Leugens en bedrog, die het vermogen hebben om onze overtuigingen en percepties te vervormen, kunnen vaak slechts door tijd en omstandigheden worden ontkracht. Figuren zoals Mussolini, Stalin, Hitler en anderen werden niet door redelijke tegenargumenten neergehaald, maar door onvermijdelijke omstandigheden zoals economische, militaire en sociale krachten, die ze met leugens alleen niet konden tegenhouden. Pas wanneer mensen door toeval inzien dat de "keizer geen kleren aan heeft", kan de leugenaar verslagen worden.

In hun klassiek werk Manufacturing Consent stellen de sociale critici Noam Chomsky en Edward Herman een theorie voor over hoe de media publieke opinies kunnen beïnvloeden en zelfs creëren. Volgens hen is de manier waarop nieuws gepresenteerd en verpakt vaak een middel voor de machtige financiële spelers die de media bezitten en financieren. De media zijn daardoor in veel gevallen een vicarisch propaganda-instrument, ontworpen om instemming te genereren die in lijn is met de belangen van deze machtige belanghebbenden. De manier waarop media onderwerpen kiezen, de toon van de gepresenteerde kwesties bepalen, tegenstrijdige informatie filteren of zelfs actief betwisten, is volgens Chomsky en Herman een manier om deze instemming te manipuleren.

Het internet heeft, door zijn wereldwijde bereik, de mogelijkheid vergroot om valse informatie te verspreiden en politieke agenda’s te bevorderen. Radicale, ultraconservatieve websites gebruiken bijvoorbeeld valse nieuwsverhalen om een wereldbeeld te promoten waarin patriottisme centraal staat en de ondersteuners van dergelijke ideeën als moreel superieur worden gepresenteerd. Herman en Chomsky identificeren vijf filters in het proces van consent-manipulatie. De eerste is het eigendomsfilter, dat suggereert dat nieuws achter de schermen wordt gefilterd door de eigenaren van media om een bepaalde boodschap te versterken. Het tweede filter is het financieringsfilter, waarbij mediakanalen vaak de standpunten van hun financiers overnemen. Het derde is het bronfilter, waarbij nieuws wordt bepaald door de partijen die het nieuws leveren, die anderen die niet hun standpunten delen, buiten sluiten. Het vierde filter is flak, wat verwijst naar negatieve reacties die een nieuwsitem kan oproepen en die vermeden moeten worden. Het vijfde filter is het anticommunisme-filter, dat inhoudt dat politieke ideologieën die ingaan tegen de dominante opvattingen systematisch onderdrukt of negatief afgebeeld moeten worden.

In de populaire gele journalistiek was een van de meest opvallende kenmerken de incorporatie van occulte thema’s, met astrologie, horoscopen en andere mythologische overtuigingen. Tot op de dag van vandaag zijn horoscopen een vast onderdeel van tabloids en bepaalde kranten. Een voorbeeld van een hedendaagse website die valse informatie verspreidt door occultisme te gebruiken, is Infowars. Deze alt-rechtswebsite, opgericht door de omstreden journalist Alex Jones, heeft zich door zijn promotie van haatzaaien en samenzweringstheorieën op een controversiële manier gepositioneerd. Infowars werd in 2018 geschorst van platforms zoals YouTube en Facebook vanwege de haatzaaiende inhoud, en Jones heeft vanwege juridische processen enkele van zijn extremere claims moeten intrekken.

De vraag waarom zoveel mensen in de samenzweringstheorieën van Infowars geloofden, vooral tijdens de presidentsverkiezingen van 2016, biedt een waardevolle inkijk in hoe gele journalistiek de publieke opinie kan beïnvloeden. Jones creëerde constant een sfeer van angst, waarbij hij beweerde dat er een schaduwmacht achter de schermen actief was die Trump wilde schaden. Het gebruik van occultistische termen was een middel om deze angst te versterken, waarbij het idee van verborgen krachten, die alleen Jones zou kunnen begrijpen, werd gepromoot. Het is makkelijk om iemand als Jones af te doen als een charlatan, maar zijn stijl en aanpak zijn diep geworteld in de traditie van gele journalistiek. Zoals Richard Wooley opmerkt, zijn Jones en Trump hedendaagse figuren in Amerika’s fascinatie voor sensatie, samenzweringen, occultisme en zelfs historische onwaarheden.

Gele journalistiek mengt feit en fictie, en combineert nieuws met entertainment, wat het een krachtige manier maakt om emoties te manipuleren. Door sensatie en mysterie te gebruiken, creëert het een fictieve wereld waarin mythologische krachten of verborgen machten de touwtjes in handen hebben. Deze benadering heeft haar oorsprong in de zestiende en zeventiende eeuw, toen occultisme verbonden was met religieuze en magische praktijken. Ondanks dat de Kerk in de middeleeuwen het occultisme verfoeide, versterkte ze het onbewust door haar veroordeling ervan, wat leidde tot een hernieuwde interesse in de mystieke en magische tradities tijdens de renaissance.

Het is interessant te zien hoe occultisme opnieuw opkwam in de New Age-bewegingen van de jaren zestig en zeventig, en hoe dit later werd overgenomen door tegenculturen. Trump’s gebruik van termen zoals "heksenjacht" heeft een duidelijke verwijzing naar occultistische symbolen, maar het dient ook als een middel om zijn tegenstanders te discrediteren. Het idee dat occultisme invloed heeft op de hedendaagse politiek is niet nieuw. Het is een concept dat teruggaat naar een tijd toen de samenleving langzaam het rationele en het wetenschappelijke achter zich liet en de verbeelding en de mystieke overtuigingen een grotere rol begonnen te spelen in het publieke debat.

Occultisme, dat ooit verbonden was met bijgeloof en magische praktijken, heeft tegenwoordig invloed op de manier waarop veel mensen de wereld begrijpen. Dit is niet alleen het geval bij gele journalistiek, maar ook in bredere culturele stromingen. Zoals Gary Lachman in Turn Off Your Mind betoogt, heeft occultisme door zijn invloed op muziek, kunst en populaire cultuur de samenleving diepgaand veranderd. Symbolen, rituelen en overtuigingen die ooit als bijgeloof werden beschouwd, zijn opnieuw doorgedrongen in de mainstream, wat heeft geleid tot een vervaging van de grens tussen het rationele en het irrationele in de moderne wereld.

Endtext

Hoe creëert en manipuleert “fake news” de werkelijkheid?

In de hedendaagse wereld is het fenomeen van “fake news” niet slechts een kwestie van onjuiste informatie, maar een complex samenspel van manipulatie, symboliek en psychologische strategieën die de perceptie van de werkelijkheid drastisch kunnen vervormen. De tragische gebeurtenissen in Denver, Colorado, waarbij Eric Harris en Dylan Klebold meerdere mede-studenten doodschoten, illustreren hoe bepaalde culturele invloeden en occulte symboliek samen kunnen vallen met geweld en destructieve ideologieën. Harris en Klebold, gekleed in zwarte regenjassen en geïnspireerd door de donkere esthetiek van films als The Matrix (1999), vertegenwoordigen een soort moderne mythe waarin de illusie van de wereld als gevangenis wordt gecombineerd met een verleidelijke maar dodelijke vlucht naar een ‘andere realiteit’. Deze film verweeft gnostische thema’s van bevrijding uit het vleeslijke gevangenis met een visuele stijl die herinnert aan autoritaire uniformen, wat een diepere laag van betekenis toevoegt aan hun daden en de culturele context waarin deze gebeurtenissen plaatsvinden.

Het belang van deze occulte en mythologische motieven in onze tijd komt ook duidelijk naar voren in de manier waarop nepnieuws en complottheorieën functioneren. Platforms als Infowars en vergelijkbare media benutten bewust deze diepgewortelde menselijke verlangens en angsten, vaak door een taal en narratief te gebruiken die het rationele denken overweldigen. Het is deze combinatie van emotie, symboliek en voortdurende herhaling die geloofwaardigheid kan creëren, zelfs als de feiten feitelijk verdraaid of verzonnen zijn. Dit fenomeen maakt het begrijpelijk waarom zovele mensen onbewust resoneren met zulke boodschappen, ondanks hun schadelijke gevolgen.

Binnen deze context is de strategie van zelfbeeld-manipulatie en slachtofferschap een kerncomponent geworden, exemplarisch zichtbaar in het retorische spel van Donald Trump. Door constante aanvallen op de “fake news” media – die kritiek leveren op zijn leugens en misleidingen – creëert hij een sfeer van verwarring waarin feiten herhaaldelijk worden verdraaid ten behoeve van zijn eigen belangen. Deze tactiek draait om het omkeren van de rollen: hij portretteert zichzelf als het slachtoffer, terwijl hij in werkelijkheid de aanstichter is van desinformatie en verdeeldheid. Conservatieve mediakanalen zoals Fox News versterken deze illusie door Trumps beschuldigingen te herhalen en zo een alternatieve werkelijkheid te construeren, ondanks het ontbreken van bewijs en de evidente tegenstrijdigheden in zijn uitspraken.

De tweets van Trump na zijn ontmoeting met Kim Jong-un illustreren deze dubbele strategie perfect. Hij verweeft zijn vermeende successen met klachten over de media, waarbij hij zichzelf afschildert als de redder van vrede en veiligheid, terwijl hij de tegenstanders reduceert tot incompetente of kwaadaardige ‘fake news’-verspreiders. Het patroon is herkenbaar in de manier waarop hij zijn beleid prijst, tegenstanders zwartmaakt en de rechtvaardigheid van het rechtssysteem ondermijnt door het te framen als onderdeel van een corrupte ‘swamp’. Door deze voortdurende aanval op institutionele betrouwbaarheid en het systematisch ondermijnen van de media, bevordert hij een klimaat waarin het onderscheid tussen waarheid en leugen steeds vager wordt.

De stijl van Trumps communicatie sluit naadloos aan bij de traditie van gele journalistiek: sensationeel, direct, en ontworpen om maximale aandacht te trekken via kort-door-de-bocht slogans, hoofdletters, uitroeptekens en eenvoudige tegenstellingen. Deze retoriek werkt als een moderne variant van escapisme, een vlucht uit de complexe werkelijkheid in een wereld van heldere, al dan niet verzonnen vijanden en heldhaftige zelfbeschrijvingen. Het is een retoriek die zijn aanhangers niet alleen entertainet, maar ook bevestiging geeft van hun eigen angsten en overtuigingen, en hen tegelijkertijd afschermt van kritische reflectie.

Naast het herkennen van deze manipulatieve technieken, is het cruciaal om te begrijpen hoe diepgeworteld onze cognitieve en emotionele reacties zijn op dergelijke boodschappen. Het menselijke brein is geprogrammeerd om patronen te zoeken, bevestiging te zoeken voor bestaande overtuigingen en simplistische verklaringen te omarmen, vooral in tijden van onzekerheid en angst. Dit maakt het vatbaar voor de strategische inzet van nepnieuws en desinformatie, die de werkelijkheid vervormen met een doelbewuste intentie: het creëren van verdeeldheid, het ondermijnen van vertrouwen in instituties, en het consolideren van macht.

De strijd tegen de destructieve kracht van nepnieuws en misleiding vraagt daarom niet alleen om feitelijke correctheid, maar ook om inzicht in de psychologische, culturele en symbolische mechanismen die deze informatie-oorlog mogelijk maken. Het gaat om het bevorderen van kritisch denken, het herkennen van de valkuilen van emotionele manipulatie en het cultiveren van een diepere bewustwording van de manier waarop taal en beeld onze perceptie vormen. Alleen zo kan men zich wapenen tegen de verleidingen van een gefabriceerde realiteit die, onder het mom van bevrijding of waarheid, in werkelijkheid gevangenis en onderdrukking betekent.

Hoe Trump Politieke Correctheid Gebruik Maakte om Populariteit te Winnen

Donald Trump, tijdens zijn verkiezingscampagne, gebruikte een ongefilterde, directe manier van spreken die zijn populariteit onder een breed publiek aanzienlijk vergrootte. Zijn communicatiestijl kwam niet over als onwetend of onbeschoft, maar juist als eerlijk en recht door zee, waarmee hij een krachtig contrast vormde met de gepolijste en politiek correcte taal van de zogenoemde ‘elite’. Dit gebruik van een eenvoudige, soms ruwe taal werd gezien als een manier om de kloof tussen de machtige machthebbers en het gewone volk te overbruggen.

De Britse socioloog Basil Bernstein beschreef hoe verschillende stijlen van communicatie de sociale cohesie binnen een groep kunnen versterken. In het geval van Trump’s stijl werd het “blunt” taalgebruik een middel om de "wij"-dimensie van zijn achterban te benadrukken. Het creëerde een gevoel van gemeenschappelijkheid, waarbij de nadruk niet lag op de individuele gedachte of identiteit, maar op het collectief van "echte" Amerikanen, zoals Trump zijn kiezers vaak noemde. Dit in tegenstelling tot het zogenaamde “elaborated style” dat de nadruk legt op het individu, en dat als meer intellectueel en verfijnd werd beschouwd. Trump maakte zich bewust van de groeiende weerstand tegen politiek correcte taal en het werd een belangrijk speerpunt in zijn campagne, waarbij hij zijn volgers verzekerde dat de politiek correcte taal een antidemocratische trend was, opgelegd door een elite die hen uitlachte en belachelijk maakte.

Zijn taalgebruik was vaak eenvoudig en direct, met een scherp gevoel voor humor en satire. Waar andere politieke figuren een situatie mogelijk zouden beschrijven als “deplorabel,” zou Trump simpelweg schrijven of zeggen “SAD” in hoofdletters. In plaats van te spreken over “nonsens” noemde hij het “STUPID!” Deze directe benadering was in wezen het tegenovergestelde van de verfijnde retoriek die men doorgaans van een staatsman verwacht. Tegenstanders noemden het "vulgair" en "slang", maar Trump’s volgers zagen het als een verfrissende breuk met de formaliteit en hypocrisie die zij vaak zagen in de taal van de politiek en de media.

Wat hierbij van belang is, is dat Trump’s taalgebruik niet zomaar oppervlakkige vulgariteit was. Het was een vorm van strategisch gebruik van profaniteit die functioneerde als een soort verbale wapens, geworpen in het gezicht van de politieke elite. Dit gebruik van grove taal had een diepere betekenis: het was niet alleen een aanval op de elites, maar ook een manier om de afstand tussen de gevestigde orde en de gewone man te benadrukken. Dezelfde stijl werd in de renaissanceperiode door Commedia dell'arte acteurs gebruikt, die de kracht van grove en humoristische taal begrepen om de heersende sociale normen te ondermijnen. Trump stond in dit opzicht niet ver van deze traditie, met zijn “theatrale” manier van spreken, die zowel humoristisch als satirisch was.

Zijn volgelingen zagen zijn grove taal als een verwerping van de gepolitiseerde, formele taal die door de machtige elites werd gepromoot. Het was voor hen een manier om het politieke establishment te bekritiseren en tegelijkertijd de stem van de gewone man te versterken. Profaniteit was voor hen geen enkel probleem, maar juist een manier om tegen de politieke correctheid in te gaan. Het gebruik van grove termen door Trump was door de tijd heen steeds normaler geworden, in een tijd waarin de mainstream media en het populaire cultuurgebruik van dergelijke taal het schokeffect had verloren. Het gebruik van het “F-woord” in de media is een goed voorbeeld van hoe bepaalde profaniteiten, die vroeger subversief waren, nu routinematig worden gebruikt zonder dat ze veel ophef veroorzaken. Vroeger zou het gebruik van zulke woorden op televisie of in films schokkend zijn, maar vandaag de dag lijken ze slechts deel uit te maken van een bredere cultuur van "harde" taal.

De discussie over politieke correctheid was al vóór Trump een belangrijk onderwerp. De filosoof Allan Bloom bekritiseerde in zijn boek The Closing of the American Mind de opkomst van politieke correctheid als een instrument van ideologische controle. Hij beschouwde het als een aanval op het vrije debat, waarin bepaalde standpunten werden uitgesloten uit angst om groepen te beledigen. Volgens Bloom stak politieke correctheid een vork in het pad van open discussie, wat leidde tot wat hij zag als de “sluiting” van het Amerikaanse denken. Trump maakte zich deze kritiek eigen en beschouwde het als een middel om het politieke debat te hervormen. Voor zijn aanhangers was zijn aanvallen op politieke correctheid een daad van verzet tegen een systeem dat hen uitsloot en hen in een keurslijf van beleefdheid en formuleringen stopte die hun echte gevoelens onderdrukten.

Naast het feit dat Trump’s retoriek een krachtige manier was om zijn boodschap over te brengen, moet ook worden begrepen dat zijn gebruik van vulgariteit en grove taal een manier was om zichzelf af te zetten tegen het politieke establishment. Het was een manier om te laten zien dat hij niet bang was om de regels te breken en dat hij zijn campagne zou voeren op zijn eigen voorwaarden. Wat verder van belang is, is dat zijn taalgebruik altijd in dialoog was met zijn kiezers. Zijn volgelingen voelden zich vaak uitgedaagd door de mainstream media en de politieke klasse, en Trump’s taal werd een manier om deze afstand te verkleinen. Waar anderen het ongemakkelijk vonden, vonden zij het verfrissend en zelfs noodzakelijk.

Hoe Taal Macht Over De Geest Uitoefent: De Manipulatie van Metaforen en Verbaal Wapengebruik

De kracht van metaforen om de menselijke geest te beïnvloeden is een onderwerp dat al geruime tijd de aandacht trekt van zowel taalkundigen als psychologen. De Amerikaanse taalkundige George Lakoff benadrukt de invloed van metaforen op de werkelijkheid, waarbij hij stelt dat metaforen niet alleen een cognitieve rol spelen, maar ook diepgaande effecten hebben op ons gedrag, emoties en zelfs op de structuren van de samenleving zelf. In zijn visie kunnen metaforen zelfs politiek beleid, wetgeving en sociale instituties vormen, waarbij ze zich manifesteren op manieren die vaak minder zichtbaar, maar desondanks zeer krachtig zijn.

Een van de redenen waarom metaforen zo effectief zijn, ligt volgens neurowetenschappers in het fenomeen van de "mentale blends." Dit gebeurt wanneer het brein twee verschillende entiteiten als één geheel herkent in een andere context. Een klassiek voorbeeld hiervan is de metafoor van “de oorlog tegen kanker,” waarbij de entiteiten “kanker” en “vechten” samenkomen in het brein, wat leidt tot een nieuwe, gecombineerde betekenis die het begrip van ziekte als een strijd tegen een vijand versterkt. Deze cognitieve koppeling maakt het mogelijk dat abstracte concepten, zoals ziekte of politiek, op een zeer tastbare manier worden ervaren en geïnterpreteerd.

In haar beroemde werk Illness as Metaphor waarschuwde Susan Sontag al dat mensen vaak meer lijden van de metaforische conceptualisatie van hun ziekte dan van de ziekte zelf. Deze waarschuwing geldt niet alleen voor ziekte, maar voor elke vorm van metaforisch denken die het wereldbeeld en de perceptie van de werkelijkheid beïnvloedt. Taal heeft de kracht om zowel de geest als het lichaam te beïnvloeden, en daarom moeten we ons altijd bewust zijn van de potentiële schadelijke effecten van woorden, vooral in de context van politiek en sociale interacties.

De opkomst van politieke correctheid (PC) kan worden gezien als een poging om mensen te beschermen tegen de vernederende kracht van taal. Hoewel de PC-beweging soms als te vergaand werd beschouwd in haar pogingen om mensen te behoeden voor schadelijke taalgebruik, heeft ze niet per se de mentale gezondheid van de samenleving ondermijnd. Integendeel, het bood een bescherming tegen de schadelijke effecten van woorden die de geest kunnen aantasten. De taal die door de Trumpiaanse beweging werd gebruikt, zoals zogenaamde 'doublespeak', daarentegen, heeft bewezen verwoestende invloed te hebben op de mentale gezondheid van de maatschappij.

Michael Kranish, in zijn boek Trump Revealed, biedt tal van voorbeelden van hoe Donald Trump strategisch gebruik maakte van wat we kunnen noemen "verbaal wapengebruik." Een van de bekendste voorbeelden is de manier waarop Trump reageerde op aanklachten van rassendiscriminatie in de jaren '70. In plaats van zijn racistische praktijken te erkennen, draaide Trump de beschuldigingen om, beschuldigde het ministerie van Justitie van laster en dwong een schikking af. Dit is een voorbeeld van hoe taal kan worden gebruikt om een vijand te ontmaskeren of de publieke opinie te manipuleren, zelfs als de feiten niet in iemands voordeel spreken.

Deze vorm van taal manipulatie herinnert sterk aan de principes die door Machiavelli werden uiteengezet in De Prins. Machiavelli begreep de kracht van woorden als wapens. Een leider die zich strategisch en sluw uitdrukt, kan zijn tegenstanders niet alleen ontwijken, maar ook zijn eigen positie versterken door de betekenis van woorden te herscheppen. Het vermogen om de publieke perceptie van de werkelijkheid te sturen via taal is essentieel voor politieke overleving, zoals we hebben gezien bij zowel Borgia als Trump. In dit verband lijkt Trump inderdaad een moderne incarnatie van Machiavelli’s ideale heerser, iemand die macht zoekt door iedere beschikbare middelen, inclusief verbale agressie en manipulatie, in te zetten.

De invloed van taal op de mentale gezondheid van de samenleving kan verder worden onderzocht door te kijken naar de manier waarop taal de publieke sfeer polariseert. Het gebruik van metaforen zoals “de oorlog tegen de corruptie” of “de strijd voor de vrijheid” kan de publieke opinie beïnvloeden en mensen in groepen verdelen, wat leidt tot vijandigheid en verdeeldheid. Het is deze polarisatie die vaak het politieke discours verstoort en de effectiviteit van samenwerking ondermijnt.

Daarnaast is het van belang om de psychologische impact van 'sociale dominantieoriëntatie' (SDO) te begrijpen, zoals beschreven door psycholoog Thomas Pettigrew. SDO is het vermogen van sommige mensen om autoritaire figuren te zien als aangeboren leiders, wat hen in staat stelt om gemakkelijker in te stemmen met charismatische, maar potentieel schadelijke, politieke leiders. Dit is duidelijk te zien bij Trump, wiens aanhangers hem vaak als een geboren leider beschouwden, klaar om het politieke systeem te hervormen en de vermeende gevaren van politieke correctheid te bestrijden.

Het gebruik van taal om macht te verkrijgen en te behouden is dus meer dan slechts een communicatiemiddel; het is een cruciaal instrument in de strategische formulering van politieke en sociale realiteiten. Zoals Machiavelli al suggereerde, moet de sluwe leider zich presenteren als een leeuw, maar handelen als een vos. Dit betekent dat de ware kracht van woorden in het vermogen ligt om de perceptie te manipuleren en de werkelijkheid te hervormen, zelfs wanneer de waarheid verdraaid of genegeerd wordt. Dit proces wordt vaak versterkt door de manier waarop mensen kijken naar de effecten van een leider's handelen, in plaats van naar de oorzaken of de onderliggende waarheden.

In deze context moeten we ons bewust zijn van de diepe psychologische effecten van de taal die door politieke leiders wordt gebruikt. Het is niet alleen belangrijk om te begrijpen hoe woorden de publieke opinie kunnen vormen, maar ook hoe ze individuele en collectieve overtuigingen kunnen beïnvloeden, wat op zijn beurt het sociale en politieke klimaat kan vormgeven.