DEEL 2
THEMA 6. Redoxfuncties van stoffen en richting van redoxreacties
De richting van redoxreacties

De richting van een redoxreactie kan worden beoordeeld aan de hand van de verandering in de Gibbs-energie ∆G. Als ∆G < 0 is, is de reactie mogelijk; als ∆G > 0, is de reactie onmogelijk. Uit de thermodynamica is bekend dat ∆G = -n·F·E; E = φoxidator - φreductor, ofwel φoxidator > φreductor, wat mogelijk is bij E > 0 en ∆G < 0.
Beschouwen we de volgende reactie:
Deze bestaat uit twee halfreacties:
Aangezien φoxidator > φreductor, is een spontane reactie van links naar rechts mogelijk.
2FeCl3 + 2KI → 2FeCl2 + I2 + 2KCl
Van alle mogelijke redoxreacties onder gegeven omstandigheden verloopt het eerst de reactie met het grootste verschil in redoxpotentiaal.
Redoxreacties verlopen in de richting van de vorming van zwakkere oxidatoren en reductoren uit sterkere.

De rol van redoxprocessen

Redoxprocessen spelen een belangrijke rol in de natuur en de techniek. Ze liggen ten grondslag aan fotosynthese bij planten, ademhaling bij dieren en mensen, en de verbranding van brandstoffen. Soms zijn redoxreacties schadelijk voor mens en milieu, bijvoorbeeld bij metaalcorrosie, bosbranden en de vorming van giftige dioxines.
Met behulp van redoxreacties worden metalen, organische en anorganische verbindingen verkregen, stoffen geanalyseerd, en natuurlijke en afvalwaterstromen en gasemissies gezuiverd.


Elektrochemische processen
Elektrochemische processen zijn redoxreacties waarbij elektrische stroom ontstaat of wordt opgewekt door elektrische stroom.
Bij elektrochemische processen zijn de oxidatie- en reductiehalfreacties ruimtelijk van elkaar gescheiden. Elektronen bewegen niet direct van de reductor naar de oxidator, maar via een geleider in een externe stroomkring, waardoor elektrische stroom ontstaat. In dit type redoxreacties vindt wederzijdse omzetting plaats tussen chemische en elektrische energie.
Er zijn twee hoofdgroepen van elektrochemische processen:

  • processen waarbij elektrische energie wordt omgezet in chemische energie (elektrolyse);

  • processen waarbij chemische energie wordt omgezet in elektrische energie (galvanische elementen).

Een eenvoudige elektrochemische cel bestaat uit twee elektroden – geleiders van de eerste soort met elektronische geleidbaarheid – in contact met een vloeibare (oplossing, gesmolten) of vaste elektrolyt – een ionische geleider van de tweede soort. De elektroden zijn verbonden met een metalen geleider, die de externe stroomkring van de elektrochemische cel vormt.

Bij redoxreacties van organische met anorganische stoffen fungeren organische stoffen meestal als reductor. Bij verbranding van een organische stof in een overmaat zuurstof ontstaan altijd kooldioxide en water. Complexer zijn reacties met minder actieve oxidatoren. In deze paragraaf worden alleen reacties besproken van vertegenwoordigers van belangrijke klassen organische stoffen met enkele anorganische oxidatoren.


Redoxreacties van organische verbindingen

Alkenen. Bij milde oxidatie worden alkenen omgezet in glycols (diolen). De reductie-atomen in deze reacties zijn koolstofatomen met een dubbele binding.
De reactie met kaliumpermanganaat in neutrale of zwak basische omgeving verloopt als volgt:
C2H4 + 2KMnO4 + 2H2O → CH2OH–CH2OH + 2MnO2 + 2KOH (koeling)
Onder hardere omstandigheden leidt oxidatie tot splitsing van de koolstofketen bij de dubbele binding en de vorming van twee zuren (of zouten in sterk basisch milieu) of een zuur en kooldioxide (in sterk basisch milieu – zout en carbonaat):

  1. 5CH3CH=CHCH2CH3 + 8KMnO4 + 12H2SO4 → 5CH3COOH + 5C2H5COOH + 8MnSO4 + 4K2SO4 + 17H2O (verwarming)

  2. 5CH3CH=CH2 + 10KMnO4 + 15H2SO4 → 5CH3COOH + 5CO2 + 10MnSO4 + 5K2SO4 + 20H2O (verwarming)

  3. CH3CH=CHCH2CH3 + 6KMnO4 + 10KOH → CH3COOK + C2H5COOK + 6H2O + 6K2MnO4 (verwarming)

  4. CH3CH=CH2 + 10KMnO4 + 13KOH → CH3COOK + K2CO3 + 8H2O + 10K2MnO4 (verwarming)

Kaliumdichromaat in zwavelzuurmedium oxideert alkenen op een soortgelijke wijze als in reacties 1 en 2.

Alkynen. Alkynen worden onder zwaardere omstandigheden geoxideerd dan alkenen. Daarbij vindt splitsing van de koolstofketen plaats bij de drievoudige binding. De reductoren zijn koolstofatomen verbonden met een drievoudige binding. Het resultaat van deze reacties zijn zuren en kooldioxide. De oxidatie kan worden uitgevoerd met kaliumpermanganaat of kaliumdichromaat in zuur milieu, bijvoorbeeld:

5CH3C≡CH + 8KMnO4 + 12H2SO4 → 5CH3COOH + 5CO2 + 8MnSO4 + 4K2SO4 + 12H2O (verwarming)
Soms kunnen tussenproducten worden geïsoleerd, afhankelijk van de plaats van de drievoudige binding in het molecuul: diketonen (R1–CO–CO–R2) of aldo-ketonen (R–CO–CHO).
Acetyleen kan in zwak basisch milieu met kaliumpermanganaat worden geoxideerd tot kaliumoxalaat:
3C2H2 + 8KMnO4 → 3K2C2O4 + 2H2O + 8MnO2 + 2KOH
In zuur milieu verloopt de oxidatie tot kooldioxide:
**C2H2 + 2KMnO4 + 3H2SO4 → 2CO2 + 2MnSO