ISA DeepData speelt een cruciale rol in het ondersteunen van marien wetenschappelijk onderzoek, vooral in de diepzee. Deze database bevat uitgebreide gegevens over diepzeeomstandigheden, waaronder oceaanstromingen, biodiversiteit en milieu-informatie die anders moeilijk toegankelijk zouden zijn. De gegevens, vaak verzameld van diepzee-stations op grotere diepten dan 3000 meter, bieden waardevolle inzichten die essentieel zijn voor het begrijpen van oceaancirculatie en het functioneren van mariene ecosystemen.

De huidige meterarrays van ISA, zoals de diepte-registraties in de zuidwestelijke Indische Oceaan, zijn een voorbeeld van hoe gedetailleerde informatie over oceaanstromingen kan helpen bij het analyseren van mariene ecosystemen. De metingen van deze stromingen, zowel in de diepzee als in minder diep water, dragen bij aan het begrijpen van de fysieke processen die de oceanen aandrijven, en hoe deze processen van invloed zijn op het milieu en het mariene leven.

De gegevens in ISA DeepData zijn van groot belang voor wetenschappers die onderzoeken naar mariene biodiversiteit, ecosystemen en geologische processen uitvoeren. Dit omvat het verzamelen van gegevens over de ecologische functies van mariene habitats, de structuur van gemeenschappen en de genetische verbindingen tussen soorten. In workshops voor regionale milieu-evaluatieplannen (REMP) worden deze gegevens gebruikt om patronen van biodiversiteit te identificeren, de effectiviteit van beschermde gebieden te evalueren en te bepalen hoe verschillende mariene gebieden beter beheerd kunnen worden om zowel hulpbronnen te ontwikkelen als het milieu te beschermen.

Wat ISA bijzonder maakt, is de strategische samenwerking met andere internationale organisaties. De samenwerking met de International Hydrographic Organization (IHO) heeft bijvoorbeeld geleid tot het AREA2030-initiatief, dat zich richt op het verbeteren van de resolutie van bathymetrische kaarten van de diepzee tegen 2030. Dit zal bijdragen aan het beter begrijpen van de zeebodemstructuren die cruciaal zijn voor het beheer van mariene hulpbronnen en de bescherming van mariene ecosystemen.

De ISA werkt ook samen met het Ocean Biodiversity Information System (OBIS), een netwerk dat gegevens over oceaanbiodiversiteit verzamelt en verspreidt. Als eerste VN-agentschap heeft ISA de rol van knooppunt voor OBIS op zich genomen, waarmee het de wereldwijde toegang tot de diepzee-biodiversiteitsgegevens vergroot. Deze samenwerking maakt het mogelijk om waardevolle biodiversiteitsdata te delen, inclusief nieuwe ontdekkingen over diepzeesoorten.

Dit alles komt samen in een enorme databank die informatie biedt over zowel de fysische als biologische aspecten van de diepzee. De gegevens zijn niet alleen van belang voor wetenschappers, maar ook voor beleidsmakers die moeten beslissen over het beheer van mariene hulpbronnen en de bescherming van kwetsbare ecosystemen. Door de verzameling van meer dan 60.000 gegevensrecords over soortenaantallen en andere mariene kenmerken draagt ISA bij aan het verbeteren van de wetenschappelijke kennis over diepzeebiodiversiteit en het behoud van mariene ecosystemen.

Naast de samenwerking met OBIS heeft ISA ook belangrijke stappen gezet in de uitwisseling van oceaanografische gegevens. Dit werd versterkt door de samenwerking met de Intergovernmental Oceanographic Commission (IOC) van UNESCO, wat resulteerde in de oprichting van de Ocean InfoHub (OIH). Deze samenwerking bevordert de interoperabiliteit van gegevenssystemen en maakt het mogelijk om gegevens uit verschillende bronnen efficiënter te delen en toegankelijker te maken voor wetenschappers over de hele wereld.

De waarde van ISA DeepData ligt vooral in de transparantie en het publieke karakter van de gedeelde gegevens. In overeenstemming met de reguleringen van ISA worden milieugegevens die verzameld zijn tijdens exploratieactiviteiten openbaar gemaakt. Dit biedt wetenschappers toegang tot vitale informatie die hen helpt om de dynamiek van de diepzee beter te begrijpen. Bovendien worden deze gegevens voortdurend bijgewerkt, wat wetenschappers in staat stelt om hun analyses te baseren op de meest actuele informatie.

Door middel van deze initiatieven is ISA niet alleen bezig met het verzamelen van gegevens, maar ook met het actief bevorderen van de uitwisseling van kennis en het verbeteren van de toegankelijkheid van oceaanografische gegevens. Dit vormt een essentieel onderdeel van het streven naar duurzamer gebruik en bescherming van de oceaan, met als doel een evenwichtige benadering van de ontwikkeling van mariene hulpbronnen en het behoud van de mariene biodiversiteit.

Belangrijk is dat de integratie van gegevens over de diepzee, de oceaanstromen en biodiversiteit van cruciaal belang is voor het opbouwen van een holistisch begrip van mariene systemen. Het blijft noodzakelijk om te begrijpen dat de diepzee niet alleen een bron van natuurlijke hulpbronnen is, maar ook een complex en dynamisch ecosysteem dat een sleutelrol speelt in de gezondheid van de wereldwijde oceaan en het klimaat. Wetenschappelijke gegevens zoals die in ISA DeepData bieden de basis voor beleid en beheer dat zowel de ontwikkeling van hulpbronnen als de bescherming van kwetsbare mariene omgevingen effectief ondersteunt.

Hoe wordt wetenschappelijke informatie gebruikt in internationale milieuwetgeving?

Internationale milieuwetgeving, met name in de mariene omgeving, is een uitermate complexe juridische context, waarin landen samenwerken op basis van internationale verdragen en conventies. Deze regelgeving is bedoeld om de natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen van de aarde te beschermen en duurzame praktijken te bevorderen. Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is de cruciale rol die wetenschappelijke informatie speelt in het ontwikkelen en implementeren van effectieve maatregelen. Wetenschappers zijn essentieel voor het bieden van objectieve, goed onderbouwde gegevens die beleidsmakers helpen bij het nemen van geïnformeerde beslissingen. In dit kader is het van groot belang dat wetenschappelijke informatie correct wordt gepresenteerd, zodat deze daadwerkelijk bijdraagt aan het vormgeven van milieubeleid.

Wetenschappers met de juiste kwalificaties, zoals PhD's in natuurwetenschappen, zijn van essentieel belang voor het leveren van wetenschappelijke input. Deze wetenschappers worden vaak uitgenodigd door besluitvormers, omdat hun expertise hen in staat stelt om complexe wetenschappelijke kwesties op een begrijpelijke manier te vertalen naar concrete beleidsmaatregelen. De wetenschappelijke informatie die ze leveren, moet voldoen aan strenge criteria van betrouwbaarheid, zoals de kwaliteit van de gebruikte methodologie en de objectiviteit van de bevindingen. Hierbij is het van groot belang dat deze wetenschappers hun bevindingen presenteren in een format dat begrijpelijk is voor zowel beleidsmakers als andere belanghebbenden, zoals milieubeheerders en juridische experts.

Het proces van wetenschappelijke input is echter niet zonder uitdagingen. Het gaat niet alleen om de juiste wetenschappelijke gegevens, maar ook om de manier waarop deze gegevens worden gepresenteerd. Beleidsmakers moeten vaak omgaan met een overvloed aan wetenschappelijke informatie afkomstig van verschillende bronnen, die soms tegenstrijdige bevindingen of interpretaties bieden. Dit kan leiden tot verwarring en vertraagde besluitvorming. Daarom is het essentieel dat er een solide institutioneel kader bestaat dat wetenschappers ondersteunt bij het presenteren van hun bevindingen en hen helpt om methodologisch verantwoorde gegevens te verzamelen.

De betrokkenheid van wetenschappers in internationale milieuwetgeving vereist ook een breed scala aan disciplines, van natuurwetenschappen tot sociale wetenschappen en geesteswetenschappen. Wetenschappelijke input is immers niet alleen nodig om technische gegevens te leveren, maar ook om te begrijpen hoe menselijke activiteiten de natuurlijke omgeving beïnvloeden en hoe wetgeving effectief kan worden geïmplementeerd om deze effecten te mitigeren. De dialoog tussen wetenschappers en beleidsmakers moet dus continu worden onderhouden, en de wetenschappelijke gemeenschap moet zich voortdurend aanpassen aan de veranderende behoeften van de wetgeving.

In de context van mariene milieuwetgeving, bijvoorbeeld onder de auspiciën van internationale intergouvernementele lichamen zoals de London Convention en het International Seabed Authority, is het van groot belang dat wetenschappers niet alleen de wetenschappelijke basis voor bepaalde maatregelen leveren, maar ook actief deelnemen aan het proces van het ontwikkelen van juridische instrumenten die de mondiale mariene omgeving beschermen. Dit vereist niet alleen deskundigheid in mariene wetenschappen, maar ook een diepgaande kennis van de relevante juridische en beleidsmatige contexten waarin deze wetenschappelijke gegevens moeten worden toegepast.

Bijvoorbeeld, de rol van wetenschappers bij het reguleren van mariene geo-engineering en diepzeemijnbouw illustreert hoe belangrijk het is om wetenschappelijke gegevens op een systematische en transparante manier aan beleidsmakers te presenteren. Het is niet genoeg om alleen wetenschappelijke gegevens te leveren; deze moeten ook binnen een kader worden gepresenteerd dat de implementatie van regelgeving mogelijk maakt. Dit vereist een gedegen methodologische aanpak, waarbij wetenschappers niet alleen de technische aspecten van de wetenschap, maar ook de sociaal-economische en ethische implicaties van de voorgestelde maatregelen in overweging nemen.

In dit proces moeten wetenschappers hun bevindingen op een begrijpelijke en eerlijke manier presenteren, met oog voor zowel de wetenschappelijke als de juridische aspecten van het probleem. Het is van cruciaal belang dat ze niet alleen de “beste beschikbare wetenschap” leveren, maar ook de ethische en juridische implicaties van hun bevindingen begrijpen en deze duidelijk communiceren naar de relevante besluitvormers. Dit helpt bij het bevorderen van een effectief beleidsklimaat waarin wetenschappelijk advies daadwerkelijk kan bijdragen aan de bescherming van de wereldwijde natuurlijke hulpbronnen.

De internationale context van milieuwetgeving is verder ingewikkeld door de betrokkenheid van verschillende landen en hun verschillende belangen. De regelgeving wordt niet alleen beïnvloed door de wetenschappelijke bevindingen, maar ook door politieke overwegingen, economische belangen en sociale kwesties. Dit kan de implementatie van wetgeving bemoeilijken, omdat landen vaak verschillende prioriteiten hebben en uiteenlopende interpretaties van de wet kunnen hebben. Wetenschappers spelen een belangrijke rol in het helpen van landen om gemeenschappelijke grond te vinden door objectieve gegevens te leveren die niet door politieke belangen worden beïnvloed.

De uitdaging voor wetenschappers in dit proces is om niet alleen hun expertise te delen, maar ook om actief deel te nemen aan de dialoog tussen wetenschap en wetgeving. Dit vereist niet alleen wetenschappelijke kennis, maar ook de vaardigheid om complexe gegevens op een manier te presenteren die voor besluitvormers begrijpelijk en bruikbaar is. Het proces van wetenschappelijke advisering in de internationale wetgeving is een voortdurend evoluerend veld, waarin wetenschappers steeds nieuwe manieren moeten vinden om hun bijdrage effectief te leveren.

Wat zijn de milieuregels en benaderingen voor diepzee-mijnbouw?

Diepzee-mijnbouw staat op het punt om commercieel van de grond te komen, maar de bezorgdheid over het behoud van het mariene milieu is een centraal aandachtspunt in de opstelling van regelgeving voor het verkennen en exploiteren van zeebodemmineralen. De Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) heeft richtlijnen uitgebracht voor de evaluatie van de mogelijke milieueffecten van diepzee-mijnbouw, zoals uiteengezet in hun 'Aanbevelingen voor de begeleiding van contractanten voor de beoordeling van de mogelijke milieu-impact van verkenning van mariene mineralen in het gebied' (ISA, 2013). Deze richtlijnen zijn later herzien (ISA, 2020). Evenzo zijn aanbevelingen opgesteld voor het oprichten van referentiezones voor behoud bij mijnbouw van knooppunten (ISA, 2008), die het de contractanten mogelijk maken om gebieden te monitoren die een ecologisch profiel vertonen dat vergelijkbaar is met de mijnbouwlocaties, maar die niet worden aangetast door de mijnbouwactiviteiten. Een Milieu Beheer Plan (EMP) is ontwikkeld voor de Clarion-Clipperton Zone (ISA, 2011), en er worden EMP’s ontwikkeld voor andere delen van de Stille Oceaan en de Indische Oceaan (www.isa.org.jm).

Gedetailleerde conceptregels voor de exploitatie van minerale hulpbronnen in het gebied (ISA, 2023) worden momenteel besproken tussen de ISA en andere belanghebbenden. Deze regels bevatten verschillende bepalingen voor het monitoren en beheren van het mariene milieu. De ISA werkt tevens aan het ontwikkelen van formats voor milieumonitoring en -beheer, richtlijnen voor het vaststellen van basisomgevingsdata, en richtlijnen voor het opstellen van milieu-impactrapporten en -plannen. Het is essentieel dat de contractanten zich aan deze richtlijnen houden bij het aanvragen van een mijnbouwvergunning.

Naast deze richtlijnen, aangezien diepzee-mijnbouw ook scheepvaartactiviteiten met zich meebrengt, zoals de werking van het mijnplatform en het vervoer van goederen, moeten de voorschriften van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) worden nageleefd. Deze omvatten onder andere:

  • Het Verdrag ter voorkoming van mariene vervuiling door het dumpen van afval en andere stoffen.

  • Het Internationaal Verdrag ter bescherming van de mariene vervuiling door schepen (MARPOL).

  • Richtlijnen voor het verminderen van onderwaterlawaai door commerciële scheepvaart om negatieve invloeden op het mariene leven te beperken.

  • Het Internationale Verdrag voor de Controle en Beheer van Ballastwater en Sedimenten van Schepen (BWM Verdrag, 2004).

Het is duidelijk dat de milieuregels voor diepzee-mijnbouw steeds strikter worden, maar er is nog veel werk te doen om ervoor te zorgen dat deze activiteiten op een verantwoorde en duurzame manier worden uitgevoerd. Het ontwikkelen van effectieve benaderingen voor milieubeheer en het minimaliseren van de ecologische impact van de mijnbouw is essentieel om de gezondheid van de oceanen te beschermen.

Verschillende benaderingen zijn voorgesteld om de milieueffecten van diepzee-mijnbouw duurzaam te beheren. Een belangrijke overweging is dat de midwater-ecosystemen, die meer dan 90% van de biosfeer op aarde bestrijken, een cruciale rol spelen in de export van koolstof, de generatie van nutriënten en het verbinden van ondiepe en diepe wateren. Het is dan ook raadzaam om lozingen in de epipelagische (0–200 m) en mesopelagische (200–1000 m) zones te vermijden, en alleen lozingen onder de mesopelagische-bathypelagische overgang (1500–2000 m) of dicht bij de zeebodem te overwegen, waar de plume mogelijk al aanwezig is door de werking van het mijnbouwsysteem (Drazen et al., 2020; Christiansen et al., 2020).

Hoewel het onmogelijk is om een "geen netto verlies" van biodiversiteit te bereiken, is de enige haalbare manier om verlies van biodiversiteit door diepzee-mijnbouw te verminderen het minimaliseren van de impact door een voorzichtige benadering en het adopteren van op ecosystemen gebaseerde en adaptieve beheermethoden (Niner et al., 2018; Thornborough et al., 2019; Cormier, 2019; Clark et al., 2022). Dit kan worden bereikt door wetenschappelijke methodologieën te gebruiken voor het evalueren van lokale omgevingsomstandigheden (Swaddling et al., 2016) en een mitigatiehiërarchie te volgen: vermijden, minimaliseren, herstellen en compenseren van de effecten (Miller et al., 2018; Niner et al., 2018; Clark, 2019).

Een andere benadering die wordt aanbevolen is het opstellen van een regionaal milieubeheerplan (REMP) en het optimaliseren van gegevensverzameling tijdens de basislijn- en monitoringsfasen om kosten-effectieve en robuuste effectbeoordelingen te waarborgen, evenals het maken van kwantitatieve voorspellingen (Jones et al., 2017). Dit moet worden gecombineerd met een interdisciplinaire benadering die milieukwesties, juridische, economische en maatschappelijke factoren omvat voor de duurzame ontwikkeling van diepzee-mijnbouwprojecten (Koschinsky et al., 2018).

Er wordt ook geopperd dat in afwezigheid van gedetailleerde gegevens, drempelwaarden kunnen worden vastgesteld op basis van bredere milieudoelen, terwijl specifiekere drempelwaarden kunnen worden gedefinieerd zodra er meer gegevens beschikbaar zijn (Hitchin et al., 2023). Een gedetailleerde ecologische risicobeoordeling, het bepalen van acceptabele drempels (Washburn et al., 2019), en het uitvoeren van testmijnbouw met robuuste milieu-evaluaties zijn belangrijk voor het identificeren van risicovolle gemeenschappen en het beoordelen van potentiële ecologische schade (Lodge & Verlaan, 2018; Haughton et al., 2017).

Het creëren van een systematisch conservatieplan op basis van wetenschappelijke gegevens, het gebruik van fauna-gemeenschappen als indicatoren voor milieueffecten, gecombineerd met milieubeheerpraktijken, kan helpen om de ecologische impact van mijnbouwactiviteiten te minimaliseren (Boschen-Rose et al., 2022; Tilot, 2019; Billet et al., 2019). Het kwantificeren van de ecosysteemdiensten die de diepzee levert, kan ook bijdragen aan het behoud van mariene ecosystemen en het voorkomen van schade aan cruciale levensgebieden.