In 2016 was de volatiliteit van Twitter 50% hoger dan die van Bitcoin, terwijl Bitcoin bijna drie keer zo volatiel was als AT&T. Deze laatste vergelijking is te verwachten, aangezien de netwerkwaarde van Bitcoin minder dan 5% bedraagt van de marktkapitalisatie van AT&T, en Bitcoin pas minder dan een decennium bestaat, terwijl AT&T al meer dan honderd jaar actief is. Bij het analyseren van de FANG-aandelen (Facebook, Amazon, Netflix, Google) komt een interessant patroon naar voren als het gaat om volatiliteit. Zoals we eerder bespraken in het kader van de moderne portefeuilletheorie, zijn historisch gezien de meest volatiele activa vaak degene die de hoogste rendementen genereren. Dit verband tussen risico (oftewel volatiliteit) en beloning is logisch: er is geen beloning zonder het bijbehorende risico.

Wanneer we de volatiliteit van Bitcoin vergelijken met die van de FANG-aandelen, blijkt dat Bitcoin de hoogste volatiliteit vertoonde, maar ook de beste prestaties had. Dit weerspiegelt het klassieke risico-rendementprincipe. Interessant genoeg waren de jaarlijkse rendementen van Bitcoin in deze periode 212%, drie keer zo hoog als de 73% van Netflix, terwijl de volatiliteit van Bitcoin slechts 35% hoger was dan die van Netflix. Dit suggereert dat Bitcoin betere risicobeloningen biedt dan Netflix. Tegelijkertijd had Google, het slechtst presterende FANG-aandeel met 23% rendement, de laagste volatiliteit van slechts 1,5%.

Het is eenvoudig om het risicobeloningsratio van verschillende activa direct te berekenen, en het lijkt erop dat Bitcoin tussen de lancering van Facebook (de IPO) en 3 januari 2017 het beste risicobeloningsratio had van alle onderzochte activa. Dit resultaat kan worden bevestigd door de Sharpe-ratio, een van de belangrijkste maatstaven die beleggers moeten overwegen.

De Sharpe-ratio combineert het absolute rendement met de volatiliteit en helpt beleggers de risico's te begrijpen die gepaard gaan met de behaalde rendementen. Hoe hoger de Sharpe-ratio, hoe meer een activum beleggers compenseert voor het risico dat zij lopen. Dit is een cruciaal gegeven binnen de moderne portefeuilletheorie, omdat een agressieve belegger misschien geïnteresseerd is in spectaculaire rendementen, maar de innovatieve belegger ook de risico’s in overweging neemt die nodig zijn om die rendementen te behalen.

Het berekenen van de Sharpe-ratio stelt ons in staat om crypto-assets zoals Bitcoin te vergelijken met andere traditionele en alternatieve activa. Hoewel crypto-assets vaak een veel hogere volatiliteit vertonen dan andere activa, helpt de Sharpe-ratio ons om deze volatiliteit in de context van de behaalde rendementen te begrijpen. Toch blijft het belangrijk om volatiliteit buiten de Sharpe-ratio te beschouwen, afhankelijk van de beleggingshorizon van de belegger. Terwijl sommige volatiele activa uitstekende Sharpe-ratio's hebben over lange periodes, kunnen deze investeringen minder geschikt zijn voor iemand die binnen enkele maanden een aanbetaling voor een huis moet doen.

In de vergelijking tussen Bitcoin en de FANG-aandelen blijkt dat Bitcoin de hoogste volatiliteit had, maar ook de hoogste rendementen. Dit werd bevestigd door de Sharpe-ratio, die niet alleen het hoogste was, maar ook significant hoger dan die van Facebook en Netflix, de naaste concurrenten. Dit toont aan dat Bitcoin beleggers dubbel zo goed compenseerde voor het risico dat ze namen in vergelijking met Facebook en 40% beter dan Netflix.

Bitcoin’s volatiliteit nam in de loop van de tijd af, zoals te zien is in de analyse van de dagelijkse prijsbewegingen, maar tegelijkertijd werden de jaarlijkse rendementen ook rustiger. De Sharpe-ratio van Bitcoin in de periode van 2011 tot 2016 laat een interessante dynamiek zien: hoewel de rendementen in 2013 (het jaar van de enorme stijging) 45 keer hoger waren dan in 2016, was de Sharpe-ratio van 2013 slechts dubbel zo hoog als in 2016. Dit komt doordat de volatiliteit in 2013 drie keer hoger was dan in 2016, wat impliceert dat beleggers in 2013 drie keer zoveel risico namen. De manier waarop de Sharpe-ratio wordt berekend, waarbij gemiddelde wekelijkse rendementen worden vergeleken in plaats van totale kapitaalgroei, speelt hierbij een cruciale rol.

De vergelijking van de Sharpe-ratio van Bitcoin met de bredere marktindices zoals de S&P 500, de Dow Jones Industrial Average (DJIA) en de NASDAQ 100, toont wederom de invloed van volatiliteit en rendement. Hoewel deze indices lagere rendementen hadden dan Bitcoin en de FANG-aandelen, vertoonden ze ook lagere volatiliteit door hun gediversifieerde aard. Diversificatie helpt de volatiliteit te verminderen, wat deze traditionele markten relatief stabieler maakt in vergelijking met snelgroeiende tech-aandelen.

In de periode van juli 2010 tot januari 2017 toont de vergelijking van Bitcoin’s Sharpe-ratio met de drie grote Amerikaanse aandelenindices de relatie tussen rendement en volatiliteit. Bitcoin, ondanks zijn hogere volatiliteit, compenseerde beleggers significant beter dan de traditionele indices, die vanwege hun stabiliteit en diversificatie lagere rendementen maar ook lagere risico's boden.

Het is belangrijk voor beleggers om te begrijpen dat volatiliteit in crypto-assets niet per se een negatieve factor hoeft te zijn. In veel gevallen kan een hogere volatiliteit gepaard gaan met potentieel hogere rendementen, vooral als de belegger zich bewust is van de risico’s en bereid is die te nemen voor hogere beloningen. De sleutel ligt in het vinden van een balans tussen risico en beloning die past bij de eigen beleggingsdoelen en -horizon.

Hoe worden cryptoassets bestuurd en gereguleerd in vergelijking met traditionele activa?

De regulering en governance van verschillende activaklassen verschillen fundamenteel, en cryptoassets vormen hierop geen uitzondering. Bij grondstoffen bijvoorbeeld, zorgt in de Verenigde Staten de Commodities Futures Trading Commission (CFTC) voor een zekere mate van samenhang in regelgeving, terwijl de Securities and Exchange Commission (SEC) toezicht houdt op beursgenoteerde fondsen zoals ETF's en mutual funds die uit deze activa zijn samengesteld. Valuta daarentegen kent een unieke besturingsstructuur, aangezien een centrale bank het aanbod controleert, terwijl wisselkoersen worden beïnvloed door binnenlandse en internationale economische actoren, zoals bedrijven en schuldeisers. Internationaal opererende instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF) spelen een rol wanneer valutamarkten onstabiel worden.

Cryptoassets onderscheiden zich door een eigentijds en uniek governance-model, geïnspireerd door de open source softwarebeweging. Dit model bestaat uit drie hoofdgroepen van ‘procurers’ die het ecosysteem aansturen. Ten eerste zijn daar de ontwikkelaars, een groep bekwame softwareprogrammeurs die de blockchainprotocollen of gedistribueerde applicaties ontwerpen. Deze ontwikkelaars werken binnen een open bijdrage-structuur, waarbij nieuwe ontwikkelaars op basis van verdienste kunnen toetreden. Zij leveren de code, maar zijn niet de enige beslissers.

De tweede groep bestaat uit de miners, de eigenaren en beheerders van de computers die de blockchain onderhouden. Zij moeten software-updates vrijwillig downloaden en implementeren, wat betekent dat ontwikkelaars hen moeten overtuigen dat een update in het belang is van zowel het netwerk als de miners zelf. Hierdoor ontstaat een dynamisch evenwicht waarin geen enkele partij de absolute controle heeft.

Ten derde zijn er de bedrijven die diensten leveren die een brug slaan tussen de cryptoassets en het bredere publiek, zoals exchanges en wallet-providers. Deze bedrijven kunnen een aanzienlijke invloed uitoefenen, zeker wanneer zij een grote gebruikersbasis hebben en soms zelfs betrokken zijn bij de kernontwikkeling. Samen vormen deze drie groepen het governance-kader van cryptoassets, waarbinnen ook de eindgebruikers een cruciale rol spelen. Deze gebruikers bepalen immers de vraag naar het asset en oefenen zo indirect druk uit op ontwikkelaars, miners en dienstverleners om het ecosysteem gezond en aantrekkelijk te houden.

Het regelgevende landschap voor cryptoassets is nog in ontwikkeling. Regulatoren over de hele wereld worstelen met de vraag hoe ze deze nieuwe activaklasse willen benaderen, gezien de unieke kenmerken en gedecentraliseerde aard.

De aanbodplanning (supply schedule) van activa wordt vaak beïnvloed door deze governance-structuren, waarbij de procurers doorgaans de grootste invloed hebben. Bij aandelen bijvoorbeeld zorgt een beursintroductie (IPO) voor initiële uitgifte van aandelen, terwijl verdere uitgiftes tot verwatering kunnen leiden en daardoor beperkt worden. Obligaties vertegenwoordigen een vastgestelde schuld, waarbij nieuwe uitgiftes doorgaans weinig invloed hebben op reeds bestaande obligaties tenzij er sprake is van financiële problemen.

Grondstoffen zoals olie kennen complexe aanbodmechanismen, vaak gereguleerd door internationale organisaties zoals OPEC die proberen aanbod en vraag in balans te houden om prijsschommelingen te beperken. Valuta worden door centrale banken gereguleerd, die met instrumenten als kwantitatieve versoepeling (quantitative easing) de geldhoeveelheid vrijwel onbeperkt kunnen uitbreiden. Dit heeft geleid tot aanzienlijke inflatie van fiatvaluta zoals de Amerikaanse dollar sinds de financiële crisis van 2008.

Goud en andere edelmetalen worden gewaardeerd vanwege hun schaarste en esthetische eigenschappen. Hoewel ze fysiek inferiorer zijn aan veel andere metalen qua bruikbaarheid, worden ze traditioneel beschouwd als veilige waardeopslag. Interessant is dat goud, ondanks de schaarste, een inflatoir aanbodschema volgt doordat er elk jaar meer goud uit de mijnen wordt gewonnen dan het jaar ervoor.

Cryptoassets worden daarentegen vaak ontworpen met een strikt schaars aanbod, dat wiskundig is vastgelegd in de broncode van het onderliggende protocol. Bitcoin is hiervan het bekendste voorbeeld met een maximum van 21 miljoen eenheden, die pas rond 2140 volledig in omloop zullen zijn. De inflatie van de Bitcoin-aanvoer wordt periodiek gehalveerd, waardoor de jaarlijkse toevoer van nieuwe bitcoins steeds verder afneemt. Dit ontwerp was bedoeld om het netwerk aan te zwengelen en vertrouwen te creëren in de vroege fase.

Naast deze technische aspecten is het van belang te beseffen dat de governance van cryptoassets fundamenteel gebaseerd is op een balans tussen verschillende belanghebbenden die geen enkele absolute controle hebben. Dit zorgt voor een complex samenspel van krachten, waar technologische innovatie, economische prikkels en gebruikersacceptatie samenkomen. De nog steeds veranderende reguleringsomgeving benadrukt daarnaast het belang van voortdurende waakzaamheid en aanpassing, zowel vanuit het perspectief van de marktdeelnemers als van toezichthouders.

Verder is het cruciaal om te begrijpen dat de schaarste van cryptoassets niet alleen een technisch gegeven is, maar ook een economisch en sociaal construct dat mede afhankelijk is van vertrouwen, adoptie en het vermogen om zichzelf te onderhouden via dit unieke governance-model. De dynamiek tussen de verschillende groepen binnen het ecosysteem bepaalt uiteindelijk de stabiliteit en waarde van de cryptoasset.