De lancering van Bitcoin heeft niet alleen de financiële wereld opgeschud, maar ook de technologische sector op een manier die het brede publiek misschien niet direct begrijpt. Het was de doorbraak van een systeem dat mogelijk de fundamenten van financiële transacties en gegevensbeheer zou herschrijven, allemaal zonder tussenpersonen zoals banken. Maar, zoals met elke technologie, begon Bitcoin's verhaal langzaam zijn eigen vertakking te krijgen. Terwijl de prijs van Bitcoin in 2014 en begin 2015 fluctueerde en dalen vertoonde, ging de technologische basis erachter onvermoeibaar vooruit. Ontwikkelaars bleven werken aan verbeteringen en het bouwen van applicaties die de mogelijkheden van Bitcoin’s onderliggende blockchain konden benutten. Het was niet langer alleen de vraag of Bitcoin zelf levensvatbaar zou zijn, maar of de onderliggende technologie, de blockchain, een grotere toekomst zou hebben.
De eerste opkomst van blockchaintechnologie stond in het teken van Bitcoin en de waarde ervan als een digitale valuta. Bitcoin, met zijn gedecentraliseerde netwerk, vormde de basis voor de eerste generatie van cryptomunten en andere cryptoactiva. Toch, te midden van deze groei, ontstond er een verschuiving in het denken: de technologie achter Bitcoin, de blockchain, werd gezien als een krachtig hulpmiddel op zich, los van de noodzaak van de bitcoin zelf.
Blockchaintechnologie, in haar puurste vorm, verwijst naar een gedistribueerd grootboek dat door een netwerk van computers wordt onderhouden. Satoshi Nakamoto, de anonieme maker van Bitcoin, noemde dit systeem in zijn oorspronkelijke whitepaper uit 2008 vaak een "proof-of-work chain". In tegenstelling tot de huidige populaire term "blockchain", sprak hij in feite over een keten van blokken die via een gedecentraliseerd proces werden opgebouwd. Het concept van blockchain werd pas later populair onder bedrijven en ontwikkelaars die de potentie van deze technologie erkenden, onafhankelijk van de digitale valuta die het mogelijk maakte.
De term "blockchain", los van Bitcoin, begon echter steeds meer aandacht te krijgen, vooral vanuit de financiële wereld. Vooruitlopend op de tijd, brachten verschillende toonaangevende financiële publicaties de voordelen van de blockchaintechnologie naar voren, waarbij de nadruk werd gelegd op de technologie zelf en niet op de digitale activa die het ondersteunde. De Bank of England bijvoorbeeld, benadrukte in een rapport uit 2014 dat de "key innovation" van digitale valuta de gedistribueerde grootboektechnologie was, die betalingen mogelijk maakt zonder tussenkomst van traditionele instellingen zoals banken. Dit leidde tot de opkomst van de term "Blockchain, not Bitcoin", een uitspraak die velen binnen de Bitcoin-gemeenschap als ketterij beschouwden, omdat het de waarde van de digitale valuta in twijfel trok.
De echte verschuiving kwam in 2015, toen twee invloedrijke financiële tijdschriften, Bloomberg en The Economist, artikelen publiceerden die blockchaintechnologie introduceerden als iets veel breders dan enkel Bitcoin. Blythe Masters, voormalig topfunctionaris bij JPMorgan Chase en toen CEO van Digital Asset Holdings, stelde in een interview dat blockchaintechnologie de financiële wereld zou veranderen, vergelijkbaar met de manier waarop het internet de jaren negentig transformeerde. Dit idee van blockchain als technologie op zichzelf kreeg steeds meer terrein in de wereld van de financiën, waarbij werd gespeculeerd of de native asset (zoals Bitcoin) überhaupt noodzakelijk was om de blockchaintechnologie veilig en operationeel te houden.
Het antwoord op die vraag bleek te liggen in het onderscheid tussen publieke en private blockchains. Publieke blockchains, zoals de Bitcoin-blockchain, zijn volledig open voor iedereen. Ze maken gebruik van een gedecentraliseerd netwerk van computers (miners) om transacties te verifiëren en de blockchain te beveiligen. Deze blockchains hebben een native asset, zoals Bitcoin, nodig om de miners te belonen en hun werk te stimuleren. Dit mechanisme zorgt voor de decentralisatie en transparantie van het systeem.
Private blockchains daarentegen zijn gesloten netwerken, waar de toegang strikt wordt gecontroleerd. In dit geval is er geen noodzaak voor een native asset zoals Bitcoin. De partijen die deelnemen aan een private blockchain kennen elkaar en werken binnen een besloten netwerk. De beveiliging van het netwerk wordt in dit geval voornamelijk verzekerd door de exclusiviteit van de deelnemers, die hun systemen achter firewalls houden. In plaats van miners die voor hun werk beloond worden met digitale valuta, is de waarde van private blockchains te vinden in de efficiëntie die ze kunnen bieden bij bestaande processen. Private blockchains zijn dus vaak gericht op het versnellen van bestaande bedrijfsprocessen of het verbeteren van de efficiëntie binnen bepaalde industrieën, zonder de noodzaak van een openbaar verifieerbaar systeem zoals bij Bitcoin.
De opkomst van private blockchains heeft de discussie over de rol van de native asset verder verdiept. Sommige pleitbezorgers van private blockchains geloven dat deze technologie net zo krachtig kan zijn zonder de noodzaak van een cryptocurrency zoals Bitcoin. Ze wijzen erop dat private blockchains voordelen kunnen bieden zoals snellere transacties en lagere kosten, omdat ze niet afhankelijk zijn van de gedistribueerde aard die Bitcoin nodig heeft om zijn veiligheid te garanderen. De inzet van een native asset wordt dus gezien als overbodig wanneer de deelnemers elkaar vertrouwen en er geen behoefte is aan een open, gedecentraliseerd netwerk.
Dit roept de vraag op: wat betekent dit voor de toekomst van Bitcoin en andere publieke cryptoactiva? Als private blockchains kunnen functioneren zonder de noodzaak van een native asset, wat is dan de rol van Bitcoin in deze bredere technologische verschuiving? Het lijkt erop dat, hoewel private blockchains zeker voordelen kunnen bieden binnen besloten netwerken, de kracht van publieke blockchains zoals Bitcoin blijft liggen in hun openheid, transparantie en decentralisatie. Deze eigenschappen maken publieke blockchains bijzonder krachtig voor toepassingen die verder gaan dan alleen financiële transacties, en kunnen zelfs de basis vormen voor een toekomstig internet van waarde, waarin de voordelen van decentralisatie centraal staan.
Hoe werkt mining in de wereld van cryptoassets en waarom is het zo complex geworden?
Mining, het proces van het valideren van transacties en toevoegen van nieuwe blokken aan een blockchain, draait om het vinden van een specifieke hash die voldoet aan strikte criteria, zoals een bepaald aantal leidende nullen. Deze hash wordt bepaald door het combineren van gegevens zoals het vorige blok, de tijd en een willekeurig getal, de nonce. Miners variëren de nonce continu om zo een ‘gouden hash’ te vinden die aan de voorwaarden voldoet. Het vermogen van een miner om snel vele nonces te testen, ook wel de hashrate genoemd, bepaalt hoe groot de kans is om die felbegeerde hash te vinden.
Aanvankelijk konden gewone computers met hun CPU (central processing unit) deze hashes berekenen, maar dit bleek snel inefficiënt. CPU’s zijn veelzijdig maar niet gespecialiseerd in het herhaaldelijk uitvoeren van dezelfde eenvoudige berekeningen die mining vereist. Dit leidde tot de opkomst van GPU’s (graphical processing units), die dankzij hun duizenden kleine rekenkernen in staat zijn om veel meer berekeningen parallel uit te voeren. Hoewel GPU’s oorspronkelijk voor grafische toepassingen zijn ontworpen, werden ze dankzij aangepaste software ook geschikt voor mining. Deze software, die in 2010 open source werd vrijgegeven dankzij een stimulans van 10.000 bitcoin, maakte een doorbraak mogelijk in de mijnbouwprestaties.
De technologische ontwikkeling stopte hier niet. Na GPU’s kwamen FPGAs (field-programmable gate arrays), die iets specifieker zijn geoptimaliseerd voor mining, maar pas met ASICs (application-specific integrated circuits) kwam de echte revolutie. ASICs zijn chips die vanaf het ontwerp speciaal worden gemaakt voor mining, waardoor ze veel efficiënter zijn dan alle voorgaande technologieën. Het ontwerpen en produceren van ASICs vereist echter een grote investering en alleen bij voldoende waarde en schaal van Bitcoin werd dit rendabel. Sinds 2013 worden deze gespecialiseerde machines ingezet, met een hashrate die momenteel de 14 biljoen berekeningen per seconde kan overschrijden.
Om de beloning en de snelheid waarmee nieuwe bitcoins worden vrijgegeven te beheersen, past het Bitcoin-netwerk elke twee weken de moeilijkheidsgraad aan. Naarmate er meer rekenkracht aan het netwerk wordt toegevoegd, wordt het moeilijker om de juiste hash te vinden. Dit mechanisme voorkomt inflatie en zorgt ervoor dat nieuwe bitcoins met een relatief constante snelheid in omloop komen. De enorme schaal van het netwerk is indrukwekkend: de gecombineerde rekenkracht is meer dan 100.000 keer zo groot als die van ’s werelds 500 snelste supercomputers samen.
Hoewel Bitcoin het bekendste voorbeeld is, bestaan er ook andere cryptoassets zoals Ethereum en Zcash waar nog steeds veel met GPU’s wordt gemined. Deze netwerken passen vaak hun hashingalgoritmes aan om te voorkomen dat ASIC’s het werk domineren, waardoor mining voor hobbyisten toegankelijker blijft. Naarmate de waarde van deze cryptoassets stijgt, neemt de concurrentie onder miners toe, wat zorgt voor een voortdurende balans tussen winstgevendheid en netwerkbeveiliging. Miningpools spelen hierbij een grote rol: miners bundelen hun rekenkracht en delen de beloningen, waardoor individuele miners stabielere inkomsten krijgen ondanks de hoge moeilijkheidsgraad.
Mining is echter niet zonder kosten. Naast de initiële investering in hardware zijn ook elektriciteit, ruimte en onderhoud belangrijke factoren. Efficiëntie van apparatuur wordt uitgedrukt in het aantal hashes per watt, en dit bepaalt in grote mate de winstgevendheid. Voor mensen zonder eigen apparatuur bestaat er de mogelijkheid om via cloud mining deel te nemen aan pools, waarbij men investeert in bestaande infrastructuur en de opbrengsten deelt, zonder zelf apparatuur te hoeven beheren.
Het is essentieel te begrijpen dat de complexiteit en schaal van mining een direct gevolg zijn van de economische waarde en het succes van de onderliggende cryptoassets. Naarmate een netwerk groeit en de beloningen stijgen, trekt het meer miners aan, wat leidt tot hogere moeilijkheidsgraden en daardoor een robuustere beveiliging. Mining is daarmee niet alleen een technisch proces, maar ook een dynamisch economisch mechanisme dat de stabiliteit en het vertrouwen in blockchain-netwerken ondersteunt.

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский