De Gauss-Jordan eliminatie is een krachtig hulpmiddel om systemen van lineaire vergelijkingen op te lossen, zowel homogeen als niet-homogeen. De methode is gebaseerd op rijoperaties die worden toegepast op een uitgebreide matrix om deze in gereduceerde rij-echelonvorm te brengen. Het doel is om de onbekenden te isoleren, zodat de oplossing van het systeem gemakkelijk kan worden afgelezen.
In de basis wordt de Gauss-Jordan eliminatie toegepast door opeenvolgende rijoperaties uit te voeren op de vergrote matrix van het lineaire systeem. De primaire stappen omvatten het elimineren van de onbekenden door de rijen van de matrix te manipuleren totdat de matrix in een gestandaardiseerde vorm verschijnt. Hierbij worden de volgende twee basisbewerkingen toegepast: het verwisselen van twee rijen en het vermenigvuldigen van een rij met een constante. Elke bewerking wordt zorgvuldig gekozen om de matrix naar een eenvoudiger formaat te brengen.
Het oplossen van een systeem door Gauss-Jordan eliminatie
Een voorbeeld kan verduidelijken hoe Gauss-Jordan eliminatie werkt. Stel dat we het volgende lineaire systeem hebben:
De eerste stap is om de vergrote matrix op te stellen:
Door rijoperaties uit te voeren, elimineren we de onbekenden stapsgewijs. We beginnen met het maken van de eerste kolom deugdelijke nullen, behalve op de eerste plaats. Dit gebeurt door de tweede rij met -2 te vermenigvuldigen en bij de derde rij -3 toe te voegen aan de eerste rij. Het resultaat is:
Vervolgens kunnen we doorgaan met het maken van de tweede kolom nullen, behalve op de tweede plaats, en het verder vereenvoudigen van de matrix. Uiteindelijk krijgen we een gereduceerde rij-echelonvorm, waardoor het makkelijker wordt om de oplossingen voor , en af te lezen.
De laatste matrix geeft ons de oplossingen van het systeem, wat in dit geval resulteert in een oplossing die de waarden van , en definieert.
Homogene systemen en non-triviale oplossingen
In tegenstelling tot niet-homogene systemen, die al dan niet oplossingen hebben, zijn homogene systemen altijd consistent. Een homogeen systeem van lineaire vergelijkingen heeft altijd de triviale oplossing waarbij alle onbekenden nul zijn. Echter, wat vaak van belang is, is of er naast deze triviale oplossing ook niet-triviale oplossingen zijn, waarbij sommige van de onbekenden niet nul zijn.
Volgens de stelling van de lineaire algebra heeft een homogeen systeem van lineaire vergelijkingen altijd niet-triviale oplossingen als het aantal vergelijkingen kleiner is dan het aantal onbekenden. Dit geeft aan dat er altijd oneindig veel oplossingen mogelijk zijn, afhankelijk van de waarden die aan de vrije variabelen worden toegekend. De vrije variabelen kunnen worden geparametriseerd met een willekeurige constante, wat leidt tot een reeks oplossingen voor het systeem.
De toepassingen in de netwerkanalyse
Een ander gebied waar lineaire systemen veelvuldig worden toegepast, is de netwerkanalyse, zoals in de analyse van elektrische circuits. In dergelijke toepassingen worden de Kirchhoffse regels voor spanningen en stromen gebruikt om een systeem van lineaire vergelijkingen op te stellen. Deze vergelijkingen kunnen dan worden opgelost met behulp van Gauss-Jordan eliminatie om de stromen in de verschillende takken van het netwerk te bepalen.
Bijvoorbeeld, in een eenvoudig netwerk van weerstanden en spanningsbronnen kan het systeem van vergelijkingen dat de netwerkanalyse beschrijft, worden opgesteld. De gebruikte technieken voor het oplossen van deze systemen via Gauss-Jordan eliminatie zorgen ervoor dat de stromen in het netwerk kunnen worden berekend. Dit heeft een directe toepassing in de elektrotechniek en andere technische disciplines.
Inconsistente systemen
Soms komen we inconsistente systemen tegen, waarin geen enkele oplossing mogelijk is. Dit gebeurt wanneer, tijdens het proces van Gauss-Jordan eliminatie, we een rij krijgen die leidt tot een onmogelijke situatie, zoals . Dit betekent dat er geen waarden voor de onbekenden kunnen worden gevonden die aan alle vergelijkingen voldoen. Dergelijke systemen worden dan als inconsistent beschouwd en hebben geen oplossing.
De rol van matrixnotatie in lineaire systemen
Het gebruik van matrices biedt een efficiënte manier om lineaire systemen van vergelijkingen te representeren. Door de matrixnotatie kunnen we lineaire systemen compact en systematisch schrijven, wat het werken met complexe systemen vergemakkelijkt. De augmented matrix van een systeem maakt het bijvoorbeeld eenvoudig om bewerkingen uit te voeren en de oplossingen te vinden door eenvoudigweg rijoperaties toe te passen. Deze notatie biedt ook de basis voor het ontwikkelen van algoritmes voor het oplossen van grotere en complexere lineaire systemen.
De concepten van overdetermined en underdetermined systemen spelen ook een belangrijke rol bij het begrijpen van de aard van oplossingen. Een overdetermined systeem heeft meer vergelijkingen dan onbekenden, wat vaak leidt tot inconsistente systemen, terwijl een underdetermined systeem meer onbekenden dan vergelijkingen heeft en daardoor vaak oneindig veel oplossingen heeft.
Hoe dynamische systemen in de natuurkunde werken: van vallende objecten tot gespannen kabels
In de natuurkunde wordt het gedrag van objecten die onder invloed van krachten bewegen vaak gemodelleerd met behulp van differentiaalvergelijkingen. Een klassiek voorbeeld is de valbeweging van een object. Stel je voor dat een steen wordt losgelaten vanaf de top van een gebouw. Als we de invloed van luchtweerstand negeren, wordt de beweging van de steen beschreven door de tweede-orde differentiaalvergelijking , waarbij de hoogte van de steen op tijd is en de gravitatieversnelling. De oplossing van deze vergelijking, met de beginvoorwaarden en , is . Deze formule komt overeen met de klassieke resultaten uit de natuurkunde, die het gedrag van vallende objecten zonder luchtweerstand beschrijven.
Echter, wanneer luchtweerstand in het spel is, verandert het scenario aanzienlijk. Dit werd voor het eerst duidelijk gemaakt door de beroemde experimenten van Galileo Galilei in de 17e eeuw. Voor de luchtweerstand moeten we de kracht van de luchtweerstand in rekening brengen, die afhankelijk is van de snelheid van het vallende object. De totale kracht die op een object werkt, is dan de som van het gewicht en de luchtweerstand: , waarbij een positieve constante is die de luchtweerstandscoëfficiënt representeert. Deze kracht leidt tot een nieuwe vergelijking voor de snelheid van het object, die wordt beschreven door de eerste-orde differentiaalvergelijking , die vervolgens kan worden omgezet in een tweede-orde vergelijking voor de positie van het object.
De oplossing van deze vergelijking is veel complexer dan in het geval zonder luchtweerstand. Bij het oplossen van de vergelijking moet rekening worden gehouden met de kracht die de lucht op het object uitoefent, wat het uiteindelijke gedrag van het object beïnvloedt. In de praktijk resulteert dit in een benadering waarbij het object een limiet bereikt in zijn snelheid, de zogenaamde 'terminal velocity', wanneer de kracht door de luchtweerstand gelijk is aan het gewicht van het object.
Een ander voorbeeld van dynamische systemen wordt gevonden in de studie van gespannen kabels. Stel je een kabel voor die is opgehangen tussen twee verticale steunpunten, zoals een telefoondraad of een brugkabel. Het doel is om een model op te stellen voor de vorm die deze kabel aanneemt. De krachten die op de kabel werken, zijn onder andere de spankrachten in de kabel en de krachten die het gewicht van de kabel zelf veroorzaken. Het resultaat is een vergelijkbare differentiaalvergelijking, die het gedrag van de kabel beschrijft en ons in staat stelt om de vorm van de kabel te berekenen op basis van de krachten die erop inwerken.
De dynamische systemen die hier worden besproken, verschillen van statische systemen omdat ze de tijdsafhankelijkheid van de krachten en bewegingen van objecten beschrijven. In plaats van alleen maar de krachten te analyseren die op een object werken, proberen we de verandering van de toestand van een systeem in de loop van de tijd te begrijpen. Dit is de essentie van een dynamisch systeem: het bestaat uit variabelen die in de tijd veranderen, en de toestand van het systeem op een bepaald moment wordt bepaald door de beginvoorwaarden en de wetten die de veranderingen van deze variabelen beschrijven.
Bijvoorbeeld, het systeem van een vallende steen zonder luchtweerstand kan worden beschreven door de differentiaalvergelijking , maar in het geval van luchtweerstand moeten we ook de term toevoegen, wat resulteert in een complexere differentiaalvergelijking die de snelheid van de steen afhangt van de tijd. Dit maakt het mogelijk om de beweging van het object met luchtweerstand te voorspellen, waarbij het gedrag van het systeem op elk moment in de tijd wordt bepaald door de oplossing van de vergelijking.
Belangrijk is dat dynamische systemen niet altijd tijdsafhankelijk zijn. Er bestaan ook statische systemen die door middel van differentiaalvergelijkingen kunnen worden gemodelleerd. Deze systemen zijn eenvoudiger omdat ze geen tijdsafhankelijke veranderingen vertonen, maar ze kunnen nog steeds nuttige informatie bieden over de krachten die op objecten werken en hoe ze zich in een bepaalde situatie gedragen.
Het is van belang dat de lezer begrijpt dat een dynamisch systeem altijd begint met bepaalde beginvoorwaarden, die de starttoestand van het systeem bepalen. Deze beginvoorwaarden zijn essentieel voor het oplossen van de differentiaalvergelijkingen die het systeem beschrijven, en zonder deze kennis kan het gedrag van het systeem niet nauwkeurig worden voorspeld. In veel gevallen, zoals bij de val van een object of de dynamiek van een vispopulatie, is de oplossing van de differentiaalvergelijking afhankelijk van specifieke aannames en vereenvoudigingen. Het is belangrijk om de grenzen van het model te begrijpen, omdat de werkelijke fysieke situatie soms afwijkt van de ideale wiskundige benadering.
Hoe wordt het Lotka-Volterra-model toegepast op populatiecycli en competitie?
Het Lotka-Volterra-model, ontwikkeld door de Amerikaanse wiskundige en biofysicus Alfred James Lotka (1880–1949) en de Italiaanse wiskundige en fysicus Vito Volterra (1860–1940), beschrijft de dynamiek van interacties tussen twee soorten: predatoren en prooien. Dit model kan worden uitgedrukt door de volgende systemen van differentiaalvergelijkingen:
waarbij het aantal predatoren vertegenwoordigt en het aantal prooien. De constanten , , en zijn positieve getallen.
Wanneer er geen predatoren zijn (), groeit de prooipopulatie exponentieel omdat . In afwezigheid van prooien (), verdwijnt de predatorpopulatie omdat . De term vertegenwoordigt de sterfte door predatie, wat direct proportioneel is aan het aantal mogelijke ontmoetingen tussen predatoren en prooien op een bepaald moment . De term geeft de positieve bijdrage van deze ontmoetingen aan de predatorpopulatie.
De kritieke punten van dit autonome systeem bevinden zich op de punten en . Het kritieke punt is een zadelpunt. De faseportretten van oplossingen die zich in het eerste kwadrant bevinden en dicht bij liggen, vertonen typische patronen die, zoals te zien in de bijbehorende figuren, periodiek zijn.
Wanneer het systeem nabij het kritieke punt wordt onderzocht, blijkt dat het een centrum kan zijn, gezien de zuivere imaginaire eigenwaarden . Dit betekent dat oplossingen rondom dit punt periodiek kunnen zijn, wat de cyclische aard van de populaties van predatoren en prooien benadrukt.
De kenmerken van de oplossing kunnen verder worden geanalyseerd door de grafieken van de niet-negatieve functies en . Deze grafieken tonen aan dat beide functies maximaal zijn bij respectievelijk en , en dat ze alle waarden in hun bereik precies twee keer aannemen, met uitzondering van de nul en het absolute maximum.
De periodieke oplossingen van het Lotka-Volterra-model kunnen numeriek worden opgelost door een oplossing te benaderen. In het geval van de predatie-prey cyclus, bijvoorbeeld, waarbij de waarden van , , en gelijk zijn aan 0.1, 0.002, 0.0025 en 0.2, respectievelijk, blijkt dat het kritieke punt in het eerste kwadrant ligt bij , wat resulteert in een periodieke oplossing met een periode van ongeveer , of 44,4 eenheden van tijd.
Naast het model van predatie-prey, biedt het Lotka-Volterra-model ook inzicht in competitie tussen verschillende soorten. Wanneer twee of meer soorten concurreren voor dezelfde hulpbronnen, zoals voedsel, water, licht en ruimte, kan de populatiegroei van de ene soort de overleving van de andere soort beperken. In dit geval worden de interacties tussen de soorten beschreven door het Lotka-Volterra competitie model:
Hierin vertegenwoordigen en de aantallen van de respectieve soorten, en en zijn de groeisnelheden van de populaties. en zijn de draagcapaciteiten van de soorten, en en geven de mate van invloed aan die soort I uitoefent op soort II en vice versa.
Wanneer de interactie tussen de twee soorten zwak is, zullen de termen en klein zijn, wat kan leiden tot het voldoen aan de voorwaarden voor coëxistentie. Dit kan plaatsvinden wanneer er slechts een kleine overlap is in het bereik van twee predatorsoorten die een gemeenschappelijk prooi jagen. Wanneer de competitie echter sterker wordt, zullen de coëfficiënten groter zijn en kan het systeem leiden tot een ander dynamisch gedrag, zoals een zadelpunt of een stabiele node.
De Lotka-Volterra competitie-modellen kunnen ook numeriek worden opgelost. Bijvoorbeeld, wanneer de waarden van de constante parameters , , , , en bekend zijn, kan het systeem van vergelijkingen worden opgelost om kritieke punten te vinden, die ons verder helpen bij het begrijpen van de dynamica van de competitie en de mogelijkheid van coëxistentie.
Het begrijpen van deze modellen is essentieel voor ecologen, biologen en wiskundigen die zich bezighouden met populatie-ecologie en systeemdynamica. De concepten van stabiliteit, periodieke cycli en kritieke punten zijn niet alleen van theoretisch belang, maar bieden ook praktische inzichten voor het beheer van ecosystemen, waar de dynamiek van predatie en competitie vaak cruciaal is voor het behoud van de biodiversiteit.
Wat zijn de belangrijkste principes van de oplossing van het warmte- en golfprobleem in bolcoördinaten?
In veel technische en natuurkundige toepassingen is het noodzakelijk om de temperatuur, de verplaatsing of de druk binnen een specifiek systeem te berekenen, vaak in omgevingen met symmetrie. Een van de krachtigste methoden om dit te doen is het oplossen van partiële differentiaalvergelijkingen (PDE's) in bolcoördinaten, vooral wanneer het systeem sferische symmetrie vertoont. Dergelijke problemen komen vaak voor bij de studie van warmteoverdracht, trillingen van membranen en de oplossingen van de Laplace-vergelijking. In dit gedeelte richten we ons op de oplossingen van het warmteprobleem en het golfprobleem in sferische coördinaten, beginnend met enkele basisvoorbeelden.
Een van de eerste stapjes in het oplossen van deze problemen is het identificeren van de juiste coördinatensystemen die de symmetrie van het probleem weerspiegelen. In het geval van een bol, is het logisch om bolcoördinaten te gebruiken. Dit systeem bestaat uit de radiale afstand , de polaire hoek , en de azimutale hoek . Dit vereenvoudigt de wiskundige formulering van de PDE’s, aangezien veel problemen onafhankelijk zijn van de hoeken en , wat leidt tot eenvoudiger oplosbare vergelijkingen.
In een typische situatie, zoals bij het steady-state temperatuurprobleem in een bol, wordt de temperatuur bepaald door de oplossing van de volgende partiële differentiaalvergelijking:
waar de temperatuur is die we willen vinden. Bij bolcoördinaten wordt de Laplaciaanse operator als volgt geschreven:
Voor het geval van bolsymmetrie, waarbij de temperatuur alleen van de radiale coördinaat afhangt, kunnen de vergelijkingen worden vereenvoudigd tot een unidimensionale vorm, waardoor de oplossing minder complex wordt.
Om de oplossing verder te vergemakkelijken, wordt de techniek van scheiding van variabelen vaak toegepast. In dit geval nemen we aan dat de temperatuurfunctie de vorm heeft van:
Door deze vorm in de warmtevergelijking te substitueren, krijgen we twee afzonderlijke gewone differentiaalvergelijkingen: een voor en een voor . De oplossing van de -vergelijking resulteert in de Legendre-polynomen, wat gebruikelijk is voor problemen die bolsymmetrie vertonen. Voor de -vergelijking wordt de oplossing gewoonlijk uitgedrukt in termen van een exponentiële functie van , wat betekent dat we te maken hebben met een algebraïsche oplossing van de vorm , waarbij een niet-negatieve integer is.
Door de randvoorwaarden van het specifieke probleem toe te passen, bijvoorbeeld dat de temperatuur op het oppervlak van de bol een bepaalde waarde aanneemt, kunnen de onbekende coëfficiënten worden bepaald. Dit leidt uiteindelijk tot een gesloten vorm voor de temperatuurverdeling binnen de bol.
Naast de studie van statische problemen, zoals de steady-state temperatuurverdeling, worden bolcoördinaten ook veel gebruikt bij de analyse van dynamische systemen, zoals de trillingen van een membraan. In dit geval worden de golffuncties vaak opgelost door de superpositiemethode, wat inhoudt dat de oplossing kan worden uitgedrukt als een som van verschillende trillingsmodi, elk met een eigen frequentie.
Wanneer men werkt met bolcoördinaten, is het essentieel om de symmetrie van het systeem goed te begrijpen. Veel van de complexiteit in het oplossen van de partiële differentiaalvergelijkingen komt voort uit de keuze van coördinaten en de bijbehorende randvoorwaarden. De juiste interpretatie van deze voorwaarden is van cruciaal belang voor het verkrijgen van realistische en fysisch betekenisvolle oplossingen. Bij veel natuurkundige systemen, zoals geluidsgolven in een bol of de temperatuurverdeling in een dunne bolvormige plaat, kan men vaak verwachten dat de oplossing in termen van een oneindige reeks wordt uitgedrukt, waarbij de coëfficiënten van de termen de fysieke eigenschappen van het systeem reflecteren.
Het oplossen van deze problemen vereist dan ook een grondige kennis van wiskundige technieken, zoals het oplossen van speciale functies (bijvoorbeeld Legendre-polynomen) en het toepassen van numerieke methoden om de series te evalueren. Hierbij kan het gebruik van geavanceerde rekentools, zoals Computer Algebra Systems (CAS), een grote rol spelen bij het visualiseren en berekenen van oplossingen, vooral wanneer analytische benaderingen moeilijk uitvoerbaar zijn.
De oplossing van dergelijke problemen is niet alleen van belang voor theoretische studies, maar heeft ook praktische toepassingen in verschillende takken van de techniek, zoals de warmtetransportanalyse in materialen, de trillingsanalyse van mechanische structuren, en de modellering van golven in optische en akoestische systemen.
Hoe de oplossingen van Besselvergelijkingen verband houden met de oplossing van niet-lineaire differentiaalvergelijkingen
De Besselvergelijking is een van de fundamentele vergelijkingen die vaak voorkomt in de toegepaste wiskunde, natuurkunde en technische disciplines. Deze vergelijkingen zijn van groot belang bij het oplossen van problemen in onder andere de trillingstheorie, elektromagnetisme en vloeistofdynamica. Het is dus essentieel om een goed begrip te hebben van de eigenschappen van de oplossingen van de Besselvergelijkingen en de technieken die daarbij gebruikt worden.
De algemene vorm van de Besselvergelijking van de eerste soort is de volgende:
waarbij een parameter is die de orde van de Besselfunctie bepaalt. De Besselvergelijking van de eerste soort komt voor wanneer een niet-negatief reëel getal is en wordt vaak gebruikt om problemen met axiale symmetrie in bijvoorbeeld cilindercoördinaten te modelleren.
Wanneer we deze vergelijking oplossen, blijkt dat de oorsprong van de Besselvergelijking ligt in de studie van elliptische planetenbewegingen door de Duitse astronoom en wiskundige Friedrich Wilhelm Bessel. Bessel ontdekte de algemene vorm van deze vergelijkingen en bestudeerde de eigenschappen van de oplossingen van de Besselvergelijkingen systematisch.
Het oplossen van de Besselvergelijking van de eerste soort
De oplossing van de Besselvergelijking kan worden gevonden door de methode van Frobenius toe te passen. Dit levert een serie-oplossing op van de volgende vorm:
waarbij de coëfficiënten worden bepaald door de recursieverhouding die voortkomt uit de substitutie van de seriestelling in de Besselvergelijking zelf. De waarde van wordt gekozen zodat de oplossing correct is in termen van de vereiste randvoorwaarden. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een specifieke waarde moet aannemen, meestal , waarbij de gammafunctie is.
Wanneer een geheel getal is, ontstaan er bijzonderheden in de oplossing. Dit komt doordat de oplossingen voor en dan niet onafhankelijk zijn. In dit geval kan de oplossing worden geschreven als een lineaire combinatie van Bessel functies van de eerste soort en Bessel functies van de tweede soort , die de zogenaamde Neumannfunctie worden genoemd. De keuze van de juiste functie hangt af van de specifieke fysische situatie.
Besselfuncties van de tweede soort
Naast de Bessel functies van de eerste soort, is er ook de Besselfunctie van de tweede soort. Deze functie wordt vaak aangeduid als en is essentieel in situaties waarbij de oplossing van de Besselvergelijking geen aaneengeschakelde reeks van en bevat, maar waarin de waarden van de functie bij de oorsprong en op oneindig van belang zijn.
De Bessel functie van de tweede soort wordt gedefinieerd als volgt:
De grafieken van deze functies vertonen een heel ander gedrag dan die van de Bessel functie van de eerste soort. Terwijl de Bessel functies van de eerste soort oscilleren, zijn de Bessel functies van de tweede soort in het algemeen niet-oscillerend. Dit maakt de tweede soort Bessel functie van essentieel belang voor het modelleren van bepaalde fysische verschijnselen, bijvoorbeeld in warmteoverdracht en elektrodynamica.
Aangepaste Bessel functies
Naast de standaard Bessel functies bestaan er ook aangepaste Bessel functies, die ontstaan wanneer we de Besselvergelijking transformeren door middel van een verandering van variabele. Dit wordt vaak toegepast in situaties waar de variabele een complexe waarde aanneemt, bijvoorbeeld in de oplossing van de modified Besselvergelijking:
Door een complex veranderingskoppel in te voeren, kunnen de oplossingen van deze vergelijking worden geschreven als lineaire combinaties van en , waarbij de imaginaire eenheid is. De aangepaste Bessel functies van de eerste en tweede soort worden vaak aangeduid als en , respectievelijk.
De algemene oplossing van de aangepaste Besselvergelijking kan dan worden geschreven als:
Deze aangepaste Bessel functies zijn bijzonder nuttig in toepassingen met een zogenaamde radiale symmetrie in de wiskundige modellering, bijvoorbeeld in de oplossing van problemen met cilindercoördinaten in de fysica.
Samenvattend
De studie van Besselvergelijkingen en hun oplossingen biedt krachtige methoden voor het oplossen van verschillende typen partiële en gewone differentiaalvergelijkingen die voorkomen in de wiskunde, natuurkunde en techniek. Afhankelijk van de waarde van de parameter kunnen de oplossingen van deze vergelijkingen variëren van eenvoudige reeksoplossingen tot complexere functies zoals de Besselfuncties van de tweede soort en de aangepaste Bessel functies.
Het begrijpen van de eigenschappen van deze functies en hun toepassing in specifieke gevallen is van fundamenteel belang voor het effectief oplossen van problemen in verschillende technische disciplines, van trillingen in mechanische systemen tot de modellering van elektromagnetische golven.
Hoe een succesvolle migratie van SQL Server naar Azure te plannen en uit te voeren
Hoe beïnvloedt de wals temperatuur de mechanische eigenschappen van Cu/Al laminaten?
Hoe gaat het in de uitvaartbranche? Het vak, het leven en de geheimen van de dood
Hoe de Virtuele Arbeid en de Stijfheidsmatrix voor Twee-Dimensionale Balken Elementen Werken
Hoe Lipiden Nanodeeltjes (LNP's) voor mRNA en Vaccins worden Geproduceerd: Technieken en Overwegingen

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский