Het is een opmerkelijk gezicht: de machtige buizerd die zich elegant door de lucht beweegt, soms tot wel 40 meter boven de grond. De manier waarop deze vogels, vaak in de meest gunstige weersomstandigheden, met vloeiende bewegingen de lucht doorkruisen, is werkelijk magisch. Maar het is niet altijd zo. Op regenachtige, sombere dagen is hun stijl veranderd, vaak gedwongen om over modderige velden te lopen op zoek naar wormen. Ondanks dat het niet de meest spectaculaire jacht is, biedt het toch voedingswaarde, zij het een tamelijk teleurstellende vervanging voor hun gebruikelijke luchtacrobatiek.
Herons, of reigers, vertonen een ander soort wonder. Deze imposante vogels bouwen hun nesten hoog in bomen, meestal van takken, die ze zorgvuldig samenbrengen om een stevig fundament te vormen voor hun vier tot zes eieren. De jongen komen uit met verschillende leeftijden, wat leidt tot een felle concurrentie om voedsel. De jongste kuikens overleven vaak niet. Deze grijze reigers maken hun aanwezigheid luid en duidelijk. Zodra een oudervogel aankomt met voedsel, beginnen de kuikens te schreeuwen, hun nekken verkrampend rond het hoofd van hun ouder in een poging om zich te voeden. Het resultaat is een chaotisch, luidruchtig schouwspel dat elk bezoek aan een reigerskolonie onvergetelijk maakt.
In tegenstelling tot deze natuurlijke wonderen, zijn er ook kleinere, maar niet minder indrukwekkende wonderen die we zelf kunnen creëren. Bijvoorbeeld, tuinieren voor wilde dieren is een gemakkelijke en impactvolle manier om natuur te helpen. De afgelopen decennia is er veel aandacht gegaan naar de afname van vogel- en andere diersoorten in het Verenigd Koninkrijk, maar niet iedereen is zich bewust van de eenvoudige stappen die ze zelf kunnen nemen om een verschil te maken. Tuinen van huishoudens in het VK beslaan nu een gebied ter grootte van het graafschap Suffolk, en de invloed die deze tuinen kunnen hebben op de lokale natuur is enorm.
Een tuin die vriendelijk is voor wilde dieren heeft vaak een nogal rommelige uitstraling. Dit is niet alleen de charmante chaos van de natuur, maar een indicatie dat het ecosysteem zich in volle bloei bevindt. Het is een misverstand dat de meest nette en verzorgde tuinen de beste zijn voor de natuur. De wilde bloemen die spontaan in een tuin kunnen groeien, zoals madeliefjes en paardenbloemen, zijn van groot belang voor bestuivers en andere insecten. Het geven van ruimte aan ongewilde kruiden en het toestaan van onopgeruimdheid zoals dood hout kan een enorm verschil maken voor de biodiversiteit in de tuin.
Er is zelfs wetenschappelijk bewijs dat de manier waarop we onze tuinen beheren direct van invloed is op de populaties van de dieren die er wonen. De insecten die de tuin bewonen, zoals vlinders, bijen en andere kleine invertebraten, vormen de voedselbron voor de vogels. Hoe gezonder en diverser het insectenleven, hoe gezonder de vogels die daarvan afhankelijk zijn. Daarom moet elke tuinier die zich toelegt op natuurbehoud niet bang zijn om de controle los te laten. Het is juist de wilde chaos die een tuin tot een dynamisch ecosysteem maakt.
De manier waarop we tuinen beheren kan verder worden verrijkt door eenvoudige acties zoals het installeren van een composthoop, het planten van fruitbomen of zelfs het aanleggen van een klein vijvertje. Elke tuin kan een klein paradijs worden voor de lokale fauna. Door het toevoegen van beplanting die bestuivers aantrekt, zoals lavendel of tijm op een vensterbank, kan men zelfs met weinig ruimte bijdragen aan de natuur. Dit is niet alleen iets voor de tuinier van vandaag, maar ook een nalatenschap voor de generaties die komen. Tuinieren voor natuur is zowel een persoonlijke voldoening als een bijdrage aan het welzijn van de planeet.
In de lucht is er ook altijd beweging. De komst van de zwaluwen en gierzwaluwen, twee iconen van de lente, herinnert ons aan de wonderen van migratie. Migratie is een van de grootste wonderen van de natuur en het is fascinerend om te bedenken hoe duizenden vogels in staat zijn om duizenden kilometers af te leggen, vaak over oceanen en bergen, om terug te keren naar hun broedgebieden. De gierzwaluw, met zijn kenmerkende, scherpe roep, scheert door de lucht, terwijl de zwaluwen sierlijk over het landschap slingeren, op zoek naar insecten die ze uit de lucht vangen. Deze vogels zijn niet alleen fascinerende atleten, maar ze markeren ook de seizoensgebonden veranderingen die we elk jaar kunnen verwachten.
Migratie is niet zomaar een reis van plaats naar plaats, maar een avontuur vol gevaren en wonderen. En hoewel het voor ons moeilijk voor te stellen is, kunnen we niet anders dan in verwondering staan bij de kracht en het doorzettingsvermogen die deze vogels tentoonspreiden. Ze herinneren ons eraan hoe belangrijk het is om te zorgen voor de natuur, waar we ook zijn, en hoe zelfs de kleinste bijdrage een verschil kan maken.
Wat maakt zwaluwen en andere zomervogels zo bijzonder voor vogelliefhebbers?
Zwaluwen zijn overal ter wereld bekend, maar het is in de lente en zomer dat ze werkelijk tot leven komen in de lucht. Deze sierlijke migranten, die we associëren met de vroege zomerdagen, zijn niet zomaar vogels. Ze dragen een diepere betekenis in zich, vooral in hun jaarlijkse reis en de manier waarop ze hun rol in het ecosysteem vervullen. Zwaluwen, huiszwaluwen en hun verwanten hebben gemeen dat ze insecteneters zijn en een grote rol spelen in het reguleren van de insectenpopulatie in onze omgeving.
De huiszwaluw is een van de bekendste zomervogels in ons landschap. Ze arriveert meestal in april, na een lange reis van hun winterverblijf in Afrika, en keert terug naar hun nesten in menselijke structuren, vooral onder de dakrand van huizen. De vogels bouwen hun karakteristieke moddernesten, die vaak symbool staan voor het begin van de lente in veel dorpen en steden. De huiszwaluw heeft een opvallend wit vierkant op zijn achterste rug, een kenmerk dat helpt bij de identificatie van de soort. Ze ontbreken de lange staartstreamers die de gewone zwaluw zo kenmerkend maken, waardoor ze in de lucht een iets andere uitstraling hebben.
Hoewel huiszwaluwen in de afgelopen decennia een flinke achteruitgang hebben gekend, zijn ze nog steeds overal in stedelijke en landelijke gebieden te vinden. Het verdwijnen van geschikte nestplaatsen, vooral door de bouw van moderne huizen zonder de benodigde nokken, is een van de grootste bedreigingen voor deze charmante vogels. Desondanks bieden wij mensen hen nog steeds de mogelijkheid om nestkastjes te installeren, wat een belangrijke stap is in hun bescherming.
De gewone zwaluw is echter de vogel die het vaakst geassocieerd wordt met de zomer. Met zijn lange, elegante staartstreamers en glanzend blauwzwarte vleugels is de zwaluw in veel opzichten de ster onder de zomervogels. Ze nesten vaak in open schuren of onder bruggen, waar ze hun moddernesten bouwen. Ze zijn overal te vinden in het platteland, vooral in landelijke dorpen en op boerderijen. De zwaluw brengt niet alleen leven in de lucht, maar haar karakteristieke roep, een scherpe, uitgerekte schreeuw, maakt de zomerse sfeer compleet.
Daarnaast is er de boerenzwaluw, die qua uiterlijk veel op de gewone zwaluw lijkt, maar iets kleinere staartstreamers heeft. Deze vogels verschijnen ook in de lente en vertonen vergelijkbaar gedrag, maar worden vaak gehoord voordat ze worden gezien, door hun gekraste, opgewonden roep.
Andere zwaluwachtige vogels die te vinden zijn in de lente en zomer, zijn de oeverzwaluwen en de zandzwaluwen. De zandzwaluw is vaak te vinden in de buurt van rivieren of steengroeves, waar ze hun nesten maken in zandige of aardse oevers. Ze vliegen laag over het water en kunnen vaak worden waargenomen terwijl ze jagen op insecten. De zandzwaluw heeft een minder opvallende staart dan de gewone zwaluw, maar hun vlieggedrag en roep zijn uniek. Het geluid dat ze maken, lijkt vaak op een elektronische piep, wat hen onderscheidt van de andere zwaluwsoorten.
Hoewel de zandzwaluw een tijdje op de Amber-lijst van vogels van conservatiebezorgdheid stond, is de soort nu van de lijst verwijderd, omdat hun aantallen stabiliseren, mogelijk door de uitbreiding van kunstmatige nestplaatsen. De verscheidenheid aan zwaluwen en hun gedragingen maakt ze een fascinerend onderwerp voor vogelliefhebbers, vooral als ze hun rol in de natuur begrijpen.
Naast deze zwaluwsoorten, vinden we in het voorjaar en de zomer ook andere zomervogels, zoals de veldleeuwerik. De veldleeuwerik, die zowel in de zomer als in de winter in het Verenigd Koninkrijk voorkomt, is te herkennen aan zijn melodieuze gezang dat vaak klinkt als een snel tempo van fluittonen. Ze worden vaak aangetroffen in open velden, waar ze hun territorium aankondigen door hoog in de lucht te stijgen en daar hun lied ten gehore te brengen. De zang van de veldleeuwerik wordt soms vergeleken met elektronische muziek, wat een poetische manier is om de energie van de vogel en haar song te beschrijven.
Naast de zwaluwen en leeuweriken speelt de Spotted Flycatcher, of de gevlekte vliegenvanger, ook een belangrijke rol als zomergast. Deze vogel, die bekend staat om zijn jachttechniek waarbij hij in een flits uit de lucht duikt om insecten te vangen, is een van de meest charismatische zomervogels. Hoewel het er aanvankelijk onopvallend uitziet, heeft het vogelgedrag iets hypnotiserends, waardoor het een populaire vogel is voor vogelaars. Helaas wordt deze vogel steeds zeldzamer en staat nu op de Rode Lijst van vogels die conservatiebehoefte hebben.
De Spotted Flycatcher is goed te herkennen aan zijn gedrag, vooral als hij op een tak zit en wacht op zijn prooi. De vogels maken korte, scherpe geluiden die hen vaak verraden. In hun jeugd hebben ze een opvallende vlek op hun vleugels, wat hen hun naam geeft.
In feite zijn alle bovengenoemde vogels een indicatie van de rijkdom aan zomerleven dat we in de lucht kunnen vinden. Voor vogelliefhebbers en natuurbeschermers zijn deze vogels niet alleen belangrijk vanwege hun schoonheid en gedrag, maar ook vanwege hun rol in het ecologische evenwicht. De afname van hun aantallen in de afgelopen decennia herinnert ons aan de fragiele staat van de natuur en de urgentie van natuurbehoud.
Zwaluwen, huiszwaluwen, oeverzwaluwen en hun verwanten zijn dus niet alleen fascinerende dieren om te observeren, maar ze wijzen ook op bredere milieukwesties die van belang zijn voor iedereen die zich bekommert om de gezondheid van onze ecosystemen. Het behoud van geschikte nestplaatsen en het beschermen van de insectenpopulaties die deze vogels voeden, zijn cruciale stappen om de toekomst van deze zomervogels veilig te stellen.
Hoe herkennen en begrijpen we de uilen van onze regio?
De Kerkuil, vaak spookvogel genoemd vanwege zijn geruisloze vlucht en spookachtige voorkomen, is een onmiskenbare verschijning in het agrarische landschap. Met zijn witte hartvormige gezicht en bleke onderzijde, contrasteert hij scherp met de goudbruine bovenvleugels. In de schemering, wanneer het licht begint te vervagen, zweeft hij laag over weilanden op zoek naar muizen en woelmuizen, systematisch en bijna mechanisch in zijn bewegingen. Zijn grote, ronde kop en brede vleugels geven hem dat kenmerkende silhouet van een uil. Het zijn vogels van de schemering, met een voorkeur voor stille, heldere nachten waarin zelfs een lichte bries als opwaartse kracht dient.
Hoewel men vaak denkt dat uilen meesterlijk zien in het donker, is hun nachtzicht nauwelijks beter dan dat van de mens. Het is hun uitzonderlijk gehoor dat hen in staat stelt om prooien in bijna volledige duisternis te lokaliseren. Hun jachttechniek is geraffineerd: in totale stilte, met vleugels aangepast aan geluidloos vliegen, tasten ze het veld af, geleid door het geritsel van kleine zoogdieren in het gras.
De Velduil, een minder algemene maar minstens zo intrigerende soort, brengt vooral de winter door in ons landschap, versterkt door migranten uit het hoge noorden van Europa. Anders dan de meeste uilen jaagt de Velduil ook overdag. Zijn bruine verenpak, rond gezicht met felgele ogen en kleine oorpluimen (die niets met oren te maken hebben), maken hem niet minder indrukwekkend. Hij zweeft boven natte graslanden en kustmoerassen, op zoek naar dezelfde prooien als de Kerkuil, maar met meer zichtbare flair. Tijdens het broedseizoen zijn zijn zachte, lage roepjes hoorbaar, maar in de winter is hij meestal stil.
Van een andere orde is de Bosuil, een echte standvogel, die zich hecht aan één territorium en dit zelden verlaat. Zijn roep — de bekende "hoe-hoe-hooo" van de man en de "kie-wiek" van het vrouwtje — echoot door bossen en zelfs stedelijke parken vanaf de herfst tot ver in de winter. Deze uilen zijn honkvast; ze kennen elke boom, elk pad, elk geluid in hun omgeving. Dit intieme territoriumbegrip maakt hen succesvol in het vinden van voedsel, zelfs in moeilijke tijden. Maar het beperkt hen ook. Ze koloniseren zelden nieuwe gebieden, wat bijvoorbeeld verklaart waarom Bosuilen afwezig zijn in Ierland. Ze mijden waterbarrières die migratie vereisen.
Hun territoriale gedrag wordt duidelijk in het najaar, wanneer jonge Bosuilen, de "nieuwkomers", hun eigen plek proberen te vestigen. Nachten worden dan gevuld met roepduetten en spanningen. Tegelijkertijd is de herfst een tijd van sociale onrust: kleinere vogels die overdag een rustende uil ontdekken, zullen massaal aanvallen en roepen om hem te verjagen, een gedrag dat bekendstaat als mobbing.
Naast uilen markeert de herfst ook de komst van grote aantallen wintergasten zoals de Koperwiek en de Kramsvogel. Deze lijsterachtigen arriveren vanuit Scandinavië en Rusland, op zoek naar bessenrijke gebieden. Ze vormen soms ware ‘vogel-flashmobs’, opduikend in boomgaarden en struikgewas, en verdwijnen weer even plotseling. Koperwieken zijn te herkennen aan hun kenmerkende roestrode flanken en ondervleugels, die pas bij vlucht echt opvallen. Kramsvogels daarentegen vallen op door hun gespikkelde borst en hard, raspachtig "tsjak-tsjak"-geluid.
Voor vogelliefhebbers is het fenomeen van ‘nocmig’ een moderne toevoeging aan het arsenaal van observatievormen. Het nachtelijk opnemen van vogelgeluiden, vooral tijdens trekseizoenen, opent een onzichtbare wereld van nachtelijke verplaatsingen. Deze techniek maakt hoorbaar wat het oog mist: de fluisterende roep van trekvogels hoog in de lucht, onzichtbaar in het donker maar op pad naar andere continenten.
De Vlaamse Gaai voegt een onverwacht element toe aan het herfsttafereel. Zijn verzamelwoede voor eikels, waarbij één vogel tot 5.000 noten kan verstoppen, draagt bij aan de verspreiding van eiken. Slechts een deel van deze eikels wordt later teruggevonden; de rest ontkiemt tot nieuwe bomen. In deze onbewuste samenwerking tussen vogel en boom schuilt een evolutionair partnerschap.
Inzicht in uilen en hun gedrag vereist meer dan kennis van verenkleed of gelu

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский