Na verschillende banen, variërend van loodgieter tot keukenassistent, realiseerde Barden zich dat de enige manier om echt geld te verdienen was om voor jezelf te werken. Dit besef leidde tot zijn besluit om $500, die hij zorgvuldig had gespaard, te investeren in het openen van een platenwinkel in Lorain, Ohio. Naast het verkopen van platen, breidde Barden zijn bedrijf uit naar het boeken en promoten van bands, wat hem in staat stelde zijn eigen platenlabel op te zetten. Het was niet alleen een zakelijke onderneming, maar ook een manier om zijn netwerk uit te breiden en waardevolle ervaring op te doen.
Barden's netwerk in Lorain groeide snel en al snel zette hij een pr-bureau op. Toch bleef het succes uit. Ondanks zijn inspanningen had hij niet de rijkdom gevonden die hij zocht. In plaats van zich te laten ontmoedigen, richtte hij zich op vastgoed, een sector waarvan hij geloofde dat deze in de toekomst van groot belang zou zijn voor Detroit. Het leek een verstandige keuze, aangezien de Amerikaanse overheid op zoek was naar een nieuw rekruteringscentrum in de stad. Barden vond een geschikt gebouw en regelde een leaseovereenkomst met de militaire autoriteiten. Op basis van deze overeenkomst leende hij $25.000, kocht het gebouw en verkocht het twee jaar later voor het dubbele van het bedrag.
Ondanks deze vroege successen, leidde Barden's ambitie hem naar de casinosector, die hij als de toekomst voor Detroit beschouwde. In 1995 kreeg hij een contract om een rivierbootcasino te bouwen in Gary, Indiana. Zijn uiteindelijke doel was om zijn ervaringen op dit gebied te gebruiken om casino's te openen in Detroit wanneer de mogelijkheid zich zou voordoen. Helaas werden zijn pogingen herhaaldelijk belemmerd. De burgemeester van Detroit wees zijn eerste voorstel om een casino te openen af, ondanks de steun van beroemdheden als Michael Jackson en Stevie Wonder. Zelfs toen hij in 2002 samenwerkte met een groep Chippewa-Indianen om een rechtszaak in te dienen tegen de ongrondwettigheid van het Detroit-casinobiedingsproces, werd hun claim afgewezen.
Hoewel Barden in zijn pogingen om een casino in Detroit te openen niet slaagde, bleef hij onverminderd streven naar zijn doelen. Zijn werk in de casinosector, zijn vastgoedtransacties en zijn vermogen om te netwerken, bleken een solide basis te vormen voor zijn ondernemerscarrière. Helaas werd zijn carrière abrupt beëindigd toen zijn casino's in 2009 failliet gingen, rond de tijd dat online gokken steeds populairder werd. In datzelfde jaar begonnen veel mensen hun toevlucht te nemen tot online gokken, wat een toenemende bedreiging vormde voor traditionele casino's. Dit was een zware klap voor Barden, en zijn droom om in Detroit een casino te openen vervaagde.
In 2011 stierf Barden op 67-jarige leeftijd, maar zijn nalatenschap leeft voort. Zijn inspanningen om kansen te creëren voor andere Afro-Amerikanen, zijn vasthoudendheid in de businesswereld en zijn vastberadenheid om te slagen, laten een belangrijk voorbeeld achter voor de toekomstige generaties. Zijn leven illustreert dat, zelfs in het aangezicht van tegenslagen, vastberadenheid en doorzettingsvermogen de sleutel zijn tot succes.
Het verhaal van Barden benadrukt een aantal belangrijke lessen voor ondernemers. Ten eerste is het cruciaal om in jezelf te investeren, zelfs als het begin moeilijk is. Barden's bescheiden start in Lorain en zijn gedurfde keuzes in vastgoed en de casinosector tonen aan hoe ondernemerschap kan floreren door hard werken en het nemen van risico's. Ook toont zijn verhaal aan hoe belangrijk het is om de ontwikkelingen van de markt te volgen en je aan te passen aan veranderingen, zoals de opkomst van online gokken, zelfs wanneer deze niet in je voordeel lijken te werken. Het is essentieel om een lange-termijnvisie te hebben en om jezelf te omarmen als een ondernemer die altijd klaar is om nieuwe mogelijkheden te verkennen, ook wanneer de toekomst onzeker lijkt.
Wat zijn de gevolgen van Trump’s voorgestelde wereldwijde tarievenbeleid?
De heropleving van het tariefbeleid door voormalig president Donald Trump laat opnieuw zien hoe economische macht in de Verenigde Staten zich verschuift van het Congres naar het Witte Huis. Tijdens zijn eerste ambtstermijn ondervond Trump nauwelijks juridische of politieke tegenstand toen hij tarieven oplegde op staal, aluminium en duizenden Chinese producten. Zijn nieuwe voorstel gaat echter veel verder en roept fundamentele vragen op over de constitutionele balans van bevoegdheden.
Volgens recente analyses van onder meer het Committee for a Responsible Federal Budget zouden de voorgestelde tarieven naar schatting $2,7 biljoen kunnen opleveren – een aanzienlijk bedrag dat als enige substantiële dekking dient voor de meer dan $10 biljoen aan verkiezingsbeloftes van Trump. Daarmee zouden deze tarieven feitelijk fungeren als een alternatieve belasting voor Amerikaanse consumenten. De lasten worden doorgeschoven naar binnenlandse bedrijven en burgers, aangezien geïmporteerde goederen duurder worden.
Binnen de uitvoerende macht zouden de noodzakelijke procedurele stappen relatief snel kunnen worden doorgevoerd, vooral indien kabinetten onder druk staan van mogelijk ontslag bij vertraging. Dit benadrukt niet alleen de groeiende centralisatie van economische beslissingsmacht, maar ook de verzwakking van bureaucratische tegenwichten.
Toch is het niet uitgesloten dat een Republikeins gecontroleerd Congres Trumps plannen zal omzetten in wetgeving. Dat zou de legitimiteit van de tarieven versterken, terwijl tegelijkertijd het institutioneel evenwicht verder zou verschuiven in het voordeel van de uitvoerende macht. Juridische experts waarschuwen dat een dergelijke "wholesale transfer of authority" van het Congres naar de president te ver zou gaan, en mogelijk ongrondwettelijk is.
Tegenstand groeit onder bedrijven en handelsgroepen, die zich voorbereiden op juridische stappen tegen het beleid, mochten deze plannen werkelijkheid worden. Hun bezorgdheid is niet louter economisch; het raakt aan de fundamenten van de Amerikaanse democratische structuur en de manier waarop handelsbeleid traditioneel tot stand komt.
Ondertussen is er veel onduidelijk over de uitvoering, reikwijdte en haalbaarheid van Trumps voorstel. Terwijl het tariefplan in theorie miljarden kan opleveren, zijn de werkelijke economische en geopolitieke kosten nauwelijks te overzien. Een dergelijke ingreep zou globale toeleveringsketens verstoren, internationale handelspartners vervreemden en mogelijk tot vergeldingsmaatregelen leiden.
Wat ook onderbelicht blijft in de publieke discussie is dat tarieven niet in een vacuüm bestaan. Ze beïnvloeden niet alleen prijzen en handelsstromen, maar ook internationale relaties, investeringsbeslissingen en de positie van de VS in het mondiale systeem. Een wereldwijde tariefstrategie zou het multilaterale handelssysteem, gebaseerd op regels en samenwerking, ondermijnen ten gunste van bilaterale drukmiddelen.
Belangrijk om te begrijpen is dat de economische logica achter tarieven zelden zuiver protectionistisch is. In de context van Trumps voorstel lijkt het eerder een politieke hefboom, een bron van begrotingsmiddelen en een middel om binnenlandse beloftes te financieren zonder directe belastingverhogingen. Maar dit komt met risico’s: inflatoire druk, verstoring van consumentengedrag, en het verlies van vertrouwen bij internationale bondgenoten.
Bovendien toont dit voorstel aan hoe politieke leiders steeds vaker gebruik maken van economische instrumenten voor electorale doeleinden, waarbij economische schade op lange termijn wordt ondergeschikt gemaakt aan korte termijn politieke winst. Voor de lezer is het van belang te erkennen dat zulke beleidsverschuivingen verder reiken dan het domein van handel; ze raken aan de kern van staatsstructuren, rechtsstatelijkheid en mondiale stabiliteit.
Hoe willen miljardairs Medicaid ontmantelen en wie betaalt daarvoor de prijs?
Medicaid is een levensader voor miljoenen Amerikanen: bijna de helft van alle kinderen in de Verenigde Staten is ervan afhankelijk, samen met één op de vijf vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Het programma dekt een aanzienlijk deel van de geestelijke gezondheidszorg en verpleeghuiszorg in het land. En toch staat het nu opnieuw onder vuur — niet vanwege misbruik of inefficiëntie, maar omdat de rijksten der aarde vinden dat het te veel kost. Onder leiding van DOGE, het nieuwe ministerie van “overheidsefficiëntie”, gesteund door miljardairs als Elon Musk en Vivek Ramaswamy, worden plannen uitgewerkt die de bestaansbasis van Medicaid fundamenteel zouden veranderen.
Het belangrijkste wapen in hun arsenaal is de omzetting van Medicaid naar zogenaamde "block grants" — een vorm van federale financiering waarbij staten een vast bedrag krijgen, ongeacht het aantal mensen dat zich aanmeldt voor het programma. Dit betekent dat wanneer meer kinderen, ouderen of werkloze ouders medische hulp nodig hebben, staten zelf moeten opdraaien voor de extra kosten, of gedwongen worden om toegang tot zorg te beperken. Gezien de reeds krappe staatsbegrotingen is het vrijwel zeker dat die toegang beperkt zal worden.
Een tweede strategie is het opleggen van werkvereisten aan Medicaid-ontvangers. Dit klinkt in theorie misschien redelijk, maar in de praktijk leidt het tot het schrappen van honderdduizenden mensen van de zorg, waaronder velen die simpelweg niet kúnnen werken. Volgens schattingen van het Congresbureau zouden deze maatregelen de federale overheid ruim $100 miljard kunnen besparen in tien jaar. De echte winst is echter niet de besparing — het is de onzichtbare winst voor de miljardairs zelf: een kleinere overheid, minder herverdeling van rijkdom, meer fiscale ruimte voor henzelf.
En precies daar ligt de kern van de hypocrisie. Terwijl DOGE aanstuurt op het terugdraaien van Medicaid, streven dezelfde actoren tegelijkertijd naar het verlengen van de belastingverlagingen uit 2017 — een set maatregelen die vooral grote bedrijven en de ultrarijken bevoordeelden. De kosten van die belastingvoordelen? Meer dan $5 biljoen. Dat is meer dan het dubbele van wat Musk en consorten beweren te willen besparen op ‘inefficiënte’ overheidsprogramma’s.
De politieke logica is kristalhelder: de machtelozen leveren in, zodat de machtigen hun rijkdom kunnen behouden — en uitbreiden. De gemiddelde Medicaid-ontvanger heeft geen lobbyist, geen toegang tot beleidsmakers, geen mediaplatform. De miljardairs wel.
Wat onderbelicht blijft, is dat Medicaid niet alleen over geld of zorg gaat, maar over menselijke waardigheid. Het is een vangnet voor de meest kwetsbaren in een systeem dat vaak onverschillig is voor hun bestaan. Het ondermijnt ook fundamenteel de illusie van meritocratie: dat iedereen, mits hard werkend en toegewijd, toegang kan krijgen tot basiszorg en ondersteuning. Als die toegang wordt gekoppeld aan arbitraire werkvoorwaarden, of afhankelijk wordt van budgettaire willekeur op staatsniveau, dan verliezen niet alleen de armen — dan verliest de hele samenleving.
Daarbij komt nog het toenemende isolement onder ouderen, zeker wanneer toegang tot zorg en mentale ondersteuning wordt bedreigd. Ouderen die geliefden hebben verloren of het gevoel hebben nergens meer bij te horen, raken sneller in een staat van mentale achteruitgang. Het wegnemen van hun zorgstructuur is geen bezuiniging — het is verwaarlozing op systematisch niveau. Het omarmen van technologie en efficiëntie ten koste van zorg en menselijke relaties is geen vooruitgang, het is een morele stap achteruit.
Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat deze strijd over Medicaid niet alleen gaat over begrotingen, maar over prioriteiten. In wat voor samenleving willen we leven? Een waarin het vermogen van enkelen het lijden van velen rechtvaardigt? Of een waarin zorg voor de kwetsbaarsten een collectieve verantwoordelijkheid blijft?
Wie zwijgt, stemt toe.
Jaké jsou nejjednodušší červi a jejich role v ekosystémech?
Jak začít s háčkováním: Základy, tipy a techniky
Jak komunikovat na letišti a в hotelu v arabských zemích
Jak správně sestavit elektroniku pro vlastní projekt: montáž, připojení a úpravy

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский