Maleisië beschikt over een breed scala aan natuurlijke energiebronnen die het land kan benutten voor energieproductie, van olie en gas tot hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie, biomassa en waterkracht. De manier waarop Maleisië deze bronnen beheert en transformeert, heeft grote invloed op zowel de nationale energiebehoeften als de inspanningen van het land om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te behalen. In deze context speelt de transformatie van primaire energiebronnen, zoals ruwe olie en aardgas, naar secundaire energiebronnen een cruciale rol in het algehele energieverbruik van Maleisië.

Olieraffinaderijen in Maleisië spelen een belangrijke rol in de verwerking van ruwe olie tot bruikbare secundaire energiebronnen zoals diesel, brandstofolie, benzine en kerosine. Het proces omvat het raffineren van ruwe olie om verschillende producten te verkrijgen die essentieel zijn voor de transport- en industriële sectoren. Het is interessant om te merken dat 36,8% van de ruwe olie die wordt gebruikt in Maleisië geïmporteerd wordt. Dit weerspiegelt de afhankelijkheid van het land van buitenlandse oliebronnen, wat de noodzaak van strategische diversificatie van energiebronnen benadrukt.

Daarnaast transformeren gascentrales in Maleisië aardgas in vloeibaar aardgas (LNG), LPG, diesel, kerosine en andere secundaire energiebronnen. De verwerkingscapaciteit van gascentrales is aanzienlijk, maar de vraag naar aardgas blijft stijgen, zowel voor energieproductie als voor industriële toepassingen. Dit wijst op een groeiende behoefte aan duurzame alternatieven om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen.

Krachtcentrales spelen een andere sleutelrol, aangezien zij aardgas, steenkool, diesel, biomassa, zonne-energie en zelfs biogas omzetten in elektriciteit. Van bijzonder belang is het feit dat Maleisië voor 100% afhankelijk is van geïmporteerde steenkool en coke, wat de kwetsbaarheid van het land voor schommelingen in de wereldmarkt benadrukt. Het gebruik van steenkool is dan ook de minst verbruikte energiebron in Maleisië, ondanks de aanzienlijke hoeveelheid die geïmporteerd wordt voor de productie van elektriciteit.

Wat betreft de vraag naar energie zijn de transport- en industriële sectoren de grootste verbruikers van de afgeleide secundaire energiebronnen, gevolgd door de residentiële en commerciële sectoren. Het landbouwgebruik van energie blijft relatief laag, wat een verschil maakt met andere sectoren die een veel hogere energiebehoefte hebben. Dit patroon van energieverbruik heeft een belangrijke impact op de keuzes die gemaakt worden in de energiepolitiek van Maleisië. Terwijl de vraag naar olie en gas relatief hoog blijft, neemt de vraag naar elektriciteit gestaag toe.

De Maleisische overheid heeft een aantal initiatieven en programma's geïntroduceerd om hernieuwbare energie (RE) te bevorderen. Sinds 1999 wordt hernieuwbare energie beschouwd als de vijfde brandstofbron van het land. De nadruk ligt hierbij op de ontwikkeling van zonne-energie, biomassa en waterkracht. Verschillende plannen, zoals de 8e, 9e, 10e en 11e Maleisische plannen, hebben bijgedragen aan de groei van hernieuwbare energie, met als doel het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het bevorderen van een duurzamer energiesysteem.

In 2011 werd de Wet op Hernieuwbare Energie (RE Act 2011) aangenomen, wat de oprichting van de Sustainable Energy Development Authority (SEDA) mogelijk maakte. Dit heeft de implementatie van het Feed-in-Tariff (FiT)-programma gestimuleerd, waarmee investeringen in hernieuwbare energie werden aangetrokken. In de periode van het 11e Maleisische Plan werd een breed scala aan initiatieven gelanceerd, waaronder grote zonne-energieprojecten en de introductie van netmeteringmechanismen om de productie van zonne-energie verder te bevorderen.

Hernieuwbare energiebronnen in Maleisië hebben aanzienlijke potentie. Zo wordt zonne-energie beschouwd als de meest veelbelovende hernieuwbare bron, dankzij de hoge zonnestraling in de regio. Volgens recente schattingen heeft Maleisië een potentieel van 269 GW voor zonne-energie, waaronder systemen voor zowel grondgeïnstalleerde als drijvende zonnepanelen. De capaciteit van waterkracht is ook significant, met een potentieel van 13,6 GW voor grote waterkrachtcentrales en 2,5 GW voor kleinschalige hydro-elektriciteit. Bovendien heeft biomassa, met name oliepalmafval, aanzienlijke mogelijkheden voor de opwekking van hernieuwbare energie, evenals biogas uit organisch afval.

Het potentieel van geothermische energie is echter nog steeds grotendeels onbenut. Geothermische energie wordt vaak over het hoofd gezien als een hernieuwbare bron, ondanks dat Maleisië enkele geothermische bronnen bezit die goed benut kunnen worden voor de productie van elektriciteit. Het is dan ook van belang dat er meer onderzoek wordt gedaan naar de haalbaarheid en kosten van geothermische energieprojecten.

De diversificatie van energiebronnen is essentieel voor de toekomst van Maleisië. De groeiende belangstelling voor zonne-energie en andere hernieuwbare bronnen moet hand in hand gaan met beleidsmaatregelen die gericht zijn op het verlagen van de kosten, het verbeteren van de infrastructuur en het bevorderen van technologische innovatie. In de toekomst zal Maleisië steeds meer moeten vertrouwen op duurzame energie om zijn afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en zijn bijdrage aan de wereldwijde klimaatdoelen te versterken.

Hoe kan fotovoltaïsche energie bijdragen aan de energietransitie in Braziliaanse achtergestelde wijken?

De installatie van fotovoltaïsche (PV) systemen op daken is een steeds belangrijker wordende oplossing voor duurzame energieproductie wereldwijd. In Brazilië, met zijn overvloedige zonneschijn, biedt PV een waardevol alternatief voor het leveren van elektriciteit, vooral in gebieden die vaak niet beschikken over betrouwbare netwerkinfrastructuur. Het potentieel voor PV-installaties in zogenaamde "favelas", de arme, dichtbevolkte wijken van grote steden zoals Rio de Janeiro en São Paulo, is groot. Toch zijn er aanzienlijke obstakels die moeten worden overwonnen om deze technologie effectief en betaalbaar in deze gemeenschappen te implementeren.

De installatie van fotovoltaïsche panelen op daken vereist een zorgvuldige afweging van verschillende factoren, waaronder de afstand tussen de panelen en het dak, de dakbedekking, en de technische mogelijkheden van het gebouw. Idealiter moet er een minimale scheiding van 10 tot 30 cm tussen de panelen en het dak zijn, afhankelijk van het type dakbedekking. Het gebruik van te grote afstanden kan leiden tot verhoogde temperaturen van de panelen, wat hun efficiëntie ten koste gaat. Dit geldt voor alle dakmontages: PV-systemen die op daken zijn geïnstalleerd, hebben doorgaans een hogere temperatuur dan die op open veld.

In de afgelopen jaren is de installatie van fotovoltaïsche systemen in Brazilië sterk toegenomen, mede dankzij de steun van de overheid, universiteiten, en de ontwikkelende markt voor zonne-energie. Toch blijven er grote uitdagingen bestaan, vooral in de achtergestelde wijken, waar veel bewoners beperkte financiële middelen hebben. In deze wijken leeft ongeveer 20% van de bevolking zonder elektriciteit, ondanks de pogingen van de overheid om een gestandaardiseerde meterservice te introduceren. De meeste bewoners maken gebruik van illegale elektriciteitsvoorzieningen, wat de situatie ingewikkeld maakt.

De vraag is hoe PV kan worden ingezet om een betrouwbare energiebron te bieden voor deze gemeenschappen. Aangezien veel favelas dichtbevolkt en geografisch beperkt zijn, is er weinig ruimte voor grootschalige zonneparken of andere vormen van energieopwekking buiten de bebouwde omgeving. Bovendien moeten de structuren van de huizen voldoende stevig zijn om de zonnepanelen te ondersteunen, wat in veel gevallen een probleem kan zijn, gezien de vaak onbetrouwbare bouwkwaliteit van woningen in deze wijken. Daarnaast kunnen de omgevingsomstandigheden, zoals zware regenval en overstromingen, de infrastructuur gemakkelijk verwoesten.

In een recent rapport werd de haalbaarheid van PV-installaties in een favela in Niterói, dicht bij Rio de Janeiro, onderzocht. Het bleek dat ongeveer 30% van de daken in deze favela goed georiënteerd waren om zonne-energie te genereren. Dit biedt een hoopvolle vooruitblik voor de toekomst van zonne-energie in deze achtergestelde gemeenschappen. Er zijn echter zorgen over de structurele integriteit van de woningen, vooral in gevallen waar er geen aanvullende bouwkundige maatregelen worden getroffen.

Een positief voorbeeld van hoe PV-technologie kan bijdragen aan de energielevering in dergelijke gemeenschappen is het initiatief van een coöperatie in de favelas Babilônia en Chapéu Mangueira. Deze coöperatie heeft, met een gezamenlijke financiering van ongeveer 19.000 dollar, een PV-systeem geïnstalleerd op een dak van 177 vierkante meter, met 58 zonnepanelen. Het systeem levert jaarlijks 35.000 kWh aan elektriciteit, genoeg om ongeveer 35 huizen van stroom te voorzien. Het voordeel van dit systeem is dat de opgewekte elektriciteit niet alleen bijdraagt aan de verlichting van de energiekosten voor de bewoners, maar ook economische kansen biedt door werkgelegenheid binnen de coöperatie.

Hoewel dit voorbeeld veelbelovend is, kunnen de huidige wettelijke en regelgevende vereisten in Brazilië het moeilijk maken om deze initiatieven op grotere schaal uit te rollen. In 2022 werd echter een nieuwe wet aangenomen die het gemakkelijker maakt voor coöperaties om zonne-energieprojecten op te zetten in arme wijken. Deze wetgeving biedt meer mogelijkheden voor de bewoners van favelas om duurzame energieoplossingen te implementeren en te profiteren van de voordelen van zonne-energie.

De uitdagingen voor het gebruik van zonne-energie in deze gemeenschappen zijn niet te onderschatten. Behalve de technische, structurele en milieukwesties, blijft de vraag van financiering en onderhoud een belangrijk punt. Hoe kan zonne-energie op lange termijn worden gefinancierd in een omgeving waar de meeste bewoners financieel kwetsbaar zijn? Wat zijn de mogelijkheden voor de overheid en de particuliere sector om deze initiatieven te ondersteunen?

Het antwoord op deze vragen ligt waarschijnlijk in een combinatie van gezamenlijke inspanningen van de overheid, particuliere bedrijven, en lokale gemeenschappen. Door coöperaties te ondersteunen, de regelgeving te versoepelen en financiële modellen te ontwikkelen die de betaalbaarheid van zonne-energie garanderen, kan Brazilë zijn arme wijken voorzien van betrouwbare, schone energie. Dit zal niet alleen bijdragen aan de verduurzaming van de samenleving, maar ook aan de verbetering van de levensomstandigheden van miljoenen mensen die momenteel zonder elektriciteit zitten.