De invloed van de Frankfurter School op de hedendaagse cultuur is onderwerp van veel debat en kritiek, vooral vanuit de kringen van de politieke en culturele rechtse vleugel. Volgens critici van het zogenaamde "cultureel marxisme", zoals William Lind, zou de Frankfurter School verantwoordelijk zijn voor het verspreiden van ideeën die de Westerse beschaving zouden ondermijnen. In deze context wordt cultuurmarxisme vaak gepresenteerd als de kracht die de Amerikaanse samenleving van binnenuit verwoest, voornamelijk door het bevorderen van politieke correctheid en progressieve sociale theorieën.

Lind, in zijn documentaire The Roots of Political Correctness uit 1999, gaat verder dan andere critici door de invloed van de Frankfurter School te beperken tot de Amerikaanse universiteiten, met name de politiek correcte academische omgeving. Hij beweert dat de Frankfurter School in wezen de “onheilige geboden” van politieke correctheid heeft geïntroduceerd, die volgens hem on-Amerikaans en on-christelijk zijn. Lind beweert dat deze ideeën vanuit Duitsland naar de Verenigde Staten zijn gebracht door de vluchtelingen van de Frankfurter School, die, nadat ze aan het nazi-regime waren ontsnapt, met opzet een regime van politieke correctheid wilden vestigen.

De wortels van Lind’s argumentatie gaan terug naar de vroege twintigste eeuw, toen Europese marxisten, zoals Georg Lukács en Antonio Gramsci, zich verwonderden over het falen van de arbeidersklasse om een revolutionaire bewustwording te ontwikkelen. De arbeiders leken meer geneigd om in militaire dienst te treden dan zich te verzetten tegen de bourgeoisie. Lukács en Gramsci concludeerden dat de cultuur van het Westen een belangrijke rol speelde in het onderdrukken van revolutionaire gevoelens en dat marxisten moesten zoeken naar alternatieve manieren om de sociale structuur te ontwrichten. De Frankfurter School, onder leiding van Max Horkheimer, nam dit idee over en verschoof het marxistische debat van economie naar cultuur, waarbij zij gebruik maakten van Freudiaanse psychoanalyse.

Lind beschouwt deze verschuiving als essentieel voor de opkomst van politieke correctheid. Volgens Lind was de doelstelling van de Frankfurter School om de psychologische remmingen die mensen in de Westerse samenleving vasthielden te verwijderen, wat uiteindelijk zou leiden tot de vernietiging van de Westerse beschaving. Hij stelt dat de Frankfurter School, door te focussen op de cultuur in plaats van enkel de economie, culturele normen van de westerse samenleving wilde afbreken, wat volgens Lind neerkomt op het ondergraven van de traditionele familie, religie en de vrije markt.

In zijn kritiek op de Frankfurter School maakt Lind een aantal veronderstellingen die het waard zijn verder te onderzoeken. Bijvoorbeeld, hij stelt dat de “kritische theorie” van Horkheimer de basis zou vormen voor de academische disciplines die zich richten op minderheidsgroepen, zoals vrouwenstudies, zwarte studies en homostudies. In Lind’s ogen zou de doelstelling van deze vakken zijn om de autoriteit van Amerikaanse instituties te ondermijnen en de samenleving te verdelen in “onderdrukkers” en “slachtoffers”. Het is belangrijk om hierbij op te merken dat de sociale theorieën die voortkwamen uit de Frankfurter School niet noodzakelijkerwijs gericht waren op het vernietigen van de Amerikaanse samenleving, maar eerder op het bevorderen van sociale rechtvaardigheid en het bestrijden van de langdurige ongelijkheid die in veel van deze gemeenschappen bestond.

Een ander belangrijk punt in Lind’s argument is zijn kritiek op de beroemde werk van Theodor Adorno, The Authoritarian Personality. Lind suggereert dat Adorno's F-schaal, die bedoeld is om de gevoeligheid van een persoon voor fascisme te meten, werd gebruikt om gewone Amerikanen van fascistische neigingen te beschuldigen. Dit idee is problematisch, omdat Adorno’s werk niet bedoeld was om iedereen die een autoritaire persoonlijkheid had als fascist te labelen, maar om de sociale en psychologische omstandigheden te onderzoeken die kunnen leiden tot fascistische overtuigingen, vooral in het kader van de opkomst van het nazisme.

Lind’s documentaire maakt duidelijk dat hij politieke correctheid beschouwt als een vorm van ideologische controle die in strijd is met de Amerikaanse waarden van vrijheid van meningsuiting en marktkapitalisme. De manier waarop Lind deze thema’s met elkaar verweeft – de bescherming van de ‘westerse beschaving’, het beschermen van het gezin, de vrije markteconomie, en het verwerpen van alles wat hij beschouwt als ‘cultureel marxisme’ – vormt een samenhangend verhaal dat vaak te simplistisch wordt gepresenteerd. De essentie van het verhaal is dat elke vorm van progressief denken of maatschappelijke verandering gezien wordt als een bedreiging voor de Amerikaanse vrijheid en cultuur.

Hoewel Lind en andere critici de invloed van de Frankfurter School in de VS als schadelijk beschouwen, is het van belang om te begrijpen dat de ideeën van de Frankfurter School veel complexer zijn dan het simplistische idee van een buitenlandse infiltratie. De meeste van de denkers van de Frankfurter School waren niet bezig met het afbreken van de westerse beschaving, maar met het begrijpen van de manieren waarop cultuur en maatschappij zich ontwikkelen onder invloed van economische en psychologische factoren. Ze waren geïnteresseerd in hoe sociale onderdrukking zich uitdrukt in culturele vormen en hoe deze onderdrukking kan worden bestreden.

De critici van de Frankfurter School lijken te negeren dat veel van de kwesties die zij aankaarten – zoals rassendiscriminatie, genderongelijkheid, en de repressieve structuren van de samenleving – onderwerpen zijn die al bestonden voordat de Frankfurter School in de VS arriveerde. De opkomst van de burgerrechtenbeweging, de feministische beweging, en andere sociale hervormingen waren in wezen reacties op de al bestaande maatschappelijke ongelijkheden, die niet door de Frankfurter School waren veroorzaakt, maar wel werden geanalyseerd door haar denkers.

Hoe bestrijd je de Alt-Right zonder hun spelregels te volgen?

De Alt-Right beweert zich af te zetten tegen de linkerzijde, maar in werkelijkheid schermt zij zich af voor elke vorm van kritiek. Deze immunisatie tegen rationeel weerwoord functioneert als een ideologisch schild. Elke poging tot directe weerlegging wordt geneutraliseerd door middel van vooropgezette verdachtmakingen en hermetische logica. Kritisch denken, dat gericht is op het blootleggen van drogredeneringen, blijkt ontoereikend. Het botst af op de gepantserde structuur van het wereldbeeld van de Alt-Right. Hun narratief is geen open veld voor discussie, maar een gesloten systeem waarin iedere tegenwerping al is ingecalculeerd en afgewezen.

Hierin ligt het strategisch overwicht van kritische theorie. Waar kritisch denken stopt bij weerlegging, gaat kritische theorie verder via immanente kritiek—een methode die niet slechts fouten aanwijst, maar de contradicties van een ideologisch systeem van binnenuit blootlegt. Zoals Robert J. Antonio stelt, transformeert immanente kritiek de tegenstrijdigheden tussen aanspraak en context in wapens van emancipatie. Door de interne inconsistenties en historische onwaarheden van de Alt-Right niet alleen te ontmaskeren, maar ook te begrijpen waarom ze überhaupt zijn ontstaan, kan men haar aantrekkingskracht ondermijnen.

De aantrekkingskracht van de Alt-Right ligt immers niet primair in haar argumenten, maar in haar belofte van herstel van verloren privileges. De mythen van de Frankfurter Schule en de zogenaamde ‘Cathedral’ zijn geen neutrale analyses, maar troostverhalen voor groepen die zich sociaal ontworteld en politiek uitgesloten voelen. De verleiding van paleoconservatieve en neoreactionaire stromingen is de belofte op hernieuwde dominantie, op een terugkeer naar een tijd waarin hun sociale positie onaantastbaar leek.

Een immanente kritiek kan deze mythologieën niet slechts theoretisch aanpakken. Theorie moet zich vertalen in praxis: de inzet voor een alternatieve sociale werkelijkheid. De uitdaging is niet om louter foute ideeën te weerleggen, maar om het verlangen naar “macht-over” om te buigen naar een verlangen naar “macht-met”. Dit vraagt om alternatieve verhalen, andere kaders en concrete politieke perspectieven die mensen een gevoel van handelingsvermogen teruggeven. Zoals Rachel Ann McKinney stelt: we moeten narratieven en structuren bevorderen die een betere verklaring bieden voor sociale realiteit en die individuen betrekken bij het vormgeven van een rechtvaardiger wereld.

De achteruitgang van de publieke sfeer, het verval van sociale solidariteit en de toegenomen economische bestaansonzekerheid zijn geen resultaat van een ‘cultureel-marxistische samenzwering’, maar van een breed scala aan neoliberale beleidskeuzes. Deze keuzes zijn gericht op de optimale circulatie van kapitaal, niet op de verbetering van menselijk leven. In deze context moeten alternatieve praktijken zichtbaar gemaakt worden—bijvoorbeeld door solidariteit te tonen met stakende docenten of organiserende studenten. Zulke gebaren zijn geen symbolische daden, maar concrete voorbeelden van een andere maatschappijvisie in actie.

Een samenleving is geen slagveld tussen rassen of een laboratorium voor ideologische oorlogvoering. Zij is een product van collectieve actie—of het gebrek daaraan. Elke duurzame weerstand tegen de Alt-Right vergt een netwerk van sociale verbondenheid, een gemeenschap gebaseerd op wederzijdse zorg en gedeeld begrip. Dit vergt onderwijs dat emancipatie centraal stelt, activisme dat systemische oorzaken adresseert in plaats van symptomen, en de bereidheid om niet alleen de verhalen van de ander te horen, maar ook de sociale structuren waarin die verhalen wortelen te transformeren.

Om een echte tegenmacht op te bouwen, is het noodzakelijk te begrijpen waarom mensen zich tot de Alt-Right aangetrokken voelen. Niet om hun ideologie te legitimeren, maar om te voorkomen dat men blijft strijden tegen symptomen terwijl men de oorzaken ongemoeid laat. De ideologische slag wordt niet gewonnen door luidere stemmen, maar door diepere analyses en bredere solidariteit. Een succesvolle tegenbeweging articuleert niet slechts kritiek, maar biedt ook een horizon van hoop.