Sinds de presidentscampagne van Richard Nixon in 1968 werd ras door de Republikeinse Partij gebruikt als een effectief middel om kiezers te splitsen. Het was een manier om de Democratische coalitie van niet-witte kiezers, raciaal liberale witte kiezers en raciaal conservatieve witte kiezers uiteen te drijven. Dit bleek een succesvolle strategie te zijn voor Donald Trump tijdens zijn campagne in 2016, waarbij hij genoeg raciaal conservatieve witte kiezers van Barack Obama wist te winnen om een nauwe overwinning in het Kiescollege te behalen. Na de moord op George Floyd leek Trump klaar om een soortgelijke strategie te volgen, met de focus op gewelddadige demonstranten en pogingen om de politie te "ontmantelen". Deze strategie heeft veel historische parallellen. Republikeinse kandidaten hebben vaak geprobeerd om raciaal conservatieve kiezers van de Democratische Partij af te trekken door de focus te verschuiven van breed geaccepteerde principes van raciale gelijkheid naar meer controversiële beleidsmaatregelen die betrekking hadden op raciale kwesties. In deze context was het "ontmantelen van de politie" een nieuwe versie van onpopulaire raciaal getinte beleidsmaatregelen, zoals schoolbusvervoer en positieve discriminatie, die in het verleden politieke campagnes aandreven.

Tegelijkertijd stond Trump tegenover een getransformeerde Democratische Partij, waarvan Joe Biden de leiding had. Tussen 2012 en 2020 verlieten de meeste raciaal conservatieve Democraten de partij, of verschoven hun houding ten opzichte van ras naar een meer liberale positie. Dit verminderde het aantal kiezers die zich bevonden op het grensvlak van verschillende posities, wat Trump in zijn poging om raciaal geladen kwesties in te zetten als wapens in de verkiezingen bemoeilijkte. Ironisch genoeg was Trump zelf verantwoordelijk voor deze verandering, aangezien de liberalisering van de Democratische Partij een directe reactie was op zijn merk van identiteitspolitiek. Dit verschuiven van de Democraten gaf politici zoals Biden de ruimte om sterkere standpunten in te nemen over raciale gelijkheid dan hun voorgangers. De vraag was of deze getransformeerde Democratische Partij stand zou houden wanneer zij geconfronteerd werd met een issue zoals de roep om de politie te ontmantelen, dat de partij zelf zou verdelen.

Trump had gehoopt dat de verkiezing zich zou concentreren op iets anders dan de pandemie, vooral gezien de zomerperiode van COVID-19 en de zwakke economie. Al snel ontdekte hij echter dat het veranderen van onderwerp niet zo eenvoudig was.

De Democratische Nationale Conventie van 2020 werd geopend met een krachtig moment van persoonlijke tragedie. Kristin Urquiza, de dochter van Mark die stierf aan COVID-19, sprak over het falen van de overheid en de nalatigheid van politici, waaronder Trump, die volgens haar verantwoordelijk waren voor het verlies van haar vader. Haar emotionele toespraak werd een aanklacht tegen de manier waarop het leiderschap van de VS de crisis niet had aangepakt. “Mijn vader was een gezonde 65-jarige man. Zijn enige voorafgaande aandoening was het vertrouwen in Donald Trump. En daarvoor betaalde hij met zijn leven”, aldus Urquiza. Dit contrast stond scherp tegenover het beeld van de McCloskeys, een koppel uit St. Louis, dat de Republikeinse conventie opende door te praten over hun verdediging van hun huis tegen BLM-demonstranten. Terwijl Urquiza de mislukking van het leiderschap van Trump aanstipte, benadrukten de McCloskeys de gevaren van de protesten en de noodzaak om wapens te bezitten.

De conventies waren een microkosmos van de bredere verkiezingscampagne. De Democraten legden de nadruk op het falen van Trump tijdens de pandemie, terwijl ze zich richtten op het belang van inclusiviteit, vertegenwoordigd door Biden en Kamala Harris, de eerste vrouwelijke vice-presidentskandidaat van kleur. Trump’s campagnemessages waren vooral gericht op het idee van een strijd tussen de “goede” Amerikanen en de “ander” Amerika, waarbij de nadruk lag op de dreiging die volgens hem van de BLM-beweging uitging. Hij voorspelde dat de Democraten de politie zouden ontmantelen en het land in chaos zouden storten. Dit beeld van lawlessness, gecombineerd met de vrees voor gewelddadige demonstraties, werd een centraal thema in zijn campagne.

Maar ondanks de enorme bedragen die zowel Biden als Trump uitgaven aan hun campagnes, en de dramatische wendingen zoals Trump’s eigen diagnose van COVID-19, bleef de situatie opmerkelijk stabiel in de peilingen. Dit gaf de politiek in een tijd van grote verdeeldheid een stabiliteit die mogelijk zelfs moeilijk te doorbreken was. De kiezers waren vaker dan ooit vasthoudend aan hun politieke voorkeuren. De verkiezing was, zoals veel moderne verkiezingen, te beslissen door de kleine verschuivingen onder swing voters in enkele cruciale staten. Dit was een strijd die Biden meer ten goede kwam dan Trump.

De focus van beide kandidaten op raciale kwesties en de verdeling van de samenleving bleef echter een belangrijk element in de campagne, wat het politieke landschap fundamenteel veranderde en de perceptie van de Amerikaanse samenleving versterkte als een land dat vastzat in een diepe ideologische kloof.

Naast deze dynamiek is het belangrijk te begrijpen dat het debat over raciale kwesties in de VS vaak verder gaat dan de verkiezingscampagnes zelf. Het gaat niet alleen om de specifieke standpunten van de kandidaten, maar ook om de bredere vraag hoe raciale gelijkheid en rechtvaardigheid in de praktijk kunnen worden bevorderd. De reacties op de dood van George Floyd en de protesten die daarop volgden zijn een momentopname van een samenleving die zich uitspreekt tegen de ongelijkheden die al lange tijd bestaan. De politieke speelruimte wordt niet alleen bepaald door de uitspraken van kandidaten, maar ook door de voortdurende strijd van de burgermaatschappij voor een meer rechtvaardige samenleving. De politieke keuzes die Amerikanen maken, zijn daarom niet alleen een reflectie van de persoonlijke voorkeuren van kandidaten, maar ook een uitdrukking van de waarden die zij als land belangrijk achten.

Hoe ideologische polarisatie het stemgedrag in 2020 beïnvloedde

In 2020 was er een duidelijke verschuiving in de manier waarop ideologieën het stemgedrag van kiezers beïnvloedden, wat leidde tot een grotere polarisatie dan in de verkiezingen van 2016. Dit fenomeen was zichtbaar in de manier waarop kiezers hun voorkeuren baseerden op ideologische kwesties zoals abortus, wapenbeheersing en raciale gelijkheid. Terwijl Trump het goed deed bij mensen met conservatieve opvattingen over deze onderwerpen, trok Biden de steun van liberale kiezers aan. Dit leidde tot een sterker ideologisch gescheiden keuzeproces, waarbij de opvattingen van de kiezers over specifieke thema’s een grotere rol speelden dan hun afkeer of voorkeur voor de kandidaten zelf.

De ideologische polarisatie was niet beperkt tot een enkele raciale of etnische groep, maar was een breed verspreid verschijnsel. Trump slaagde erin zijn prestaties te verbeteren onder zelfbenoemde conservatieven in alle grote raciale en etnische groepen, inclusief witte, zwarte, Latino- en Aziatisch-Amerikaanse kiezers. Een opvallend voorbeeld is het verloop van de Latino-stemmen: in 2016 won Trump de stemmen van Latino-conservatieven met een marge van 59% tot 33%, terwijl dit in 2020 was gestegen naar 74% tegenover 24%. Biden verloor echter stemmen onder gematigde en conservatieve Latino-kiezers, wat resulteerde in een algehele verlies van stemmen binnen deze groep.

Dit patroon van polarisatie werd versterkt door de veranderingen in de standpunten van kiezers. Het is belangrijk om te begrijpen dat veel van de ideologische verschuivingen tussen 2016 en 2020 het gevolg waren van kiezers die hun standpunten over belangrijke kwesties aanpasten op basis van hun partijdige voorkeuren. Bijvoorbeeld, veel Democraten en Republikeinen verschoven naar links en rechts in hun opvattingen over onderwerpen zoals raciale ongelijkheid en immigratie, wat leidde tot een grotere ideologische kloof.

Bovendien was er ook bewijs dat er minder kiezers waren die hun partijvoorkeur tussen de verkiezingen van 2016 en 2020 veranderden. Dit suggereert dat de toegenomen polarisatie vooral werd gevoed door kiezers die hun standpunten wijzigden om beter aan te sluiten bij de ideologieën van hun respectieve partijen. In 2016 zagen we bijvoorbeeld hoe Trump kiezers van Obama wist te winnen, vooral onder de witte bevolking die conservatieve opvattingen had over raciale kwesties en immigratie. In 2020 was dit effect echter minder uitgesproken.

De verschuiving in de ideologische standpunten van constante kiezers tussen de twee verkiezingen benadrukt deze polarisatie. Consistente Democratische kiezers werden meer liberale in hun opvattingen, terwijl consistente Trump-kiezers verder naar rechts verschoven. Dit bleek uit gegevens van de Voter Survey, waarin Democraten en Republikeinen in 2020 verder uit elkaar lagen in hun standpunten over kwesties als raciale ongelijkheid en abortus.

Een belangrijk punt dat naar voren komt uit deze observaties is dat ideologische polarisatie de keuze van kiezers niet alleen verklaart, maar ook een krachtig instrument is om de verschillen in het stemgedrag tussen 2016 en 2020 te begrijpen. In plaats van te zoeken naar specifieke verklaringen voor de verandering in het stemgedrag van bepaalde groepen, zoals Cubaanse Amerikanen in Florida of Mexicaanse Amerikanen in de Rio Grande-vallei, biedt ideologische polarisatie een bredere en meer algemene verklaring voor de verschuivingen in de stemming.

Hoewel lokale factoren zoals de impact van de COVID-19-pandemie en de effecten van de campagne-advertenties onmiskenbare invloeden hadden op de verkiezingen, is het belangrijk om te erkennen dat ideologische polarisatie de belangrijkste factor bleef in de verkiezingen van 2020. Dit helpt te verklaren waarom Trump het goed deed bij bepaalde groepen, zoals de Latino-stemmers, ondanks dat Biden een sterke campagne voerde.

De invloed van ideologische polarisatie is dus cruciaal voor het begrijpen van de keuzes van kiezers en de manier waarop deze keuzes hun stemgedrag hebben gevormd. Naast het politieke discours over specifieke politieke kwesties, zoals immigratie en gezondheid, moet de lezer zich ook bewust zijn van de dieperliggende tendensen in de manier waarop kiezers zich ideologisch definiëren en hoe deze opvattingen hun voorkeuren voor politieke kandidaten beïnvloeden.

Hoe de Polariserende Politieke Situatie in Amerika de Democratie Bedreigt

Joe Biden streefde naar een fundamentele verandering in de toon van de Amerikaanse politiek, vooral in tegenstelling tot zijn voorganger, Donald Trump. Tijdens zijn inauguratie beloofde Biden een president te zijn die niet zozeer zou verdelen, maar zou verenigen. "Het is tijd om harde retoriek achter ons te laten, de temperatuur te verlagen, elkaar weer te zien en naar elkaar te luisteren", verklaarde Biden. Hij gaf aan dat om vooruitgang te boeken, het noodzakelijk was om tegenstanders niet als vijanden te behandelen. Biden schetste een visioen van genezing voor Amerika. Maar al snel werd duidelijk hoe ver Trump en zijn Republikeinse bondgenoten bereid waren te gaan om deze genezing te verhinderen, zelfs als het ten koste ging van de democratische fundamenten van het land zelf.

Een opvallend voorbeeld van deze uitdagingen was te vinden in Spalding County, Georgia. De county, met ongeveer 65.000 inwoners, was jarenlang een stevige Republikeinse bolwerk, waar Trump in 2020 60% van de stemmen won. Georgia, echter, is een swingstaat. Na de smalle overwinning van Biden in Georgia, gecombineerd met de verkiezing van twee Democratische senatoren in een speciale herverkiezing begin 2021, besloot de door Republikeinen gecontroleerde staatswetgever, onder leiding van gouverneur Brian Kemp, ingrijpende veranderingen door te voeren. Er werd een wet aangenomen die de staatsverkiezingscommissie, ook gecontroleerd door Republikeinen, de bevoegdheid gaf om verkiezingscommissies op county-niveau te herstructureren na een “prestatiebeoordeling.” Spalding County was een van de zes counties waar dit gebeurde. Het gevolg was dat Vera McIntosh, een Afro-Amerikaanse Democraat, werd verwijderd uit de verkiezingscommissie en vervangen door James Newland, vicevoorzitter van de Republikeinse Partij in Spalding County. McIntosh verklaarde achteraf: “Ze wilden controle. Ze kregen controle.”

Deze gebeurtenis in Spalding County illustreerde de normbrekende politieke praktijken die Biden had beloofd te genezen. Biden ontdekte al snel hoe moeilijk het zou zijn om de gepolariseerde politieke landschappen te overbruggen. Het idee van eenheid dat centraal stond in zijn campagne bleek moeilijk te realiseren in een land dat diep verdeeld was. Zelfs voordat Biden zijn presidentschap goed en wel kon beginnen, werd zijn goedkeuring al sterk beïnvloed door de kloof tussen de politieke partijen. Zijn goedkeuringscijfers waren meer gepolariseerd dan die van welke president dan ook in de geschiedenis van moderne peilingen.

Biden’s eerste maanden in functie bleken niet voldoende om deze polarisatie te doorbreken. Niet alleen werden zijn populaire beleidsmaatregelen sterk beïnvloed door partijdige scheidslijnen, maar de polariteit had ook een negatieve invloed op het vermogen van de president om te reageren op de crisis van het moment. De polarisatie rondom de coronamaatregelen, het maskerverplichtingen en de vaccinaties bleef doorwerken in de manier waarop Amerikanen reageerden. Ook de vraagstukken rondom raciale rechtvaardigheid en de Black Lives Matter-beweging werden gepolariseerd, zelfs tot het moment van de rechtszaak tegen de politieagent Derek Chauvin.

Wat Biden ook deed, het bleek dat hij zijn populariteit niet kon vergroten onder een significant aantal Republikeinen. Dit werd niet alleen veroorzaakt door zijn beleid, maar ook door de voortdurende polarisatie die werd aangewakkerd door het Trump-tijdperk. Zelfs na het vertrek van Trump uit het Witte Huis, bleef de crisis voor de Amerikaanse democratie zich ontwikkelen. Trump was er misschien niet in geslaagd om Biden buiten het Witte Huis te houden, maar zijn poging tot verkiezingssubversie kreeg de steun van talloze Republikeinen in het hele land, van leden van het Huis van Afgevaardigden tot staatsprocureurs-generaal en andere lokale politieke functionarissen.

De vraag die de democratie van Amerika nu stelt, is niet of er subversie zal plaatsvinden, maar of het in de toekomst kan slagen. Wat we in Spalding County zagen, was geen geïsoleerd incident, maar een trend die zich over het hele land verspreidde. Republikeinse leiders die loyaal waren aan Trump probeerden de controle over de verkiezingsprocessen over te nemen, de regels te veranderen en de politieke functies in handen te krijgen die de macht hadden om verkiezingen te certificeren. Dit gebeurde niet zonder gevolgen. Republikeinse ambtsdragers die zich tegen de verkiezingssubversie van Trump uitspraken, werden uitgedaagd voor herverkiezing door loyalisten van Trump en in de ergste gevallen geconfronteerd met herhaalde doodsbedreigingen.

In een tijdperk van polarisatie, verharding en scherpe concurrentie om de controle over het Witte Huis en het Congres, is er een groeiende motivatie voor politieke partijen om de verkiezingen te manipuleren als dit hen zou helpen te winnen. Dit creëert een groot probleem voor de Amerikaanse democratie. Het is niet alleen een kwestie van partijpolitiek, maar van de fundamentele waarden van een democratisch systeem. Het wordt een steeds grotere uitdaging om de democratische instellingen te beschermen tegen de verleiding om ze te gebruiken als instrumenten voor politieke winst.

De reactie van Biden, die altijd hoopte op een meer verenigd Amerika, kwam niet overeen met de realiteit van een gepolariseerd politieke klimaat waarin iedere stap in zijn agenda zwaar werd gewogen tegen de achtergrond van partijdige tegenstand. Hoewel zijn beleid op enkele vlakken populair was, bleek het onwaarschijnlijk dat de partijdige kloof ooit gemakkelijk zou kunnen worden gedicht. Het is duidelijk dat de polariserende krachten die Biden probeerde te genezen, niet snel zullen verdwijnen, en de toekomst van de Amerikaanse democratie zal in belangrijke mate afhangen van hoe die krachten zich zullen ontwikkelen in de komende jaren.