de waarheid kende. Oh, had ik maar nooit met Ralph getrouwd! Hoewel, uit Ralphs brief wist ik dat hij zich hetzelfde voelde en dat we, zodra de oorlog voorbij was, uit elkaar zouden gaan. Maar tot die tijd... tot die tijd zou ik gewoon moeten wachten.

"En dank de Heer, oh dank de Heer, voor al zijn liefde..." klonk de stem van Cheryl in de verte.

Een plotselinge koele bries schudde de bomen en de glanzende herfstbladeren schilferden van de takken en wervelden rond als in een gekte. Mijn haar waaide rond mijn hoofd, lokken die mijn gezicht raakten als kleine vingers. Zachtjes verstrengelde Richard zijn hand met de mijne.

"Yoo hoo, Rachel, Richard!"

We draaiden ons om en zagen Cheryl uit het open raam van de tractor leunen, haar gezicht een grote brede glimlach en haar blonde krullen rond haar hoofd gegroepeerd als een aureool. "Oh mijn," riep ze, haar woorden werden door de wind naar ons toe gedragen, "Is dit niet gewoon prachtig?"


In oorlogstijd kunnen persoonlijke relaties zich ontwikkelen op een manier die buitengewone spanningen en emoties met zich meebrengt. De brieven en ontmoetingen