Publieke blockchains onderscheiden zich fundamenteel van private blockchains door hun architectuur en incentivemodel. Terwijl private blockchains vaak beheerd worden door entiteiten die de operationele kosten en infrastructuur in eigen beheer houden en daardoor kostenbesparingen ervaren zonder de noodzaak van een native asset, vereisen publieke blockchains een intrinsieke waarde-eenheid om hun systeem te laten functioneren. Bitcoin illustreert dit principe: miners, vrijwillige wereldwijde deelnemers, investeren kapitaal in mining hardware om transacties te valideren en de blockchain te beveiligen. Hiervoor ontvangen zij een native asset, in dit geval bitcoin, als beloning. Deze native asset creëert een bottom-up ondersteuning voor het netwerk, waarbij het token intrinsiek verbonden is aan de werking en veiligheid van het systeem.

Deze fundamentele eigenschap maakt publieke blockchains geen gewone databases, maar veeleer systeemarchitecturen die van onderop worden opgebouwd om wereldwijd gedecentraliseerde digitale diensten te coördineren. Naarmate het ecosysteem evolueert, verschuift de beloning voor miners van de uitgifte van nieuwe bitcoins naar transactiekosten, een verschuiving die bij voldoende wereldwijde adoptie zal zorgen voor een duurzame financiering van het netwerk. Deze intrinsieke economische prikkel is onlosmakelijk verbonden met de decentralisatie en veiligheid van het netwerk.

Voorstanders van private blockchains zien de native asset vaak als overbodig en denken dat de technologie zonder deze tokens kan voortbestaan, wat in bepaalde bedrijfsomgevingen waar de blockchain voornamelijk als een geavanceerde database wordt ingezet, ook kan kloppen. Echter, voor publieke blockchains is het native token essentieel; het is de motor achter de decentralisatie, veiligheid en het vertrouwen binnen het netwerk.

Deze tegenstelling leidt tot spanningen binnen de blockchain-gemeenschap. Private blockchains worden vaak ingezet door gevestigde financiële instellingen die blockchaintechnologie gebruiken om hun bestaande infrastructuren te verbeteren, zonder de fundamentele disruptie te willen die publieke blockchains nastreven. Publieke blockchain-enthousiastelingen beschouwen deze beweging als een afzwakking van de oorspronkelijke idealen van decentralisatie en democratisering van financiële diensten.

Blockchaintechnologie kan echter breder worden gezien als een general purpose technology (GPT), vergelijkbaar met fundamentele innovaties zoals stoomkracht, elektriciteit of informatietechnologie. Dit betekent dat blockchain, zowel in publieke als private vormen, een diepgaande impact zal hebben op vele industrieën en uiteindelijk alle consumenten en bedrijven zal beïnvloeden. Deze technologie ontwikkelt zich nog steeds, en hoewel publieke blockchains zoals Bitcoin al een bewezen nut hebben, bevinden vele andere cryptoassets zich nog in verschillende fasen van volwassenwording.

De evolutie van blockchaintechnologie volgt daarbij vaak het patroon van Gartner’s Hype Cycle: van de initiële innovatie, via een piek van overdreven verwachtingen, gevolgd door een dal van desillusie, naar geleidelijke verlichting en uiteindelijk een plateau van productiviteit. Bitcoin lijkt momenteel uit het dal van desillusie te komen, terwijl veel private blockchains de piek van overdreven verwachtingen al weer achter zich laten. Andere cryptoassets bevinden zich verspreid over de verschillende fasen van deze cyclus.

Het begrijpen van deze dynamiek is cruciaal voor iedereen die de blockchainruimte betreedt, omdat het inzicht biedt in waarom native assets een onmisbare rol spelen in publieke blockchains en hoe deze technologie zich ontwikkelt binnen een bredere context van adoptie, innovatie en regulering.

Daarnaast is het belangrijk te beseffen dat de waarde van native assets niet alleen financieel is, maar ook een structurele functie heeft in het waarborgen van veiligheid, decentralisatie en vertrouwen. Zonder deze tokens verliezen publieke blockchains hun unieke kracht en dreigen ze te verworden tot conventionele, gecentraliseerde databases, die weinig bijdragen aan de disruptieve potentie die blockchaintechnologie oorspronkelijk bood.

Wat maakt Ethereum meer dan alleen een digitale munt?

Ethereum onderscheidt zich fundamenteel van Bitcoin door zijn ambitie en functionaliteit. Waar Bitcoin zich hoofdzakelijk beperkt tot het overdragen van monetaire waarde tussen personen, breekt Ethereum met deze conventie door een gedecentraliseerde wereldcomputer te bouwen, ondersteund door een Turing-complete programmeertaal. Dit betekent dat Ethereum niet alleen een valuta is, maar een platform waarop complexe gedecentraliseerde applicaties kunnen draaien die informatie en waarde onderling kunnen uitwisselen. Ether, de native token van Ethereum, fungeert daarbij als ‘brandstof’ voor het uitvoeren van deze toepassingen: het stimuleert ontwikkelaars om efficiënte en kwalitatieve code te schrijven, aangezien iedere uitgevoerde bewerking een kost heeft die in ether wordt betaald. Dit economisch mechanisme verzekert tevens de gezondheid van het netwerk doordat miners worden gecompenseerd voor hun rekenkracht via etherbeloningen, vergelijkbaar met het Bitcoin-proces.

Wat Ethereum bijzonder maakt, is niet alleen de technische architectuur, maar ook de wijze waarop het project tot stand kwam. In tegenstelling tot Bitcoin, dat in stilte werd aangekondigd en aanvankelijk door een zeer kleine groep werd ontwikkeld, startte Ethereum met een open gemeenschap van meer dan vijftien ontwikkelaars en vele supporters die zich direct committeerden aan de visie van een veelzijdiger platform. Vitalik Buterin, de drijvende kracht achter Ethereum, verliet de universiteit en kreeg via de prestigieuze Thiel Fellowship financiering om zich volledig aan dit ambitieuze project te wijden. Deze fellowship, toegekend aan veelbelovende jonge visionairs, onderstreepte het potentieel van Ethereum nog vóór de lancering.

De financiering van Ethereum verliep eveneens vernieuwend: door middel van een publieke presale werden meer dan 31.000 bitcoins opgehaald, goed voor een bedrag van ruim 18 miljoen dollar. Dit was destijds het grootste crowdfunding-initiatief ooit in de cryptowereld. Hiermee toonde Ethereum een nieuwe manier van kapitaalwerving, waarbij niet langer alleen risicokapitaalverschaffers vertrouwen op een team, maar ook het brede publiek kan investeren in het toekomstig potentieel van technologie. De opbrengsten van de presale werden expliciet ingezet voor salarissen, ontwikkelingskosten en investeringen in het ecosysteem rondom Ethereum.

Een kritieke discussie binnen de gemeenschap ontstond rondom de toewijzing van circa 12 miljoen ether aan oprichters en de Ethereum Foundation, bovenop de publieke tokens. Dit leidde tot vragen over mogelijke belangenverstrengeling en ‘double dipping’. Echter, vanuit een zakelijk perspectief vertaalt deze toewijzing zich naar een redelijke vergoeding per ontwikkelaar, wat essentieel was om talent aan te trekken en te behouden in een vroege en risicovolle fase. Deze ‘founder’s reward’ moet worden gezien als een investering in het succes en de groei van het netwerk, niet als winstmaximalisatie ten koste van investeerders.

In de periode tussen presale en lancering bleef het Ethereum-team nauw betrokken bij de gemeenschap. Door het vrijgeven van proof-of-concept toepassingen, het organiseren van conferenties en het ondersteunen van projecten op basis van Ethereum, werd een solide fundament gelegd voor een levendig ecosysteem. Dit voortdurende proces van ontwikkeling en betrokkenheid is cruciaal geweest voor het vertrouwen en de adoptie van Ethereum als platform.

Belangrijk is om te beseffen dat Ethereum niet alleen een technologisch experiment is, maar een fundamentele herdefiniëring van wat gedecentraliseerde netwerken kunnen zijn. Door een economische laag toe te voegen aan peer-to-peer protocollen, wordt een nieuwe mate van efficiëntie en samenwerking mogelijk gemaakt, met verstrekkende gevolgen voor de toekomst van computationele industrieën en digitale samenwerking. Het begrip dat informatie, niet alleen waarde, verhandelbaar en programmeerbaar wordt binnen een gedecentraliseerd netwerk, opent deuren naar talloze innovaties die verder reiken dan traditionele financiële toepassingen.

De implicaties van deze verschuiving zijn verstrekkend: het vereist van de lezer een besef van de complexiteit en de potentie van cryptocommodities als een nieuw soort digitale activa, die niet alleen dienen als betaalmiddel maar ook als dragers van geprogrammeerde functionaliteit en economische prikkels. Ethereum toont aan dat de blockchaintechnologie kan evolueren van een enkelvoudig valuta-concept naar een universeel platform voor gedistribueerde innovatie, waarbij het ecosysteem en de gemeenschap samen de richting bepalen.

Waarom zijn cryptoactiva zo volatiel en hoe moeten beleggers hiermee omgaan?

Beleggers die kort na de beursgang van Facebook in bitcoin stapten, konden rekenen op een rendement dat ruim tweemaal hoger lag dan dat van de aandelenmarkt in dezelfde periode. Dit soort rendementen belonen innovatie en bereidheid om risico te nemen, maar ze zijn ook onderhevig aan het moment van instappen. Had men een jaar gewacht, zou het rendementsscenario er totaal anders hebben uitgezien. In deze context was bitcoin een aantrekkelijke keuze ten opzichte van niet-aandelenbezittingen zoals obligaties, vastgoed, goud of olie. Met name goud en olie presteerden zwak sinds november 2013, terwijl bitcoin in diezelfde periode olie zelfs wist te overtreffen. Door het lage renteklimaat bleven obligaties vooral een middel tot kapitaalbehoud, zonder veel waardevermeerdering. Amerikaans vastgoed was hierop een uitzondering, met rendementen die zich konden meten met die van de aandelenmarkt.

Dergelijke historische terugblikken leggen zowel de kracht als de kwetsbaarheid van cryptoactiva bloot. Wat deze activa onderscheidt, is hun potentieel voor waardestijging op lange termijn – mits correct benaderd. Eén van de strategieën om dit potentieel te benutten zonder ten prooi te vallen aan de valkuilen van timing, is dollar cost averaging. Deze methode houdt in dat men kapitaal geleidelijk inzet in plaats van in één keer. Door gespreid in te stappen koopt men zowel op pieken als in dalen, met als resultaat een gemiddelde instapprijs die, mits het activum waarde heeft op lange termijn, gunstig kan uitpakken.

Maar rendement vertelt slechts een deel van het verhaal. Volatiliteit – de mate waarin prijzen op korte termijn fluctueren – is een minstens zo belangrijk aspect. Hoge rendementen kunnen worden overschaduwd door excessieve risico’s wanneer volatiliteit niet correct wordt ingeschat. Beleggers moeten zich daarom afvragen of zij voldoende worden beloond voor het risico dat zij nemen. In markten die nog jong zijn, zoals die van veel cryptoactiva, zijn prijsschommelingen vaak niet alleen heftig, maar ook onverwacht.

De oorzaak hiervan ligt vaak in de dunheid van de markt. Een dunne markt heeft een beperkt aantal koop- en verkooporders in het orderboek, wat leidt tot lage liquiditeit. Wanneer er weinig actieve deelnemers zijn of als de ordergrootte minimaal is, kunnen zelfs relatief kleine transacties leiden tot disproportionele prijsbewegingen. Dit verklaart waarom een nieuwe cryptomunt vaak enorme prijsstijgingen of -dalingen laat zien in de eerste fasen van zijn bestaan.

Een dikker orderboek – dus meer en grotere orders – betekent hogere liquiditeit en meer stabiliteit. Naarmate een cryptoactivum bekender wordt en meer beleggers aantrekt, groeit de marktliquiditeit en neemt de volatiliteit doorgaans af. Dit proces is zichtbaar in de historische ontwikkeling van bitcoin. In de beginjaren toonden daggrafieken van prijsveranderingen schokken die doen denken aan seismografische metingen. Stijgingen of dalingen van 50% op één dag waren niet uitzonderlijk. Naarmate de munt volwassen werd en de handelsvolumes toenamen, werden deze dagelijkse schokken kleiner. Tegen 2016 bevond de volatiliteit van bitcoin zich in dezelfde orde van grootte als die van kleine groeiaandelen.

Toch blijft bitcoin volatiel. Vergeleken met traditionele aandelen, zoals AT&T – een zwaargewicht in de markt met minimale koersschommelingen – of zelfs techbedrijven zoals Twitter, toont bitcoin een profiel van grotere dagelijkse prijsschommelingen. Zelfs in een relatief stabiel jaar als 2016, kende bitcoin nog steeds dagen met prijssprongen van meer dan 10%.

Volatiliteit wordt doorgaans gemeten aan de hand van de standaarddeviatie van dagelijkse prijsveranderingen. Hoe hoger deze standaarddeviatie, hoe groter het risico. In 2016 lag de volatiliteit van bitcoin duidelijk hoger dan die van AT&T, maar lager dan die van Twitter – wat aantoont dat bitcoin zich in een grijze zone tussen traditionele activa en speculatie-instrumenten bevindt.

Voor de innovatieve belegger is het van essentieel belang om niet alleen rendement na te jagen, maar ook het risicoprofiel van zijn portefeuille te begrijpen. Cryptoactiva mogen dan buitengewone kansen bieden, ze vragen ook om buitengewone voorzichtigheid en begrip van marktdynamiek. De combinatie van lage liquiditeit, asymmetrische informatie en sentimentgedreven handelsgedrag maakt deze markten uniek – en potentieel gevaarlijk voor wie zonder strategie handelt.

Bij het betreden van de cryptomarkt is het daarom cruciaal om rekening te houden met zowel timing als techniek. Timing kan gedeeltelijk worden gecompenseerd door gespreide instap, maar zonder inzicht in marktstructuur, volatiliteitsbronnen en risicomanagement blijft elke belegging een gok. Beleggen in cryptoactiva vereist een benadering die past bij de aard van het instrument: flexibel, data-gedreven en bereid om voortdurend bij te sturen.

Het is daarnaast van belang om te begrijpen dat cryptoactiva, anders dan traditionele effecten, vaak niet worden ondersteund door winstgenererende ondernemingen of activa. Hun waarde is grotendeels gebaseerd op gebruik, netwerkeffecten en marktperceptie. Dit impliceert dat prijsschommelingen niet alleen economisch, maar ook psychologisch van aard zijn. Juist daarom is inzicht in liquiditeit, volatiliteit en marktstructuur niet optioneel maar fundamenteel voor iedereen die zich in deze activaklasse begeeft.

Wat maakt een gedecentraliseerde service zoals Swarm City beter dan Uber?

Swarm City, voorheen bekend als Arcade City, heeft de ambitieuze doelstelling om Uber, een reeds zeer efficiënte service, te decentraliseren. De vraag rijst dan: welke voordelen biedt Swarm City ten opzichte van het gecentraliseerde Uber? Om deze vraag te beantwoorden, moeten we de dynamiek van gedecentraliseerde platformen vergelijken met die van hun gecentraliseerde tegenhangers.

Bij diensten zoals Steemit en Yours wordt contentcreators direct gecompenseerd, wat leidt tot een grotere instroom van kwaliteitsinhoud. Dit bevordert op zijn beurt een grotere gebruikersbasis. Swarm City hanteert een soortgelijke benadering door chauffeurs te belonen zonder dat een gecentraliseerde partij een percentage van hun inkomsten ontvangt. Dit betekent dat de chauffeurs meer van hun verdiende geld behouden, wat op lange termijn kan zorgen voor een grotere toestroom van chauffeurs naar het platform. Naarmate het aantal chauffeurs toeneemt, kan de beschikbaarheid van Swarm City-voertuigen ook toenemen, waardoor de service voor de eindgebruiker aantrekkelijker wordt. Net zoals bij Steemit en Yours kan een groter aantal aanbieders en consumenten de waarde van het platform in de loop der tijd verhogen.

De vraag blijft echter of deze voordelen voldoende zijn om in de toekomst Uber, Facebook of Reddit te overtreffen. Gedecentraliseerde platformen hebben het voordeel dat ze niet afhankelijk zijn van een centrale entiteit die de controle heeft over de inkomsten en het platform zelf. Dit kan leiden tot meer transparantie en een grotere betrokkenheid van de gebruikers. Toch is het de vraag of deze voordelen op de lange termijn voldoende zijn om deze gevestigde platformen in te halen.

De innovatieve investeerder moet in staat zijn om soortgelijke gedachtexperimenten uit te voeren bij het overwegen van andere cryptoassets. Het is essentieel dat ze zich ervan vergewissen dat de onderliggende architectuur van deze assets langdurige waarde zal bieden en niet slechts een kortstondige hype is, die snel zal verdwijnen zodra de financiering is verworven.

Een belangrijk aspect dat altijd in gedachten gehouden moet worden, is de potentiële kracht van de gemeenschap en het netwerk rondom een gedecentraliseerd platform. De waarde van een gedecentraliseerd systeem wordt niet alleen bepaald door het aantal gebruikers, maar ook door hoe goed deze gemeenschap zich kan organiseren en omgaan met de uitdagingen die zich voordoen. In de wereld van cryptoassets, net als in Swarm City, kan het uiteindelijke succes afhangen van de bereidheid van de gemeenschap om samen te werken en bij te dragen aan het platform.

Naast de werking van Swarm City en soortgelijke platformen moet de lezer begrijpen dat gedecentraliseerde systemen vaak te maken hebben met specifieke uitdagingen, zoals schaalbaarheid en beveiliging. De mate van decentralisatie kan invloed hebben op de efficiëntie van het systeem, en de balans tussen decentralisatie en gebruiksgemak is een vraagstuk dat met zorg moet worden benaderd. Bijgedragen aan deze complexiteit is de volatiliteit van cryptoassets, die onzekerheid met zich meebrengt voor zowel gebruikers als investeerders. Het is dan ook cruciaal dat de betrokken partijen zich bewust zijn van deze risico's en de implicaties van het gebruik van een gedecentraliseerd platform als Swarm City.

Hoe bedrijven zich kunnen aanpassen aan de blockchain-revolutie: Strategieën voor overleving

Tegen het einde van 2015 en in het grootste deel van 2016 leek het alsof elke financiële dienstverlener zich begon te realiseren hoe disruptief blockchain-technologie kon zijn voor hun industrie. In plaats van in paniek te raken, kozen veel gevestigde bedrijven ervoor om startups te kopen of te investeren in deze nieuwe technologieën. Grote namen als Citi, Visa, MasterCard, Wells Fargo, Nasdaq en ABN AMRO gingen voorop in deze trend. Dit was geen uitzondering, maar een patroon dat zich herhaalde bij de grotere spelers in de financiële wereld, die zich realiseerden dat blockchain een impact had die hun traditionele modellen kon verstoren.

Dit type strategie, het kopen van bedrijven die deze technologie al toepassen, is een gebruikelijke reactie van gevestigde bedrijven wanneer ze het gevoel hebben dat ze te laat zijn. Maar, zoals vaak het geval is, blijkt dit vaak minder effectief dan gehoopt. Wanneer een groot bedrijf een startup overneemt, raakt deze vaak zijn wendbare en innovatieve cultuur kwijt, wat essentieel is voor succes in de vroege stadia van disruptieve technologieën. Dit betekent niet dat overnames of investeringen volledig onbruikbaar zijn, maar de effectiviteit ervan kan worden belemmerd door de structuur en de bureaucratie van het overnemende bedrijf. Daarom moeten bedrijven die zich richten op blockchain niet alleen investeren in bestaande technologieën, maar ook begrijpen dat een startup vaak haar snelheid en flexibiliteit verliest zodra het zich onder de paraplu van een groot bedrijf bevindt.

Een andere strategie die vaak wordt gebruikt, is het vormen van industrieconsortia. Gevestigde bedrijven beginnen steeds vaker samen te werken in consortia om te onderzoeken hoe gedistribueerde grootboektechnologie hun industrieën kan transformeren. Het voordeel van dergelijke consortia is duidelijk: blockchain vereist samenwerking tussen verschillende partijen om effectief te kunnen functioneren. Maar het werken in een consortium heeft ook zijn nadelen. Te veel grote bedrijven met invloedrijke posities kunnen de samenwerking bemoeilijken, aangezien ieder van hen zijn eigen agenda heeft. Een voorbeeld van zo’n consortium is R3, dat in 2015 werd opgericht met de steun van grote banken zoals JPMorgan, Barclays en Goldman Sachs. Dit consortium is een van de meest bekende initiatieven waarbij financiële instellingen zich richten op het toepassen van blockchaintechnologie. Echter, de mate van succes van deze consortia zal uiteindelijk afhangen van de bereidheid van de leden om daadwerkelijk open te staan voor samenwerking en gedeelde innovaties, iets wat in de financiële sector niet altijd vanzelfsprekend is.

Daarnaast is er ook de opkomst van open-source projecten zoals het Hyperledger Project, dat in 2015 werd gelanceerd onder de Linux Foundation. Hyperledger biedt een platform waar bedrijven niet alleen binnen de financiële sector, maar ook daarbuiten, samen kunnen werken. Dit soort open-source initiatieven kan op lange termijn een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van blockchain-technologie. De samenwerking tussen bedrijven zoals Airbus, IBM en SAP binnen Hyperledger is een goed voorbeeld van hoe verschillende industrieën kunnen profiteren van een gedeelde technologie. Dit toont aan hoe blockchain, hoewel oorspronkelijk geïntroduceerd binnen de financiële sector, kan uitmonden in bredere toepassingen die andere sectoren kunnen beïnvloeden.

Een derde strategie die bedrijven hanteren is het oprichten van zogenaamde "innovation labs". In plaats van zich te beperken tot traditionele bedrijfsstructuren, moedigen sommige bedrijven – zoals Google – creativiteit en innovatie aan via aparte, autonome afdelingen. Deze afdelingen worden volledig losgekoppeld van de hoofdbedrijven, zodat ze zich kunnen richten op nieuwe technologieën zonder last te hebben van de oude businessmodellen en de beperkingen die daarmee gepaard gaan. Dit is een cruciale stap, want zonder volledige autonomie kunnen deze labs snel vastlopen in de bestaande bedrijfsstructuren en de bredere doelen van de disruptieve technologie in de kiem smoren. Het succes van een innovatie-lab hangt af van de vrijheid die het krijgt om te experimenteren en te evolueren zonder inmenging van de gevestigde orde.

Tegenwoordig zijn de grootste kansen voor investeringen te vinden in publieke blockchain-netwerken en de activa die daarbij horen. In plaats van zich te concentreren op de gevestigde financiële instellingen, moeten innovatieve investeerders hun blik richten op de bedrijven die actief inzetten op blockchain en de nieuwe bedrijfsmodellen die deze technologie met zich meebrengt. De bedrijven die deze technologische revolutie niet alleen accepteren, maar ook omarmen, zullen in de toekomst waarschijnlijk de grootste winsten behalen. Investeren in blockchain-technologie biedt niet alleen de mogelijkheid om te profiteren van de groei van de sector, maar het biedt ook de kans om deel uit te maken van de toekomst van de financiële industrie.

Het is essentieel voor elke investeerder om zich te realiseren dat blockchain meer is dan alleen een technologie: het is een fundamentele verschuiving in de manier waarop we vertrouwen, gegevens en waarde binnen een systeem delen. Het huidige financiële systeem, hoe dominant het ook is, is op zijn beurt kwetsbaar voor de disruptieve kracht van blockchain. Het is niet langer voldoende om alleen te kijken naar de kortetermijntrends en de oppervlakkige verschuivingen binnen gevestigde financiële bedrijven. De diepgaande veranderingen die blockchain teweeg kan brengen, zijn slechts het begin van een bredere transformatie die onze benadering van economieën, markten en zelfs sociale structuren kan herdefiniëren.