De ontwikkeling van niet-lineaire transmissielijnen (NLTL) voor hoogspannings toepassingen heeft de afgelopen jaren aanzienlijke vooruitgangen geboekt, mede dankzij de integratie van breedband-gap (WBG) halfgeleiders zoals SiC en GaN. Deze materialen bieden unieke voordelen die de prestaties van NLTL's aanzienlijk kunnen verbeteren, vooral wanneer hoge spanningen en frequenties vereist zijn. De grote kritische elektrische veldsterkte van WBG-materialen, die tot 10 keer hoger is dan die van silicium, vertaalt zich in een 350- tot 400-voudige verbetering van de unipolaire figuur-van-merit (V²br / Ron,sp). Deze eigenschappen maken WBG-diodes bijzonder geschikt voor het realiseren van de niet-lineaire capaciteiten die nodig zijn in hoogspannings-NLTL’s.

In een NLTL, dat is ontworpen om pulsen te comprimeren, kunnen WBG-diodes als variabelen condensatoren fungeren. Dit stelt ontwerpers in staat om de schakelsnelheid te maximaliseren en tegelijkertijd verliezen bij hoge frequenties te minimaliseren. Dankzij een dunne driftlaag en een verhoogde dopingconcentratie kunnen deze diodes werken bij veel hogere spanningen dan siliciumdiodes, zonder dat de schakelsnelheid of de efficiëntie wordt aangetast. Dit maakt ze uitermate geschikt voor toepassingen in pulspower, ultrafast elektrische pulsegeneratie en bijvoorbeeld direct energy weapons.

De specificaties van WBG-materialen zoals SiC en GaN bieden aanzienlijke voordelen ten opzichte van traditionele materialen. Ze hebben bijvoorbeeld een veel hogere verzadigingssnelheid, wat hen in staat stelt om verliezen bij hoge frequenties aanzienlijk te verminderen. In een experiment met een NLTL dat WBG-diodes gebruikt, werd een uitgangsspanning van -325 V gemeten bij een belasting van 50 kΩ, wat vergelijkbaar was met de simulatiewaarden van -452 V, maar met een iets lagere piek. Het experiment werd herhaald met een andere belasting van 175 Ω, waarbij de spanningsgolven dezelfde structuur vertoonden als de simulaties, maar met een lagere piek van -200 V in plaats van -250 V.

Desondanks brengt het gebruik van WBG-diodes ook uitdagingen met zich mee, vooral op het gebied van verpakking. De eerste prototypes die SiC-diodes gebruikten, maakten gebruik van commerciële behuizingen met pennen, die de grootte en het gewicht van de schakeling vergrootten en parasitaire inductie toevoegden. Dit is een belangrijk aandachtspunt bij de ontwikkeling van NLTL’s op basis van WBG-technologie, omdat dergelijke inducties de prestaties van de schakelingen negatief kunnen beïnvloeden. De tweede prototypevariant maakte gebruik van GaN-diodes zonder behuizing, die rechtstreeks op een printplaat waren bevestigd. Dit reduceerde de grootte en het gewicht van het systeem, maar vergde wel fragiele assemblage en vereiste gespecialiseerde passivatie voor hoogspanningsbediening.

Een ander belangrijk punt van aandacht is de beperkte capaciteit van de WBG-diodes per apparaat. Hoewel deze diodes geschikt zijn voor hoge spanningen, is de hoeveelheid opgeslagen capaciteit relatief laag in vergelijking met keramische diëlektrica. In de eerste testfase van de GaN-NLTL waren zeven diodes nodig om ongeveer 1 microjoule op te slaan bij 100 V, wat aangeeft dat voor grotere capaciteitsvereisten meerdere diodes noodzakelijk zijn, of dat er op maat gemaakte ontwerpen nodig zijn met specifieke dopingprofielen.

Hoewel de resultaten van de eerste prototypes veelbelovend waren, met een gematigde gain tussen 2,0 en 8,0 afhankelijk van de belasting, was de prestatie van de NLTL’s zeer gevoelig voor de circuitparameters en parasitaire effecten. Dit benadrukt de noodzaak voor verder onderzoek en optimalisatie van het ontwerp van de WBG-diodes, met name in de context van de werking als varactoren in NLTL’s.

Het gebruik van NLTL’s met WBG-diodes biedt een veelbelovende route voor het genereren van hoogfrequente, hoogspanningpulsen zonder de noodzaak voor afzonderlijke zware hoogspanningsvoedingen of frequentie-versterkers, wat het ontwerp aanzienlijk vereenvoudigt. Dit zou in de toekomst toepassingen kunnen vinden in technologieën zoals koude plasma-generatie en andere power-elektronica waar zowel hoge spanning als hoge frequentie vereist zijn.

Hoewel deze benadering in staat is om hoge spanningen direct te genereren vanuit een lage spanning, moeten de pulsgenerator en het triggersysteem uiteindelijk op dezelfde printplaat worden geïntegreerd als de NLTL. Dit vereist slechts een klein oppervlak op de PCB, wat het ontwerp compacter maakt en de integratie vergemakkelijkt.

Bij het verder ontwikkelen van NLTL’s die gebruik maken van WBG-diodes, is het van cruciaal belang om de diodes specifiek te optimaliseren voor gebruik als varactoren, aangezien de huidige ontwerpen voornamelijk zijn geoptimaliseerd voor gebruik in conventionele krachtomvormers. Bovendien is het noodzakelijk om de effecten van parasitaire capacitantie en inductie nauwkeurig in het ontwerp te integreren om de prestaties van de NLTL in de praktijk te waarborgen.

Hoe kan men de optimale architectuur van een hoogspannings DC-DC omzetter ontwerpen met een afgewogen compromis tussen vermogensdichtheid en efficiëntie?

De ontwikkeling van efficiënte en compacte DC-DC omzetters met hoge spanningen vereist een diepgaande benadering die het ontwerp niet alleen vanuit een component- of moduleperspectief bekijkt, maar vooral vanuit een architectuurniveau. Het concept van een “karakteristiek profiel” biedt hiervoor een krachtige benadering: het stelt ontwerpers in staat om het optimale compromis te vinden tussen kritieke ontwerpmetrics, zoals vermogensdichtheid en nominale omzetterkwaliteit (Qnom), binnen de grenzen van een bepaalde converterarchitectuur.

Een representatieve toepassing betreft een boost DC-DC omzetter die een uitgangsspanning van 1200 V realiseert, gebaseerd op 900 V SiC halfgeleiders. De meest rationele architecturen voor deze toepassing zijn tweebenige, input-parallel en output-series samengestelde systemen. Dit houdt in dat elk module in de converter een maximaal DC-link voltage van 630 V aanhoudt, rekening houdend met een veiligheidsmarge van 30%. De blokken in de architectuur (A, B, C, D) kunnen diverse rollen vervullen: van bypass tot regelende converterstages zoals buck, boost of non-inverting buck-boost, waarbij het laatste blok vaak een geïsoleerde converter is, bijvoorbeeld een dual-active-bridge (DAB) gebaseerde DC-transformator (DCX). De omzettingsverhouding van deze DCX is tevens een variabele die het spanningsbereik en de bedrijfstoestanden van het systeem definieert.

Door de verschillende combinaties van deze blokken ontstaan theoretisch duizenden mogelijke architecturen, waarvan echter slechts een fractie daadwerkelijk inzetbaar is binnen de spanningslimieten van de gebruikte halfgeleiders. Bovendien kunnen sommige configuraties worden geëlimineerd vanwege redundantie, wat leidt tot een gereduceerde set van haalbare ontwerpen.

Om de prestaties van deze haalbare architecturen te evalueren, wordt een systematisch werkingspatroon gedefinieerd waarbij onder andere wordt gekozen voor maximale omzettingsverhoudingen, het minimaliseren van schakeling in minder efficiënte stadia, en het zoveel mogelijk laten passeren van stroom door efficiëntere converterstages. Hierbij wordt bijvoorbeeld doorgaans de onderste ‘been’ van de converter gebruikt bij lage uitgangsspanningen vanwege de hogere efficiëntie van de enkelvoudige converterstages, terwijl bij hogere spanningen de gecombineerde werking van meerdere convertermodules wordt ingezet. Dit werkingspatroon maakt het mogelijk om in een modelverliesanalyse en volumeberekening de optimale parameters te bepalen.

Het directe doorrekenen van alle mogelijke ontwerpvariabelen, die alleen al per module uit meerdere variabelen bestaan (zoals het aantal fasen, het aantal halfgeleiderchips, inductantie, kernmateriaal en koperdikte), leidt tot een astronomisch aantal combinaties. Deze brute-force benadering is dus onpraktisch.

Daarom wordt gekozen voor een alternatieve methode, waarbij de architectuuroptimalisatie berust op het zogenaamde karakteristieke profiel van enkelvoudige half-bridge converters (zoals boost of buck) – een curve die het beste haalbare compromis weergeeft tussen vermogensdichtheid en nominale Q bij worst-case en nominale bedrijfspunten. Dit profiel wordt opgesteld door numerieke analyses van ontwerpdata en maakt het mogelijk een Pareto-front te bepalen: de grenslijn waarbinnen de beste prestaties tegen de laagste volume- en efficiëntieverliezen worden gerealiseerd.

Uit analyses blijkt dat dit Pareto-front binnen een relevant vermogensdichtheidsbereik lineair kan worden benaderd, wat de toepassing van het karakteristieke profiel in hogere architectuurniveaus vereenvoudigt. Daarnaast kunnen bepaalde variabelen in het model worden genegeerd, bijvoorbeeld door het toepassen van meerfasige ontwerpen (waardoor het maximale vermogen verdeeld wordt over meerdere modules) en faselaanschakelingsstrategieën, wat het aantal benodigde parameters voor de karakteristieke curve aanzienlijk reduceert.

Deze benadering maakt het mogelijk om complexe systemen te ontwerpen met een goede balans tussen compacte bouwvorm, hoog vermogen en hoge efficiëntie, zonder onoverkomelijke rekenlast. Het karakteristieke profiel wordt zo een essentieel instrument bij de architectuurgerichte ontwerpstrategie van geavanceerde DC-DC omzetters.

Naast de technische aspecten is het belangrijk te realiseren dat de uiteindelijke systeemprestatie niet alleen bepaald wordt door de gekozen architectuur, maar ook door het juiste gebruik en beheer van de verschillende operationele modi van de convertermodules. Het begrip van de dynamische werkingspatronen en de onderlinge afhankelijkheid tussen de blokken is cruciaal. Bovendien beïnvloeden externe factoren zoals temperatuur, schakelverliezen en elektromagnetische interferentie (EMI) ook het ontwerp en de implementatie. Voor een holistisch ontwerp is het daarom van belang dat de ingenieur ook aandacht besteedt aan de integratie van de converter in het volledige energiesysteem, inclusief thermisch beheer en beveiliging tegen overspanning.

Het gebruik van het karakteristieke profiel biedt daarnaast een flexibele basis die eenvoudig kan worden aangepast aan nieuwe technologieën en componentinnovaties. Dit maakt het mogelijk om de ontwerpmethodiek toekomstbestendig te houden en snel te reageren op ontwikkelingen in halfgeleidertechnologie en magnetische materialen, wat een continue verbetering van de vermogensomzetters garandeert.

De Toekomst van Elektrificatie: Solid-State Transformers als Oplossing voor Netverbindingen

De wereld is momenteel in de greep van een razendsnelle transitie naar duurzame energiebronnen. Het gebruik van zonne-energie, elektrische voertuigen en energieopslagsystemen groeit in een tempo dat weinigen voor mogelijk hadden gehouden. Een belangrijke katalysator voor deze verandering is de daling van de kosten van elektrische componenten, die het makkelijker maakt om over te stappen op elektrificatie. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, wordt verwacht dat er de komende 15-20 jaar maar liefst 3000 GW aan nieuwe elektrische verbindingen nodig zullen zijn om het energienet te versterken. Dit vraagt om een schaalvergroting van de infrastructuur en brengt uitdagingen met zich mee, zoals tekorten in de toeleveringsketen voor transformatoren en de materialen die nodig zijn voor hun productie, zoals staal en koper.

Om de enorme vraag naar energie op te vangen, ontstaan er nieuwe, efficiëntere benaderingen van de netverbinding, waarvan solid-state transformers (SST) een veelbelovende oplossing zijn. De ontwikkeling van SST’s wordt ondersteund door de opkomst van breedband-gap (WBG) halfgeleiders, zoals siliciumcarbide (SiC) en galliumnitraat (GaN), die lagere verliezen en hogere snelheden beloven in vergelijking met traditionele siliconencomponenten. Deze halfgeleiders bieden de mogelijkheid om de gebruikelijke passieve transformator, die al meer dan een eeuw in massa wordt geproduceerd, te vervangen door een geavanceerdere en compactere oplossing. Het idee van de SST is al lange tijd bekend, maar het implementeren ervan werd tot nu toe bemoeilijkt door de beperkingen van de traditionele siliciumcomponenten. Met de komst van de nieuwe generatie WBG halfgeleiders kan het idee van de SST eindelijk werkelijkheid worden.

De traditionele transformator is essentieel in de meeste elektriciteitsnetten, vooral op het gebied van de omzetting van hoogspannings- naar laagspanningsstroom. Het basisprincipe van een SST als vervanger van de conventionele transformator bestaat uit drie hoofdfasen. Eerst wordt de wisselstroom (AC) omgezet in gelijkstroom (DC) via een inverter. Vervolgens zorgt een tweede DC/DC-converter, zoals de dual-active-bridge (DAB), voor galvanische isolatie tussen het netwerk en de uiteindelijke lading. Ten slotte wordt de gelijkstroom opnieuw omgezet naar een lage spanning die geschikt is voor eindgebruik. Dit proces maakt gebruik van een hoge frequentie voor de isolatie, wat resulteert in een compacter ontwerp en verhoogde efficiëntie vergeleken met traditionele transformatoren.

Er zijn echter aanzienlijke uitdagingen verbonden aan het realiseren van een SST die direct op het net kan worden aangesloten. De typische spanningsniveaus in de Verenigde Staten variëren van 13 kV tot 34 kV, wat betekent dat de gebruikte apparaten in de eerste fase van de SST in staat moeten zijn om spanningen van 7,5 kVrms tot wel 20 kV te weerstaan, afhankelijk van de configuratie. De beschikbare WBG halfgeleiders kunnen momenteel maximaal spanningen tot 6,5 kV aan, wat betekent dat voor hogere spanningen meerdere apparaten in serie moeten worden geschakeld. Het synchroniseren van deze schakelaars om een gelijkmatige verdeling van de spanning te waarborgen, blijkt een technisch lastige opgave te zijn, vooral wanneer snelle schakelfrequenties gewenst zijn om de grootte van de transformator te verkleinen.

In de praktijk zijn er verschillende benaderingen ontwikkeld om deze obstakels te overwinnen. De modulaire multilevel converter (MMC) is bijvoorbeeld een veelgebruikte techniek die momenteel in high-voltage DC-toepassingen wordt ingezet. Dit systeem maakt gebruik van een cascaderende opbouw van apparaten die gezamenlijk de gewenste spanning kunnen leveren. Hoewel dit een effectieve oplossing is voor DC-toepassingen, blijkt het moeilijk te implementeren voor de directe aansluiting op het elektriciteitsnet, vooral bij wisselstroom (AC) toepassingen. Een andere benadering is het gebruik van DC/DC-converters met een hogere schakelfrequentie, die kunnen opereren in het bereik van 2-20 kHz. Dit biedt de mogelijkheid om de grootte van de converter te verkleinen, wat essentieel is voor veel toepassingen, maar brengt tegelijkertijd uitdagingen met zich mee op het gebied van het beheer van de schakellosses en de algehele efficiëntie van het systeem.

De ontwikkelingen rondom SST’s zijn bijzonder relevant in de context van de toenemende vraag naar elektrificatie en duurzame energie. Het gebruik van WBG-technologie kan de efficiëntie van energieconversie aanzienlijk verbeteren, en biedt een oplossing voor de druk die de traditionele transformatoren momenteel op de toeleveringsketen uitoefenen. Hoewel de technologie nog in ontwikkeling is, heeft de vooruitgang die is geboekt, met name door onderzoeksinstellingen zoals de Georgia Tech Center for Distributed Energy, de weg vrijgemaakt voor grotere schaaltoepassingen.

Voor de lezer is het van belang om te begrijpen dat de evolutie van SST-technologie niet alleen technische uitdagingen met zich meebrengt, maar ook enorme implicaties heeft voor de energiemarkten wereldwijd. Het potentieel van SST’s om de netinfrastructuur te moderniseren, zal niet alleen bijdragen aan de efficiëntie van het energieverbruik, maar ook aan de mogelijkheid om de energietransitie sneller en kosteneffectiever te realiseren. De doorbraak van deze technologie zal echter afhankelijk blijven van verdere innovaties in halfgeleidertechnologieën, zoals de verdere ontwikkeling van WBG-componenten, en de implementatie van geavanceerde schakelsystemen die hogere efficiëntie en lagere kosten mogelijk maken.

Hoe draagt de integratie van WBG-geschakelde current source inverters bij aan hogere vermogensdichtheid en thermische prestaties in geïntegreerde motoraandrijvingen?

De prototypes van current source inverters (CSI) in geïntegreerde motoraandrijvingen (IMD) tonen aanzienlijke verbeteringen ten opzichte van conventionele niet-geïntegreerde motoraandrijvingen, vooral op het gebied van vermogensdichtheid en efficiëntie. Met een specifieke vermogensdichtheid van ongeveer 8,93 kW/kg en een volumetrische vermogensdichtheid van 9,14 kW/L, overschrijdt de CSI-IMD ruimschoots de eerder gestelde projectdoelstellingen van respectievelijk 8 kW/kg en 5 kW/L. Deze prestaties zijn grotendeels te danken aan het gebruik van nanokristallijn materiaal voor de kern van de common-mode choke (CMC), waardoor verliezen worden geminimaliseerd, en aan het reduceren van de inductormassa door verhoging van de schakelingsfrequentie. De inductie werd teruggebracht van 530 μH naar 320 μH, wat leidde tot een reductie van de inductormassa met 37%, van 245 g naar 154 g. Hierdoor blijft het gewicht van de zwaarste component relatief laag, wat cruciaal is voor de hoge specifieke vermogensdichtheid.

De elektromagnetische interferentie (EMI) blijft binnen de limieten, met de common-mode EMI onder de 100 dBμV grenswaarde, wat de geschiktheid voor toepassingen waar elektromagnetische compatibiliteit essentieel is, onderstreept. Tegelijkertijd levert de CSI een zeer schone stroomvorm met een totale harmonische vervorming (THD) van circa 2,5% bij vol vermogen, wat significant onder de toegestane 8% blijft. Dit resultaat wijst op de bijna sinusvormige spanning en stroomkarakteristieken die de motorwikkelingen minder mechanisch en thermisch belasten dan traditionele spanningsgestuurde inverters (VSI).

De thermische tests met drie verschillende koelconfiguraties bevestigen dat ook bij de meest uitdagende omstandigheden – een volledig afgesloten behuizing zonder geforceerde luchtstroming – de maximale junctiontemperatuur van de siliciumcarbide (SiC) schakelaars ruim onder de 175 °C blijft. Dit wijst op een robuuste thermische buffer van bijna 60 °C en geeft vertrouwen dat dergelijke geïntegreerde systemen ook in compacte en thermisch veeleisende omgevingen betrouwbaar kunnen functioneren. De ventilatie- en geforceerde luchtkoeling optimaliseren uiteraard de temperatuurniveaus nog verder, waardoor de levensduur en betrouwbaarheid van de componenten worden verhoogd.

Belangrijk is dat de integratie van de elektronica binnen de motorbehuizing niet alleen ruimtebesparend werkt, maar ook de noodzaak voor externe kabelverbindingen vermindert, wat de elektromagnetische en mechanische integriteit verbetert. De toepassing van Wide Bandgap (WBG) halfgeleiders, zoals SiC, is een cruciale factor in het behalen van deze verbeterde prestaties. Hun lagere schakelfrequentieverliezen en hogere thermische tolerantie maken het mogelijk om met hogere schakelfrequenties en lagere inducties te werken, waardoor zowel de vermogensdichtheid als de efficiëntie van de inverter aanzienlijk worden verbeterd.

Naast de technische specificaties is het voor de lezer van belang te begrijpen dat de optimalisatie van vermogensdichtheid en thermisch beheer niet alleen draait om individuele componentprestaties, maar vooral om de harmonieuze integratie van materialen, ontwerp, en koelingsstrategieën binnen een compact systeem. Dit vraagt een multidisciplinaire aanpak waarin materiaalkunde, elektrische engineering en thermodynamica samenkomen. Hierdoor ontstaan nieuwe mogelijkheden voor compacte, efficiënte en betrouwbare geïntegreerde motoraandrijvingen die voldoen aan de hoge eisen van moderne elektrische aandrijftechnologieën, zoals toegepast in elektrisch vervoer en industriële automatisering.

Verder dient men zich bewust te zijn van de invloed die dergelijke geïntegreerde systemen hebben op het gehele aandrijfsysteem, inclusief de vermindering van elektromagnetische storingen, de verbeterde betrouwbaarheid door minder aansluitpunten en een mogelijk lagere systeemkost door verminderde mechanische en elektronische complexiteit. Het is bovendien essentieel om te beseffen dat de schaalbaarheid en de aanpasbaarheid van deze technologie bepalend zullen zijn voor de commerciële adoptie, waarbij optimalisaties in thermisch ontwerp en materiaalgebruik blijven evolueren.