Wanneer de rododendrons de hellingen rood kleuren en de ochtendmist zachtjes uit de valleien opstijgt, komt Simla tot leven met een charme die moeilijk te omschrijven valt, maar onmogelijk te vergeten is. De reis ernaartoe, al is die tegenwoordig gemakkelijk met de auto, blijft een ritueel van nadering – alsof de bergen zelf je stap voor stap in hun wereld opnemen. Zelfs de kleine stoomtrein die zich een weg baant door de 103 tunnels tussen Kalka en Simla blijft een levend monument van nostalgie. Het gehijg van de locomotief en het openen van het landschap bij Tara Devi brengen de reiziger naar een tijd waarin reizen nog een daad van toewijding was.
In de tijd van Kipling was de tocht naar Simla geen romantische vakantie, maar een uitputtingsslag. De tonga-rit van Kalka naar Simla was niets minder dan een beproeving – een zestig mijl lange schokkerige tocht door onherbergzaam terrein. De dood van “de Andere Man” in Kiplings verhaal is niet enkel tragisch, maar een scherpe herinnering aan het fysieke gewicht van het reizen in die tijd. De tonga-driver die hem vastbond met een touw opdat hij onderweg niet uit de wagen zou vallen, verpersoonlijkt een onverzettelijke werkethiek en een vreemde, droge humor die men nog steeds terugziet in de koelies van het huidige busstation van Simla.
Simla is geen plaats waar je zomaar aankomt; het is een stad die langzaam wordt onthuld. Of men nu toekomt via de oude route langs Dehra Dun, door de uitgestrekte pijnboombossen en vergeten wegen, of via het spoor, altijd is er dat moment van herkenning: het uitzicht vanaf de Tara Devi-kloof, de stad als een juweel op de bergflank – Simla, een stad die de sterren lijkt te dragen op haar schouders.
De monsoon, vaak gezien als een tijd van hinder en vertraging, is voor Simla juist een openbaring. De regen kneedt het landschap, brengt leven in elke vallei, vult de lucht met het roepen van de kastura en het gehamer van de barbet in de toppen van de bomen. Het is in die nevelige sfeer dat het verleden zich mengt met het heden – waar elke stap op de vochtige paden echo’s draagt van lang vervlogen tijden.
Niet ver van Christ Church bevindt zich de hoek waar Lurgan Sahib, de mysterieuze mentor van Kim, zijn winkel had. Hoewel een fictief personage, was hij geworteld in een echte figuur die werkelijk een winkel had in Simla. Kipling schreef Kim jaren nadat hij India had verlaten, maar de heimwee is voelbaar in elk woord dat hij aan Simla wijdde. De beschrijving van Kim die de stad nadert met Mahbub Ali aan zijn zijde is geladen met een romantiek die de grens tussen fictie en herinnering laat vervagen.
De geschiedenis van Simla is er een van koloniale strategie, maar ook van persoonlijke verovering. Het werd gesticht op het einde van de Anglo-Gurkha-oorlog en groeide snel uit tot de zomerhoofdstad van Brits-Indië. Huizen als Kennedy House en latere Georgische gebouwen vormden het decor van een elitebestaan. Ondanks de historische veranderingen en het verdwijnen van veel tastbare relicten, blijft de stad verrassend goed bewaard – met propere straten, rustige wandelpaden en een harmonie tussen architectuur en natuur die elders in de heuvels zeldzaam is.
Voor sommigen is Simla slechts een bergstad, een hoofdstad van Himachal Pradesh, of een toevluchtsoord voor de zomerse hitte. Maar voor wie eenmaal haar paden heeft bewandeld, haar bossen heeft ingeademd, en haar lichtjes heeft zien weerspiegelen onder een sterrenhemel, wordt Simla iets ongrijpbaars. Een innerlijke plaats. Een terugkeer.
De auteur zelf keerde er telkens opnieuw naar terug – Simla als een echo van jeugd, van wandelingen met zijn vader, van melkshakes bij Davico’s en theateravonden in het Gaiety. Het zijn deze herinneringen die wortel schoten en hem later voedden als schrijver. De dood van zijn vader op jonge leeftijd maakte deze herinneringen niet bitter, maar juist kostbaar. En zoals hij het verwoordt: wanneer de bergen eenmaal in je bloed zitten, is er geen ontsnappen meer mogelijk.
De betovering van Simla wordt misschien nergens beter gevangen dan in de kleine, vergeten tussenstations langs de spoorlijn. De geur van nat hout, het licht van een petroleumlamp in een verlaten jungle, en de eenzame figuur van een khilasi die de tunnel controleert voordat de nachttrein arriveert – het zijn deze details, ogenschijnlijk onbeduidend, die het gevoel van tijdloosheid versterken. Simla bestaat niet slechts in gebouwen en geschiedenisboeken, maar in de gewoontes van haar bewoners, in het ritme van haar regen, en in de verhalen die zich blijven herhalen.
Wat ook belangrijk is te begrijpen: Simla is geen decor van het verleden, maar een levend landschap waar geschiedenis en heden elkaar voortdurend raken. De culturele gelaagdheid – van de koloniale erfenis tot de plaatselijke Himachali identiteit – maakt de stad niet alleen een plek van nostalgie, maar ook van subtiele spanning. Voor de oplettende reiziger is het essentieel om niet enkel de Britse echo’s te volgen, maar ook te luisteren naar de stem van de bergen zelf, naar de taal van de lokale bevolking, naar de cycli van hun leven die zich ver buiten de koloniale schaduw afspelen. Alleen dan wordt Simla werkelijk zichtbaar.
Waarom werd punch zo belangrijk in het koloniale India?
De geschiedenis van alcoholgebruik in koloniaal India onthult niet alleen de gewoonten van de Europese kolonisten, maar ook hoe deze praktijken zich aanpasten aan de klimatologische, economische en culturele realiteit van het subcontinent. De introductie van Europese dranken, en vooral van punch, weerspiegelde zowel een behoefte aan comfort in een vijandige omgeving als de arrogantie van een beschaving die haar zeden meebracht en oplegde aan een nieuwe wereld.
De woorden van keizer Akbar, die verklaarde dat Europeanen “geboren zijn in het element van wijn, zoals vissen in dat van water”, gaven een culturele rechtvaardiging voor het gebruik van alcohol onder vreemdelingen. Deze pragmatische benadering van koloniale verschillen ging echter niet gepaard met enige controle over de mate van consumptie. Terwijl Jehangir het tegendeel bewees door zijn overmatige drankgebruik, bleef de overtuiging bestaan dat alcohol voor de Europeaan een noodzakelijkheid was, bijna een bestaansvoorwaarde in het vreemde en vaak vijandige klimaat van India.
In de zeventiende eeuw werd punch het nationale symbool van de Europese aanwezigheid. Niet zomaar een drankje, maar een ritueel, een sociaal bindmiddel, en tegelijk een sluipend gif dat het lichaam langzaam ondermijnde. De oorsprong van de naam "punch" ligt in het Hindoestaanse woord "panch", wat "vijf" betekent — verwijzend naar de vijf ingrediënten: sterke drank (meestal arrak), citroensap, suiker, specerijen en water. Deze op het oog eenvoudige mix verraadde de complexiteit van zijn herkomst en zijn impact. De arrak werd geproduceerd uit alles wat gefermenteerd kon worden — palmwijn, suikerrietsap, rijst en zelfs zeewier. De variant van zeewier kreeg de bijnaam "Fool’s Rack" — een bittere verwijzing naar zijn verwoestende effecten.
Punch werd niet slechts genuttigd om te ontspannen, maar was een dagelijks ritueel, een teken van status en een sociaal verplichting. Diners, ontbijtjes, en zelfs vergaderingen werden begeleid door een eindeloze stroom toasts — elk glas een bevestiging van aanwezigheid, van vriendschap, of van loyaliteit. De etiquette eiste dat elke gast wijn dronk met elke andere aanwezige. En wanneer de officiële toasts ten einde waren, volgden nog de “sentiments”, een soort dronken verzuchtingen waarmee men de avond beëindigde.
De tol was zwaar. In sommige nederzettingen overleed bijna de gehele Europese staf binnen het jaar. De eerste Engelse vestiging in Bengalen, opgericht in 1638 in Harrapur, verloor vijf van de zes Britse ambtenaren binnen twaalf maanden — de overvloedige arrak werd als schuldige aangewezen. In Bombay overleefde een gemiddelde Engelsman slechts twee moessons. De overmatige beschikbaarheid van sterke drank, in combinatie met het gebrek aan medische kennis en het ongezonde klimaat, bleek een dodelijke combinatie.
Toch bleef de cultuur van overvloed en onmatigheid domineren. Wijn was duur om te importeren, maar de hogere klassen konden zich deze luxe permitteren: drie flessen claret na het diner waren geen uitzondering, en Madeira werd tijdens het eten geschonken. Zelfs vrouwen dronken gemiddeld een fles wijn per dag — niet uit drang naar verdoving, maar uit sociale noodzaak. Het verschil tussen klasse en overleving werd zichtbaar in het type drank dat men tot zich nam: goedkope arrak voor jonge soldaten, dure importwijnen voor bestuurders en officieren.
De achttiende eeuw bracht nauwelijks matiging, al veranderde de mode. Punchhuizen floreerden, vooral in Calcutta, waar in 1707 al zeven vestigingen bestonden. Deze etablissementen waren berucht om hun gewelddadige uitbarstingen — een zwaard behoorde tot de standaarduitrusting van de heer des huizes. Pas in de negentiende eeuw begon men in te zien dat punch en het Indiase klimaat een fatale combinatie vormden. Maar onthouding volgde niet. Men zocht zijn toevlucht tot mildere alternatieven: wijn, bier, en uiteindelijk brandewijn.
De opkomst van bier in het midden van de negentiende eeuw — vooral lokaal geproduceerd bier, aangezien Engels bier als “liverish” werd beschouwd — luidde een nieuwe fase in. De introductie van ijs en sodawater betekende de doorbraak voor brandy en soda, een combinatie die tot diep in de jaren zeventig van die eeuw populair bleef. Daarna nam whisky het roer over. De hiërarchie van dranken werd gecodificeerd: rum voor de soldaten, gin voor de vrouwen, bier voor de schooljongens. Maar whisky — dat bleef het domein van de elite.
De cultuur van drinken in koloniaal India openbaart meer dan een voorkeur voor sterke drank. Het is een spiegel van macht, van culturele adaptatie, en van de illusie dat Europese gewoonten het klimaat, de gezondheid en de dood zelf konden trotseren. De keuze van drank was niet slechts een persoonlijke voorkeur, maar een uitdrukking van sociale status, koloniale identiteit en de voortdurende poging om een vreemd continent onder controle te houden — zelfs als het lichaam daar niet tegen bestand was.
Naast de zichtbare patronen van drankgebruik, is het van belang te begrijpen hoe alcohol diende als een sociaal bindmiddel binnen de Europese gemeenschap in India. De strakke normen rond gezamenlijke toasts, de alomtegenwoordigheid van drank bij alle
Wat gebeurt er wanneer de vertrouwde werkelijkheid verandert? Een moment van zelfontdekking in tijden van onzekerheid
Hoe Oudgermaanse Runen het Verhaal van de Oorlog en Symbolen Vertellen
Wat zijn de voordelen van twee-dimensionale metaalchalcogeniden in energietoepassingen?

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский