Belichaamde intelligentie is een concept dat de interactie tussen fysieke robots en hun omgeving op een fundamenteel niveau beschrijft. Het draait om systemen die niet alleen data verwerken of intellectuele taken uitvoeren, maar die tegelijkertijd actief hun omgeving waarnemen, begrijpen en erop reageren. Dit vermogen om fysiek te handelen en intelligent gedrag te vertonen via een directe interactie met de wereld, is wat robots in staat stelt om zich aan te passen aan nieuwe, onbekende situaties.

In de context van robotontwikkeling wordt deze interactie beschouwd als essentieel voor het succes van robots die effectief in de menselijke samenleving moeten functioneren. Robottechnologie heeft de afgelopen decennia enorme vooruitgangen geboekt, vooral op het gebied van zowel hardware als software. Wat voorheen een sci-fi fantasie was, lijkt nu werkelijkheid te worden: robots die zich in de echte wereld bewegen, objecten herkennen, beslissingen nemen en taken uitvoeren die voordien alleen door mensen werden gedaan.

Het idee van belichaamde intelligentie heeft zijn oorsprong in de vroege dagen van kunstmatige intelligentie (AI). Alan Turing stelde destijds al voor dat machines in de toekomst de capaciteiten van mensen zouden kunnen benaderen, maar de vraag bleef: waar moesten ze beginnen? Zijn voorbeeld van een machine die schaken speelt, was een illustratie van ‘ontlichaamde intelligentie’, een systeem dat puur in abstracte vormen opereert. Tegelijkertijd bood Turing het idee van machines die konden leren om Engels te begrijpen en te spreken als een voorbeeld van belichaamde intelligentie: een machine die daadwerkelijk met zijn omgeving en met mensen communiceert, niet alleen met gegevens.

Hoewel de technologische vooruitgang in AI en robotica steeds meer ontlichaamde intelligentie mogelijk maakt, wordt belichaamde intelligentie nog steeds gezien als de sleutel tot de ontwikkeling van robots die daadwerkelijk in de fysieke wereld kunnen opereren. Dit onderscheid is van groot belang wanneer we kijken naar robotperceptie en -leren, en het benadrukt waarom robots niet alleen cognitieve taken kunnen uitvoeren, maar daadwerkelijk moeten kunnen handelen op basis van hun zintuiglijke waarnemingen van de wereld.

In tegenstelling tot multi-agent systemen (MAS), die meer traditionele gedistribueerde computernetwerken beschrijven waarbij knooppunten stationair zijn, omvat een multi-robot systeem (MRS) robots die zich fysiek in de wereld bewegen en met elkaar moeten interageren. Dit onderscheid is belangrijk om te begrijpen dat de uitdaging in robotontwikkeling niet alleen ligt in het bouwen van een robot die intelligente berekeningen kan uitvoeren, maar dat de robot in staat moet zijn om met de fysieke wereld te communiceren door te bewegen, objecten te herkennen en acties te ondernemen die in lijn zijn met zijn omgeving.

Bovendien moet worden begrepen dat belichaamde intelligentie niet alleen een kwestie is van geavanceerde sensoren of de mechanische actoren in een robot. Het gaat om de interactie van de robot met de ruimte en de mensen eromheen. Dit betekent dat robotica ook de ontwikkeling van adaptieve systemen vereist, die continu leren en zich aanpassen aan nieuwe omgevingen en taken. Daarom is het essentieel dat de robot een dynamisch leervermogen bezit, dat hen in staat stelt om nieuwe informatie in real-time te verwerken en daarop te reageren.

Voor de lezers van dit boek is het belangrijk om te begrijpen dat belichaamde intelligentie niet louter een filosofisch concept is. Het is de kern van de technologische vooruitgang die robots in staat stelt om deel uit te maken van onze samenleving, en de vooruitgang in dit veld zal niet alleen de efficiëntie van robots verbeteren, maar ook hun vermogen om in verschillende omgevingen samen te werken met mensen en andere robots. De robots van de toekomst zullen niet meer louter ‘intelligente machines’ zijn, maar fysieke entiteiten die daadwerkelijk deel uitmaken van het weefsel van de wereld zelf.

Hoe Robotperceptie en Leren de Toekomst van Autonome Navigatie Beïnvloeden

In de afgelopen twee decennia hebben intelligente mobiele robotica opmerkelijke vooruitgangen geboekt. Dit boek richt zich op twee cruciale aspecten van deze evolutie: robotperceptie en robotleren, met toepassingen in sociaal-bewuste robotnavigatie en lange termijn autonomie. Het begon met het bespreken van het kritieke, maar uitdagende probleem van benchmarken in de mobiele robotica. Dit omvatte drie belangrijke gebieden: het standaardiseren van evaluatieprocedures, het ontwikkelen van gemeenschappelijke testbedden en het creëren van open datasets.

Het begrip robotperceptie vormt de kern van robotgedrag. Het stelt robots in staat om hun omgeving te begrijpen, objecten te detecteren, en menselijke interacties adequaat te verwerken. Gezien de complexiteit van dynamische omgevingen, zoals stadsomgevingen met mensen, wordt het vermogen van robots om sociale signalen te herkennen en hierop te reageren steeds belangrijker. Dit vereist een nauwe samenwerking van zowel sensoren als algoritmes die de omgeving kunnen begrijpen en voorspellen. Robotperceptie is dan ook niet alleen afhankelijk van visuele gegevens, maar ook van andere modaliteiten zoals geluid en haptische feedback. Deze sensoren, gecombineerd met algoritmen die in staat zijn om deze gegevens te interpreteren, vormen de basis voor het vermogen van de robot om te navigeren en beslissingen te nemen.

Een ander cruciaal aspect dat een aanzienlijke impact heeft op robotnavigatie is robotleren, specifiek in de context van lange termijn autonomie. Roboten moeten in staat zijn om zichzelf aan te passen aan veranderende omgevingen en situaties, waarbij ze continu leren zonder verlies van eerder opgedane kennis, een fenomeen dat bekendstaat als "catastrofale vergeten". Het voorkomen van catastrofale interferentie, zoals besproken door McCloskey en Cohen (1989), is een belangrijk onderzoeksgebied binnen de robotica, vooral voor autonome voertuigen. In plaats van elke keer opnieuw te beginnen, moeten robots in staat zijn om hun leerproces uit te breiden en zich aan te passen aan nieuwe taken zonder de eerdere kennis te verliezen.

Het integreren van ervaring en continue leerprocessen in robotgedrag vereist diepgaande aanpakken zoals ervaring replay en synaptische intelligentie. Deze benaderingen zijn fundamenteel voor robots die taken uitvoeren in een steeds veranderende omgeving. Bij deze benaderingen worden eerdere ervaringen opgeslagen en gebruikt om toekomstige acties te verbeteren, wat essentieel is voor lange termijn autonomie. Daarbij moeten robots niet alleen reageren op directe stimuli, maar ook vooruit plannen, gebruikmakend van contextuele informatie om zich aan te passen aan de dynamiek van hun omgeving.

Het aspect van sociaal-bewuste robotnavigatie is ook een belangrijk onderwerp in de moderne robotica. Robots moeten zich niet alleen bewust zijn van hun directe omgeving, maar ook rekening houden met de aanwezigheid en de intenties van mensen. Dit vereist een diepgaande integratie van gedragsmodellen en gedragsvoorspelling die de sociale dynamiek van menselijke interacties nabootsen. Hier speelt reinforcement learning een cruciale rol, waarbij robots zichzelf trainen in het maken van beslissingen op basis van hun ervaringen in sociale omgevingen.

In toepassingen zoals autonome voertuigen en menselijke interacties met robots is het van groot belang dat robots zich sociaal competent gedragen. Ze moeten in staat zijn om menselijke signalen te interpreteren, conflicten te vermijden en zich op een respectvolle manier te gedragen in menselijke omgevingen. Dit vergt een gedetailleerde benadering van sociaal leren en een goed begrip van menselijke gedragingen en verwachtingen. Het combineren van robotperceptie en sociaal bewustzijn vormt een belangrijke stap richting de acceptatie van robots in menselijke omgevingen, zoals thuis, op de werkplek en in het openbaar vervoer.

Het samenspel tussen robotperceptie, robotleren en sociale interactie leidt tot een robot die niet alleen functioneel is, maar ook effectief samenwerkt met mensen. De interactie tussen deze elementen bepaalt hoe succesvol robots in de toekomst zullen zijn in complexe, dynamische omgevingen. Terwijl de technologie zich verder ontwikkelt, is het essentieel om de uitdagingen van lange termijn autonomie, menselijke samenwerking en sociale navigatie aan te pakken.

De toekomst van autonome robots zal afhangen van hun vermogen om kennis te integreren, hun gedrag aan te passen aan de omgeving, en tegelijkertijd sociaal en ethisch verantwoord te handelen. Deze eigenschappen zijn cruciaal voor het bereiken van volledig autonome robots die naast mensen kunnen functioneren in een breed scala aan toepassingen, van robotassistenten in de zorg tot zelfrijdende auto's. Het begrijpen en integreren van deze factoren is niet alleen noodzakelijk voor technologische vooruitgang, maar ook voor de maatschappelijke acceptatie van robots als betrouwbare partners in de dagelijkse levenssfeer.