Het was een nacht doordrenkt van geheimen en mysterie, waar de grenzen tussen leven en dood, waarheid en bedrog, vervaagden. Constantine, een man met een scherpzinnig verstand en een verleden doordrenkt van tragedie, bevond zich in het gezelschap van drie vreemde figuren: Amelia Lilac, Julien Moravia en John Seferino. Elk van hen leek een spook uit een vergeten tijd, gedrenkt in een betoverende schoonheid die nauwelijks door de werkelijkheid leek te kunnen worden vastgegrepen.

Constantine kende hen niet allemaal persoonlijk, hoewel hij zich van de meeste een vage herinnering had. Amelia Lilac, met haar etherische schoonheid en mysterieuze aura, was iemand waar hij zowel liefde als dood mee had gedeeld. De andere twee, Julien Moravia en John Seferino, hadden het karakter van mensen die zich in de hogere kringen van de samenleving bevonden. Julien was een man van verfijnde cultuur, maar zijn woorden droegen soms de scherpe randen van een ironische, bijna bittere, gevatheid. John Seferino was groot van gestalte, wat hem een opvallende aanwezigheid gaf, hoewel het pas na verloop van tijd duidelijk werd waar zijn werkelijke verschil van anderen bestond.

Ze zaten samen aan tafel, een eenvoudige maaltijd van champignonquiche die Regina, de gastvrouw, had bereid. “Het is voor jou, Constantine Quiche,” zei Regina, “na jouw naam en smaak. Someday I will devise the Constantine quiche, full of cucumbers and cheeses and sour fruits and pomegranate cider.” De woorden waren doorspekt met een soort vreemde heiligheid, alsof het universum hen op een of andere manier had voorbereid om elkaar opnieuw te ontmoeten. Toch was de maaltijd niet zomaar een maaltijd, maar een ritueel in een onzichtbare geschiedenis.

Het gesprek aan tafel was net zo surrealistisch als de gasten zelf. De interacties tussen hen voelden aan als een dans van geheime allianties en verborgen agendas. Constantine stelde een reeks vragen, zijn scherpe geest altijd alert op onvolkomenheden of onwaarheden. Wat was de ware aard van deze mensen? En waarom leek het alsof hun relaties tot elkaar en de wereld voortdurend in flux waren, altijd net buiten bereik van een definitief antwoord?

Amelia Lilac, altijd gehuld in een lavendelkleurige schaduw, sprak over het idee van vervalsingen en imitatie, waarbij ze Constantine vroeg of hij ooit een mens had gezien die zichzelf imiteerde. Het gesprek nam een vreemde wending toen ze suggereerde dat de 'surrogaat' die zich voordoet als een ander, soms zelfs beter zou kunnen zijn dan het origineel. Julien, met zijn onberispelijke houding, speelde het idee van vervalsing verder uit en vroeg zich af of het mogelijk was dat niet slechts één, maar drie van hen aan tafel niet echt waren – dat zij in feite al dood waren. Zijn woorden waren geladen met de suggestie dat er meerdere lagen van waarheid waren, die zich verscholen achter de façade van wat ze als realiteit beschouwden.

Constantine, altijd alert op de dynamiek van de groep, begon zich af te vragen: hoeveel van de mensen aan deze tafel waren werkelijk levend? En hoeveel waren geesten, in de letterlijke of figuurlijke zin? Het gesprek boog zich verder over de mysteries van het bestaan, waarbij de fijne lijn tussen het dode en het levende steeds vager werd.

Het bleek al snel dat er een dode was onder hen. Een van de gasten, hoewel levend aanwezig, was volgens Constantine al twee uur eerder overleden in Marseille. Dit bizarre bericht werd ontvangen zonder enige echte schok. Het leek meer een kwestie van acceptatie dan van verwondering. Voor de aanwezigen, die blijkbaar deel uitmaakten van een vergeten en mogelijk mythologische natie van buitengewone mensen, was de dood geen absolute scheiding van het leven. Wat was dit voor een wereld waar mensen konden sterven en toch blijven bestaan in verschillende gedaanten, verbonden door onzichtbare banden?

De vraag bleef in de lucht hangen: wie waren deze mensen werkelijk? En waarom was hun verleden, net als de waarheid van hun dood, zo ongrijpbaar? Constantine, hoewel zijn intellect hem niet in de steek liet, begon te twijfelen aan zijn vermogen om de volle waarheid te doorgronden. Het werd duidelijk dat er geen gemakkelijke antwoorden waren in deze mysterieuze realiteit, waar zelfs de dood zichzelf leek te ontkennen.

Het is belangrijk te begrijpen dat in deze wereld van onbetwistbare schoonheid en onverklaarbare gebeurtenissen, de concepten van identiteit, waarheid en werkelijkheid allesbehalve vaststaand zijn. De personages die aan deze tafel zitten, vertegenwoordigen misschien niet alleen hun eigen levens en sterfelijkheid, maar ook de mythen en dromen die we koesteren over een verloren beschaving van onsterfelijke schoonheid. Het zijn de restanten van een grotere waarheid, een waarheid die met elke glimlach, elk geheim en elke fluistering verder uiteenvalt. De vraag is: zijn zij slechts waakschimmen van een andere tijd, of zijn zij de wezens die de grenzen tussen leven en dood opnieuw definiëren?

Hoe kleine veranderingen de wereld kunnen vervormen: De macht van waarneming en de invloed van autoriteit

Soms kunnen de kleinste veranderingen, ingegeven door perceptie en waarneming, een groot effect hebben op hoe de wereld om ons heen wordt ervaren. Dit gebeurde op een merkwaardige manier met de man die ik ‘Skow-Jaw’ noemde, een naam die zijn leven drastisch zou veranderen. Wat begon als een vage grap over de breedte van zijn kaak, veranderde snel in een verlammend oordeel over zijn uiterlijk, en uiteindelijk over zijn karakter. Het is een interessant voorbeeld van hoe de perceptie van anderen de realiteit voor een individu kan herdefiniëren, vaak met dramatische gevolgen. De aanvankelijke spot over zijn fysieke verschijning had geen ernstige gevolgen, maar door herhaling en versterking van die spot werd het langzaam onderdeel van zijn identiteit, iets waar hij zich niet tegen kon verzetten.

In de dagen die volgden, werd zijn gezicht steeds breder in de tekeningen die ik maakte. Wat eerst als een kleine wijziging begon, werd een steeds grover uitgewerkt idee in de hoofden van degenen die naar deze karikaturen keken. Deze visuele interpretatie begon de manier waarop mensen naar hem keken te beïnvloeden. Het was niet langer een vage indruk, maar iets dat hen actief bezig hield, iets dat ze letterlijk en figuurlijk in hun geheugen plantten. Na verloop van tijd begonnen ze zelfs opmerkingen te maken over zijn uiterlijk: "Zo'n fijne man, maar het is een schande dat zijn gezicht zo misvormd is." Een fysieke afwijking die misschien nooit echt bestond, werd waarheid door de kracht van constante herhaling.

De belangrijkste vraag die dit oproept is: welke kracht ligt er in onze percepties en hoe beïnvloedt die de wereld om ons heen? Mijn ervaring met Skantling, of "Skow-Jaw" zoals hij nu bekend stond, ging verder dan alleen het vervormen van zijn gezicht op papier. Het werd duidelijk dat ik, door mijn waarnemingen te transformeren en deze visuele vervormingen te verspreiden, in zekere zin zijn identiteit had gemanipuleerd. Ik had zijn uiterlijke kenmerken veranderd, maar wat ik niet had verwacht, was dat dit niet alleen zijn uiterlijk zou beïnvloeden, maar ook zijn innerlijke wereld. Hij werd een slachtoffer van de indrukken die ik in de wereld had gebracht, een slachtoffer van mijn eigen visie, die steeds meer op zijn realiteit ging lijken. Dit was geen bewust plan, maar een gevolg van de kracht die woorden, beelden en percepties over een langere tijd kunnen hebben.

Het werk van een kunstenaar of een "maker" kan dus niet alleen de esthetiek van de wereld beïnvloeden, maar ook haar fundamenten. Als een ontwerper van werkelijkheid, kan men zelfs een vorm van goddelijke kracht uitoefenen – niet door de dingen zelf te creëren, maar door ze zo te vervormen dat ze een nieuwe werkelijkheid vormen. Dit lijkt op een soort onbewust schepperschap, waarbij de grenzen van wat waar en wat vervormd is steeds vager worden. Ik ben zelf gaan geloven dat dit proces veel breder is dan alleen de kunstwereld. We leven in een tijd waarin de kracht van media en communicatie – zowel traditioneel als elektronisch – ons vermogen om de realiteit te vervormen exponentieel heeft vergroot.

De technologieën die we gebruiken om de wereld te vast te leggen en te presenteren – van boeken en kranten tot elektronische media zoals de phonograaf – kunnen worden gebruikt om onze versie van de werkelijkheid te benadrukken, herhaald en verspreid. De phonograaf, in zijn elektronische vorm, heeft als voordeel dat het niet moe wordt, het blijft zich herhalen, en daarmee versterkt het wat in onze geest is vastgelegd. Er is kracht in de herhaling, en die herhaling kan zelfs de geschiedenis hertekenen.

De rol van autoriteit in dit proces mag niet onderschat worden. Wie heeft het recht om de wereld op deze manier te herscheppen? Het antwoord ligt soms in de kleinste autoriteiten, die niet noodzakelijkerwijs de grootste macht bezitten, maar die de juiste symbolen van eer en gezag bezitten. Neem bijvoorbeeld de historische anekdote van de beroemde annalist die het jaar 683 in zijn schriften opnieuw benoemde, tegen de tegenstand van zijn collega’s in. Zijn autoriteit kwam niet uit formele macht, maar uit de eer en de invloed die hij had opgebouwd. Zo wordt een simpele verandering – het hernoemen van een jaar – een betekenisvolle gebeurtenis in de geschiedenis.

Dit idee van de macht van de kleine verandering, de invloed van autoriteit en de kracht van herhaling vormt de basis van de manier waarop we de wereld bouwen, of beter gezegd, de wereld waarin we leven. De dingen die we als vanzelfsprekend beschouwen, kunnen in werkelijkheid diep geconditioneerd en vervormd zijn door de invloed van waarneming, media en de autoriteiten die deze realiteiten bevestigen. Daarom is het belangrijk te begrijpen dat de manier waarop we de wereld zien – en de manier waarop we de wereld zien worden – alles te maken heeft met de kleine veranderingen die we zelf en anderen veroorzaken door middel van perceptie, autoriteit en herhaling.