Snijvloeistoffen spelen een essentiële rol in verschillende verspaningsprocessen, zoals draaien, frezen, slijpen en vormen. Ze vervullen meerdere functies, waaronder koeling, smering, roestpreventie en het verwijderen van snijafval. Het gebruik van snijvloeistoffen is van groot belang omdat ze de snijkracht en temperatuur tijdens het snijden kunnen verlagen en de oppervlaktekwaliteit van het werkstuk verbeteren, evenals de levensduur van de gereedschappen. Afhankelijk van de samenstelling van de snijvloeistof kunnen deze worden onderverdeeld in op olie gebaseerde en op water gebaseerde snijvloeistoffen.
Op olie gebaseerde snijvloeistoffen worden bereid met olie als basisvloeistof. Ze hebben een hoge biologische stabiliteit, maar vertonen onvoldoende koelcapaciteit, wat hen meer geschikt maakt voor langzaam snijwerk of zware bewerkingen. Desondanks vormt het gebruik van olie gebaseerde snijvloeistoffen slechts een klein percentage van het totale verbruik in de verspaningsindustrie. Aan de andere kant wordt meer dan 90% van de snijvloeistoffen in de industrie als water-gebaseerd beschouwd. Water-gebaseerde snijvloeistoffen bieden uitstekende koelprestaties, wat hen geschikt maakt voor snelle verwerkingsbehoeften. Om de functies van smering, reiniging en roestpreventie te verbeteren, worden vaak verschillende additieven toegevoegd aan deze vloeistoffen.
Echter, water-gebaseerde snijvloeistoffen kunnen gemakkelijk leiden tot microbiële groei, doordat het vochtgehalte in de vloeistof samen met de aanwezigheid van sporen in de additieven een omgeving creëert die gunstig is voor bacteriën en schimmels. Deze microbiële proliferatie kan de stabiliteit van de vloeistof verstoren en de prestaties verminderen. Bacteriën kunnen de additieven in de snijvloeistof afbreken, wat leidt tot een verlies van stabiliteit. Schimmels kunnen de circulatiesystemen van de vloeistof blokkeren, wat op zijn beurt de werking van de snijvloeistof bemoeilijkt. Een ernstig probleem ontstaat wanneer bacteriën endotoxinen, exotoxinen en bio-aerosolen produceren die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van de werknemers, zoals ademhalingsziekten veroorzaken. Het probleem van de microbiële vervuiling van snijvloeistoffen en de mogelijke gezondheidsrisico's voor werknemers heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de mechanische verwerking.
Om deze problemen aan te pakken, is er een voortdurende zoektocht naar effectieve oplossingen. De meest gangbare benadering is het gebruik van biociden, die bacteriën kunnen doden door hun celmembranen te vernietigen, de structuur van microbieel eiwit af te breken of de DNA-synthese te verstoren. In de industrie worden biociden zoals formaldehyde-vrijgevers, isothiazolinonen, boorzuur en aminen veel gebruikt. Deze middelen zijn echter vaak irriterend en allergisch, en kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens ondanks hun effectiviteit tegen bacteriën. Om deze reden zijn wetenschappers op zoek naar nieuwe, gezondere biociden en sterilisatiemethoden voor snijvloeistoffen. Onderzoek naar nanomaterialen, overgangsmetalen complexen en andere innovatieve biociden heeft veelbelovende resultaten opgeleverd. Ook fysieke sterilisatiemethoden, zoals ultraviolet (UV)-sterilisatie, ozonbehandeling en fijne beluchting (fine bubble) sterilisatie, worden onderzocht als mogelijke oplossingen.
Tegelijkertijd is er een verschuiving naar lage-koolstofproductie als een onvermijdelijke richting voor duurzame ontwikkeling. Het gebruik van milieuvriendelijke methoden om de biologische stabiliteit van op water gebaseerde snijvloeistoffen te verbeteren, is een belangrijk onderzoeksgebied geworden. Het verbeteren van de biologische stabiliteit van snijvloeistoffen is van belang, zowel vanuit ecologisch als industrieel perspectief, aangezien dit niet alleen de efficiëntie van het productieproces verhoogt, maar ook bijdraagt aan een duurzamer productieklimaat.
Een belangrijke aanvulling voor de lezer is de noodzaak om de milieu-impact van de gebruikte snijvloeistoffen te overwegen. Dit sluit aan bij de bredere tendensen in de industrie voor "groene productie", waarbij niet alleen efficiëntie en kosten, maar ook ecologische voetafdrukken van productiemethoden steeds belangrijker worden. Het ontwikkelen van snijvloeistoffen die niet alleen functioneel zijn, maar ook biogebruiksvriendelijk, is een van de belangrijkste pijlers voor duurzame productie in de toekomst.
Wat Zijn de Innovaties in de Tribologische Prestaties van Plantaardige Oliën met Additieven?
Plantaardige oliën worden steeds belangrijker als alternatieven voor synthetische en minerale smeermiddelen, zowel vanwege hun milieuvriendelijke eigenschappen als hun potentieel om de prestaties van smeermiddelen te verbeteren. Veel studies hebben zich gericht op de toevoeging van verschillende additieven om de tribologische eigenschappen van deze oliën te verbeteren, waaronder anti-wear, extreme druk (EP) en antioxidanten. Het gebruik van biogebaseerde additieven in plantaardige oliën biedt aanzienlijke voordelen, met name op het gebied van slijtagebeheersing en de verlenging van de levensduur van machines.
De integratie van biophenolen en andere natuurlijke antioxidanten in plantaardige oliën kan de stabiliteit van de olie aanzienlijk verhogen, waardoor de thermische en oxidatieve afbraak van het smeermiddel wordt vertraagd. Studies, zoals die van Jin et al. (2022), tonen aan hoe de interactie van verschillende fenolische antioxidanten in esteroliën onder hoge temperaturen de duurzaamheid van de smeerfilms kan verbeteren, wat vooral belangrijk is bij zware belasting en hoge temperaturen. Dit resultaat is essentieel voor toepassingen die intensieve tribologische belasting ondergaan, zoals in de auto-industrie en zware machines.
Daarnaast blijkt uit onderzoek van Guo et al. (2020) dat nanodeeltjes, zoals koper- of zinknanodeeltjes, in combinatie met conventionele additieven, de tribologische prestaties van esterbasisoliën aanzienlijk verbeteren. Deze toevoegingen verhogen de weerstand tegen slijtage en bevorderen de vorming van beschermende films op oppervlakken, wat de mate van wrijving en slijtage vermindert. Dit maakt dergelijke oliën aantrekkelijk voor toepassingen waar intensieve belasting en slijtage optreden, zoals in de productie van gereedschappen of de lucht- en ruimtevaart.
Bij het gebruik van plantaardige oliën spelen ook de anti-wear eigenschappen een cruciale rol. Zo is de synergie tussen antiwear-additieven en antioxidanten in plantaardige oliën goed gedocumenteerd. Minami en Mimura (2004) beschreven de synergetische effecten van deze additieven, wat leidt tot een betere stabiliteit en vermindering van de slijtage in mechanische systemen. Dit resultaat is te danken aan de manier waarop antioxidanten de chemische stabiliteit van de olie verhogen en zo de beschermende eigenschappen van het smeermiddel behouden.
Bovendien is het interessant om te onderzoeken hoe de eigenschappen van plantaardige oliën met nano-additieven, zoals die in castorolie met zinkoxide nanodeeltjes, kunnen worden verbeterd. Onderzoek van Bhaumik et al. (2018) toont aan dat het gebruik van zinkoxide nano-additieven in castorolie de anti-slijtage en extreme drukprestaties verhoogt, wat de smeermiddelen geschikt maakt voor zware belastingstoepassingen.
Het toevoegen van ionische vloeistoffen, zoals olie-oplosbare ionische vloeistoffen, is een andere benadering die in recent onderzoek is besproken. Deze vloeistoffen vertonen uitstekende anti-wear en EP-eigenschappen wanneer ze worden toegevoegd aan poly-α-olefinen. Volgens Huang et al. (2019) kunnen dergelijke additieven de slijtage en wrijving aanzienlijk verminderen, wat hun toepasbaarheid vergroot in de luchtvaart en andere industrieën die werken met metalen oppervlakken.
Er zijn echter ook enkele nadelen en uitdagingen verbonden aan het gebruik van deze plantaardige oliën met additieven. Hoewel de voordelen duidelijk zijn in termen van milieuvriendelijkheid en tribologische prestaties, kunnen de kosten van sommige nano-additieven en de complexiteit van de formulering een beperking vormen voor bredere toepassingen. Dit is vooral relevant voor industriële bedrijven die op zoek zijn naar kosteneffectieve oplossingen voor massaproductie.
Bij het ontwerp van smeermiddelen op basis van plantaardige oliën moet een holistische benadering worden gevolgd. Dit houdt in dat er niet alleen gekeken moet worden naar de voordelen van additieven, maar ook naar de algehele stabiliteit van de olie, de compatibiliteit met andere vloeistoffen in het systeem, en de impact op de prestaties op lange termijn. Het is belangrijk om verder te onderzoeken hoe verschillende additieven in combinatie met plantaardige oliën zich onder extreme bedrijfsomstandigheden gedragen en welke effecten ze hebben op de prestaties van het systeem in de tijd.
Bij de implementatie van plantaardige oliegebaseerde smeermiddelen in industriële toepassingen is het ook van belang om een balans te vinden tussen de milieu-impact van de olie en de technische voordelen die de olie biedt. De duurzaamheid van een product mag niet ten koste gaan van de prestaties of de effectiviteit. Het is noodzakelijk om producten te ontwikkelen die zowel de ecologische voetafdruk verkleinen als voldoen aan de eisen van moderne industrieën, met name op het gebied van slijtagebescherming en de verlenging van de levensduur van machines.
Hoe de Stabiliteit van Nano-versterkte Koelvloeistoffen te Verbeteren in de Verspaningsindustrie
NPEC's (nano-versterkte koelvloeistoffen) bestaan uit complexe mengsels van nanomaterialen en biolubricanten. Door hun hoge oppervlakactiviteit zijn deze componenten gevoelig voor agglomeratie, wat kan leiden tot problemen met de stabiliteit van de suspensie. Wanneer de stabiliteit onvoldoende is, neemt de kans op het samenklonteren van de deeltjes toe, wat op zijn beurt de afzettingssnelheden verhoogt. Dit effect van agglomeratie kan leiden tot het neerslaan van de nano-versterkte materialen, wat blokkades in spuitmonden kan veroorzaken en de thermofysische eigenschappen van de NPEC’s nadelig kan beïnvloeden. Daarom is het van cruciaal belang om de stabiliteit van NPEC’s zorgvuldig te evalueren om optimale prestaties te garanderen en problemen als gevolg van de clustering van deeltjes te voorkomen.
De stabiliteit van deze composieten wordt beïnvloed door verschillende factoren, zoals de eigenschappen van de nano-versterkte materialen, het type basisvloeistof dat wordt gebruikt, de toegepaste bereidingsmethoden en eventuele nabehandelingen. Het begrijpen van deze factoren is essentieel voor het verbeteren van de effectiviteit en de levensduur van NPEC’s in praktische toepassingen. NPEC’s kunnen worden gekarakteriseerd als een systeem van twee fasen, bestaande uit zowel vloeibare als vaste componenten. Deze configuratie creëert een duidelijk interface tussen de vloeistofmoleculen en de nano-versterkte materialen, waar de opwaartse kracht van de basisvloeistof interactie heeft met de deeltjes. De beweging van deze nano-versterkte fasen wordt beïnvloed door Brownse beweging. Vanwege hun kleine afmetingen en lage massa is de Brownse beweging van deze fasen bijzonder snel, waardoor ze zich over een groot gebied kunnen verspreiden in relatief korte tijd. Wanneer de deeltjes zich onvoorspelbaar door de basisvloeistof bewegen, worden ze beïnvloed door de effecten van Brownse krachten.
Bovendien bevorderen de van der Waals-krachten de wederzijdse aantrekkingskracht tussen de deeltjes. Het aanzienlijke oppervlak van de nano-versterkte fasen betekent dat er veel atomen beschikbaar zijn op hun oppervlak, wat de van der Waals-interacties tussen aangrenzende deeltjes versterkt. Deze aantrekkingskrachten fluctueren afhankelijk van de afstand tussen de deeltjes; ze nemen meestal toe naarmate de afstand afneemt en worden sterk beïnvloed door de vorm, afmetingen en oppervlakte-eigenschappen van de deeltjes. De interactie tussen van der Waals-aantrekking en de afstotende kracht van de elektrische dubbel-laag is van cruciaal belang en wordt beïnvloed door de grootte van de nano-versterkte fasen. Kleinere deeltjes vertonen een groter aantal oppervlak-atomen, wat resulteert in een grotere dichtheid van actieve sites voor interactie. Agglomeratie vindt plaats wanneer de aantrekkingskrachten de afstotende krachten van de elektrische dubbel-laag overtreffen. Onderzoek wijst uit dat NPEC's een afname in stabiliteit vertonen naarmate de concentratie deeltjes toeneemt. Hogere deeltjesconcentraties leiden tot de vorming van grotere clusters, voornamelijk veroorzaakt door kortere afstanden tussen de deeltjes en sterkere van der Waals-interacties. Dit agglomeratie-effect heeft een aanzienlijke invloed op de bezinksnelheid van de deeltjes.
Om de stabiliteit van NPEC's te verbeteren, worden verschillende fysieke en chemische technieken toegepast. Fysieke methoden richten zich op de dispersie van nano-versterkte fasen in een vloeistofmedium, waarbij externe mechanische krachten zoals wrijving of botsing worden gebruikt. Deze krachten verstoren de oorspronkelijke kinetische dynamiek van de deeltjes en minimaliseren hun interactie met elkaar. Chemische methoden zijn daarentegen gericht op het aanpassen van de oppervlakte-eigenschappen van de opgeschoren nano-versterkte fasen. Door deze oppervlakte-eigenschappen te wijzigen, helpen deze technieken de aggregatie van deeltjes te voorkomen en bevorderen ze de vorming van een stabiele suspensie. Deze dubbele aanpak zorgt ervoor dat NPEC’s hun effectiviteit behouden door zowel hun dispersie via mechanische middelen te optimaliseren als hun stabiliteit via chemische modificaties.
Onder de fysieke technieken die veel worden gebruikt om NPEC's te stabiliseren, zijn mechanisch mengen en ultrasone behandeling. Mechanische roerders spelen een cruciale rol bij het verbeteren van de stabiliteit van deze composieten. Zo meldde Mansour et al. dat TiO2 nano-versterkte fasen effectief werden verspreid in basisolie door gebruik te maken van een magnetisch roermechanisme. Een nadeel van mechanisch roeren is echter dat de stabilisatie vaak tijdelijk is. Ultrasonificatie blijkt een bijzonder effectieve methode te zijn voor het verbeteren van de stabiliteit van NPEC’s en overtreft vaak magnetisch roeren op dit gebied. Tijdens het ultrasonificatieproces worden de NPEC’s direct in een ultrasoon veld geplaatst, waarbij ultrasone golven van specifieke frequenties beweging teweegbrengen tussen de nano-versterkte fasen. Deze actie helpt de aantrekkingskrachten tussen de deeltjes te verminderen en verstoort de balans tussen de oorspronkelijke deeltjes en de omringende basisvloeistofmoleculen, wat leidt tot een uniformere dispersie van de nano-versterkte fasen. Onderzoek door Nguyen et al. benadrukte het succes van ultrasonificatie bij het creëren van monodisperse Al2O3 deeltjes door het toepassen van ultrasone golven bij 30% amplitude voor 500 seconden, wat resulteerde in een vermindering van de grootte van de clusters van 230 naar 130 nm.
Hoewel ultrasonificatie effectief is, is het belangrijk op te merken dat overmatige ultrasonificatie kan leiden tot de afbraak van CNT's (carbon nanobuizen), wat benadrukt dat een zorgvuldig geoptimaliseerd ultrasoon procedure noodzakelijk is om dergelijke schade te voorkomen. In een studie door Elsheikh et al. werden CuO nano-versterkte fasen in rijstbranjolie geïntegreerd bij een concentratie van 1 vol.%. Het proces begon met het mengen van de oplossing met een magnetische roerder gedurende 4 minuten, gevolgd door een ultrasonificatieperiode van 2 uur met behulp van een ultrasone generator om een uniforme verdeling van de nano-versterkte deeltjes te bereiken. Dit onderzoek toont aan dat de duur van de ultrasonificatie cruciaal is voor het optimaliseren van de eigenschappen van NPEC's, maar er is momenteel geen gestandaardiseerde behandeltijd die voor verschillende typen nano-versterkte fasen kan worden toegepast om composieten met de gewenste eigenschappen te produceren.
Wanneer een basisvloeistof voor NPEC’s wordt gekozen, is het essentieel om rekening te houden met de eigenschappen van de nano-versterkte fasen, met name hun hydrofiele of hydrofobe kenmerken. Hydrofiele nano-versterkte fasen, zoals metaaloxide deeltjes zoals CuO, SiO2 en Al2O3, zijn gemakkelijk te disperseren in polaire oplosmiddelen zoals water. Daarentegen zijn hydrofobe nano-versterkte fasen, zoals CNT’s en GNP’s, beter compatibel met niet-polaire basisvloeistoffen. In deze gevallen kunnen aanvullende stabilisatoren vaak achterwege blijven, aangezien fysieke methoden effectief stabiliteit kunnen handhaven. Wanneer geprobeerd wordt om hydrofiele nano-versterkte fasen in niet-polaire oplosmiddelen of hydrofobe fasen in polaire oplosmiddelen te mengen, kunnen specifieke chemische stabilisatietechnieken noodzakelijk zijn.
Hoe kan het evalueren van kwetsbaarheid bijdragen aan het verlengen van gezonde levensjaren?
Hoe Dioscorides de Basis Legde voor de Farmacologie en de Geneeskunde in de Westerse Wereld
Hoe Digitale Objecten Groeien en Bewegen: De Wereld van Computationele Levensvormen en Digitale Ecosystemen
Hoe de Keuze van Medicatie en Behandelingsopties de Gezondheid van Oudere Patiënten Beïnvloedt
Wat is de juiste klinische benadering bij verdenking op borstafwijkingen?

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский