Metaplatisch carcinoom van de borst, een zeldzame vorm van kanker, wordt vaak gekarakteriseerd door een mengsel van verschillende celtypen en kan moeilijk te diagnosticeren zijn zonder zorgvuldige beeldvorming en histopathologische beoordeling. Bij deze vorm van kanker kunnen mammografie, echografie en histopathologisch onderzoek cruciale aanwijzingen bieden. De belangrijkste kenmerken zijn de aanwezigheid van tumorachtige massa's met onduidelijke randen, wat typisch is voor metaplatisch carcinoom. Ook wordt de aanwezigheid van atypische cellen in weefselmonsters opgemerkt. De beeldvorming speelt een sleutelrol, vooral wanneer er geen massale vorm wordt waargenomen, zoals bij invasieve ductale carcinomen (IDC).
Een ander veelvoorkomend fenomeen bij borstkanker is de pleurale effusie, die kan wijzen op uitgezaaide kankercellen in de pleura. Bij het diagnosticeren van een pleurale effusie wordt vaak een thoracentese uitgevoerd, gevolgd door cytologie om met zekerheid vast te stellen of het om een gemetastaseerde ziekte gaat. Dit type benadering is essentieel voor het verkrijgen van nauwkeurige diagnoses bij patiënten met geavanceerde borstkanker.
Ductectasie, de verwijding van de melkkanalen, kan vaak zichtbaar zijn op beeldvormingstechnieken zoals mammografie en echografie. Ductectasie kan optreden als een goedaardig proces, maar het kan ook gepaard gaan met andere afwijkingen, zoals papillomen of zelfs ductale carcinoom in situ (DCIS). Het is van belang om onderscheid te maken tussen de goedaardige vormen van ductectasie, die vaak geen behandeling vereisen, en de maligne vormen, die mogelijk chirurgische interventie vereisen. Dit onderscheid kan soms complex zijn, vooral wanneer een serieuze of bloederige tepelafscheiding aanwezig is, wat een teken kan zijn van papillomen of zelfs van maligniteiten.
Wanneer er onregelmatigheden in de borst worden waargenomen, bijvoorbeeld in de vorm van een massa met onduidelijke grenzen, kan stereotactische kernbiopsie noodzakelijk zijn om het weefsel te onderzoeken, zelfs wanneer er geen correlate is met echografische bevindingen. Dit geldt met name wanneer de eerdere mammografie geen afwijkingen in dat specifieke gebied vertoonde. De belangrijkste stap bij het omgaan met dergelijke gevallen is het blijven volgen van verdachte bevindingen, zelfs wanneer er geen directe beeldvorming correlaten aanwezig zijn.
Een ander belangrijk aspect van borstkankerbeoordeling betreft implantaatbreuken. Bij patiënten met silicone borstimplantaten, kan een intracapsulaire breuk optreden, die zichtbaar wordt in beelden die STIR-sequenties (water- en vetonderdrukte beelden) gebruiken. De breuk wordt vaak gekarakteriseerd door het "subcapsulaire lijnteken", dat wijst op een verlies van de integriteit van de implantaatschelp, waardoor silicone buiten het implantaat kan sijpelen. Dit moet goed worden onderscheiden van andere beelden zoals de "keyhole"- of "linguine"-tekens, die respectievelijk wijzen op kleinere breuken of meer geavanceerde degradatie van de schelp. Het correct interpreteren van deze beelden kan het verschil maken tussen het wel of niet doorverwijzen voor verdere behandeling.
In gevallen waar er verdachte beelden zijn van massale tumoren of abnormale bevindingen op een mammogram, is het essentieel om niet alleen af te gaan op de beeldvorming, maar ook op de histopathologische gegevens die via biopsieën verkregen zijn. Tumoren zonder duidelijke echografische correlaten moeten zorgvuldig worden geëvalueerd, waarbij stereotactische biopsieën vaak de diagnose bevestigen. De beeldvorming, hoewel waardevol, is slechts één onderdeel van het gehele diagnostische proces en mag niet als op zichzelf staand bewijs worden gezien.
Een andere veelvoorkomende bevinding is gelbleeding, waar kleine hoeveelheden silicone buiten het implantaat sijpelen door een intacte schelp. Dit kan visueel worden geïdentificeerd door de "linguine"-signatuur op MRI-beelden. Het identificeren van dit fenomeen, samen met andere tekenen zoals het "subcapsulaire lijnteken", kan belangrijk zijn om de breukfase te begrijpen en te bepalen of er verdere medische interventie nodig is.
Naast de bovenstaande medische beelden is het belangrijk om te begrijpen dat een zorgvuldige beoordeling van de patiënt in context van hun medische geschiedenis en symptomen essentieel blijft voor het stellen van een juiste diagnose. De beeldvormingstechnieken kunnen aanwijzingen bieden voor potentiële tumoren of aandoeningen, maar een grondige klinische evaluatie van elke individuele patiënt blijft cruciaal voor de uiteindelijke diagnose en behandelingsstrategie.
Wat zijn de belangrijkste bevindingen bij beeldvorming van borstkanker en andere borstpathologieën?
Steatocystoma multiplex is een autosomaal dominante aandoening die gekarakteriseerd wordt door meerdere bilaterale, omgrensde, radiolucente massa's die typisch zijn voor olie-cysten op mammografie. De olie-cysten bij steatocystoma multiplex bevinden zich intradermaal, in tegenstelling tot posttraumatische olie-cysten, die intraparenchimaal gelegen zijn. De olie-cysten van steatocystoma multiplex kunnen palpabel of niet-palpabel zijn. Dit onderscheid is essentieel voor het juiste diagnostische proces, aangezien dergelijke cysten vaak verwarring kunnen veroorzaken bij beeldvormingsonderzoeken zoals mammografie.
Wanneer we de rol van beeldvorming verder onderzoeken, komt de term 'krimpende borst' naar voren, wat vaak geassocieerd wordt met invasief lobulair carcinoom (ILC). MRI kan aantonen dat de aangedane borst kleiner lijkt dan de andere, vooral wanneer ILC in een gevorderd stadium verkeert. Dit fenomeen is specifiek voor beeldvorming en komt niet klinisch tot uiting, hoewel patiënten mogelijk symptomen ervaren zoals huidverdikking of een palpabele knobbel. Het is belangrijk te begrijpen dat de werkelijke grootte van de borst niet verandert, maar de structurele veranderingen die door het kankerproces veroorzaakt worden, zichtbaar zijn in beeldvormingsonderzoeken.
Inflammatoir carcinoom van de borst is een andere ernstige aandoening die vaak gepaard gaat met huidverdikking. Dit type borstkanker is zeldzaam, goed voor slechts 1% van de gevallen, maar het kent een snel progressieve aard. Het klinische beeld kan snel verergeren, wat het belang van tijdige detectie via beeldvorming onderstreept.
In sommige gevallen kan de diagnose van intraductale papillomen complex zijn, vooral wanneer atypieën worden aangetroffen. Er is enige controverse over de noodzaak van excisie van alle intraductale papillomen, maar het verwijderen van papillomen met atypieën is noodzakelijk vanwege de hoge kans op co-existentie van kanker (tot wel 67%). Bij papillomen zonder atypieën kan conservatieve behandeling soms voldoende zijn.
Wat betreft de evaluatie van tumoren na neoadjuvante chemotherapie, is MRI de meest waardevolle methode gebleken voor het monitoren van de tumorrespons. Dit komt doordat MRI meer gevoelig is dan klinische onderzoeken bij het detecteren van veranderingen in tumorgrootte en -structuur, waardoor het voor artsen makkelijker wordt om behandelingsbeslissingen te nemen.
Bij patiënten die borstconservatiebehandeling ondergaan, is de kans op lokale recidieven relatief laag, slechts 1% tot 2%, en deze komen meestal voor tussen de 4 en 6 jaar na de behandeling. MRI biedt voordelen bij het opsporen van terugkerende tumoren, aangezien het in staat is om fysiologische verbetering bij het chirurgische gebied waar te nemen tot wel 18-24 maanden na de behandeling.
Poland-syndroom is een zeldzame aangeboren aandoening die hypoplasie of aplasie van de borst en de pectoralis spier aan de ipsilaterale kant omvat. Dit syndroom kan geassocieerd worden met een verhoogd risico op borst- en andere vormen van kanker, zoals leukemie en longkanker. Dit maakt het essentieel om aandacht te besteden aan de mogelijkheid van andere pathologieën bij patiënten met Poland-syndroom, vooral bij het evalueren van borstweefsel.
Wat betreft de dynamische evaluatie van borstlaesies, kan de kinetische ondervraging van contrastverbetering op MRI belangrijke informatie opleveren over de aard van een laesie. Het gebruik van type I-, type II- en type III-kinetische kurven kan helpen bij het onderscheiden van goedaardige en kwaadaardige tumoren, waarbij type III, dat een vertraagde afname in verbetering laat zien, typisch wordt geassocieerd met borstcarcinoom. Het begrijpen van deze kinetische patronen kan de nauwkeurigheid van diagnostische beeldvorming aanzienlijk verbeteren.
In geval van multicentrisch ziektebeeld, waarbij meerdere laesies in verschillende kwadranten van de borst aanwezig zijn, biedt MRI cruciale informatie voor het bepalen van de juiste behandelstrategie. Het herkennen van multicentrisch borstkanker is van groot belang voor chirurgen en oncologen om ervoor te zorgen dat de juiste operatieve en postoperatieve zorg wordt verleend.
Bij borstkanker tijdens zwangerschap of in het postpartumperiode, is invasief ductaal carcinoom (IDC) de meest voorkomende vorm van kanker die wordt aangetroffen. Hoewel andere vormen van kanker ook kunnen voorkomen, zijn ze veel minder frequent. Dit onderstreept het belang van vroege opsporing van borstkanker, zelfs in de periodes van zwangerschap en lactatie.
Naast de klinische en radiologische evaluatie van borstkanker zijn er nog andere cruciale overwegingen die niet altijd direct zichtbaar zijn op beeldvorming. Het is essentieel dat artsen, naast de technische aspecten van beeldvorming, ook aandacht besteden aan de klinische symptomen die patiënten ervaren, zoals huidverdikking, pijn, of veranderingen in de borstgrootte. Een holistische benadering, die zowel de beeldvormingsresultaten als de klinische presentatie van de patiënt integreert, is essentieel voor een accurate diagnose en effectieve behandeling.
Wat zijn de cruciale overwegingen bij diagnostische radiologie en borstbeeldvorming?
In de radiologie speelt beeldvorming een sleutelrol in het vaststellen van de aard van afwijkingen in het lichaam, en dit geldt met name voor borstonderzoeken. Er zijn verschillende technieken die worden toegepast om het juiste beeld te krijgen, en elke techniek heeft zijn specifieke voordelen en beperkingen. Een van de cruciale technieken bij borstonderzoek is stereotactische beeldvorming, die wordt gebruikt om de “z-diepte” van een laesie te berekenen. Deze techniek werkt door de röntgenbuis in een hoek van 15 graden ten opzichte van het beeldvlak te draaien en vervolgens 15 graden naar de andere kant, wat resulteert in een verschil van 30 graden tussen de twee beelden. Door middel van parallaxverschuiving kunnen de twee stereotactische beelden worden gebruikt om de diepte van de afwijking in de borst te berekenen.
Bij het uitvoeren van een stereotactisch onderzoek zijn er verschillende belangrijke aspecten om rekening mee te houden, zoals de noodzaak om te zorgen voor adequate anesthesie. Dit is vooral belangrijk wanneer de naald een dode ruimte heeft die zich uitstrekt voorbij de te biopsieren locatie. De naald heeft vaak tot 1 cm dode ruimte, wat betekent dat er minimaal 1,5 cm voorbij de biopsieplaats verdovingsmiddel moet worden geïnjecteerd om ongemak te minimaliseren. Het is cruciaal om deze details zorgvuldig te overwegen, omdat het onvoldoende verdoven van het gebied de patiënt oncomfortabel kan maken en de effectiviteit van de procedure kan verminderen.
Een ander belangrijk aspect van borstbiopsieën is het verhogen van het bewustzijn van mogelijke complicaties, zoals hematomen of bloedingen. Patiënten die antiplatelet medicatie zoals aspirine gebruiken, lopen een groter risico op bloedingen. Het is echter aangetoond dat borstbiopsieën veilig kunnen worden uitgevoerd bij patiënten die antistollingsmedicatie gebruiken, behalve wanneer ze clopidogrel gebruiken, aangezien dit de bloedplaatjesfunctie onderdrukt en het risico op bloeding aanzienlijk verhoogt.
In sommige gevallen kan de pathologie van de borstweefsels calcificaties bevatten die nader onderzocht moeten worden. Als een pathologierapport negatief is, is het raadzaam om röntgenfoto's van de weefselblokken te maken in twee vlakken – anteroposterior en lateraal – en te controleren met gepolariseerd licht om calciumoxalaat te identificeren. Als dergelijke kristallen aanwezig zijn, kunnen ze het beste onder gepolariseerd licht worden gezien.
De keuze van de juiste benadering voor een biopsie kan ook variëren op basis van de bevindingen van preoperatieve beeldvorming. Bij een mammografie kunnen orthogonale beelden worden beoordeeld om de kortste afstand van de huid tot de doelstructuur te bepalen. In sommige gevallen is het, afhankelijk van de locatie van de afwijking, beter om de naald van bovenaf te plaatsen om de kortste weg naar de laesie te volgen. Het doel van deze benadering is om de precisie te maximaliseren en de impact op gezond weefsel te minimaliseren.
Na het verkrijgen van diagnostische beelden, zoals microcalcificaties, kan het noodzakelijk zijn om aanvullende beeldvorming te doen voordat men verder gaat met een biopsie. Een standaard diagnostische mammografie helpt bij het nauwkeurig lokaliseren van nieuwe of verdachte calcificaties en stelt artsen in staat om de juiste vervolgbehandeling te plannen. Bij ernstige gevallen kunnen stereotactische biopsieën nodig zijn om het weefsel verder te onderzoeken.
Daarnaast is het belangrijk dat de behandelend arts rekening houdt met de geschiedenis van de patiënt, zoals eerdere borstkankerbehandelingen en de medische voorgeschiedenis, zoals het gebruik van chemotherapie of radiotherapie. Dit kan invloed hebben op de interpretatie van röntgenfoto’s en op de keuze van de behandelmethoden. Vaak worden patiënten na borstkankeroperaties gemonitord op complicaties zoals seromen, die het gevolg kunnen zijn van de ingreep, of pneumonitis, die soms optreedt na radiotherapie.
Voor patiënten die borstsparende chirurgie ondergaan, biedt radiotherapie vaak vergelijkbare overlevingskansen als een mastectomie. Er zijn echter beperkingen, zoals zwangerschap of eerdere blootstelling aan straling, die de geschiktheid voor deze behandeling kunnen beïnvloeden. Het is cruciaal dat artsen zorgvuldig overwegen of aanvullende behandelingen zoals chemotherapie nodig zijn en wat de gevolgen van deze behandelingen kunnen zijn voor de radiologische beeldvorming en diagnose.
Bij uitgebreide calcificaties of andere moeilijk te lokaliseren afwijkingen kan de bracketing techniek met twee draadmarkers helpen bij de preoperatieve lokalisatie. Dit biedt chirurgen de meest nauwkeurige begeleiding, waardoor ze het te opereren weefsel zonder giswerk kunnen bereiken.
Wat verder van belang is, is dat het succes van radiologische onderzoeken, vooral bij borstkanker, sterk afhankelijk is van de samenwerking tussen radioloog, patholoog en chirurg. Alleen door gedetailleerde en zorgvuldige communicatie kan een optimale behandeling worden gegarandeerd.
Hoe beïnvloeden calcificaties de interpretatie van mammografieën en wat is belangrijk voor de diagnose?
Calciumoxalaatkristallen en calciumfosfaatverkalkingen zijn voorbeelden van calcificaties die vaak voorkomen in borstweefsel. Deze calcificaties kunnen op mammografie verschijnen als microcalcificaties en kunnen een uitdaging vormen bij het stellen van een juiste diagnose. Bij het beoordelen van deze verkalkingen is het belangrijk om onderscheid te maken tussen goedaardige en kwaadaardige veranderingen, omdat sommige microcalcificaties indicatief kunnen zijn voor borsttumoren, zoals ductaal carcinoom in situ (DCIS), terwijl andere kunnen duiden op goedaardige processen, zoals fibroadenomen of vetnecrose.
Wanneer er sprake is van een verkalking in de borst, wordt vaak gebruik gemaakt van de craniocaudale (CC) en mediolaterale oblique (MLO) beelden in de mammografie om de locatie en vorm van de calcificaties te beoordelen. Dit helpt bij het bepalen of er verdere diagnostische stappen nodig zijn, zoals biopsie of aanvullende beeldvorming met bijvoorbeeld MRI of echografie. De aanwezigheid van pleomorfe calcificaties, bijvoorbeeld, kan wijzen op een verhoogd risico op maligniteit, terwijl dystrofische calcificaties vaak geassocieerd worden met veroudering of goedaardige aandoeningen.
Daarnaast is het cruciaal om de juiste patiëntpositionering te waarborgen bij het verkrijgen van de beelden, omdat een slechte positionering of onjuiste compressie kan leiden tot vervormde beelden die de interpretatie bemoeilijken. In sommige gevallen kan de keuze voor digitale borsttomosynthese (DBT) voordelig zijn. Deze technologie biedt gedetailleerdere beelden van de borst door het gebruik van een reeks van röntgenfoto’s die op verschillende hoeken worden genomen. DBT kan vooral nuttig zijn bij het identificeren van overlappen van borstweefsel, wat vaak een probleem is bij traditionele mammografie.
Het is belangrijk om de rol van de arts die de mammografie interpreteert te benadrukken. De arts moet niet alleen de beelden grondig onderzoeken, maar ook rekening houden met de medische geschiedenis van de patiënt, zoals eerdere borstoperaties, hormonale behandelingen of familiegeschiedenis van borstkanker. Deze factoren kunnen de interpretatie van de beelden beïnvloeden, aangezien bepaalde aandoeningen, zoals fibrocystische veranderingen of fibroadenomen, vaker voorkomen bij vrouwen met een familiegeschiedenis van borstkanker.
In sommige gevallen kunnen onregelmatigheden in de borst, zoals een verdikt weefsel of een massa, ook worden ontdekt tijdens lichamelijk onderzoek of bij de screening van vrouwen zonder symptomen. Dit benadrukt het belang van regelmatige controles en de noodzaak van follow-up voor vrouwen die een verhoogd risico op borstkanker hebben. Het implementeren van adequate screeningstrategieën, waaronder mammografie en MRI, kan helpen om tumoren in een vroeg stadium te identificeren, wanneer ze nog behandelbaar zijn.
Naast beeldvorming speelt biopsie een sleutelrol in het bevestigen van de diagnose. Wanneer een verdachte calcificatie of massa wordt aangetroffen, kan een fijne naaldbiopsie of een vacuümgeassisteerde biopsie worden uitgevoerd om weefselmonsters te verkrijgen voor cytologische of histologische analyse. Het resultaat van deze biopsie bepaalt de volgende behandelingsstappen, die variëren van observatie tot chirurgie, afhankelijk van de aard van de bevindingen.
Het is van belang dat zowel artsen als patiënten zich bewust zijn van de beperkingen van beeldvormingstechnieken. Mammografie is een krachtig hulpmiddel, maar geen enkele techniek is 100% gevoelig. Vals-negatieve en vals-positieve resultaten kunnen voorkomen, wat betekent dat sommige tumoren mogelijk niet worden gedetecteerd, of omgekeerd, dat goedaardige afwijkingen ten onrechte worden geïdentificeerd als kanker. Dit onderstreept het belang van vervolgonderzoeken en een multidisciplinaire benadering bij het maken van behandelbeslissingen.
In sommige gevallen kan het gebruik van contrastversterkte beeldvorming, zoals bij MRI-scans, nodig zijn om duidelijker onderscheid te maken tussen goedaardige en kwaadaardige laesies. Contrastversterkte beeldvorming is vooral nuttig bij het beoordelen van niet-palpabele tumoren of tumoren in dicht borstweefsel, waar traditionele mammografie mogelijk niet voldoende informatie biedt. De keuze van beeldvormingsmodaliteit moet altijd worden afgestemd op de specifieke kenmerken van de patiënt en het type afwijking dat wordt verdacht.
Tot slot moet men niet vergeten dat borstkankerbehandeling steeds vaker gepersonaliseerd wordt, afhankelijk van moleculaire markers zoals de HER2-status. Het gebruik van gerichte therapieën is een essentieel onderdeel van de behandeling van bepaalde vormen van borstkanker, en de bepaling van de aanwezigheid van deze markers kan van invloed zijn op de behandelbeslissingen. Dit betekent dat naast beeldvorming en biopsie, moleculaire en genetische testen ook cruciaal zijn voor het volledige diagnostische proces.
Hoe MRI Artefacten te Herkennen en te Corrigeren in Borstonderzoeken
In de wereld van borst-MRI kunnen artefacten de nauwkeurigheid van de beelden ernstig beïnvloeden, wat leidt tot verkeerde interpretaties of het missen van belangrijke diagnostische informatie. Een van de meest voorkomende artefacten die we tegenkomen, is het zogenaamde ‘wrap’ of aliasing artefact. Dit artefact ontstaat wanneer het onderzoeksgebied groter is dan het gezichtsveld (FOV). In dit geval wordt het signaal van weefsels buiten het FOV geïmplementeerd op structuren binnen het FOV. Dit gebeurt vooral in de richting van de fasecodering, wat typisch gezien wordt wanneer de armen van de patiënt in borst-MRI worden geplaatst.
Een ander veelvoorkomend artefact is het 'susceptibiliteit artefact'. Dit wordt meestal veroorzaakt door metalen objecten, zoals sternotomie draden, en verschijnt als signaalverlies op gradient-echo sequenties. Bij spin-echo sequenties kan er naast het signaalverlies ook een signaal flare worden waargenomen. Het is van groot belang om te begrijpen dat dit artefact een veelvoorkomende uitdaging vormt in borstonderzoeken en dat het specifieke beheersmaatregelen vereist, zoals het optimaliseren van de veldhomogeniteit van het MRI-apparaat.
Bewegingsartefacten zijn ook een van de meest voorkomende storingen bij borst-MRI. Deze artefacten kunnen ontstaan door beweging van de patiënt of door fysiologische bewegingen, zoals die van het hart, de ademhaling of de grote bloedvaten. Ongeacht de richting van de beweging, zal het artefact zich altijd in de richting van de fasecodering uitbreiden. Daarom is het essentieel dat de fasecodering wordt ingesteld van links naar rechts bij axiale sequenties en van boven naar beneden bij sagittale sequenties om de invloed van hart- en ademhalingsbewegingen op het borstweefsel te minimaliseren.
Sommige artefacten kunnen eenvoudig worden gecorrigeerd door de magnetische veldhomogeniteit te optimaliseren, een proces dat bekend staat als ‘shimming’. Dit kan vooral effectief zijn bij het verminderen van inhomogene vetverzadigingsartefacten. Aan de andere kant kan het vergroten van het FOV helpen om het wrap- of aliasing artefact te corrigeren, terwijl het verminderen van de patiëntbeweging fasecodering- of ghosting artefacten kan voorkomen.
Daarnaast kan het verhogen van de bandbreedte per pixel de chemische verschuivingartefacten verminderen. Het is belangrijk om te realiseren dat een lek in de RF-afscherming de oorzaak kan zijn van RF-interferentie, wat kan leiden tot storingen in het signaal. Dit is een minder vaak voorkomende, maar niet te negeren oorzaak van artefacten.
Voor een correcte interpretatie van borst-MRI beelden moet de arts zich niet alleen bewust zijn van de verschillende soorten artefacten, maar ook weten hoe ze te herkennen en te corrigeren. Het begrijpen van de technische parameters die de beelden beïnvloeden, zoals de keuze van de sequenties en het gebruik van vetverzading, is cruciaal voor een succesvolle diagnose.
Naast de fysieke artefacten speelt ook de beoordeling van de beelden een belangrijke rol. Bij het uitvoeren van een screeningmamografie is het bijvoorbeeld van groot belang om eventuele afwijkingen te vergelijken met eerdere mammogrammen om een juiste BI-RADS beoordeling te maken. In gevallen waar aanvullende diagnostische onderzoeken, zoals echografie of MRI, worden uitgevoerd, kan het nodig zijn om de mammogrammen opnieuw te interpreteren voordat definitieve conclusies worden getrokken.
Het herkennen van calcificaties in het borstweefsel is ook een belangrijk aspect van de borst-MRI. Wanneer calcificaties helder gecentreerd zijn, duiden ze vaak op huidcalcificaties. Deze zijn het meest zichtbaar langs de inframammary plooi, parasternaal, in de oksel en de tepelhof. Bij verdachte gevallen kan het nodig zijn om aanvullende tests uit te voeren om te bevestigen of de calcificaties werkelijk van de huid afkomstig zijn.
De technologische vooruitgangen in de borst-MRI hebben geleid tot betere beeldkwaliteit en de mogelijkheid om meer gedetailleerde informatie te verkrijgen, maar deze vooruitgangen brengen ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Artsen moeten zich bewust zijn van de verschillende artefacten en hun impact op de beelden begrijpen. Alleen dan kunnen ze nauwkeurige diagnoses stellen en de juiste behandelingsbeslissingen nemen.
Hoe kan het begrijpen van hydrologische dynamiek door trends in de grondwaterstanden en rivierstromen bijdragen aan waterbeheer?
Hoe de Maan zijn Heden Bereikte: Vulkanisme, Kraters en de Oorsprong van de Maan
Hoe het "Magische Mijn" Veranderd in een Geheime Basis van Dieven

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский