In de gegeven afgeleiden vergelijking (2.1) voor een vlakke structuur wordt het concept van virtueel werk gebruikt voor het verkrijgen van de stijfheidsmatrixen van verschillende frame- en truss-elementen. Dit principe kan, door de stappen die worden gepresenteerd, worden toegepast om de rekenmethoden voor de structurele analyse van dergelijke elementen te verduidelijken.

Laten we eerst het vlakke frame-element beschouwen. De assen (x, y) van een orthogonaal cartesisch coördinatensysteem worden gedefinieerd, waarbij de x-as het centrum van de dwarsdoorsnede van het frame-element aangeeft. In deze gevallen is alleen de axiale rek εxx\varepsilon_{xx} van belang, wat betekent dat alle andere rekken als nul kunnen worden genomen. De rek in de axiale richting εxx\varepsilon_{xx} op een bepaald punt NN van het element wordt gerelateerd aan de axiale verplaatsing uxu_x volgens de afgeleide formule εxx=uxx\varepsilon_{xx} = \frac{\partial u_x}{\partial x}. Aangezien we werken onder de veronderstelling van de Bernoulli-Euler theorie, waarbij de doorsnede van het element na vervorming nog steeds vlak blijft, kunnen de axiale en transversale verplaatsingen van een generiek punt op het element worden uitgedrukt als functies van de verplaatsingen van het centroid van het element.

Substitutie van deze uitdrukkingen in de vergelijking voor virtueel werk leidt tot een vereenvoudigde versie van de vergelijking voor de externe krachten RR, die in deze context de oppervlaktespanning tit_i aan het einde van het element A en B vertegenwoordigen. Deze krachten worden via integratie over de dwarsdoorsnede van het element gerelateerd aan de vervormingen δux\delta u_x en δuy\delta u_y aan de uiteinden van het element. Dit resulteert in een algemene uitdrukking voor het virtuele werk als R=Ra+RbR = R_a + R_b, waarbij de krachten aan de uiteinden A en B de externe bijdragen aan het werk van het systeem vertegenwoordigen.

Een interessante opmerking hierbij is dat, hoewel de benadering via virtueel werk gelijkwaardig is aan het oplossen van de differentiaalvergelijkingen van het systeem met behulp van de randvoorwaarden, het gebruik van de variatierekeningen een nuttige en pragmatische manier is om de eindige-elementenformuleringen te verkrijgen. De elementen zelf kunnen verder worden geanalyseerd door deze formuleringen toe te passen op andere complexere structuren, waarbij de afgeleiden stijfheids- en krachtmatrices de sleutel vormen tot een gedetailleerde analyse.

Het afleiden van de stijfheidsmatrixen van een vlak frame-element kan verder worden bereikt door het toepassen van integraalbewerkingen, die de virtuele hoeveelheden δu\delta u en δv\delta v meenemen. Bij het uiteindelijke resultaat wordt een vergelijkingsformule verkregen waarin de krachtterm en de verplaatsingstermen samenkomen, wat de algemene wet van virtueel werk in zijn meest elementaire vorm uitdrukt.

Wat belangrijk is om op te merken, is dat de mate van precisie van de benaderingen sterk afhankelijk is van de gebruikte interpolatiefuncties en de vrijheidsgraden van de knooppunten van het element. Bovendien, hoewel deze benadering aanvankelijk niet noodzakelijkerwijs gekoppeld is aan de differentiaalvergelijkingen van het systeem, kunnen inzichten uit die vergelijkingen waardevolle aanwijzingen geven voor de keuze van de juiste interpolatiefuncties en het aantal knooppunten voor een optimale elementformulering.

De verschillende conventies voor de tekens van de krachten en momenten, zoals beschreven in de tekst, spelen ook een belangrijke rol bij de juistheid van de berekeningen. De keuze van de referentie-einden (zoals het rechteruiteinde B) voor illustraties in de afgeleiden formules zorgt voor consistentie in de beschrijvingen van krachten en momenten, en het wordt aanbevolen om deze conventies te volgen om verwarring te voorkomen bij de latere fases van de analyse.

Tot slot is het vermeldenswaard dat de formulering van het eindige element op basis van de virtuele arbeidsmethode even degelijk is als die van de klassieke differentiaalvergelijkingen, wat betekent dat de methode van virtueel werk ook de mogelijkheid biedt om complexe structurele analyses op efficiënte wijze uit te voeren.

Hoe Veranderingen in Trussstructuren Effectief Kunnen Worden Geanalyseerd

In de meeste traditionele benaderingen voor de analyse van trussstructuren wordt een assumptie gemaakt dat de deformaties klein zijn in verhouding tot de afmetingen van de structuur. Dit maakt het mogelijk om lineaire benaderingen toe te passen, die eenvoudiger zijn in de berekeningen en die in veel gevallen voldoende nauwkeurige resultaten leveren. Echter, wanneer een trussstructuur wordt blootgesteld aan grotere verplaatsingen of wanneer de krachten een niet-lineair gedrag vertonen, wordt deze benadering niet meer voldoende en moeten we overstappen op geavanceerdere analysemethoden.

De uitdaging in dergelijke gevallen is het omgaan met de niet-lineaire stijfheid van de structuur. Deze niet-lineaire reacties kunnen ontstaan door verschillende factoren, zoals het toenemen van de vervormingen bij hoge belasting of het optreden van plastische vervormingen. Een effectieve manier om deze complexiteit te beheren is het gebruik van de eindige-elementenmethode (FEM), een numerieke techniek die in staat is om dergelijke niet-lineaire problemen op te lossen door het systeem op te splitsen in kleinere, eenvoudigere delen.

Een van de voornaamste voordelen van FEM is de mogelijkheid om met de zogenaamde "generalized displacement control method" te werken. Deze techniek biedt de flexibiliteit om de stapgrootte aan te passen op basis van de mate van non-lineariteit die door de structuur wordt ervaren. Dit betekent dat, naarmate de vervorming toeneemt, de analysemethoden zich kunnen aanpassen, wat de nauwkeurigheid van de oplossing verbetert, vooral in de buurt van kritieke punten zoals het moment van het "snappen" of het bereiken van het breekpunt van de structuur.

Voorbeeld: Twee-ledige Truss

Een klassiek voorbeeld van de toepassing van de eindige-elementenmethode is een twee-ledige truss, waarvan de leden identieke afmetingen en materiaal eigenschappen hebben. Bij het analyseren van deze structuur blijkt dat wanneer de benadering van kleine vervormingen wordt gebruikt, er grote fouten ontstaan, vooral wanneer de krachten de rigide lichaambewegingen beïnvloeden. Deze fouten kunnen worden verminderd door kleinere stapgroottes in de berekeningen toe te passen, maar zelfs met een nauwkeuriger model blijven er onnauwkeurigheden in de schattingen van de interne krachten wanneer het rigide lichaamgedrag niet correct wordt gemodelleerd. Dit onderstreept het belang van een correcte krachtherstelprocedure die rekening houdt met de rigide lichaamselementen.

In dit geval heeft de gebruik van de exacte versie van de stijfheidsvergelijking bewezen effectief te zijn, aangezien het in staat is om de fictieve krachten die ontstaan bij rigide lichaambewegingen te elimineren. Het is duidelijk geworden dat de mogelijkheid om rigide lichaamstoestand correct te integreren in de analyse een cruciale rol speelt in de nauwkeurigheid van de niet-lineaire analyse van trussstructuren.

Voorbeeld: 24-ledige Schaaldome

Het tweede voorbeeld betreft een complexere structuur: een 24-ledige schaaldome. Deze dome is al vaak gebruikt als benchmark voor het testen van de nauwkeurigheid van verschillende elementenformuleringen en oplossingsalgoritmes. De dome is samengesteld uit leden met identieke dwarsdoorsneden en elastische modules, en wordt verondersteld zich onder een belasting te bevinden die typisch is voor zulke structuren.

Een belangrijke bevinding in de analyse van deze structuur is dat het gebruik van de exacte stijfheidsvergelijking wederom resulteert in zeer nauwkeurige oplossingen, vooral wanneer de geometrische beperkingen strikt worden nageleefd. Bij deze tests werd de verticale verplaatsing van de knooppunten gemeten en vergeleken met theoretische waarden, waarbij de nauwkeurigheid van de FEM-oplossing opvallend hoog was. Dit toont aan dat de juiste keuze van het analysemodel, gecombineerd met een gedetailleerde krachtherstelprocedure, essentieel is voor het verkrijgen van betrouwbare resultaten in de niet-lineaire analyse van complexe structuren.

Het resultaat van de analyse van de 24-ledige dome toont ook aan hoe belangrijk het is om rekening te houden met de geometrische en krachtscondities van de structuur in verschillende stadia van de belasting. Wanneer de domestructuur bijvoorbeeld in een bepaalde configuratie wordt belast, moeten de verplaatsingen van de knooppunten voldoen aan specifieke geometrische relaties. De nauwkeurigheid van de berekeningen heeft aangetoond dat de gekozen benadering effectief deze voorwaarden kan volgen.

Belangrijke Overwegingen bij de Analyse

Bij de toepassing van FEM voor niet-lineaire analyses is het essentieel om de keuze van de stijfheidsvergelijkingen zorgvuldig te overwegen. Zoals gezien in de voorbeelden, kan het gebruik van een benadering voor kleine vervormingen leiden tot grote fouten, vooral in situaties waar de rigide lichaambewegingen invloed hebben op de resultaten. Het toepassen van de juiste versies van de stijfheidsvergelijkingen die specifiek ontworpen zijn om zulke effecten te elimineren, kan de nauwkeurigheid aanzienlijk verbeteren.

Daarnaast is het belangrijk dat de oplossing zich aanpast aan de mate van non-lineariteit in de structuur. De generalisatie van de stapgrootte op basis van de huidige toestand van de structuur zorgt voor een meer flexibele en nauwkeurige benadering van het probleem. Dit maakt het mogelijk om de verschillende kritieke punten, zoals het moment van instabiliteit of breuk, beter te volgen en te analyseren.

Tot slot moet worden opgemerkt dat, hoewel de eindige-elementenmethode krachtige mogelijkheden biedt voor het analyseren van niet-lineaire structuren, de resultaten altijd afhankelijk blijven van de juiste modellering van de fysische en geometrische eigenschappen van de structuur, evenals van de precisie van de gebruikte numerieke methoden.

Hoe de GDC Methode Toepassen bij Niet-Lineaire Analyse van Frame Structuren?

In de geometrisch niet-lineaire analyse van frame structuren met behulp van de GDC (Geometrically Nonlinear Displacement Control) methode wordt een incrementele iteratieve benadering gebruikt om de structurele reacties onder veranderende belasting te berekenen. Het proces omvat verschillende belangrijke stappen die essentieel zijn voor het begrijpen van de complexiteit van dergelijke analyses en het correct toepassen van de GDC-methode.

De eerste stap in de methode bestaat uit het controleren of de GSP (Geometrically Significant Parameter) negatief is. In dit geval wordt de parameter λi1 vermenigvuldigd met −1, wat de richting van de belastingomkering omkeert. Dit is een belangrijke techniek die helpt om de nauwkeurigheid van de simulatie in niet-lineaire omgevingen te waarborgen, aangezien sommige structuren negatieve spanningen kunnen ervaren die correct gecorrigeerd moeten worden. Vervolgens worden de verplaatsingsverhogingen {ΔU i j} voor de i-de iteratie bepaald door gebruik te maken van de formules in vergelijking (7.45), waarbij de beginverplaatsing {ΔŪ 1} gelijk is aan {0}, wat betekent dat de structuur in de eerste iteratie geen initiële verplaatsing heeft.

Voor de daaropvolgende iteraties (j ≥ 2) worden de ongebalanceerde krachten {Ri j−1} berekend met behulp van de vergelijking (7.9). Het is ook noodzakelijk om de stijfheidsmatrix [Ki j−1] bij te werken (hoewel dit optioneel kan zijn afhankelijk van de specifieke toepassing). De berekening van de verplaatsing wordt uitgevoerd door de vergelijkingen (7.43) en (7.44) op te lossen voor de twee verplaatsingsvectoren {ΔÛ j} i en {ΔŪ j}, waarna de λij-waarde wordt bepaald via de belastingvergelijking (7.66). De totale verplaatsingsverhogingen voor de j-de iteratie worden vervolgens berekend met behulp van de vergelijking (7.45).

Het totaliteitsprincipe speelt een cruciale rol in dit proces. Dit wordt geïmplementeerd door de totale belastingfactor Λi j bij te werken volgens de formule Λi j = Λi j−1 + λij. Hierdoor wordt de totale belasting {P i j} als volgt berekend: {P̂} wordt vermenigvuldigd met de nieuwe totale belastingfactor. De totale structurele verplaatsingen {U i j} worden op hun beurt bijgewerkt door de vorige verplaatsing {U i j−1} op te tellen bij de nieuwe verplaatsingsverhogingen {ΔU i j}.

De coördinaten van elk knooppunt worden vervolgens geüpdatet, evenals de geometrie van de structuur. Dit is essentieel om ervoor te zorgen dat de veranderingen in de structuur tijdens de iteraties correct worden gereflecteerd. Bij elke element van de structuur wordt vervolgens een set berekeningen uitgevoerd: de elementverplaatsingen {Δuij} worden berekend, de elementkrachtverhogingen {Δf} worden vastgesteld, en uiteindelijk worden de totale krachten {f ij} berekend, met inachtneming van het effect van de initiële krachten. De totale interne krachten {F i j} van de structuur worden uiteindelijk berekend door de vergelijking (7.8) toe te passen.

Het iteratieve proces blijft doorgaan tot de gewenste nauwkeurigheid wordt bereikt, wat meestal wordt beoordeeld met behulp van de foutnorm van de verplaatsing of een soortgelijke maat. Als de totale belasting Λi j de toegestane maximale belasting niet overschrijdt, wordt de procedure herhaald met de volgende incrementen. Bij overschrijding wordt de procedure gestopt.

Bij de eerder beschreven fasen van de geometrisch niet-lineaire analyse van framed structuren wordt duidelijk hoe gedetailleerd de GDC-methode is in het beheren van de structuurvervorming onder verschillende belastingcondities. De illustraties in de numerieke voorbeelden tonen de effectiviteit van de methode, met name in het omgaan met meerdere kritieke punten en het dynamisch aanpassen van stapgrootte en laadrichting. Deze eigenschappen zijn bijzonder nuttig bij het modelleren van structuren die gevoelig zijn voor niet-lineaire effecten en instabiliteit.

In de toegepaste numerieke voorbeelden, zoals de analyse van de twee-ledige truss, de ondiepe boog en de circulaire boog met centrale belasting, werd de GDC-methode gebruikt om de respons van de structuren te simuleren. De resultaten tonen niet alleen de nauwkeurigheid van de oplossing, maar ook de robuustheid van de GDC-methode bij het traceren van meerdere kritieke punten in de belasting-deformatiecurves, wat essentieel is voor het correct begrijpen van de structurele stabiliteit onder niet-lineaire belastingen.

De iteratieve benadering van de GDC-methode maakt het mogelijk om ingewikkelde niet-lineaire gedragspatronen van structuren goed te modelleren. Het afstemmen van de verplaatsingen en krachten over de verschillende stappen zorgt voor een gedetailleerd en nauwkeurig beeld van hoe de structuur zich gedraagt onder verschillende belastingomstandigheden.

Naast de technische uitvoering van de GDC-methode, is het belangrijk dat de gebruiker zich bewust is van de fundamentele concepten die de basis van de methode vormen, zoals de noodzaak van stapsgewijze belastingtoepassing en het belang van het zorgvuldig monitoren van de belastingverhouding en de verplaatsingen om te voorkomen dat onrealistische resultaten worden behaald. De methode vereist zorgvuldige afstemming en optimalisatie van de parameters om betrouwbare resultaten te verkrijgen, vooral bij het werken met complexe structuren die onder extreme omstandigheden kunnen falen.

Wat is het belang van de geometrisch niet-lineaire analyse bij raamstructuren en hoe verschilt deze van lineaire analyse?

Geometrisch niet-lineaire analyse speelt een cruciale rol in de studie van het gedrag van raamstructuren onder belasting, vooral wanneer de vervormingen niet meer als klein kunnen worden beschouwd. Bij het analyseren van raamstructuren wordt ervan uitgegaan dat de leden lang zijn in vergelijking met hun doorsnede, zoals de breedte en diepte, en daarom worden ze vaak beschouwd als slanke elementen. Deze elementen kunnen in eindige-elementenanalyse als lijnvormige elementen worden gemodelleerd. Een truss, een specifieke vorm van raamstructuur, kan worden beschouwd als een raamstructuur waarin alleen axiale krachten aanwezig zijn, terwijl in een algemene raamstructuur ook schuifkrachten, momenten en torsies een rol spelen.

Wanneer we kijken naar de geometrisch niet-lineaire analyse, moeten we begrijpen dat de deformatie van de structuur niet meer als klein kan worden verondersteld. Dit vereist dat we het verschil erkennen tussen de huidige configuratie van de structuur en de initiële staat. Dit onderscheid is van cruciaal belang, vooral in de definitie van spanningen en vervormingen en de berekening van de krachten in de elementen. In tegenstelling tot de lineaire analyse, waar de vervormingen als verwaarloosbaar klein worden beschouwd, maakt de niet-lineaire analyse het mogelijk om grotere, reële vervormingen en de effecten van de geometrie op de structurele respons te modelleren.

Het load increment-iteratief proces is essentieel voor het verkrijgen van nauwkeurige resultaten in een geometrisch niet-lineaire analyse. Dit betekent dat de belasting op de structuur in meerdere incrementele stappen wordt toegepast, waarbij de structuur voor elke stap opnieuw wordt geanalyseerd. Dit biedt de mogelijkheid om de effect van grotere deformaties, die typisch zijn voor niet-lineaire gedrag, beter te begrijpen en te voorspellen. De meest gebruikte formulering voor deze analyse is de "updated Lagrangian" (UL) methode, die efficiënter is dan de "total Lagrangian" methode in veel gevallen van elastische structuren.

Bij het gebruik van de UL-formulering wordt de status van de structuur in elke iteratie opnieuw berekend, rekening houdend met de veranderingen in de geometrie en de interne krachten. Deze benadering is vooral belangrijk in gevallen waar de vervormingen groot zijn, zoals bij het inbuigen of het buigen van lange structuurlenzen, waardoor traditionele lineaire methoden niet langer voldoende nauwkeurige voorspellingen kunnen doen.

Naast het analyseren van de vervormingen en spanningen, wordt ook gekeken naar de dynamische aspecten van structuren, zoals de kritieke belasting en het gedrag van de structuur tijdens belastingstappen. In de geometrische niet-lineaire analyse van structuren wordt aangenomen dat de verbindingen tussen de leden stijf zijn, wat betekent dat de structurele respons sterk afhankelijk is van de eigenschappen van de leden zelf, evenals van hun interacties op knooppunten.

In de praktijk is het van belang dat ingenieurs niet alleen kijken naar de lineaire vervormingen, maar ook naar de niet-lineaire effecten die vaak het primaire gedrag van complexe structuren bepalen, zoals bij gebouwen, bruggen en torens. Dit inzicht maakt het mogelijk om veiliger en efficiënter te ontwerpen, vooral wanneer de structuren worden blootgesteld aan zware belastingen of extreme omstandigheden, zoals aardbevingen of windbelastingen.

In de geometrisch niet-lineaire analyse is het noodzakelijk om zowel de interne als de externe krachten goed in kaart te brengen, en de veranderingen in de structuur tijdens het belastingproces te volgen. Dit stelt ingenieurs in staat om niet alleen te begrijpen hoe de structuur reageert op belasting, maar ook om kritieke punten van falen te identificeren, zoals knooppunten waar de structuur kan instorten of vervormen. Door gebruik te maken van gedetailleerde modellen en simulaties kunnen ingenieurs potentieel gevaarlijke situaties voorkomen voordat ze zich voordoen.