In de discussie over de geopolitieke implicaties van de energietransitie is het belangrijk te begrijpen dat de circulaire economie, hoewel het geen directe voorschriften oplegt, niet zonder risico's is voor internationale spanningen. Beleidsmaatregelen die gericht zijn op het bevorderen van hergebruik, recycling en vermindering van fossiele brandstoffen kunnen namelijk leiden tot herverdelingen van wereldwijde hulpbronnen, wat op zijn beurt geopolitieke spanningen kan versterken. De focus van de circulaire economie ligt vaak bij lokale initiatieven, vooral op stadsniveau, wat de kans op grootschalige geopolitieke conflicten relatief klein maakt. Deze aanpak wordt gepresenteerd als een manier om zowel ecologische als economische voordelen te realiseren zonder dat er uitgebreide internationale politieke interventies nodig zijn.
Toch zijn er niet te verwaarlozen risico's, met name in de vorm van handelsconflicten. Beleidsmaatregelen zoals productlabeling en handelsnormen kunnen bijvoorbeeld leiden tot aanzienlijke geschillen tussen landen. Het voorbeeld van het Europees voorstel voor een koolstofgrensbelasting (CBAM) biedt een treffend beeld van hoe zelfs milieubeleiden nieuwe geopolitieke breuklijnen kunnen creëren. In wezen zou het voorstel inhouden dat Europese producenten die onder strengere koolstofregels vallen, zich geconfronteerd zouden zien met oneerlijke concurrentie van buitenlandse producenten die minder strikte klimaatmaatregelen kennen. Dit zou kunnen leiden tot beschuldigingen van handelsbelemmeringen en een schending van internationale handelswetten. Dergelijke beleidsmaatregelen kunnen dus niet alleen de interne markten beïnvloeden, maar ook de internationale betrekkingen op scherp zetten, zoals bleek uit de reactie van landen als Brazilië, Zuid-Afrika, India en China.
De circulaire economie heeft dus zowel verdelingseffecten als het potentieel om nieuwe spanningsvelden te creëren, vooral wanneer landen besluiten tot ambitieuze, unilaterale maatregelen. Deze maatregel creëert bijvoorbeeld een nieuwe breuklijn tussen landen die profiteren van het beleid en landen die zich benadeeld voelen door de oneerlijke verdeling van de kosten van decarbonisatie. Hoewel het voorstel een bijdrage kan leveren aan de verduurzaming van de Europese industrie, roept het tegelijkertijd een reactie op die kan escaleren naar geopolitieke conflicten. Dit is een kenmerk van beleidsontwerpen die niet alleen gericht zijn op ecologische of economische voordelen, maar ook op het beheersen van internationale concurrentie.
Bij het analyseren van de geopolitieke gevolgen van decarbonisatie is het van belang om te onderscheiden tussen de herverdeling van hulpbronnen als gevolg van een afname van de vraag naar fossiele brandstoffen en de intensiteit van de geopolitieke spanningen die beleidsmaatregelen kunnen veroorzaken. Decarbonisatiebeleid leidt vaak tot verschuivingen van hulpbronnen van petro-staten naar landen die profiteren van de overgang naar duurzame energie. Dit heeft de potentie om zowel economische als geopolitieke verhoudingen te veranderen, vooral wanneer landen zich niet in staat voelen om de voordelen van deze verschuivingen te benutten.
Een ander belangrijk aspect van de energietransitie zijn de beleidsmaatregelen die gericht zijn op de bevordering van hernieuwbare energie. De geopolitieke implicaties van deze beleidsmaatregelen zijn niet altijd direct voorspelbaar, aangezien de bevordering van hernieuwbare energie op verschillende manieren kan plaatsvinden. Kleinere landen kunnen bijvoorbeeld een disproportioneel grote invloed uitoefenen op de wereldmarkt door middel van technologische innovaties, zoals het ontwikkelen van nieuwe zonneceltechnologieën. In dit geval wordt de geopolitieke impact van hernieuwbare energie niet bepaald door de binnenlandse vraag naar energie, maar door de wereldwijde toepassing van nieuwe technologieën en de effectiviteit van strategische investeringen.
Beleidsmaatregelen zoals feed-in-tarieven, die hernieuwbare energieproductie stimuleren, kunnen wereldwijd herverdelingen van middelen veroorzaken, maar genereren doorgaans geen ernstige geopolitieke conflicten. Andere beleidsmaatregelen, zoals agressieve handelsbelemmeringen ter bescherming van binnenlandse zonne-energiemarkten of het opzetten van industriële beleidsmaatregelen voor elektrische voertuigen, kunnen echter wel leiden tot internationale spanningen. De groeiende conflicten rondom groene beleidsmaatregelen zijn dan ook niet zomaar een bijproduct van de energietransitie, maar een element dat zorgvuldig moet worden geanalyseerd in relatie tot de geopolitieke context.
Wat verder belangrijk is, is het besef dat de mate van effectiviteit van decarbonisatie- en hernieuwbare energiebeleiden afhankelijk is van de politieke wil en de capaciteit van landen om hun verplichtingen en doelen na te komen. De mondiale uitdaging van decarbonisatie is immers niet uniform; verschillende landen hebben verschillende niveaus van economische macht en toegang tot technologie, wat hen in staat stelt om op verschillende manieren bij te dragen aan de energietransitie. Hierdoor kunnen er nieuwe geopolitieke dynamieken ontstaan, zowel in termen van handel als van politieke macht.
Hoe kan Indonesië de 'Resource Curse' van de energietransitie vermijden?
De wereldwijde vraag naar kritieke metalen, zoals nikkel en zeldzame aardmetalen (REE's), is de afgelopen jaren exponentieel gestegen, vooral door de energietransitie en de toename van elektrische voertuigen. Indonesië, dat in 2021 ongeveer 36% van de wereldwijde nikkelproductie voor zijn rekening nam, speelt een cruciale rol in deze verschuiving. Ondanks de indrukwekkende economische groei van het land, is er bezorgdheid over het mogelijke ontstaan van de zogenaamde 'resource curse', die het land zou kunnen treffen in zijn jacht op economische voordelen door middel van grondstoffenwinning.
De Indonesische economie heeft sinds de late jaren 1990 een gestage groei doorgemaakt, waarbij het succes in de bestrijding van armoede een belangrijk punt van trots is geworden. De mijnbouwsector, goed voor 4,7% van het bruto binnenlands product (bbp) in 2017, vormt een cruciale pijler van deze economische vooruitgang. Indonesië heeft de afgelopen jaren enorme investeringen aangetrokken, vooral in de downstream-sector van de nikkelproductie, en heeft partnerschappen gesloten met buitenlandse bedrijven die betrokken zijn bij de productie van batterijen voor elektrische voertuigen. De vraag is echter of deze strategie, die gericht is op het integreren van de batterijindustrie binnen het land, daadwerkelijk zal bijdragen aan een duurzame groei, of dat het de weg opent naar de gevaren van de grondstoffenvalkuil.
De term 'resource curse' verwijst naar de paradox waarin landen die rijk zijn aan natuurlijke hulpbronnen vaak slechter presteren op sociaal, economisch en ecologisch gebied dan landen zonder dergelijke rijkdommen. Dit komt vaak doordat de afhankelijkheid van de export van grondstoffen leidt tot een gebrek aan economische diversificatie, politieke instabiliteit, en milieu- en sociale conflicten. Het is dus van groot belang voor Indonesië om zorgvuldig te navigeren tussen de voordelen van zijn mineralenrijke bodem en de risico’s die met deze rijkdom gepaard gaan.
De groeiende afhankelijkheid van nikkelproductie in Indonesië heeft niet alleen gevolgen voor de economie, maar ook voor het milieu. De verwerking van nikkel vereist enorme hoeveelheden energie en water, wat leidt tot ecologische schade, met name in gebieden die al gevoelig zijn voor milieuproblemen. Het milieu-impact van mijnbouw is wereldwijd een veelbesproken onderwerp, vooral in opkomende economieën zoals Indonesië, waar de druk om de grondstoffen te exploiteren vaak de bescherming van het milieu op de achtergrond plaatst. Dit heeft geleid tot aanzienlijke zorgen bij milieugroepen en inheemse gemeenschappen die de schadelijke gevolgen van mijnbouw ondervinden.
De ‘resource curse’ is echter niet exclusief voor Indonesië. Andere landen die rijk zijn aan mineralen, zoals China, de Filippijnen en Australië, hebben ook geprobeerd om een balans te vinden tussen de voordelen van mijnbouw en de negatieve externe effecten die deze industrieën veroorzaken. China bijvoorbeeld is de grootste producent van zeldzame aardmetalen (REE's) en heeft zijn endowment omgezet in een industriële voorsprong, hoewel het land nu geconfronteerd wordt met ernstige ecologische schade als gevolg van de exploitatie van deze metalen. Het beleid om de export van zeldzame aardmetalen te beperken kan worden gezien als een poging om de valkuilen van de resource curse te vermijden, door de controle over de sector te behouden en te voorkomen dat de interne ecologie verder wordt uitgeput.
Indonesië moet zich in de nabije toekomst afvragen of het streven naar een dominante positie in de nikkelmarkt, evenals andere kritieke metalen zoals kobalt en lithium, op lange termijn werkelijk duurzaam is. Het gevaar bestaat dat, door het ongebreidelde enthousiasme voor mijnbouw, Indonesië in dezelfde valkuil van ecologische schade en sociale conflicten terechtkomt als andere grondstofrijke landen. De opkomst van sociale en ecologische conflicten in mijnbouwgebieden over de hele wereld, van Latijns-Amerika tot Azië en Afrika, benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging tussen economische voordelen en de kosten die de samenleving en het milieu dragen.
Bovendien vereist het vermijden van de resource curse een bredere benadering dan alleen economische diversificatie. Beleidsmaatregelen zoals transparant beheer van de inkomsten uit mijnbouw, verbetering van de efficiëntie en verantwoordelijkheid in de overheid, en de bevordering van duurzame mijnbouwpraktijken zijn essentieel om ervoor te zorgen dat de natuurlijke rijkdommen daadwerkelijk bijdragen aan het welzijn van de bredere samenleving. Een versnelde verschuiving naar een circulaire economie, waarin gerecycled materiaal een grotere rol speelt, kan ook helpen de druk op grondstoffen te verlichten.
In dit verband zou Indonesië kunnen overwegen om in de toekomst te investeren in innovatieve technologieën die de milieu-impact van mijnbouw verminderen. Dit zou niet alleen ten goede komen aan het milieu, maar ook de lokale gemeenschappen beschermen tegen de schadelijke effecten van mijnbouwactiviteiten. Bovendien kan het versterken van de lokale industrie, bijvoorbeeld door investeringen in de ontwikkeling van batterijtechnologie en andere strategische sectoren, bijdragen aan een meer duurzame economische groei en minder afhankelijkheid van de export van onbewerkte grondstoffen.
Hoe Integratie van 5G, IoT en Deep Learning de Toekomst van Netwerken Vormt
Populisme en de Verandering van Democratie en Vrijheden in de 21e Eeuw
Hoe nZVI@KGMC Uranium Verwijdert en Stabiliteit Biedt in Radioactieve Waterbehandeling
Hoe CLIP en Motion Modellen Bepalen Hoe 3D Avatar Bewegingen Geanimeerd Worden
Reglement van de Ouderraad van de Gemeentelijke School nr. 2 van de stad Makaryev
Ontwikkelingsprogramma van Middelbare School Nr. 2 in Makarjev: Analyse, Strategie en Implementatie tot 2020
AANGEPAST BASISONDERWIJSPROGRAMMA VOOR LEERLINGEN MET LICHTE INTELLECTUELE BEPERKING (VARIANT 1) MKOE SECONDARY SCHOOL №2, STAD MAKARIEV
Benodigdheden voor de fysieke opvoeding en leermaterialen voor verschillende onderwijsniveaus

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский