In de roman The Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde van Robert Louis Stevenson worstelt een gerespecteerde arts met het onderdrukken van een primitieve kracht in zichzelf. Hij ontwikkelt een elixer dat zijn goede publieke zelf (Jekyll) scheidt van zijn innerlijke demon (Hyde). Door het drinken van de drank transformeert hij letterlijk in Hyde, een jongere, energieke versie van zichzelf die zich vergrijpt aan gewelddadige en lustvolle daden. Uiteindelijk neemt Hyde de overhand, en Jekyll wordt steeds meer verzwakt. Het is een verhaal van dualiteit en zelfdestructie. Er is een zekere ironie in het titel van het boek; de zaak is inderdaad vreemd, maar tegelijkertijd vertrouwd voor de Victoriaanse lezers, die angstig werden voor het idee van zo’n innerlijke strijd tussen goed en kwaad, respectabiliteit en dierlijke verlangens.

Bij het bestuderen van het fenomeen Donald J. Trump lijkt er een onverwachte overeenkomst te bestaan tussen de figuur van Trump en de tragische, verdeelde persoonlijkheid van Dr. Jekyll. De contrasten in zijn publieke en privé-leven, zijn assertieve machtsvertoon tegenover zijn persoonlijke kwetsbaarheid en onzekerheid, schetsen een complex portret dat de psychologische diepte van zijn persoonlijkheid vereist om goed te begrijpen.

Trump wordt vaak afgeschilderd als een zelfverzekerde zakenman, een onbeschaamde reality-tv-ster en een controversiële president van de Verenigde Staten. Echter, zijn persoonlijkheid is allesbehalve eenduidig. De polariteit in zijn gedrag roept vragen op over de aard van zijn karakter en de manier waarop hij zichzelf ziet en zich aanpast aan de situaties waarin hij zich bevindt. Zijn sterke publieke zelfbeeld, dat door velen wordt gezien als een voortzetting van zijn extravagante media-imago, staat in schril contrast met de psychologische dynamiek die zijn innerlijke leven waarschijnlijk kenmerkt. Trump’s gedrag is vaak vol overdrijvingen en kwetsende opmerkingen, wat doet denken aan de figuur van Mr. Hyde, die in de roman de morele grenzen overschrijdt.

Wat Trump’s gedrag bijzonder interessant maakt, is dat hij door sommigen wordt gezien als een ‘zelfgemaakte man’, die zijn succes voornamelijk aan zijn eigen talenten en overtuigingen heeft te danken. Tegelijkertijd is er het tegenstrijdige beeld van iemand die zich in de geschiedenis van de politiek en de zakenwereld voortdurend heeft omgeven met conflicten, angsten en onzekerheden. Deze innerlijke strijd tussen de persoonlijkheden komt niet alleen tot uiting in zijn gedrag, maar ook in de manier waarop hij reageert op kritiek en zijn eigen falen. De publieke figuur Trump lijkt het tegenspel van zijn eigen onzekerheden te vermijden door zich altijd op de aanval te richten, een strategie die hem in de ogen van zijn volgelingen tot een onverslaanbare kracht maakt.

Interessant genoeg lijkt de psychologie van Trump, in tegenstelling tot veel van zijn voorgangers, te wijzen op een obsessie met de bescherming van zijn ego. Het is een proces dat kan worden gezien als de symbolische opoffering van zijn innerlijke zelf ten gunste van de publieke persoonlijkheid die hij creëert. Er is vaak weinig ruimte voor nuance in zijn publieke optredens, en hij lijkt vastbesloten om de volledige controle te behouden over zijn imago, zelfs als dit ten koste gaat van zijn persoonlijke relaties en zijn geloofwaardigheid als leider. Dit geeft aanleiding tot de vraag of Trump, zoals Dr. Jekyll, ooit zichzelf kan loskoppelen van zijn publieke persona en de chaos die daarvan het gevolg is.

Naast deze dualiteit is het belangrijk te begrijpen hoe Trump’s psychologische en gedragsmatige patronen zich ook voortzetten in zijn interacties met anderen. Zijn leiderschap lijkt vaak te steunen op een intensief machtsgevoel, waarbij hij zichzelf als de ultieme autoriteit ziet. Tegelijkertijd ligt daaronder een diepgewortelde behoefte aan bevestiging en bewondering, iets dat het innerlijke conflict verder bemoeilijkt. Het voortdurende streven naar erkenning is een kracht die Trump’s politieke stijl beïnvloedt en die zijn benadering van macht bijzonder complex maakt. In zijn ogen is er altijd sprake van een strijd om respect, en dit kan zijn gedrag radicaal beïnvloeden, vaak in een richting die zijn tegenstanders en zelfs sommige van zijn bondgenoten verbaast.

Bij de beoordeling van deze psychologische complexiteit moeten we verder kijken dan de oppervlakkige waarheden en de politieke retoriek. Wat er onder de oppervlakte schuilt, is een persoon die worstelt met zijn identiteit, zichzelf probeert te definiëren binnen de grenzen van zijn publieke rol, en tegelijk het gevaar loopt zijn ware zelf volledig te verliezen in een onvervulde zoektocht naar macht en status. Het is een psychologische paradox die Trump’s persoonlijkheid onmiskenbaar vreemd maakt, net zoals Dr. Jekyll en Mr. Hyde.

Het is van belang te erkennen dat dit soort psychologische complexiteit niet eenvoudig is. Het biedt ons de kans om verder te reflecteren over de invloed van persoonlijke geschiedenis, opvoeding en maatschappelijke context op iemands gedrag. Trump is misschien niet de enige publieke figuur die dit soort innerlijke strijd vertoont, maar zijn positie als president en wereldleider heeft zijn interne conflicten des te relevanter gemaakt. Zijn pad naar de hoogste politieke macht biedt een levendig voorbeeld van hoe uiterlijke successen kunnen maskeren wat zich achter de schermen afspeelt in het innerlijke leven van een leider.

Hoe ver mag je de regels buigen zonder ze te breken?

Er zijn situaties in het leven waarin beleefdheid niet noodzakelijk is en soms zelfs als een zwakte kan worden gezien. Wat betreft eerlijkheid zijn kleine leugens of onschuldige overdrijvingen vaak prima, soms zelfs wenselijk. We verwachten echter dat mensen in de meeste gevallen de waarheid spreken, want als we elkaar niet zouden kunnen vertrouwen, zouden we in een wereld leven die simpelweg niet goed functioneert. De beroemde uitspraak van Donald Trump over “waarheidsgetrouwe hyperbool” laat zien hoe hij de regels buigt en normen uitdaagt. In The Art of the Deal stelt Trump zelfs dat het verbergen van de waarheid en het overdrijven van zaken in zekere zin een daad van vriendelijkheid en empathie is. "Mensen willen geloven dat iets het grootste, het mooiste en het meest spectaculaire is," schrijft hij.

Dit idee van regels buigen ten behoeve van menselijke behoeften is volgens Trump een manier om succes te behalen. Toch kan dit buigen soms meer schade aanrichten dan men aanvankelijk denkt. Een voorbeeld uit The Art of the Deal illustreert dit goed. Trump moest de raad van bestuur van Holiday Inn overtuigen dat zijn casino in Atlantic City goed op weg was, terwijl de realiteit was dat er bijna niets was gebouwd. Hij instrueerde zijn bouwopzichter om zoveel mogelijk bulldozers en vrachtwagens te verzamelen en deze te laten draaien op de bouwplaats. Het maakte niet uit wat ze deden, zolang ze maar druk in de weer waren. De bestuurders, die de site bezochten, zagen de activiteit en concludeerden onterecht dat er vooruitgang was. Drie weken later tekenden ze een partnerschapsovereenkomst.

Dit verhaal is opvallend, maar roept tegelijkertijd ongemak op. De casino-onderneming faalde uiteindelijk en Trump en de Holiday Inn-directie vochten in een bitter juridisch conflict. Toch benadrukt het voorbeeld hoe het breken van sociale normen, het zogenaamde 'regels buigen', soms niet zonder gevolgen blijft. Trump heeft zijn hele carrière lang zowel lof als kritiek gekregen voor het negeren van de regels. Zijn aanhangers bewonderen zijn vermogen om onzinnige of verstikkende regelgeving te omzeilen en traditionele normen te trotseren, maar deze mentaliteit werkt niet altijd in andere, minder concurrerende omgevingen.

De vraag die hierbij opkomt, is hoeveel we daadwerkelijk de regels moeten buigen. In de context van Trump’s dealmaking lijkt het antwoord dat de regels in zijn omgeving, de New Yorkse vastgoedmarkt, meer een suggestie dan een wet zijn. Maar wat als we deze mentaliteit toepassen op het dagelijks leven? Wat zou er gebeuren als iedereen zou handelen zoals Trump en de normen consequent zou negeren? De regels, hoewel vaak als beperkend gezien, vormen de basis voor een functionerende samenleving. Wanneer die regels worden overtreden, kan het vertrouwen in anderen snel afnemen, en zonder vertrouwen is de samenleving niet in staat om effectief te functioneren.

Trump’s zakenpraktijken vertonen een ander interessant aspect: de publieke show. Naast de verborgen kanten van zijn deals, die vaak achter gesloten deuren plaatsvinden, zorgt Trump er altijd voor dat zijn zakendeals gepaard gaan met spektakel en sensatie. Net als een tv-verkoopprogramma waar alles groter, beter en spannender wordt gepresenteerd, probeert Trump de publieke perceptie van zijn projecten te versterken door de emotionele aantrekkingskracht van zijn deals te vergroten. Hij schrijft zelf: "Mijn deals zijn groter, glamourachtiger en spannender." Dit idee van het 'showen' van zaken is niet alleen maar een marketingtechniek, maar een manier om de publieke perceptie te sturen en vertrouwen op te bouwen, zelfs als de feiten achter de schermen minder indrukwekkend zijn.

Dit brengt ons bij een belangrijk punt: de grens tussen het buigen van de regels en het breken ervan is vaak vaag. Veel van Trump’s succes is te danken aan het breken van de regels, zowel ethisch als juridisch. Dit werd bevestigd door journalistieke onderzoeken die Trump en zijn familie beschuldigden van belastingfraude en andere onwettige praktijken. Een voorbeeld hiervan is het leningen- en eigendomstrucje tussen Trump en zijn vader, Fred Trump. In de jaren ’80 leende Fred zijn zoon enorme bedragen en creëerde daarmee een belastingvermijden constructie die volgens de wet illegaal was. In plaats van het geleende bedrag terug te betalen, kocht Fred een deel van een condo-toren van zijn zoon en verkocht het later tegen een symbolisch bedrag, een transactie die de belastingwet overtreden zou hebben.

Bijgevolg rijst de vraag in hoeverre deze praktijken de normen voor succesvol zakendoen zouden moeten beïnvloeden. Trump vertegenwoordigt een soort pragmatische benadering van zakendoen waarin winnen het hoogste goed is. In zijn wereld van vastgoeddeals, waar het venijn van concurrentie vaak aan de oppervlakte ligt, lijkt elke regel slechts een obstakel dat het succes in de weg staat. Maar in de bredere context van sociale interactie en ethiek, is het cruciaal om te begrijpen dat het breken van de regels niet altijd de beste oplossing is. Normen en wetten bestaan niet enkel om mensen te beperken, maar ook om samenlevingen in balans te houden en eerlijkheid te waarborgen.

Objectificatie en Narcisme: Het Zelfbeeld van Donald Trump en zijn Relatie tot Anderen

Donald Trump is een man die, in zijn woorden en gedrag, vrouwen herhaaldelijk heeft gereduceerd tot één-dimensionale objecten. Niet alle vrouwen wellicht, maar veel van de vrouwen die hij in zijn leven heeft gekend. Het is niet alleen een kwestie van oppervlakkige objectificatie, maar van een dieper liggend patroon van het beoordelen van mensen en dingen in termen van hun uiterlijke verschijning en functionaliteit. Wanneer Donald Trump naar een vrouw kijkt, kijkt hij niet naar haar als een persoon, met haar eigen gedachten, gevoelens en complexiteit. In plaats daarvan ziet hij haar als een object dat aan bepaalde esthetische en functionele eisen moet voldoen. Dit heeft hij niet alleen bij vrouwen, maar bij vrijwel iedereen in zijn leven: zijn zakenpartners, zijn medewerkers, zelfs zijn eigen kinderen. Voor Trump zijn relaties een ruil: producten en diensten die bepaalde functies vervullen en die, zodra ze hun waarde verliezen, worden weggegooid.

Hetzelfde geldt voor Trump zelf. In zijn wereld is Donald Trump niet zozeer een persoon, maar een object. Een object van verlangen. Hij beschouwt zichzelf niet als een gewone man, maar als een soort superheld, bovenmenselijk en tegelijkertijd minder dan menselijk. Zijn objectificatie van zichzelf gaat zelfs zover dat hij zichzelf ziet als de ultieme vorm van object van liefde en bewondering. In zijn ogen is hij meer een object dan een persoon. Dit zelfbeeld is niet alleen het gevolg van arrogantie, maar is een belangrijk onderdeel van zijn narcissisme.

Narcisme is een term die in de psychologie vaak wordt geassocieerd met overdreven zelfliefde, grootheidswaanzin en een sterk gevoel van eigenbelang. Dit wordt vaak vergezeld door een constante behoefte om aandacht te krijgen, iets wat duidelijk zichtbaar is in Trump’s gedrag. Psychologen hebben vaak opgemerkt dat Trump een extreem voorbeeld van narcissisme is, waarbij zijn zelfreferentie en zelfobsessie zijn gedrag bepalen. Net als Narcissus uit de Griekse mythologie, die verliefd werd op zijn eigen reflectie, lijkt Trump een vergelijkbare obsessie te hebben voor zichzelf. Zijn naam, zijn gezicht, zijn merk—alles is een reflectie van zijn bestaan, een bestaan dat lijkt te draaien om de adoratie van zijn eigen imago.

Wat nog opvallender is, is dat Trump in een wereld leeft die hem voortdurend herinnert aan zijn eigen aanwezigheid. In New York, bijvoorbeeld, is zijn naam overal te vinden, van Trump Tower tot de vele hotels, golfbanen en andere eigendommen die zijn naam dragen. Zijn gezicht wordt continu weergegeven op televisie en in de media. Het lijkt wel alsof de wereld rondom hem is ontworpen om hem constant te spiegelen, zoals Narcissus die niet kan ontsnappen aan zijn eigen spiegelbeeld in het water.

De manier waarop Trump zichzelf ziet, reflecteert niet alleen zijn narcistische karakter, maar heeft ook invloed op zijn relaties met anderen. Zijn constante behoefte aan bevestiging, zijn onvermogen om anderen als volwaardige, complexe mensen te zien, en zijn eigendomsgevoel ten opzichte van zijn omgeving, geven aan hoe objectificatie niet alleen de buitenwereld, maar ook zijn innerlijke beleving van zichzelf structureert. Hij ziet zichzelf als een product van succes en macht, een product dat altijd aantrekkelijk moet blijven voor anderen, maar dat uiteindelijk altijd wordt vervangen zodra het niet meer voldoet.

Het is niet alleen Trump die door deze lens van objectificatie kijkt, maar hij is wellicht het meest sprekende voorbeeld van hoe narcissisme en objectificatie elkaar kunnen versterken. De relaties die hij aangaat, zowel persoonlijk als professioneel, zijn niet gebaseerd op diepgaande verbindingen of wederzijds begrip, maar op het vermogen van mensen en dingen om aan zijn eigen behoeften te voldoen. Dit maakt zijn benadering van relaties uiterst transactioneel: mensen, net als dingen, zijn slechts bruikbaar zolang ze dienen om zijn zelfbeeld te ondersteunen en zijn verlangens te vervullen.

Bij het nadenken over Donald Trump en zijn invloed is het belangrijk te begrijpen hoe objectificatie en narcissisme samenhangen en hoe deze dynamieken de manier waarop we onszelf en anderen in de samenleving waarnemen kunnen beïnvloeden. Het stelt ons voor de vraag hoe we als maatschappij omgaan met macht, met de rol van zelfbeeld in de vorming van identiteit, en met de gevolgen van het reduceren van mensen tot objecten in plaats van hen te erkennen als volwaardige individuen met hun eigen waarde en complexiteit.

Hoe de verdeeldheid in de VS in de 21e eeuw de politieke en sociale dynamiek beïnvloedt

In de periode van 2017-2019 bevond zich een nieuwe generatie binnen Washington die herinnerde aan de invloedrijke insiders die bijna 200 jaar geleden het politieke landschap van de Verenigde Staten vormden. Deze nieuwe spelers omvatten politieke liberalen (voornamelijk Democraten) en conservatieven (voornamelijk Republikeinen) die zich traditioneel schikten naar de manier van politiek bedrijven in Washington, evenals de tienduizenden ambtenaren die werkzaam zijn in verschillende hoedanigheden binnen de federale overheid. Zij werden door sommige aanhangers van Trump aangeduid als de "deep state". De ellende van de Washington insiders, die vroeger door Jackson werd bestreden, was in de moderne tijd opnieuw een hot topic geworden, maar dan met andere spelers en instellingen.

Trump beloofde, volgens zijn campagne, om "de moerassen leeg te maken" in Washington, en deze belofte richtte zich niet alleen tegen de politieke elites, maar ook tegen culturele en wetenschappelijke elites. Hollywood, Silicon Valley, de academische wereld, de mainstream media, de milieubeweging, feministen, en zelfs de presidentiële administratie zelf, de FBI en de CIA werden door Trump en zijn aanhangers vaak als vijanden gezien, als degenen die de wil van het volk tegenhielden. In dit beeld stond de "basis" van Trump, vaak omschreven als oudere, voornamelijk witte Amerikanen die in landelijke gebieden woonden en vaak een evangelisch christelijk geloof aanhingen, tegenover deze "them" die de gevestigde orde vertegenwoordigden.

In tegenstelling tot de steun die Jackson ooit ontving van de blanke boerenbevolking in de VS, werd Trump’s "us" steeds meer geassocieerd met een natiestaat die zichzelf zag als bedreigd door immigratie en buitenlandse invloeden. Voor Jackson waren de indianen de vreemde "anderen", voor Trump is dit beeld nu gevuld met moslims en immigranten. Moslims werden vaak geassocieerd met terrorisme, met een voortdurende politieke rhetoriek die stelde dat islamitische extremisten een bedreiging vormden voor de nationale veiligheid. Immigranten, en vooral degenen uit Latijns-Amerika, werden gezien als een economische en culturele bedreiging, vaak onterecht afgeschilderd als criminelen en werkloosheidsdragers.

Het klassieke beeld van Amerika als een toevluchtsoord voor de "huddled masses yearning to breathe free" leek onder Trump steeds meer te vervagen. Het iconische beeld van de Amerikaanse natie als een land dat openstaat voor nieuwe immigranten werd snel vervangen door een retoriek die de noodzaak van grenzen en afsluitingen benadrukte. Trump zelf was beroemd om zijn belofte om een muur te bouwen aan de zuidelijke grens van de VS, met als doel illegale immigratie tegen te houden, een idee dat aanvankelijk door velen als absurd werd afgedaan, maar dat uiteindelijk de politieke basis voor zijn campagne versterkte. De belofte van "de muur" werd niet alleen een symbool van afscheiding, maar ook van nationale bescherming tegen wat werd gepresenteerd als een invasie van buitenaf.

Trump's vijandbeeld hield echter niet op bij de grens. Binnen de VS werd zijn beleid tegen immigratie versterkt door het beleid van de DACA (Deferred Action for Childhood Arrivals), dat in 2012 onder Obama was ingevoerd. Trump besloot dit programma in 2017 te beëindigen, en in oktober 2018 kondigde hij aan dat hij zou proberen een einde te maken aan de rechtmatigheid van Amerikaanse staatsburgers die waren geboren van illegale immigranten. Dit leidde tot hevige juridische en politieke strijd over de interpretatie van de Grondwet en het recht op burgerschap.

In veel opzichten was Trump’s benadering van politiek een terugkeer naar een "us versus them"-mentaliteit, waarbij een zwart-wit scheiding werd getrokken tussen de legitieme Amerikaanse burgers en degenen die buiten de grenzen van de natie stonden, of dat nu moslims, immigranten of andere groeperingen waren. De beweringen van Trump en zijn aanhangers dat deze "anderen" de samenleving zouden ondermijnen, vonden breed weerklank bij een bepaald deel van de bevolking. Terwijl de Trump-beweging zich steeds verder ontwikkelde, werd het idee van de VS als een natiestaat in gevaar steeds verder ingevoerd in het politieke discours. Dit beleid leidde tot de invoering van een "zero tolerance"-beleid in 2018, waarbij families die illegaal de grens overstaken, gescheiden werden van hun kinderen, wat leidde tot zowel nationale als internationale veroordelingen.

Naast het onmiskenbare verschil in ideologie en beleid, is het belangrijk te begrijpen dat de scheiding tussen "us" en "them" in de VS ook ideologisch diepgeworteld is in de manier waarop het land zichzelf definieert. De ideeën over nationalisme, cultuur en identiteit in de VS zijn altijd al geworteld geweest in een visie van "Amerika als een land van vreemden die samenkomen". Deze visie werd echter steeds meer betwist door een aantal politieke bewegingen die de nadruk legden op het behoud van "traditionele" waarden en de noodzaak om het "eigen" te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Het begrip "patriotisme" werd hierdoor steeds meer geassocieerd met een exclusief, nationalistisch begrip van de identiteit van de VS, waarin anderen - van immigranten tot bepaalde politieke stromingen - als bedreigingen werden gezien.

Het politieke landschap in de VS van de 21ste eeuw blijkt opnieuw onderworpen aan een dynamiek van angst en exclusie, waarbij nationale identiteit steeds meer wordt gedefinieerd door wie niet binnen die grenzen valt. De breuk tussen "us" en "them" speelt een centrale rol in de huidige Amerikaanse politiek, en vormt een bedreiging voor de sociale cohesie en democratische waarden van het land.