De grootste variaties die we tot nu toe hebben gezien door drijvende kusten zijn ongeveer twaalf mijl. We zijn gekomen tot het punt waarop we gebiedsdekkende ‘weiden’ van glinsterende groene substantie kunnen neerleggen. Van een afstand lijken deze velden overtuigende weiden en ze kunnen mogelijk zelfs begaanbaar zijn voor mensen in trance, gehypnotiseerde personen en grote groepen die meegaan in een collectieve waan: lopen op lucht, op gekleurde lucht met een beetje schuim. Wat we tot nu toe hebben bereikt met materiaal en paramateriaal is kwetsbaar en flinterdun. Voor de rest moeten we vertrouwen op hypnose, op de sluier van de geest, de magische mantel. We zijn gedwongen magie te gebruiken om onze illusies te voltooien.
Onder ons bevindt zich een expert in het fenomeen van de mantel, sluier of schaduw—Amelia Lilac. Zij beheerst de lavendelkleurige sfeer die zowel uiterlijk als werkelijkheid breekt en in staat is om menigten en individuen bijna alles te laten zien en geloven wat men hen voorschotelt. Ze behoort tot de oude cultgemeenschappen en haar invloed is krachtig, zelfs fragmenten van deze schaduwnevel kunnen wonderen verrichten. Amelia toont bijzondere vaardigheden zoals bi-locatie en diplo-somatism, het verschijnsel van het gebruik van meerdere, geldige lichamen. Hoewel sommigen die lichamen als ‘speelgoed’ bestempelen, blijft haar kracht onmiskenbaar.
Op een bepaalde ochtend projecteerden we een schaduw-ambiënt vermomming van wel driehonderd mijl lang, waarmee we Sandaliotis ‘tot leven’ brachten. Deze lavendelkleurige mist schept een werkelijkheid voor wie erin gelooft; het is de overtuiging die het bestaan bevestigt. We organiseerden excursieboten vol toegewijde mensen, leden van de Sandaliotis Clubs, die als in een theaterstuk optraden en zo de illusie bevestigden. Het is een mix van echte Corsicanen, Sardijnen en rollenspelers, die samen het beeld versterken van een levendige nieuwe wereld.
De ‘stad’ waar we ons bevinden, Ichnusa, is in wezen Cagliari, de hoofdstad van Sardinië, die met behulp van lavendelnevels en kleine wijzigingen in borden is opgeblazen tot een grote stad. De beroemde Italiaanse Trappen die men hier vindt, zijn niet van echte bouwmaterialen gemaakt; ze zijn een onderdeel van het bedrog, iets waar men op ‘lucht’ loopt, maar de ervaring voelt reëel genoeg. Oude elementen worden bewust toegevoegd om authenticiteit te suggereren: nieuw gemaakte structuren krijgen tekenen van ouderdom, fossielen en carbon-14 dateringen om het verleden te simuleren. Dit principe van vervalsing, het creëren van een complete geschiedenis met tekenen van veroudering, is zelfs al door goddelijke machten toegepast bij het scheppen van de wereld.
De mensen die hier ‘kopen’ doen, kopen eigenlijk nepgrond. Miljoenen aardbewoners zijn agentschappen die voor duizenden klanten per dag land op deze illusiewereld aanschaffen, dat morgen alweer verdwenen kan zijn. Hoewel het merendeel van deze transacties bedrog is, bestaan er vermoedelijk ook enkele contacten met buitenaardse partijen. Deze illusies, deze geheime kunst van het vervormen van perceptie, creëren een complexe realiteit die bijna iedereen overtuigt zolang men gelooft.
Wat essentieel is om te begrijpen, is dat onze waarneming van werkelijkheid fundamenteel kwetsbaar is voor beïnvloeding door de geest en de collectieve overtuiging. De grenzen tussen feit en fictie vervagen waar magie, hypnose en gedeelde illusies samenwerken. Deze technieken illustreren hoe gemakkelijk de menselijke geest kan worden geleid om een alternatieve realiteit te ervaren als zijnde authentiek, zelfs wanneer die werkelijkheid berust op vluchtige stoffen en mentale projecties. Het gaat niet slechts om fysieke materie, maar om het vermogen om een wereld te scheppen die geloofwaardig wordt door de kracht van gezamenlijke overtuiging en vormloze manipulatie.
Hoe kunnen schijnmanifestaties de werkelijkheid vervormen en wat betekent dat voor ons begrip van macht en bedrog?
Manifestaties die als echt worden voorgesteld, blijken vaak kunstmatig te zijn, een zorgvuldig geconstrueerde illusie zonder intrinsieke werkelijkheid. Er zijn zelfs zeldzamere en complexere fenomenen, zoals de zogenaamde Forteaanse manifestaties die zich op grote hoogte – rond duizend mijl boven de aarde – zouden voordoen. Mogelijk bestaat er een verband tussen zulke bovengrondse verschijnselen en deze mysterieuze verschijnselen in de atmosfeer, maar dat verband berust niet op tastbare realiteit; het is eerder een schijnvertoning die de werkelijkheid bespot.
Constantine, gevangen in een bijna surrealistische situatie, tracht zijn boodschap te verzenden naar een instantie die 'World Interpol' wordt genoemd. Hij vraagt niet om hulp uit angst, maar om objectieve vastlegging van zijn observaties en om een agent te sturen die hem uit zijn benarde positie kan bevrijden. Terwijl hij zichzelf probeert te kalmeren en rationele verklaringen zoekt temidden van zijn benarde situatie, realiseert hij zich dat de angst die zijn vijanden wilden opdringen, deels onder controle blijft – hij weigert zich volledig te laten gijzelen door het gevoel dat de wereld een tijdbom is. Zijn strijd is daarmee niet alleen fysiek maar vooral mentaal: het is een worsteling om betekenis te vinden binnen de chaos van manipulatie en bedrog.
De ruimte waar hij gevangen zit, een dertienhoekige kamer, verandert nauwelijks. Symboliek is overal aanwezig – de kronkelende slangen boven de martelplekken aan de muren lijken levend, maar zijn slechts schimmen van angst, gevangen in een sluimerstand. De tijd lijkt te stagneren, gemarkeerd door dertien langzaam bewegende klokwijzers, die de onontkoombare naderende catastrofe aanduiden.
Een theatrale figuur, de Director, verschijnt en brengt een bitterkomisch element in deze macabere scène. Hij prijst Constantines poging tot ‘farce’, zijn theatrale strijd tegen de uitzichtloosheid, en erkent het drama van de ‘tijdbom in de mond’ als een meesterlijke metafoor van pathos en komedie tegelijk. De Director, zelf failliet en hopeloos, vertegenwoordigt het cynisme van een wereld waarin macht, geld en illusie met elkaar vervlochten zijn en waarin zelfs de ernstigste bedreigingen worden afgedaan als een toneelstuk.
De ontmoeting met de Director onthult het paradoxale karakter van macht en overleving in een corrupte wereld: hoop en wanhoop wisselen elkaar af, schijn en werkelijkheid overlappen. Uiteindelijk wordt Constantine bevrijd, verzorgd en gewaarschuwd. Hij ‘zendt uit’, een subtiele weerstand tegen degenen die willen controleren en manipuleren, een signaal dat het systeem niet onfeilbaar is. Tegelijkertijd wijst hij op de grote misleiding die door grootschalige vastgoedfraudes en wereldwijde dreigingsprogramma’s wordt bewerkstelligd. Deze frauduleuze machten bedriegen miljoenen, ontwrichten de maatschappelijke orde en houden de wereld in gijzeling door collectieve angst.
Het beeld van de gier, die ondanks alles blijft terugkeren naar de kadaverstapel, onderstreept de volharding van de bedreigingen die de mensheid achtervolgen. Net als de gier, die blijft teren op de dood, blijven deze machten hun destructieve spel spelen, herhaaldelijk en onvermoeibaar, totdat ze uiteindelijk hun prooi voor eens en altijd zullen overwinnen.
Het is essentieel te beseffen dat zulke manifestaties en machtsstructuren niet alleen abstracte theorieën zijn, maar tastbare gevolgen hebben voor de individuele en collectieve realiteit. Ze dwingen ons om kritisch te reflecteren op de aard van de ‘werkelijkheid’ zelf en op de mechanismen waarmee macht zich handhaaft via illusies en angst. In een wereld waarin het verschil tussen het echte en het gefingeerde steeds meer vervaagt, is het noodzakelijk om alert te blijven op de manieren waarop informatie, macht en angst met elkaar verweven zijn. Alleen zo kunnen we het mechanisme van bedrog doorzien en ons ertegen wapenen.
Hoe werd Enniscorthy Sweeny zowel erkend als miskend?
De huid van Enniscorthy Sweeny’s gezicht was bedekt met een dunne laag verkoold roestbruin, terwijl zijn ogen, lippen en neusgaten opmerkelijk licht waren. Zijn uiterlijk leek dat van een lichte man die door een gerookt, vuurrood masker keek. Het haar op zijn hoofd was een mengeling van zwart, bruin en roestkleurig, met langere en stuggere witte haren die eruitzagen als het ruwe wintervacht van een dier. Dit was pas na zijn dertigste, toen de haren zijn gezicht begonnen te domineren. De combinatie van deze kleuren en het karakter van zijn gezicht deed denken aan de vacht van een stier, maar het was een gezicht dat niet goed te omschrijven was.
Het was een onafgemaakt gezicht, als een werk in uitvoering. Het leek alsof een donkere basislaag was aangebracht, maar de verf die het moest afmaken, ontbrak. Enniscorthy werd vaak als een onknap man gezien, maar hij had wel een soort van symmetrie die op een vreemde manier evenwichtig was. Er was geen enkel zwak element in zijn verschijning, hoewel sommige aspecten opvallender waren dan anderen. Zijn mond was groot en beweeglijk, zijn tanden waren groot maar goed, en hij glimlachte vaak. Zijn oren waren misschien te groot voor het gemiddelde gezicht, maar bij hem pasten ze perfect bij zijn markante uitstraling.
De vraag over zijn grootte was altijd lastig te beantwoorden. "Hoe groot is hij nu?" vroeg iemand ooit aan zijn vader. Het antwoord was veelzeggend: "Groot in vergelijking met wat?" Enniscorthy leek geen vergelijking te hebben met andere mensen, zijn grootte en leeftijd waren niet te meten volgens de normen die voor anderen golden. Zijn bewegingen waren altijd snel en licht, alsof hij geen zwaarte had. Hij had een manier van veranderen van richting die tegen alle wetten van de momentum leek in te gaan.
Enniscorthy's gezicht, dat altijd een indruk van ‘finaliteit’ gaf, was een gezicht dat hij al vanaf jonge leeftijd leek te hebben gekozen, zelfs al was hij toen nog maar een kind. Het was een gelaatsuitdrukking die niet ouder werd, een constantheid die zijn hele leven door bleef bestaan. De mystiek van zijn gezicht, dat buiten elke chronologie leek te bestaan, hield mensen bezig. Zijn leeftijd leek altijd onzeker, en vaak werd de vraag gesteld of hij jong of oud was, groot of klein. Maar de conclusie was altijd hetzelfde: het maakte niet uit. Hij was altijd een jongen, ondanks zijn lange leven. Een jongen met een robuust en gescheurd gezicht, dat langzaam door de tijd werd gekarakteriseerd.
Het was moeilijk om de facetten van zijn persoonlijkheid en werk te begrijpen. Veel mensen gaven Enniscorthy de titel van ‘genius’, maar hij was daar zelf niet van overtuigd. Hij was te veel een klungelaar, altijd bezig met het zoeken naar het juiste, maar vaak zonder succes. Toch had hij een onmiskenbare ruimte voor creatie, een ruimte die hem anders maakte dan anderen. Waar andere mensen hun werk in kleine, beperkende kaders uitvoerden, had hij de vrijheid om te experimenteren zonder beperkende grenzen. De ruimte die hij had om te werken was onmetelijk, en hij vulde die ruimte op zijn eigen manier.
Enniscorthy werkte niet in de beperkte ruimte die anderen kenden, maar was zich daarvan vaak niet bewust. Hij was iemand die zijn talenten niet altijd even zorgvuldig gebruikte, maar die zonder moeite toegang kreeg tot alles wat hij nodig had. Hij was het type persoon voor wie de wereld een constant terrein van mogelijkheden leek te zijn, maar tegelijkertijd gaf hij zijn werk vaak niet de afwerking die het verdiende. En toch had hij de vrijheid en ruimte om te falen, om te bungelen. Zoals een beroemde impresario ooit zei: "Enniscorthy Sweeny en de archangels zijn degenen die altijd genoeg ruimte hebben om te werken, en die daar zelfs hun eigen ruimte bij brengen."
Sweeny had geen duidelijke briljante eigenschappen, maar zijn werk had wel een bepaalde grootsheid. Hij was geen genie in de klassieke zin, maar zijn benadering van het leven had altijd iets van de epische. In plaats van zijn fouten te verbergen, zette hij ze in de schijnwerpers. Hij was altijd de man die de regels niet volgde, maar die toch de ruimte had om zichzelf uit te drukken. Dit was zijn grootste gave, maar tegelijkertijd zijn grootste zwakte.
Het vermoeden dat Enniscorthy een heilige was, werd vaak afgewezen. Hij had zijn momenten van gulzigheid, van satire die ongenadig de zwakheden van anderen blootlegde. En tegelijkertijd had hij ook die rauwe, uitdagende kant die voor sommige mensen onverdraagzaam was. Hij was niet bang om zijn mening te geven, hoe onsympathiek die soms ook was. En toch bleef hij, ondanks zijn gebreken, de man die altijd boven de rest uitstak.
Er blijven vragen over Enniscorthy Sweeny bestaan, zelfs na zijn dood. Was hij een genie? Was hij een heilige? Wat was zijn werk eigenlijk waard? De mystiek van zijn verschijning en zijn rol in de wereld werd nooit volledig begrepen. Maar misschien is het juist deze onzekerheid over zijn ware aard die zijn kracht en invloed verklaart. Hij was niet te meten, niet te begrijpen volgens de traditionele normen, en dit maakte hem een fenomeen dat de tijd overstijgt.

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский