Resonante tunneling is een kwantummechanisch effect waarbij elektronen door een potentiaalbarrière kunnen tunnelen wanneer de energie van het elektron overeenkomt met een van de discrete energieniveaus in de barrièrestructuur. Dit verschijnsel wordt vaak waargenomen in superroosters, die bestaan uit meerdere laagjes van verschillende materialen die afwisselend dunne barrières en wells (potentiaalputten) bevatten. In deze structuren kunnen de tunnelingpiekken zich manifesteren afhankelijk van de dikte en de eigenschappen van de barrières en de wells.
De effecten van resonant tunneling zijn vaak complex, vooral wanneer meerdere barrières in een structuur aanwezig zijn. In het geval van een dubbele barrière kunnen we een piek in de tunnelingstroom waarnemen bij een specifieke spanning, wanneer de energie van het elektron overeenkomt met een van de resonante toestanden van de well. Als de spanning verder toeneemt, nadert het Fermi-niveau (EF) de energie van een tweede confined state, wat resulteert in een tweede resonantiepieken. Wanneer er drie of meer barrières aanwezig zijn, kan het Fermi-niveau resoneren met verschillende toestanden in de verschillende wells, wat leidt tot meerdere resonantiepieken. Dit fenomeen wordt veroorzaakt door de interactie van de energieniveaus tussen aangrenzende wells.
Het gedrag van de tunnelingstromen in structuren met meerdere barrières kan wiskundig worden gemodelleerd met behulp van de transfermatrixmethode. Dit stelt ons in staat de transmissiekansen te berekenen als functie van de energie van het elektron, wat gedetailleerde informatie oplevert over de resonantiegedrag in structuren met verschillende aantallen barrières. In experimenten wordt de transmissie over meerdere barrières gemeten, waarbij bij een grotere aantal barrières de resonantie-energieën zich splitsen in meerdere pieken. In het geval van drie barrières verschijnen de resonantie-energieën in dubbelgroepen, en bij vijf barrières in viervoudige groepen. Deze splijting is te wijten aan de koppeling van de energieniveaus van de aangrenzende wells.
Het resonante tunneling effect biedt interessante mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe elektronische componenten, zoals oscillatoren die gebruik maken van de negatieve weerstand die door dit effect wordt geproduceerd. In een tweeterminale resonante tunneling oscillatoren wordt de negatieve weerstand gegenereerd door het tunnelingproces, wat kan worden gebruikt om stabiele oscillaties te creëren. Het ontwerp van een dergelijke oscillator is gebaseerd op een eenvoudig equivalent circuit met weerstand en capaciteit van het apparaat, evenals parasitaire inductantie en weerstand van de aansluitdraden. Het maximale frequentiebereik van deze oscillatoren wordt sterk beïnvloed door de parasitaire componenten, en kan worden geoptimaliseerd door het minimaliseren van de weerstand en capaciteit.
Daarnaast speelt het materiaal van de superlattice een cruciale rol in de prestaties van resonante tunneling diodes. Bijvoorbeeld, het InAs/AlSb-systeem biedt verschillende voordelen ten opzichte van GaAs/AlAs, zoals een lagere effectieve massa van de elektronen en een grotere band offset, wat leidt tot efficiëntere tunneling en betere prestaties van de diode. InInAs/AlSb-diodes kunnen hoge frequenties van oscillaties worden bereikt, met een aanzienlijk hogere vermogenoutput dan in traditionele GaAs/AlAs-diodes, waarbij zelfs op kamer temperatuur oscillaties tot 712 GHz werden waargenomen.
Bij resonant tunneling speelt ook de keuze van de massa van de deeltjes een belangrijke rol. Dit werd duidelijk in experimenten met gaten (holes) in GaAs/AlAs dubbel-barrièrestructuren, waar verschillende resonantiepieken werden waargenomen bij verschillende temperaturen. De gaten, afhankelijk van hun massa (lichte of zware gaten), vertonen verschillende tunnelinggedragingen. De discrepantie tussen theoretische voorspellingen en experimentele waarnemingen kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan niet-parabolische effecten en menging van de banden van lichte en zware gaten.
De resonante tunneling techniek heeft echter nog enkele beperkingen, vooral als het gaat om toepassing bij kamertemperatuur en grootschalige integratie van deze componenten in werkende systemen. Hoewel de prestaties van de RT-diodes veelbelovend zijn op het gebied van frequenties en vermogensdichtheid, blijft het een uitdaging om deze technologie op grotere schaal toe te passen zonder dat er significante verliezen optreden door parasitaire effecten of andere praktische problemen.
Voor de toekomst is het belangrijk om te blijven onderzoeken hoe de prestaties van resonante tunneling diodes kunnen worden geoptimaliseerd, vooral op het gebied van frequentiebereik, vermogensoutput en stabiliteit bij verschillende temperaturen. Verder onderzoek naar de koppeling van energieniveaus en het effect van niet-ideale materialen kan ons helpen bij het ontwikkelen van nieuwe, efficiëntere ontwerpen voor resonante tunneling oscillatoren.
Hoe invloed heeft een sterk magnetisch veld op resonante tunneling van gaten in halfgeleiders?
In systemen van resonant tunneling is de invloed van een sterk magnetisch veld op de energie- en tunnelingkenmerken van gaten van groot belang. Wanneer de gaten bewegen in een magnetisch veld, verandert de energiebeschrijving van de gaten vanwege de quantisatie van de energie in het magnetische veld. Dit effect kan worden verklaard door te kijken naar de splitsing van de energiebanden van gaten, vooral de valentiebanden, in het vlak dat loodrecht staat op de richting van het magnetische veld.
Bij een eenvoudige parabolische energieband, zoals die van een gat in een halfgeleider, is de situatie relatief eenvoudig te begrijpen. Het magnetische veld veroorzaakt een splitsing van de energieband in Landau-niveaus, waarbij de energiebasisstelling in de sterke velden lineair toeneemt met de intensiteit van het veld. Het verrassende is echter dat bij het verhogen van de magnetische veldsterkte sommige resonante piekenergieniveaus toenemen, terwijl andere afnemen, wat wijst op de complexiteit van de valentiebandstructuur van de halfgeleider.
Dit resultaat kan worden verklaard door de couplingen tussen lichte en zware gaten in de valentieband. De non-parabolische natuur van de gatenenergiebanden speelt hierbij een cruciale rol. Xia introduceerde de theorie van gat-RT (Resonant Tunneling) om de dynamica van gaten onder invloed van een magnetisch veld in systemen met barrières te modelleren. De structuur van het dubbele-barrière-potentiaal maakt het mogelijk om de interactie van de gaten met het magnetische veld op een gedetailleerde manier te onderzoeken.
De Hamiltoniaan van het systeem, waarin de massa-effecten van de gaten in een potentiaalbarrièrestructuur worden beschreven, kan worden opgezet als een combinatie van kinetische energie en de invloed van het potentiaal. De gebruikelijke benadering is om de massa-Hamiltoniaan te herschrijven om de interacties tussen de verschillende soorten gaten (lichte en zware gaten) te beschrijven. Dit wordt verder geanalyseerd met behulp van de Luttinger-parameters, die de anisotropie van de gatenmassa’s in verschillende richtingen aangeven. Het complexe gedrag van deze koppeling vereist een numerieke oplossing van de vergelijkingen die de dynamica van de gaten beschrijven.
In systemen zoals dubbele-barrière-superroosters kan de beschrijving van de interacties tussen lichte en zware gaten worden vereenvoudigd door de parallelle en loodrechte momentumcomponenten van de gatenbeweging in overweging te nemen. Deze deeltjesbewegingen kunnen echter niet eenvoudig worden gescheiden, aangezien er interacties zijn die beide typen gaten koppelen. Dit leidt tot complexe golfvergelijkingen die de golffuncties van de gaten aan weerszijden van de barrière beschrijven. Deze golffuncties worden verder geëvalueerd door numerieke methoden die de resonantie-energieën en tunnelingstromen berekenen.
Het gebruik van een transfermatrix is essentieel voor het oplossen van dit probleem. De golffuncties van de gaten kunnen aan de linker- en rechterzijde van de barrière worden geschreven in termen van de zware en lichte gatenstaat. Door de transfermatrix kan men de transmissie- en reflectie-amplitudes voor deze verschillende toestandsoverdrachten berekenen. De transmissieamplitudes worden beïnvloed door de complexiteit van de golffuncties van de gaten, de interacties tussen verschillende toestandsoverdrachten, en de resonantiecondities die optreden bij bepaalde energieën.
Dit gedetailleerde model van gat-resonante tunneling toont aan hoe een magnetisch veld een significante invloed heeft op de tunneling van gaten, met variaties in transmissie en reflectie die afhangen van de energieniveaus en de magnetische veldsterkte. De numerieke resultaten voor transmissiekansen in dergelijke systemen onthullen belangrijke inzichten in de rol van het magnetische veld bij het bepalen van de geleidbaarheid en andere elektronische eigenschappen van halfgeleiders.
Daarnaast is het belangrijk om te begrijpen dat de complexiteit van de valentiebanden en de non-parabolische eigenschappen van de gatenenergiebanden belangrijke gevolgen hebben voor het ontwerp van elektronica op basis van halfgeleiders. Het gedrag van de gaten bij verschillende magnetische veldsterktes kan zowel praktische toepassingen als fundamentele wetenschappelijke vragen beïnvloeden, vooral in de context van quantum computing en spintronica. Het gedrag van lichte en zware gaten in halfgeleiders moet niet alleen theoretisch, maar ook experimenteel verder onderzocht worden, om volledig te begrijpen hoe het magnetische veld het tunnelen beïnvloedt en hoe dit in de praktijk kan worden toegepast.
Hoe de Büttiker Formule Toepassing Vindt in Meerdere Terminalsystemen
In een systeem met meerdere terminals, zoals een mesoscopisch geleider, is het essentieel om het transport van elektronen tussen verschillende leidingen en de bijbehorende reflectie- en transmissiekansen goed te begrijpen. De Büttiker formule biedt een krachtig hulpmiddel voor het beschrijven van de stromen die tussen deze terminals stromen, en maakt het mogelijk om de effectiviteit van dit transport in verschillende configuraties te analyseren. Dit proces is echter vaak complex, vooral wanneer er rekening gehouden moet worden met symmetrieën en reciprocity-relaties in de aanwezigheid van een flux.
De Büttiker formule, die de stroom in de i-de leiding beschrijft als een functie van de spanningsverschillen tussen de verschillende leads, stelt ons in staat om een gedetailleerd beeld te krijgen van de elektronische stromen in systemen met meerdere leads. Voor een systeem met N leads kunnen we de relatie voor de stroom in de i-de leiding als volgt formuleren:
waarbij de reflectiekans is voor de elektronen die van leiding j naar leiding i gaan, en de transmissiekans is van leiding j naar leiding i. De chemische potentiaal in elke leiding is essentieel voor het bepalen van de elektronische toestanden in die leiding, en de formule houdt rekening met zowel de reflectie als de transmissie van de elektronen tussen de leads.
De potentiëlen zijn verspreid over een bereik rond de Fermi-energie, waarbij de energie-afhankelijkheid van de transmissie- en reflectieprobabiliteiten binnen dit bereik vaak wordt verwaarloosd. Het is handig om een vijfde chemisch potentieel in te voeren, dat kleiner is dan het laagste van de vier potentiëlen , zodat de toestanden met negatieve en positieve snelheden gevuld zijn en er geen netto-stroom door de leads loopt. De stroom die door het reservoir naar de leads wordt geïnjecteerd, wordt gegeven door de hoeveelheid , waarbij de snelheid is van de elektronen bij de Fermi-energie in leiding i en de dichtheid van toestanden is.
Het stroomverlies door reflectie en transmissie wordt vervolgens aangepast op basis van de vermenigvuldiging van de reflectie- en transmissiekansen, zoals weergegeven in de Büttiker formule. Bij een vierprobe-configuratie kan de stroom in elke leiding als functie van spanningsverschillen tussen de leads worden uitgedrukt, en de geleidbaarheid kan worden berekend met behulp van transmissiematrices en reflectiematrices die afhankelijk zijn van de specifieke configuratie van het systeem.
In de praktijk wordt de Büttiker formule vaak toegepast in systemen met meerdere kanalen, zoals bij een multikanaals geleider. In dit geval worden de transmissies en reflecties beschreven door een matrix van , waarbij N het aantal kwantumkanalen is dat elke leiding ondersteunt. In een dergelijk geval moeten de transmissie- en reflectiematrices voor elke individuele toestand van het kanaal worden berekend om de uiteindelijke stromen en geleidbaarheid te bepalen.
Het gebruik van de Büttiker formule stelt ons in staat om het gedrag van het systeem onder verschillende omstandigheden, zoals een veranderende flux, te begrijpen. Een van de belangrijkste eigenschappen van de formule is dat ze de symmetrie-eigenschappen van het systeem onder fluxomkering vastlegt, wat betekent dat de stromen en geleidbaarheid in het systeem identiek blijven, ongeacht of de flux positief of negatief is. Dit wordt weerspiegeld in de reciprocity-relatie van de weerstand, die stelt dat de weerstand gemeten onder een flux ϕ gelijk is aan de weerstand gemeten onder de flux -ϕ, mits de rollen van de stroom- en spanningsmetingen worden verwisseld.
Wat betreft de praktische toepassing van de Büttiker formule, wordt in systemen zoals de drieprobegeleider de formule in matrixvorm weergegeven om de stromen en spanningen te berekenen. In een drieprobe-configuratie kan men de stromen en spanningen voor verschillende leads afleiden en de geleidbaarheid van het systeem bepalen, wat vaak resulteert in een niet-symmetrische weerstand met betrekking tot de flux. Dit geeft ons diepere inzichten in de invloed van de geometrie en de specifieke eigenschappen van de leads op het elektronische transport in het systeem.
Het is ook van belang te begrijpen dat, ondanks de complexiteit van de formules, de basisprincipes van stroombehoud en tijdomkeerinvariantie fundamenteel blijven voor de correcte toepassing van de Büttiker formule. Dit impliceert dat, ongeacht de configuratie van het systeem of het aantal leads, de stromen altijd zodanig moeten worden berekend dat ze voldoen aan deze basisprincipes, hetgeen ervoor zorgt dat de natuurwetten in de microscopische schaling gerespecteerd worden.
Hoe de Rashba Spin-Orbit Interactie Invloed heeft op Elektronen in Eén-Dimensionale Quantumgolfgeleiders
In recente jaren heeft de studie van spintronica en mesoscopische fysica aanzienlijk terrein gewonnen, vooral wat betreft het begrijpen van de beweging van elektronen in halfgeleiders. Eén van de kernaspecten van dit onderzoek is de invloed van spin-orbit interactie (SOI) op het gedrag van elektronen in nanostructuren. De Rashba spin-orbit interactie, een van de belangrijkste mechanismen in dit gebied, speelt een cruciale rol in het manipuleren van de spin van elektronen binnen halfgeleiderstructuren. Deze interactie, die ontstaat door een asymmetrie in de structuur van het potentiaal, heeft diepgaande implicaties voor de ontwikkeling van spin-gebaseerde elektronica.
Het concept van de Rashba SOI werd oorspronkelijk voorgesteld door Rashba in 1960 en beschrijft de koppeling tussen de spin van een elektron en zijn momentum in een systeem met gebroken inversiesymmetrie. Deze effect treedt op wanneer het elektron beweegt in een materiaal met een asimmetrisch potentieel, bijvoorbeeld in een kwantumput of een halfgeleiderheterostructuur. De Hamiltoniaan die deze interactie beschrijft kan worden uitgedrukt als:
waarbij de Pauli-matrix is die de spin van het elektron beschrijft, de golfvector van het elektron, en de eenheidsvector die normaal staat op de interface van het systeem. De parameter is de Rashba-coëfficiënt, die de sterkte van de interactie bepaalt. Wanneer het potentiaal langs de -richting asymmetrisch is, wordt de Rashba-effect versterkt en is de Rashba-coëfficiënt ongelijk aan nul. Dit effect wordt waargenomen in veel halbleiderstructuren, zoals modulatiedoping heterostructuren, waarin een externe elektrische veld of een interne asymmetrie dit effect veroorzaakt.
In dit verband is de Rashba SOI bijzonder relevant voor toepassingen in spintronica, waar de controle van de spin van elektronen essentieel is voor het ontwikkelen van efficiënte spin-gebaseerde apparaten. Dit gebeurt bijvoorbeeld in gedoteerde magnetische halfgeleiders (DMS), waar de doping met mangaanionen leidt tot een sterke spin-afhankelijke interactie, wat resulteert in een gigantische Zeeman-splitting van de spin-subniveaus. De mogelijkheid om spin-gecoherente toestanden in halfgeleiders te behouden heeft geleid tot veelbelovende vooruitzichten voor kwantumcomputing in vaste stofsystemen.
In de context van kwantumgolfgeleiders, die essentieel zijn voor het bestuderen van de Rashba SOI, kunnen de spintoestanden van elektronen in één-dimensionale systemen verder worden onderzocht. Bij het beschouwen van een elektron dat beweegt in een één-dimensionale circuit met een polaire hoek , en waarbij het potentiaal nul is, kan de Hamiltoniaan worden geschreven als:
Hierbij is de coördinaat langs het circuit en de effectieve massa van het elektron. De eigenenergieniveaus worden gegeven door:
waarbij de spin van de elektron kan worden beschreven door de golffuncties en , die respectievelijk overeenkomen met de negatieve en positieve termen in de energie-expressie. De spinoriëntaties van deze toestanden zijn loodrecht op het circuit, met een hoekscheiding van . Dit laat zien dat de spinoriëntaties kunnen worden gecontroleerd door de geometrie van het systeem, wat van belang is voor de ontwikkeling van spin-gebaseerde elektronische schakelingen.
Daarnaast moet worden opgemerkt dat, hoewel de Rashba-soi een belangrijk mechanisme is voor spin-manipulatie, de werkelijke effectiviteit ervan afhankelijk is van de sterkte van de interactie en de geconfigureerde asymmetrieën in het systeem. In dit opzicht blijven zowel theoretische als experimentele studies van Rashba- en Dresselhaus-spin-orbit-interacties essentieel voor het verbeteren van het begrip van elektronentransport en spinmanipulatie op nanometerschaal.
In de toekomst kan de controle van de Rashba-spin-orbit-interactie worden gebruikt om nieuwe soorten spintronische apparaten te ontwikkelen, zoals spintransistoren, die in staat zijn tot efficiënte gegevensverwerking zonder het gebruik van magnetische velden. Dit is een veelbelovende richting voor de ontwikkeling van energiezuinige en snelle elektronische apparaten, waarin de spin van elektronen een centrale rol speelt.
Hoe Minor Literatuur Bevrijding kan Brengen: Deleuze’s Theorie en James Joyce’s Ulysses
Welke taalkundige kenmerken typeren Donald Trumps stijl in presidentiële debatten?
Hoe Seks Schandalen de Nationale Identiteit Vormgeven: Drie Modellen van Moraal en Macht

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский