In federated edge learning (FEEL) speelt de samenwerking tussen meerdere apparaten en een onbemande luchtvoertuig (UAV) een cruciale rol bij het verbeteren van de efficiëntie van trainingsprocessen. Tijdens elke ronde van FEEL verzendt elk apparaat zijn lokale model naar de UAV voor de global model-update. De tijd die elk apparaat nodig heeft om zijn lokale model naar de UAV te uploaden, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de zendkracht van het apparaat en de kwaliteit van de communicatieverbinding.

De uploadtijd van een apparaat kan worden berekend met behulp van de formules voor de zendvermogen (pk[n]) van het apparaat en de ruis (σ²) die in het systeem aanwezig is. De tijd die nodig is voor het uploaden van gegevens is invers gerelateerd aan de kanaalversterking en kan worden verminderd door de UAV optimaal te positioneren ten opzichte van de apparaten, bijvoorbeeld door een directe lijn-of-sight verbinding tot stand te brengen en de communicatieafstanden te minimaliseren. Dit kan de energieconsumptie van de apparaten per transmissie aanzienlijk verlagen, wat cruciaal is voor het optimaliseren van het gehele proces van federated learning.

De UAV verwerkt de updates van de lokale modellen van de apparaten, voert een globale update uit en stuurt het bijgewerkte model terug naar de apparaten. Het tijdsverschil voor het uitvoeren van deze taak wordt bepaald door de rekenkracht van de UAV en de benodigde verwerkingscycli voor elk model. De tijd voor deze globale update wordt uitgedrukt in termen van de verwerkingscapaciteit van de UAV en het zendvermogen, en is van invloed op de algehele efficiëntie van het systeem.

Naast de tijd voor de lokale verwerking van de modellen aan de kant van de apparaten, moet de UAV rekening houden met de tijd die nodig is voor het aggregatieproces en het terugsturen van het globale model. Dit resulteert in de totaal benodigde tijd voor de communicatie per ronde, die uiteindelijk bepaalt hoe snel het gehele federated learning proces convergeert naar een optimaal model.

Het minimiseren van de trainingsduur is een van de belangrijkste doelstellingen in federated learning, vooral wanneer we rekening houden met de beperkte middelen die elk apparaat heeft, zoals rekenkracht en energie. Het is essentieel om de apparaten zodanig in te plannen dat de benodigde uploadtijden en energieverbruik in balans zijn met de algehele prestaties van het model. Te veel apparaten tegelijkertijd inplannen kan leiden tot overbelasting van de communicatiecapaciteit en aanzienlijke vertragingen veroorzaken, wat de efficiëntie van het systeem negatief beïnvloedt.

Verder speelt de keuze van de juiste subset van apparaten, die aan het leerproces deelnemen, een sleutelrol. Het zorgvuldig selecteren van apparaten voor gelijktijdige modeluploads kan de snelheid van de aggregatie verbeteren, maar te veel apparaten kunnen leiden tot vertragingen als gevolg van communicatieproblemen, zoals stragglers (apparaten die traag gegevens verzenden). Daarom is het cruciaal om een evenwicht te vinden tussen de voordelen van het vergroten van het aantal deelnemende apparaten en de nadelen van de verhoogde communicatielast.

Het optimaliseren van de apparatenplanning en tijdtoewijzing, gecombineerd met het strategisch inzetten van de UAV's mobiliteit, kan de communicatieproblemen van FEEL effectief verlichten. Dit kan helpen bij het verminderen van de wachttijden en het maximaliseren van de trainingssnelheid van het model, wat bijdraagt aan een betere algehele prestaties van het federated learning systeem.

De convergentieanalyse van het FEEL-systeem biedt inzicht in hoe systeemparameters zoals het aantal apparaten, het zendvermogen en de verwerkingscapaciteit van de UAV de prestaties beïnvloeden. Het is duidelijk dat de snelheid van het trainingsproces wordt beïnvloed door de interactie tussen deze parameters en de juiste afstemming ervan. Het optimaliseren van deze parameters is essentieel om de tijd die nodig is voor het trainen van het globale model te minimaliseren, terwijl tegelijkertijd de gewenste convergentieprecisie behouden blijft.

Bij het formuleren van een probleemstelling voor het minimaliseren van de trainingstijd, wordt het duidelijk dat er meerdere variabelen tegelijk moeten worden geoptimaliseerd. De apparatenplanning, tijdsallocatie, UAV-trajecten en de slotintervallen moeten gezamenlijk worden geoptimaliseerd om de efficiëntie van het gehele FEEL-proces te verbeteren. Het oplossen van dit probleem is uitdagend vanwege de complexiteit van de gemengde integer-non-convexe aard van het probleem, maar het biedt een solide basis voor het verbeteren van de prestaties van federated edge learning-systemen.

Het is essentieel om te begrijpen dat de optimale planning van apparaten en tijdsallocatie niet alleen afhangt van de technische capaciteiten van de UAV en de apparaten, maar ook van de specifieke vereisten van het leerproces en de conversieprecisie die moet worden behaald. Het zorgvuldig kiezen van de optimale parameters voor het systeem kan het verschil maken tussen succes en mislukking van het FEEL-proces.

Hoe Federated Edge Learning (FEEL) de Toekomst van Privacy en Efficiëntie Vormgeeft in Machine Learning

Federated Edge Learning (FEEL) heeft zich gepositioneerd als een krachtige benadering voor het verbeteren van privacy en het reduceren van bandbreedtebeperkingen in machine learning (ML)-toepassingen. Met de snelle groei van het aantal verbonden apparaten en de exponentiële toename van datavolume wordt de traditionele cloud-gebaseerde ML-benadering steeds minder geschikt. FEEL biedt de mogelijkheid om lokaal, op mobiele apparaten, te trainen zonder dat er gegevens naar centrale cloudservers hoeven te worden gestuurd. Dit proces biedt zowel voordelen op het gebied van privacy als snelheid.

In tegenstelling tot klassieke ML-methoden, waarbij gegevens naar een centrale cloudinfrastructuur worden gestuurd voor verwerking, draait FEEL om het distribueren van de training over meerdere randapparaten, zoals smartphones en IoT-sensoren. Deze apparaten trainen een model op basis van hun lokale gegevens, terwijl alleen de geaggregeerde modelparameters worden uitgewisseld met een centrale server. Het idee is dat de daadwerkelijke data nooit het apparaat verlaat, waardoor de privacy gewaarborgd blijft, wat een belangrijk voordeel is in toepassingen waar vertrouwelijkheid van gegevens cruciaal is, zoals in de gezondheidszorg of financiën.

FEEL maakt gebruik van de verwerkingscapaciteit van randapparaten om te zorgen voor gezamenlijke training van modellen zonder dat er gegevensoverdracht tussen apparaten plaatsvindt. Dit vermindert niet alleen de hoeveelheid benodigde bandbreedte, maar zorgt er ook voor dat de training sneller verloopt, doordat lokale gegevens direct kunnen worden benut voor modelverbetering. De centrale server initieert het globale model en stuurt dit naar alle deelnemende apparaten, waarna elk apparaat het model traint op basis van zijn lokale gegevens. Na elke trainingsronde worden de modelparameters geüpload naar de server, die ze samenvat en de geüpdatete parameters terugstuurt naar de apparaten voor de volgende ronde van training.

De belangrijkste uitdaging van FEEL ligt in het optimaliseren van het systeem, zodat het efficiënt werkt met de beperkte middelen van randapparaten. Deze apparaten beschikken vaak over beperkte rekenkracht, opslagcapaciteit en energiebronnen. De ontwikkeling van geavanceerde gedistribueerde optimalisatie-algoritmen heeft daarom veel aandacht gekregen, vooral om de trainingstijd te verkorten en het energieverbruik te minimaliseren. Daarnaast speelt de privacybescherming een belangrijke rol: omdat de data lokaal blijft, kunnen gevoelige informatie of persoonlijke gegevens nooit buiten het apparaat komen. Het model wordt getraind op basis van de data, maar deze data zelf wordt niet gedeeld.

Het belang van Federated Edge Learning komt steeds meer naar voren in een wereld waarin privacy steeds meer onder druk staat. Vooral in de context van het Internet of Things (IoT) en mobiele apparaten is de bescherming van persoonlijke gegevens een topprioriteit. De trend naar gedistribueerde machine learning-modellen, zoals FEEL, is een direct antwoord op de noodzaak om zowel de rekenkracht als de gegevensprivacy lokaal te behouden.

Naast de voordelen biedt FEEL ook uitdagingen, zoals het omgaan met de diverse randapparaten met verschillende verwerkingscapaciteiten. Er moet een mechanisme worden ontwikkeld dat deze heterogeniteit effectief beheert. Bovendien moeten de communicatiemodellen tussen de randapparaten en de centrale server optimaal worden geconfigureerd om de efficiëntie en snelheid van de communicatie te waarborgen, terwijl de privacy niet in het gedrang komt.

Het is ook essentieel om te begrijpen dat hoewel FEEL veelbelovend is, het nog steeds afhankelijk is van de beschikbaarheid van betrouwbare en snelle communicatienetwerken. In real-world scenario's, waar mobiele netwerken zoals 4G of 5G een belangrijke rol spelen, kunnen netwerkverstoringen of latentieproblemen de efficiëntie van het systeem beïnvloeden. Het ontwikkelen van robuuste protocollen voor communicatie, die zowel de privacy beschermen als zorgen voor een efficiënte datastroom, blijft een uitdaging.

Daarnaast kan de integratie van blockchaintechnologie een verdere versterking betekenen van de betrouwbaarheid en transparantie binnen FEEL-systemen. Blockchain kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de integriteit van modelupdates te waarborgen en frauduleuze activiteiten, zoals het manipuleren van gegevens, te voorkomen.

FEEL biedt dus veel potentieel, maar het is belangrijk dat men niet alleen kijkt naar de voordelen van deze technologie, maar ook rekening houdt met de praktische uitdagingen van implementatie. De privacygaranties die het biedt, zijn sterk afhankelijk van de uitvoering van het systeem en de robuustheid van de onderliggende communicatie-infrastructuur.

Hoe werkt de Blockchain-gebaseerde Federated Edge Learning (B-FEEL) in een gedecentraliseerd netwerk?

In een gedecentraliseerd netwerk zoals Federated Edge Learning (FEEL), speelt de blockchain een cruciale rol in het veilig en efficiënt aggregateren van modellen die door verschillende edge-apparaten zijn getraind. Het proces begint met lokale modeltrainingen, waarbij elk edge-apparaat zijn eigen dataset gebruikt om een lokaal model te creëren. Deze lokale modellen worden vervolgens geüpload naar een primaire edge-server via een blockchaintransactie, waarna ze worden gevalideerd en samengevoegd tot een globaal model. Het gebruik van blockchain helpt hierbij niet alleen de integriteit van de gegevens te waarborgen, maar ook om fraude of manipulatie van de training te voorkomen. Het integreren van blockchain-technologie in federated learning biedt een veilige manier om gegevens en modellen te beheren zonder dat er een centrale autoriteit nodig is.

Het algoritme voor modeltraining en -aggregatie verloopt in meerdere stappen. In de eerste fase, vertegenwoordigt elke edge-apparaat Dk zijn model met de parameters wkt1w_k^{t-1}, waarna de lokale gradienten worden berekend om een update te maken aan de lokale modelparameters wktw_k^t. Dit gebeurt met een standaard update-regel die afhankelijk is van de learning rate η\eta en de gradient van de verliesfunctie FkF_k voor elk apparaat. De berekende modelparameters worden vervolgens geüpload naar de primaire edge-server in de vorm van een transactie, die bestaat uit de gegevens wk,Dkw_k, D_k — het model wkw_k en de identiteit van het edge-apparaat DkD_k. De digitale handtekening van het apparaat garandeert dat de transactie authentiek is en niet gemanipuleerd kan worden.

Zodra de primaire edge-server alle lokale modellen van de edge-apparaten heeft ontvangen, wordt er een slimme contractfunctie toegepast die de lokale modellen verzamelt en deze samenvoegt tot een globaal model. Dit gebeurt door middel van het multi-KRUM-algoritme, een methode die de invloed van Byzantijnse fouten (zoals corrupte apparaten) minimaliseert bij de aggregatie van modellen. De multi-KRUM-methode berekent de Euclidische afstand tussen de lokale modellen en selecteert vervolgens de dichtstbijzijnde modellen, waardoor robuustheid tegen schadelijke invloeden wordt geboden.

Het proces van modelaggregatie is slechts het begin van een serie complexe stappen die nodig zijn voor een succesvolle consensus tussen de servers. Na de aggregatie wordt het globale model in een nieuw blok geplaatst, samen met de lokale modellen. Dit blok wordt vervolgens naar de validator-servers verspreid, die de transactie verifiëren, de digitale handtekeningen controleren en de nauwkeurigheid van het globale model valideren. Het valideren gebeurt in verschillende fasen, waarbij de validatoren elkaar berichten sturen zoals PRE-PREPARE, PREPARE, COMMIT en REPLY, die helpen bij het bereiken van consensus over het nieuwe blok. Elke stap in dit proces verhoogt de betrouwbaarheid van het systeem, maar draagt ook bij aan de berekenings- en communicatielatentie, omdat elke validator moet communiceren en de geldigheid van de blokken en de modelcalculaties controleren.

De latentie in dit systeem bestaat uit twee belangrijke componenten: computationele latentie, die wordt veroorzaakt door de verwerking van de lokale en globale modellen, en communicatielatentie, die optreedt tijdens de transmissie van gegevens tussen de verschillende servers en apparaten. De grootste uitdaging is het minimaliseren van deze latentie over meerdere trainingsronden, aangezien de communicatietijd tussen de apparaten en de servers aanzienlijk kan variëren, afhankelijk van de netwerkcondities.

Het gebruik van blockchain-technologie zorgt ervoor dat de validatie en het beheer van de modellen op een transparante en gedistribueerde manier plaatsvinden, waardoor het systeem zijn veerkracht behoudt tegen kwaadwillende aanvallen of systeemfouten. De implementatie van consensusmechanismen, zoals PBFT (Practical Byzantine Fault Tolerance), is essentieel voor het behalen van een betrouwbare en consistente aggregatie van de globale modellen. In feite kunnen de validatoren zich aanpassen aan de dynamiek van het netwerk en het model bijwerken, zelfs als een bepaald aantal apparaten of servers defect of onbetrouwbaar is.

Het uiteindelijke doel van dit proces is om alle edge-apparaten te voorzien van een geaggregeerd globaal model, dat wordt gedownload vanaf de primaire edge-server en gebruikt wordt om de volgende ronde van lokale training op de edge-apparaten te starten. Dit zorgt voor een continue cyclus van leren en modelverbetering, met een robuuste beveiligingsinfrastructuur die de integriteit van de gegevens beschermt.

Wat de lezer moet begrijpen, is dat de complexiteit van een dergelijk systeem niet alleen ligt in de technische implementatie van de modeltraining en -aggregatie, maar ook in het beheer van de communicatie en latentie tussen de verschillende apparaten en servers. De blockchain biedt niet alleen een betrouwbare manier om de integriteit van gegevens te waarborgen, maar zorgt ook voor transparantie in het proces van consensusvorming en modelvalidatie. Het succes van een B-FEEL-systeem hangt af van de balans tussen computationele en communicatielatentie, evenals de robuustheid van het gebruikte consensusprotocol. In dit kader is het belangrijk om ook na te denken over het optimaliseren van de netwerkinfrastructuur en het gebruik van slimme contracten om de efficiëntie van het hele systeem te verbeteren.