In een productieomgeving kunnen verschillende typen machines en werkstations samenwerken binnen een dynamisch netwerk, waarbij ze afhankelijk van de behoeften van de productielijn taken toewijzen en bijstellen. Een "lot", oftewel een batch van producten, kan beslissen welke machine het moet gebruiken, afhankelijk van de prioriteit en de beschikbaarheid van de benodigde verwerkingscapaciteit. Elke machine in het systeem heeft informatie over de taken die het kan uitvoeren en de status van zijn bezetting. Dit maakt het mogelijk om de productie flexibel te organiseren en machines snel te herconfigureren, afhankelijk van de productiebehoeften op dat moment.
In een stabiele productieomgevingen is het waarschijnlijk dat lots met vergelijkbare producten gemeenschappelijke delen van hun recepten delen. Deze overeenkomst kan ervoor zorgen dat ze dezelfde machines gebruiken of vergelijkbare routes door de fabriek volgen. Deze routes kunnen als een pad worden beschouwd dat door een lot wordt afgelegd van de ene machine naar de andere, afhankelijk van de stappen in het productieproces. Deze dynamische benadering maakt het mogelijk voor machines om zelf beslissingen te nemen over welke loten ze verwerken, waarbij ze hun verwerkingsvolgorde lokaal kunnen aanpassen en indien nodig communiceren met andere machines in hun directe omgeving.
De machines binnen de fabriek kunnen worden ingedeeld in zogenaamde werkstations, die groepen machines zijn die in staat zijn om vergelijkbare of identieke processen uit te voeren. Elk werkstation heeft toegang tot informatie over de status van de verwerkingslading en kan de verwachte verwerkingsduur voor een lot berekenen. Dit stelt de machines in staat om de afwerkingstijd van een lot nauwkeurig in te schatten en hun werkstroom efficiënt te beheren.
In dit dynamische systeem kunnen machines, werkstations, en zelfs virtuele entiteiten zoals processen binnen de productieomgeving worden gemodelleerd als een netwerk. Dit netwerk, gepresenteerd als een graf G = (V, E), bestaat uit knopen (machines) en randen (de paden die de machines verbinden op basis van de vereiste productievolgorde van de lots). Dit netwerk kan in real-time worden aangepast, waarbij knopen (machines) dynamisch worden toegevoegd, verwijderd of verplaatst, afhankelijk van de behoeften van het systeem. De traditionele opvatting van een netwerkstructuur met vaste topologieën is niet meer van toepassing, omdat het systeem zich aanpast aan de veranderingen in het productieproces.
Binnen dit model kunnen de machines ook communiceren en informatie delen over de beschikbaarheid van verwerkingscapaciteit en de benodigde verwerkingstijd. Dit maakt het mogelijk voor een lot om de beste machines te selecteren voor elke stap in zijn productieproces. De routes die een lot aflegt door de fabriek kunnen worden geïnterpreteerd als subgrafen van het grotere netwerk, die de specifieke volgorde van machines representeren die een lot moet passeren om zijn productieproces te voltooien.
In de context van zoek- en reddingsoperaties (SAR) wordt een vergelijkbaar dynamisch netwerkmodel toegepast, waarbij onbemande luchtvoertuigen (UAV's) en onbemande grondvoertuigen (UGV's) samenwerken in een noodsituatie. Deze autonome voertuigen vormen een heterogeen zwermsysteem, waarbij elke entiteit zelforganiserend functioneert en snel beslissingen neemt op basis van de situatie ter plaatse. Een UAV kan bijvoorbeeld een slachtoffer detecteren en schakelt over naar een traceringstaak, waarbij het de locatie van het slachtoffer doorgeeft aan een UGV, dat vervolgens naar de locatie navigeert om het slachtoffer te redden. Deze samenwerking is robuust, schaalbaar en kan zelfs functioneren in omgevingen met beperkte connectiviteit, wat essentieel is voor effectieve inzet in noodsituaties.
Het gebruik van cyber-fysieke systemen (CPS) in dergelijke scenario’s maakt het mogelijk om snel en flexibel in te spelen op de veranderingen in de omgeving. CPS-netwerken kunnen zich aanpassen aan verschillende niveaus van schaal en complexiteit, van individuele machines tot hele zwermen van autonome voertuigen. Bij het ontwerpen van dergelijke systemen is het essentieel om te zorgen voor de nodige modellering van de interacties en het gedrag van de systeemcomponenten, wat het mogelijk maakt om de werking van het netwerk te simuleren en te optimaliseren voor de specifieke taak.
Een essentieel aspect dat verder verkend kan worden, is hoe de onderlinge afstemming van verschillende machines en voertuigen binnen een netwerk zowel de efficiëntie als de robuustheid van het systeem kan verhogen. In dynamische productiesystemen is het cruciaal om de impact van onverwachte storingen of veranderingen in de vraag te minimaliseren, bijvoorbeeld door machinecapaciteiten en processen flexibel in te stellen op basis van de beschikbare informatie. In zoek- en reddingsmissies is de manier waarop voertuigen zich kunnen herconfigureren voor nieuwe taken van vitaal belang om te zorgen voor maximale effectiviteit, zelfs wanneer de situatie continu verandert. Het vermogen om de netwerkstructuur in real-time aan te passen en informatie snel en accuraat uit te wisselen, kan het verschil maken tussen succes en falen in kritieke situaties.
Hoe Simulaties van Zwermen van Cyber-Fysieke Systemen Werken en Hun Toepassingen in de Productie
In NetLogo kunnen simulaties op een discrete tijdschaal worden uitgevoerd, waarbij agents, die verschillende rollen vervullen, met elkaar interageren. Deze agents worden ingedeeld in verschillende "rassen" of "breeds" en kunnen op diverse manieren met elkaar in contact komen. Deze interacties kunnen plaatsvinden via directe nabijheid op een tweedimensionaal vlak van patches, via verbindingen die worden gedefinieerd door een netwerkstructuur, of indirect door het gebruik van residuele informatie in de omgeving. De kracht van NetLogo ligt in de mogelijkheid om deze simulaties te gebruiken voor diverse scenario’s, van sensibiliteitsanalyses tot diepgaande statistische verkenning.
Een bijzonder nuttige functie binnen NetLogo is BehaviorSpace, dat het mogelijk maakt om simulaties automatisch te draaien, waarbij de resultaten worden verzameld en opgeslagen in logbestanden voor verdere analyse. Dit systeem maakt het efficiënt mogelijk om verschillende scenario’s te verkennen en statistische analyses uit te voeren op de simulatie-uitkomsten. Deze logbestanden kunnen eenvoudig worden geanalyseerd met behulp van tools zoals R, Excel of andere software voor statistische verwerking. Dit biedt onderzoekers veel flexibiliteit om de voor hen meest geschikte analysetools te gebruiken.
Een andere waardevolle integratie van NetLogo is de mogelijkheid om samen te werken met andere programmeertalen zoals Python. Dit opent de deur naar krachtige bibliotheken en tools voor data-analyse, manipulatie en visualisatie. Door de naadloze integratie tussen NetLogo en Python of R kunnen onderzoekers geavanceerde statistische methoden en machine learning-algoritmen inzetten, waardoor ze diepere inzichten kunnen verkrijgen uit de simulatie-uitkomsten. Deze veelzijdigheid biedt een uitgebreide toolkit voor het analyseren en interpreteren van simulatiegegevens, op een manier die kan worden aangepast aan specifieke onderzoeksbehoeften.
Binnen NetLogo wordt de simulatie uitgevoerd met behulp van zogenaamde “ticks”, die de voortgang van de tijd aanduiden. Dit maakt het mogelijk om dynamische systemen te modelleren waarbij de interacties tussen verschillende agents in de loop van de tijd veranderen. Het model kan verder worden aangepast door het gebruik van verschillende types agents en het wijzigen van de omgeving waarin ze opereren.
Een van de toepassingen van NetLogo is de simulatie van zwermen in productieomgevingen, zoals beschreven in het SwarmFabSim-simulatiekader. Dit framework ondersteunt verschillende productiescenario’s, van dispatching- en planningsmodi tot het modelleren van batchmachines. SwarmFabSim is modulair opgebouwd en bestaat uit verschillende code-modules die communiceren via een callback-architectuur. Dit maakt het mogelijk om de simulatie aan te passen aan de specifieke eisen van een productieomgeving, waarbij de gebruiker interactie heeft met de simulatie via een gebruiksvriendelijke interface. Configuratiebestanden zoals META, MFILE, RFILE en LFILE bieden de mogelijkheid om de simulatie af te stemmen op de productieparameters van verschillende machine- en batchtypes.
De callback-architectuur maakt het mogelijk om aangepaste algoritmen te integreren. Deze algoritmen kunnen via een API in de simulatie worden ingeladen, en gebruikers kunnen hun eigen algoritmen implementeren om de functionaliteit van de simulatie verder te verfijnen. Deze flexibiliteit stelt onderzoekers en ontwikkelaars in staat om de simulatie te gebruiken voor uiteenlopende toepassingen, van productieplanning tot logistiek.
Hoewel de benadering in SwarmFabSim is geïnspireerd op de halfgeleiderindustrie, kan deze eenvoudig worden aangepast aan andere industrieën die flexibele job-shopplanning gebruiken. Door de configuratiebestanden aan te passen, kunnen de parameters van de simulatie worden gewijzigd om het model geschikt te maken voor diverse industriële omgevingen.
NetLogo biedt hiermee een krachtige en flexibele omgeving voor het modelleren van zwermen van cyber-fysieke systemen in uiteenlopende toepassingen. De combinatie van gebruiksvriendelijke interfaces, integratiemogelijkheden met andere programmeertalen en de uitgebreide opties voor gegevensverzameling en analyse maken het een veelzijdig hulpmiddel voor onderzoekers en engineers die zich bezighouden met het simuleren van dynamische, multi-agent systemen.
In deze context is het belangrijk om te begrijpen dat de effectiviteit van simulaties sterk afhankelijk is van de gekozen parameters en configuraties. De juiste keuze van simulatiemodel, de afstemming van de agenten en het ontwerp van de interacties zijn cruciaal voor de kwaliteit van de resultaten. Dit vereist niet alleen technische kennis van de gebruikte software, maar ook een goed begrip van de onderliggende processen en dynamieken die binnen het te simuleren systeem spelen.
Hoe Simuleer je Zwarme van Cyber-Fysieke Systemen?
Het simuleren van robotzwermen, met behulp van cyber-fysieke systemen, is een cruciaal onderdeel van het ontwikkelen van autonome technologieën die in verschillende domeinen, zoals logistiek, verkenning en interactie met mensen, ingezet kunnen worden. De basisprincipes achter het simuleren van deze systemen zijn zowel complex als geavanceerd, maar de vooruitgang in tools zoals Gazebo, Webots, en de Unity Engine maken het mogelijk om diepgaande analyses en testen uit te voeren zonder de noodzaak om fysiek hardware te bouwen en te testen. Het gebruik van fysica-gebaseerde simulaties heeft bewezen een effectief middel te zijn voor het ontwerpen, testen en verbeteren van systemen van autonome robots die samenwerken binnen een zwerm.
Een van de meest invloedrijke studies in dit domein is die van Hu et al. [170], die een autonome verkenningstaak introduceerde waarbij een multi-robot systeem werd getraind via deep reinforcement learning in de Gazebo simulatieomgeving. Dit systeem werd getest op de TurtleBot3 robots, en de effectiviteit werd bewezen door het combineren van simulaties en echte robotproeven. Vergelijkbare onderzoeken, zoals het ontwikkelen van een collectief navigatie- en obstakelvermijdingssysteem met federated reinforcement learning, tonen de enorme mogelijkheden van simulaties bij het verbeteren van de samenwerking van robots in een zwerm. Simulaties stellen onderzoekers in staat om robots in verschillende omgevingen te trainen zonder dat ze fysiek aanwezig hoeven te zijn.
Fysica-gebaseerde simulaties spelen ook een belangrijke rol in mixed-reality toepassingen. In deze opstellingen worden grote populaties robots vaak gesimuleerd in software, terwijl een klein aantal echte robots de daadwerkelijke fysieke taken uitvoert. Een voorbeeld hiervan is het werk van Jang et al. [178], dat een mixed-reality menselijke interactie met zwermen van robots illustreert, waarbij echte robots opereren binnen een virtuele omgeving. Deze benadering vergemakkelijkt de interactie van menselijke operators met een zwerm, wat belangrijke implicaties heeft voor de besturing van robots in dynamische, onvoorspelbare omgevingen.
In het kader van deze simulaties heeft BeeGround [229], een open-source simulatieplatform ontwikkeld op de Unity Development Engine, het mogelijk gemaakt om swarmscenario’s snel en betrouwbaar te simuleren. Dit platform biedt gebruikers de mogelijkheid om simulaties van zeer abstracte niveaus tot gedetailleerde fysieke modellen te creëren. Het gebruik van de Unity-engine biedt niet alleen een fysica-engine die robuuste simulaties mogelijk maakt, maar ook de mogelijkheid om eenvoudig sensoren en actuatoren toe te voegen en te configureren. Het platform ondersteunt de integratie van machine learning technieken via TensorFlow 2.0, wat de toepassing van swarm-robotica verder uitbreidt.
Bij het simuleren van zwermen met BeeGround, kunnen gebruikers parameters aanpassen voor de zwermbevolking, de fysische eigenschappen van de robots en de omgeving waarin ze opereren. De robots kunnen worden gemodelleerd door standaard Unified Robotic Description Format (URDF) bestanden te importeren, of door ze direct binnen de Unity-omgeving te creëren. Het systeem ondersteunt het toevoegen van sensoren zoals camera’s en afstandsmeters, wat het mogelijk maakt om zwermgedrag onder realistische omstandigheden te simuleren. De omgeving kan worden geconfigureerd met verschillende soorten obstakels, die de robots moeten vermijden, en de simulatie kan naar wens worden aangepast om verschillende scenario’s en randvoorwaarden te testen.
De voordelen van het gebruik van simulaties zoals BeeGround zijn evident, vooral als we kijken naar de mogelijkheden om gedetailleerde scenario’s te creëren zonder de kosten en tijd die gepaard gaan met het fysiek bouwen en testen van prototypes. De flexibiliteit van de simulaties, gecombineerd met de kracht van reinforcement learning en andere machine learning technieken, maakt het mogelijk om zwermen robots te trainen in verschillende omgevingen en met verschillende doelstellingen, van verkenning tot noodhulp en meer.
Bij het uitvoeren van simulaties is het essentieel om te begrijpen dat simulatie niet altijd 100% de werkelijkheid nabootst. Er zijn altijd verschillen tussen de simulatieomstandigheden en de werkelijke fysieke wereld. Dit betekent dat, hoewel simulaties krachtige tools zijn voor het trainen van systemen en het testen van algoritmen, ze nooit volledig kunnen vervangen wat er in de praktijk gebeurt. Er kunnen altijd onvoorziene problemen optreden wanneer robots in de echte wereld werken, zoals onverwachte interacties tussen robots en hun omgeving, of variaties in sensorgegevens die niet volledig in de simulatie zijn gerepliceerd. Het is daarom cruciaal om simulaties te combineren met real-world testen, om de effectiviteit van de ontwikkelde algoritmes te verifiëren.
Daarnaast moet er aandacht zijn voor de ethische en praktische implicaties van autonome zwermen in de echte wereld. De interactie van robots met mensen en de mogelijkheid om autonoom beslissingen te nemen, roept belangrijke vragen op over veiligheid, privacy en controle. De simulatieomgevingen kunnen helpen om deze vragen te onderzoeken door de robots te trainen in verschillende scenario’s, maar de integratie van ethische richtlijnen en controlemechanismen blijft een belangrijke uitdaging voor de toekomst.

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский