Constantine stond op het punt een oude bekende te bezoeken: een hotel in de bergen van Sardinië, dat op de kaart van Sandaliotis nog steeds dezelfde naam droeg als vroeger in Sardinië. Deze verbinding tussen plaatsen en namen schetst een beeld van continuïteit en herinnering, een echo van het verleden die in de geografie blijft hangen, ondanks veranderingen in tijd en ruimte. Het doet denken aan hoe menselijke herinneringen en culturele verhalen een landschap kunnen doordrenken met betekenis, die niet altijd zichtbaar is voor het onoplettende oog.
In Sandaliotis, zoals Constantine ontdekt, ontmoeten we een volk dat bekend staat om zijn openhartigheid en warmte — eigenschappen die bijna mythisch lijken in de context van het Middellandse Zeegebied. Toch blijkt deze openheid ook dubbelzinnig. De mensen lijken vrij in hun levensstijl, zelfs vluchtig en veranderlijk in hun relaties, zoals Regina Marqab die haar “uren” en partners met gemak wisselt. Dit roept vragen op over hoe identiteit wordt gevormd en onder druk staat in een samenleving die zichzelf als ‘vrij’ en ‘modern’ ziet, maar waar morele grenzen verschuiven en ambigu zijn.
Constantine’s reis onthult ook een wereld die worstelt met dreigingen die niet direct zichtbaar zijn — een “wereldbom” die als een ongrijpbare, immense aanwezigheid boven de aarde zweeft. Deze metafoor voor een onzichtbaar gevaar dat ons kan overspoelen zonder waarschuwing, illustreert hoe onzekerheid en angst in de moderne wereld een onlosmakelijk onderdeel zijn van ons bestaan, zelfs in idyllische landschappen. Het is een paradox: ondanks het uitzicht op groene, frisse landerijen en een gemeenschap die vrijheid omarmt, schuilt er een dreiging die de fragiele balans tussen rust en chaos kan verstoren.
De aanwezigheid van talloze vastgoedhandelaren die de groene en schijnbaar nieuwe grond van Sandaliotis willen kopen, symboliseert de onophoudelijke drang van de mens om bezit te verwerven en te beheersen, zelfs in gebieden die zoiets als een natuurlijke of culturele ‘oase’ lijken. Het is een herinnering aan de globaliserende krachten die ook de meest afgelegen plekken transformeren in speelvelden van economische belangen, waarbij authenticiteit en oorsprong onder druk komen te staan.
Daarnaast werpt de ontmoeting met Julien Moravia, een man die charme en gevaar tegelijk uitstraalt, licht op de duistere kant van macht en rechtspraak in deze gemeenschap. Zijn ambivalente blik — een mengeling van vreugde, wreedheid en opportunisme — onthult hoe macht kan corrupt worden, zelfs in samenlevingen die streven naar openheid en rechtvaardigheid. Dit facet benadrukt dat vrijheid zonder grenzen ook kan leiden tot onderdrukking en onrecht, wanneer persoonlijke belangen en angst het collectieve welzijn overschaduwen.
Het is essentieel om te begrijpen dat Sandaliotis niet slechts een fysieke plaats is, maar ook een symbolisch rijk waar herinneringen, identiteit, vrijheid, bedreigingen en macht met elkaar verweven zijn. De lezer wordt uitgenodigd om niet alleen te kijken naar wat zichtbaar is, maar ook naar wat verborgen blijft — de ongrijpbare dynamieken die een samenleving vormgeven en uitdagen.
Naast wat in de tekst wordt besproken, is het belangrijk te beseffen dat herinneringen en identiteit nooit statisch zijn; zij evolueren mee met mensen en plaatsen. Evenzo is de menselijke zoektocht naar vrijheid complex en ambivalent: het is een voortdurende spanning tussen openheid en grenzen, tussen verlangen en verantwoordelijkheid. Dit verhaal herinnert ons eraan dat het landschap van onze ervaring altijd een spiegel is van onze innerlijke wereld, en dat het begrip van een plek onlosmakelijk verbonden is met het begrijpen van onszelf.
Wat is de Ware Betekenis van de ‘Dertien-Zijdige Kamer’?
Joe Primavera, de eigenaar van de wijnhandel, stelde aan Constantine de vraag of hij wist wat de ‘Dertien-Zijdige Kamer’ werkelijk was. “Ik heb de regisseur horen spreken over een schilderij met die naam,” antwoordde Constantine. “Maar nee, ik ken deze lagen van betekenis niet,” bekende hij. “Ik heb nog nooit gehoord van de Dertien-Zijdige Kamer totdat ik het vandaag hoorde.”
Joe lachte zachtjes. “Het is het nationale epische verhaal van Sandaliotis. Het bevat alles: onze drama’s, onze poëzie, onze muziek, onze verhalen, onze genealogieën, en onze geschiedenis. Wat je nu vraagt, is of de versie die de regisseur filmt, accuraat is?” Constantine knikte. “Nou, de versie van de regisseur is accuraat in dezelfde zin als dat een klomp verhard modder een versie is van de aarde. De versie van de regisseur is slechts één weergave van een van de 6.227.020.800 permutaties van het epische verhaal. Er zijn zoveel scènes van het verhaal, allemaal tegelijk samengestelde combinaties van de dertien personen in de dertien plaatsen of rollen.”
De dertien personen, vroeg Constantine, waren dat Christus en de Apostelen? Joe knikte. “Vaak wel. De Goddelijke Persoon, die soms de rol van de Vader speelt, of de Heilige Geest, of andere ‘Personen’ uit de meer verzwakte ketterijen, zal elk van de dertien rollen spelen, terwijl de andere twaalf wezens in elke combinatie elk van de anderen omarmen. In feite speelt elke persoon elke rol ongeveer een half miljard keer, terwijl alle anderen alle mogelijke variaties doorlopen. Er zijn meerdere diepten in alle personen, niet alleen in de Goddelijke Persoon.”
“Zoals je weet, heeft de echte dierenriem van Sandaliotis dertien eenheden of constellaties, en dertien posities. Dat is de ware en heilige dierenriem. De andere, de valse dierenriem, laat de Goddelijke Persoon weg en wordt de Ontrouwe of de Dierenriem van de Duivel genoemd. Christenen mogen hem niet gebruiken of berekeningen erop maken. De valse dierenriem werd uit de hemel geworpen op hetzelfde moment dat Lucifer werd uitgeworpen, en om dezelfde reden: omdat hij incompleet was.” Joe keek een moment naar de horizon. “Lucifer viel eerst in Sandaliotis, dat wordt gezegd in de vorm van zijn sandaal. Daarna viel hij verder naar beneden. Het krater waar hij doorheen viel, is nog steeds te vinden in ons land, en je kunt de afgrond nog steeds bekijken.”
Constantine lachte. “Er lijkt veel te worden gesproken over doodslezingen en kruisigingen in dit epische verhaal,” zei hij. Joe glimlachte. “Oh nee, dat is maar een klein onderdeel ervan. Niet alle scènes zijn doods- of droevige scènes. De meerderheid zijn galas. Er zijn maar een paar doodsscènes en een paar kruisigingen. Bomen dienen voor veel andere dingen dan kruisigingen. De oorspronkelijke naam van het epische verhaal was, zoals je misschien niet weet, ‘De Kamer van de Dertien Bomen’.”
“Wat doen bomen nog meer?” vroeg Constantine. Joe leunde achterover in zijn stoel. “Bomen zijn om in te klimmen, om vogels te vangen, om noten of vruchten of honing uit te halen, of om wild te vangen. Ze dienen als troon om op te regeren, als wachttorens, als podia of fora. Ze worden omgehakt voor hout, voor teer of siroop, voor scheepsmasten, voor dakbalken, voor het verzamelen van geurige harsen. Bomen dienen ook als ruimtevaartuigen om in te stijgen. Al deze dingen komen voor in het epische verhaal. Er zijn verschillende redenen om in een boom te zijn, anders dan om er gekruisigd te worden.”
Constantine knikte langzaam. “En wat gebeurde er met de Heren van de Valse Dierenriem, toen die naar de aarde werd geworpen?” vroeg hij. “Ze zijn nog steeds hier. Dat staat allemaal in het epische verhaal. De reuzenkrab, de reuzenstier, de reuzenram, de reuzenschenker van water, de reuzen tweelingen, ze zijn levende wonderen in ons land en worden nog steeds op onze heuvels gevonden.”
Joe keek naar het venster. “De regisseur is geen Italiaan.” “Oh, hij is hier geboren in Sandaliotis, hoe hij zich ook noemt. Maar nu is hij een burger van de drijvende wereld, hij is nu Italiaan, nu Grieks, nu Japans, nu Egyptisch, nu Spaans, nu Frans. Hij is een opportunist en hij zal zelfs in de gevangenis een goed moment hebben, waar hij niet langer dan een uur zal zijn.”
“Denk je dat hij mijn ‘neef’ heeft gedood?” vroeg Constantine. “Nee, maar misschien denkt hij dat hij het heeft laten doen. Het werd echt gedaan door een dolfijn. Je ‘neef’ was net zo nieuwsgierig naar dingen als jij. Wat de details betreft, weet nog niemand ze. Je ‘neef’ was eerst de beste detective ter wereld. Nu is hij dood, en jij wordt de beste detective ter wereld, hoewel je dacht dat je dat al was.”
Tegelijkertijd kwamen er drie andere mannen binnen in de wijnhandel van Joe Primavera. Deze drie mannen waren Angelo DiCyan, de meester-valsemunter uit Salerno, Italië, Troy Islander, de scheepseigenaar en importeur-exporteur uit Civita do Nord in Sandaliotis, en Hugh Najtingalo, de mijnexploitant wiens hoofdkwartier in de stad Ichnusa van Sandaliotis lag. Ze zaten neer bij de tafel, waar ze zich mengden in het gezelschap van Joe en Constantine, de beste detective ter wereld.
“De lucht is gevuld met scherpe geestigheden!” zei Joe, hoewel hij dat vaak zei om mensen aan te moedigen. “Ik wil informatie,” zei Constantine zonder omhaal. “Ik wil informatie die alleen intelligente mensen kunnen geven. Ik ben in het gezelschap van intelligente mensen. De vraag die ik aan ieder van jullie wil stellen is: ‘Hoe ziet de neus op je gezicht eruit?’ Mijn hele dag is verwoest als ik geen duidelijke antwoorden krijg.”
Het gesprek draaide al snel naar de betekenis van Sandaliotis, het land dat voor de meeste van hen altijd zichtbaar was geweest, maar dat pas nu, door de ogen van de buitenlanders, volledig zichtbaar werd voor de wereld. Voor degenen die het altijd hadden kunnen zien, leek er niet veel veranderd. Toch bleef de vraag hoe deze plek, zo dicht bij hun eigen ‘neus’, nu werd bekeken door de rest van de wereld.

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский