Niet-chirurgische revalidatie bij teckels met T3-L3 myelopathieën – een aandoening van het ruggenmerg tussen het derde thoracale en het derde lumbale wervellichaam – berust op een complex spel tussen centrale neuroplasticiteit, mechanische belasting, pijnmanagement en neuromodulatie. Hoewel chirurgische decompressie vaak als de standaard wordt beschouwd bij honden met ernstige symptomen, tonen recente gegevens aan dat bij geselecteerde patiënten niet-invasieve methoden vergelijkbare functionele uitkomsten kunnen opleveren, zeker wanneer het lichaam in staat wordt gesteld om adaptieve neuroplasticiteit te benutten.
Neuroplasticiteit in dit context verwijst naar het vermogen van het centrale zenuwstelsel om functioneel te reorganiseren na letsel. Bij teckels – een ras met een hoge incidentie van intervertebrale hernia's en andere ruggenmergaandoeningen – wordt dit mechanisme geactiveerd wanneer segmentale motorische circuits worden ontregeld. Deze reorganisatie vereist gerichte stimulatie via beweging, sensorische input en specifieke therapieën zoals lasertherapie, elektrische stimulatie en vooral acupunctuur. De keuze van revalidatie moet rekening houden met de aard van de laesie, het niveau van functionele uitval, de aanwezigheid van pijn, en de mate waarin proprioceptieve controle behouden is.
Acupunctuur, waaronder distale elektroacupunctuur zoals toegepast op het LI4-punt, blijkt invloed te hebben op centrale pijnmodulatie via het TRPV1-signaalpad in de hersenen. Het gebruik van deze modaliteit kan leiden tot significante vermindering van inflammatoire pijn en functionele verbetering bij honden met myelopathie. Combinaties van laser- en elektroacupunctuur zijn bovendien effectief gebleken in neuropathische pijnmodellen, onder meer door hun invloed op neurotrofines en metabole routes betrokken bij neuronale herstelprocessen.
Fasciale innervatie – de wijze waarop bindweefselstructuren van zenuwen worden voorzien – is eveneens van belang in het therapeutisch kader. De stimulatie van deze structuren via manipulatie of acupunctuur kan indirecte neuromodulerende effecten hebben, vooral bij chronische myelopathieën waar klassieke segmentale reflexen zijn aangetast.
Verder is het belangrijk om het secundaire effect van orthopedische disbalansen in ogenschouw te nemen. Stoornissen van de schouder of elleboog – zoals biceps tendinopathie of mediale schoudersyndroom – kunnen een veranderde belasting van de wervelkolom veroorzaken, waardoor revalidatie bemoeilijkt wordt. Daarom moet de therapeut de gehele bewegingsketen analyseren, inclusief de compensatoire mechanismen die elders in het lichaam optreden. Structurele afwijkingen, zoals schouderinstabiliteit, kunnen immers tot verhoogde axiale compressie leiden in het thoracolumbale gebied en daarmee bijdragen aan recidief van neurologische symptomen.
In dat opzicht is de rol van proprioceptieve training cruciaal. Door gebruik te maken van gecontroleerde bewegingsoefeningen, balansoefeningen en gestructureerde omgevingsprikkels kan de hond opnieuw leren om sensorische input adequaat te integreren. Deze benadering is niet alleen gericht op spierkracht, maar vooral op het hertrainen van de functionele circuits in het ruggenmerg en de hersenstam. Daarbij zijn de eerste drie weken van de therapie kritiek: de mate van herstel in deze periode correleert sterk met de uiteindelijke functionele uitkomst.
Tot slot dient men de rol van pijnperceptie en chronische nociceptieve sensibilisatie niet te onderschatten. Langdurige inflammatie en inadequaat behandelde pijn kunnen leiden tot centrale sensitisatie, waardoor revalidatie stagneert. Farmacologische interventie moet dan ook nauw afgestemd worden op het neurologisch profiel van de hond. Middelen zoals gabapentine kunnen ingezet worden om neuronale overprikkeling te onderdrukken, maar alleen in combinatie met actieve neuromodulerende therapieën wordt structurele verbetering bereikt.
Belangrijk is dat men het begrip "zachte weefselschade" vermijdt als vaag containerbegrip. In plaats daarvan moet de therapeut trachten de exacte structuur, locatie en ernst van het letsel te identificeren – of het nu gaat om spier, pees, ligament of zenuwweefsel – aangezien elk van deze componenten een andere benadering vereist. Alleen zo kan de revalidatie patiëntspecifiek, effectief en duurzaam zijn.
Hoe moet pijn bij honden en katten effectief worden beheerd?
Pijnmanagement bij honden en katten is een belangrijk, maar vaak onderbelicht aspect van de veterinaire zorg. Net zoals bij mensen kan pijn bij dieren niet alleen ongemak veroorzaken, maar ook leiden tot langdurige gezondheidsproblemen als het niet adequaat wordt behandeld. Er zijn talrijke benaderingen en technieken beschikbaar om pijn bij huisdieren te verlichten, afhankelijk van de soort en de oorzaak van de pijn.
Een van de meest toegepaste middelen bij pijnbestrijding is het gebruik van niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID's). Deze middelen werken door het remmen van de cyclo-oxygenase-enzymen (COX-1 en COX-2), die verantwoordelijk zijn voor ontstekingen en pijn. Het gebruik van NSAID's is goed gedocumenteerd en effectief voor de behandeling van ontstekingsgerelateerde pijn, zoals die bij artrose. In een multicenterstudie werd bijvoorbeeld aangetoond dat het suppletie van visolie omega-3 vetzuren de dosis van carprofen, een veelgebruikte NSAID, bij honden met artrose kan verlagen. Dit suggereert dat visolie een waardevolle aanvulling kan zijn in het pijnmanagementprotocol voor honden die lijden aan chronische gewrichtspijn.
Daarnaast zijn er andere farmacologische behandelingen die vaak in combinatie met NSAID's worden gebruikt. Opioïden zoals buprenorfine worden steeds vaker voorgeschreven, vooral voor postoperatieve pijn of pijn die niet goed reageert op andere middelen. De farmacokinetiek van buprenorfine verschilt bij honden, en het gebruik van een high-concentrate formulering (zoals Simbadol) kan bijdragen aan effectievere pijnbestrijding, met name bij acute en chronische pijn. Er is echter steeds meer aandacht voor de mogelijke bijwerkingen van opioïden, zoals ademhalingsdepressie, waardoor zorgvuldige monitoring noodzakelijk is.
Een andere effectieve techniek is het gebruik van lokale anesthetica, zoals lidocaïne en ropivacaïne, die vaak worden toegevoegd aan systemische pijnbehandelingen voor een meer gerichte verlichting. Bij honden die een ovariohysterectomie ondergaan, blijkt uit recent onderzoek dat het combineren van lokale anesthesie met algemene anesthesie de postoperatieve pijn significant kan verminderen. Ook de toepassing van ultrasone geleide injecties van plasma rijk aan bloedplaatjes wordt steeds gebruikelijker voor het behandelen van peesontstekingen, zoals bij supraspinatus tendinopathie. Dit biedt niet alleen pijnverlichting, maar bevordert ook het herstel van weefsels.
Er is echter niet één "beste" benadering. Multimodale pijnbestrijding, waarbij verschillende behandelmethoden worden gecombineerd, blijkt het meest effectief voor het beheersen van pijn bij honden en katten. Zo kan de combinatie van ontstekingsremmers, opioïden, lokale anesthetica en fysiotherapie bij de behandeling van aandoeningen zoals osteoartritis zorgen voor een betere kwaliteit van leven voor het dier. Een van de uitdagingen is het nauwkeurig afstemmen van de behandeling op het individu, afhankelijk van het soort pijn, de ernst van de aandoening, de leeftijd van het dier en de onderliggende medische geschiedenis.
Naast farmacologische behandelingen zijn er aanvullende methoden die steeds meer aandacht krijgen in de veterinaire geneeskunde. Fysiotherapie, waaronder het gebruik van laagfrequente elektrische stimulatie, massage en therapeutische oefeningen, kan de pijn verlichten en de mobiliteit verbeteren. Er zijn ook veelbelovende studies die de effectiviteit van cannabinoïdeanalgesie bij honden en katten onderzoeken, hoewel deze technieken nog in een experimenteel stadium verkeren.
Pijnbestrijding is niet alleen een kwestie van het geven van medicijnen. Het is van cruciaal belang dat dierenartsen bij het ontwikkelen van een behandelingsplan rekening houden met de algehele gezondheid van het dier, het soort pijn en de eventuele interacties tussen de voorgeschreven medicijnen. Zo kunnen NSAID’s, hoewel effectief, ook nier- of leverproblemen veroorzaken, vooral bij oudere dieren of dieren met bestaande gezondheidsproblemen. Daarom is het essentieel dat dierenartsen regelmatig de functie van de nieren en lever controleren bij dieren die langdurige medicatie krijgen.
Het gebruik van nieuwe, opkomende therapieën, zoals botuline toxine-injecties voor osteoartritis bij honden, biedt opwindende mogelijkheden voor dieren die niet goed reageren op traditionele behandelingen. Dit soort innovaties kan een waardevolle aanvulling zijn op het arsenaal van pijnbeheersingstechnieken, maar vereist zorgvuldige overweging en deskundige beoordeling van het juiste moment voor toepassing.
Er zijn ook ethische en praktische overwegingen bij het beheren van pijn bij dieren. Dieren kunnen niet zeggen waar ze pijn ervaren, en vaak is het aan de dierenarts en eigenaar om subtiele signalen te interpreteren. Gedragsveranderingen, zoals rusteloosheid, verminderde eetlust of overmatig likken van bepaalde lichaamsdelen, kunnen wijzen op pijn. Het is belangrijk dat eigenaren goed geïnformeerd zijn over het herkennen van deze signalen en tijdig actie ondernemen.
De preventie van pijn is een ander belangrijk aspect van de veterinaire zorg. Het is vaak gemakkelijker om pijn te voorkomen dan te behandelen, vooral wanneer het gaat om postoperatieve pijn. Het gebruik van pre-emptieve pijnbestrijding, waarbij pijnbestrijders worden toegediend voordat een chirurgische ingreep plaatsvindt, kan de behoefte aan intensieve postoperatieve zorg verminderen en het herstel van het dier versnellen.
Pijn bij dieren is een complex en veelomvattend onderwerp. Het effectief beheren ervan vereist een holistische benadering waarbij de oorzaak van de pijn, het soort pijn, de gezondheidstoestand van het dier en de mogelijke bijwerkingen van behandelingen in overweging worden genomen. Er is geen one-size-fits-all oplossing, maar door het combineren van verschillende therapieën en het voortdurend monitoren van de reactie van het dier, kunnen we de kwaliteit van leven van onze huisdieren aanzienlijk verbeteren.

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский