Azure SQL Database biedt een breed scala aan mogelijkheden voor het monitoren van de prestaties en het beheren van de algehele gezondheid van SQL-services. Dit proces is essentieel voor het identificeren van problemen die de prestaties beïnvloeden, zoals langlopende query’s, geheugenproblemen of inefficiënt gebruik van systeembronnen. Het is belangrijk te begrijpen hoe verschillende monitoringtools in Azure samenwerken om een goed overzicht van de databaseprestaties te bieden, zodat beheerders proactief kunnen optreden en hun databases kunnen optimaliseren.
Een van de meest gebruikte methoden om Azure SQL Database te monitoren is via de databasewatcher. Deze tool is de opvolger van SQL Insights en wordt nu door Microsoft aanbevolen voor het monitoren van prestaties in de cloud. Databasewatcher verzamelt gegevens van databases, beheerde instanties en elastische pools, en slaat deze op in een centraal datagegevensopslag, zoals Azure Data Explorer. Administrators kunnen een watcher-resource maken, configureren en de SQL-doelen kiezen die ze willen monitoren. De verzamelde gegevens kunnen later via Azure-dashboards worden geraadpleegd.
Een andere krachtige tool die beheerders kunnen gebruiken, zijn de ‘Extended Events’. Extended Events in Azure SQL bieden gedetailleerde informatie over verschillende soorten SQL-activiteiten en zorgen voor fijnmazige controle over het verzamelen van data. Dit maakt het mogelijk om specifieke problemen in de prestaties te identificeren, zoals trage query’s, I/O-problemen of ongebruikelijk geheugenverbruik. Beheerders kunnen sessies aanmaken binnen SQL Server Management Studio (SSMS) en evenementen kiezen die ze willen monitoren. Elke sessie kan meerdere evenementen bevatten, zoals administratieve, operationele en analytische gebeurtenissen, afhankelijk van wat de beheerder wil volgen.
Voor een gedetailleerd inzicht in specifieke prestaties kan de beheerder gebruik maken van de sjablonen in SSMS. De wizard biedt de mogelijkheid om sessies in te stellen op basis van sjablonen, die combinaties van evenementen en filters bevatten. Dit stelt beheerders in staat om de verzamelde gegevens te verfijnen en alleen de meest relevante informatie te monitoren. Bijvoorbeeld, het sjabloon ‘Activity Tracking’ biedt een uitgebreide lijst van gebeurtenissen die beheerders kunnen aanpassen om ze af te stemmen op hun specifieke behoeften.
Wanneer het doel is om de query-prestaties in Azure SQL Database te verbeteren, is de Query Store een van de belangrijkste tools. De Query Store houdt een gedetailleerd register bij van de query’s die zijn uitgevoerd, de uitvoeringplannen die door de server zijn overwogen, en de bijbehorende runtime-statistieken. Dit helpt beheerders niet alleen om eventuele prestatieproblemen op te sporen, maar ook om query’s te optimaliseren door historische uitvoeringstijden en plannen te analyseren. Het Query Store-systeem is standaard ingeschakeld voor nieuwe installaties van Azure SQL Database en Azure SQL Managed Instance. Het biedt toegang tot drie verschillende opslagplaatsen: de planstore, de runtime stats store en de wait stats store, die samen waardevolle inzichten bieden in de prestaties van query’s en hun uitvoering.
Bij het configureren van de Query Store kan de beheerder via SSMS de modus instellen, bijvoorbeeld in de ‘Read/Write’-modus, waarmee nieuwe query’s automatisch worden toegevoegd aan de databasegeschiedenis. Dit geeft beheerders de mogelijkheid om de effectiviteit van hun wijzigingen over de tijd te volgen. In sommige gevallen moeten beheerders de Query Store handmatig inschakelen, afhankelijk van de versie van SQL Server die wordt gebruikt. Dit kan eenvoudig worden gedaan door met de rechtermuisknop op een database in Object Explorer te klikken en de Database-eigenschappen te openen.
Het is van belang om te weten dat hoewel deze tools de databaseprestaties sterk verbeteren, ze ook extra bronnen verbruiken. Daarom is het essentieel om altijd de impact van monitoringtools op de algehele systeemcapaciteit in de gaten te houden. Het is raadzaam om alleen die gegevens en gebeurtenissen te monitoren die direct relevant zijn voor de prestaties, om opslagproblemen en prestatieverlies door overbodige gegevensverzameling te vermijden.
Het is verder belangrijk te begrijpen dat monitoring geen eenmalige taak is. Het vereist een continu proces van evaluatie en optimalisatie, waarbij beheerders regelmatig de verzamelde gegevens analyseren en hun benaderingen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Het gebruik van deze tools maakt het mogelijk om niet alleen problemen tijdig te identificeren, maar ook om langetermijnverbeteringen door te voeren die de algehele prestaties van de database en de applicatie verbeteren.
Hoe prestaties van SQL-databases efficiënt te monitoren en te beheren in Azure
In een omgeving waar cloudgebaseerde SQL-databases steeds gebruikelijker worden, is het belangrijk om voortdurend de prestaties en operationele status van deze databases te kunnen volgen. Het gebruik van de juiste monitoringtools en het begrijpen van de prestatiestatistieken is essentieel voor het detecteren van problemen en het proactief beheren van de systeembronnen.
Wachtstatistieken vormen een van de meest cruciale prestatie-indicatoren voor SQL-databases. Ze duiden op situaties waarin SQL Server gedwongen wordt te wachten voordat een taak kan worden uitgevoerd, doordat essentiële systeembronnen zoals CPU, geheugen of opslag niet beschikbaar zijn. Het correct interpreteren van deze statistieken kan het verschil maken tussen een tijdelijk prestatieprobleem en een structurele wijziging in de werklast van het systeem.
SQL Insights is een krachtige monitoringtool die wordt gebruikt voor het bewaken van alle Azure SQL-producten. Het maakt gebruik van een virtuele machine om prestatiemetrics van alle SQL-bronnen in een Azure-abonnement te verzamelen. Deze gegevens kunnen door beheerders worden geanalyseerd om trends in het gebruik van de database te begrijpen en vroegtijdig problemen op te sporen. Het Query Store op een SQL-server biedt ook waardevolle informatie, omdat het een record bijhoudt van alle uitgevoerde databasequery's, de overwegingen voor queryplannen, en de runtime-statistieken die gegenereerd worden bij de uitvoering van deze queries.
Blocking, waarbij een transactie probeert toegang te krijgen tot gegevens die al door een andere transactie zijn vergrendeld, is een ander veelvoorkomend probleem in SQL-databases. Wanneer vergrendelingen te lang blijven bestaan, ontstaan er bottlenecks die de prestaties nadelig beïnvloeden. Het identificeren van dergelijke blokkades en het optimaliseren van de manier waarop vergrendelingen worden beheerd, kan de algehele efficiëntie van het systeem verbeteren.
In Azure SQL-databases is automatische afstemming een hulpmiddel dat machine learning gebruikt om werklasten en query-prestaties te evalueren. Het bepaalt of het aanmaken of verwijderen van indexen de prestaties kan verbeteren en voert deze acties automatisch uit wanneer dat nodig is. Dit vermindert de noodzaak voor handmatige interventie en verhoogt de algehele prestaties van de database.
Een ander probleem dat kan optreden bij het invoegen van nieuwe gegevens in een database is fragmentatie. Wanneer er geen ruimte beschikbaar is om nieuwe rijen toe te voegen, splitst de server een pagina in tweeën om het nieuwe gegevensvolume op te nemen. Dit proces leidt tot fragmentatie, wat de prestaties van de database verlaagt. Het periodiek controleren en optimaliseren van de database om deze fragmentatie te minimaliseren, is een belangrijke stap in het behouden van een snelle en efficiënte werking.
Een belangrijke taak die beheerders moeten uitvoeren is het controleren van de integriteit van de database. Het DBCC CHECKDB T-SQL-commando kan database-inconsistenties detecteren en, in sommige gevallen, deze repareren. Dit commando is een essentieel onderdeel van de reguliere onderhoudstaken om ervoor te zorgen dat de database consistent en foutloos blijft werken.
Naast deze tools en technieken is het voor Alice, die recentelijk Azure SQL Database heeft geïmplementeerd, belangrijk om te begrijpen welke monitoringoplossingen beschikbaar zijn voor haar nieuwe databases. In haar geval kan zij gebruik maken van SQL-databasemetrics via de link in het Monitoring-menu in haar databaseblade, evenals SQL Insights voor gedetailleerdere prestatieanalyse. De Database Watcher in de Azure Portal biedt haar de mogelijkheid om een waakfunctie in te stellen die haar Azure SQL-database-installaties continueert monitort. Windows Performance Monitor is echter geen optie, omdat Azure SQL Database geen toegang biedt tot het onderliggende Windows-besturingssysteem.
Verder moet Alice zich ervan bewust zijn dat, in tegenstelling tot on-premises SQL Server-installaties, Azure SQL Database geen updates vereist van de gebruiker. Azure zorgt automatisch voor updates, waardoor de beheerlast wordt verminderd. In scenario's waarbij meer geavanceerd onderhoud nodig is, zoals voor SQL Server op een virtuele machine of een Azure SQL Managed Instance, kunnen beheerders gebruik maken van de SQL Server Agent. Dit biedt de mogelijkheid om geautomatiseerde taken, zoals het maken van back-ups of het uitvoeren van indexonderhoud, in te plannen. De SQL Server Agent biedt een uitgebreide interface via SQL Server Management Studio (SSMS), waar beheerders nieuwe taken kunnen creëren en beheren, evenals notificaties kunnen instellen om hen op de hoogte te stellen van de status van deze taken.
Naast monitoring en prestatieoptimalisatie is het ook belangrijk dat Alice de rol van automatisering begrijpt in het beheer van haar databases. De SQL Server Agent kan bijvoorbeeld niet alleen helpen bij het plannen van onderhoudstaken, maar ook bij het configureren van waarschuwingen en meldingen bij falen van een taak of systeemfouten. Het instellen van automatische notificaties maakt het mogelijk om snel in te grijpen wanneer er zich problemen voordoen, waardoor de impact op de algehele prestaties van de databases wordt geminimaliseerd.
Wat belangrijk is voor een compleet begrip van databasebeheer, is dat naast het gebruik van monitoringtools en geautomatiseerde processen, de fysieke en logische structuur van de database zelf onderhouden moet worden. De effectiviteit van deze tools hangt namelijk niet alleen af van het gebruik van technologie, maar ook van het voortdurend bijhouden van de integriteit en prestaties van de databases door middel van gerichte onderhoudstaken en tijdige interventies bij problemen. Door een combinatie van de juiste tools, grondige kennis van de systemen en regelmatige onderhoudspraktijken, kan Alice haar databases op een efficiënte manier beheren en optimaliseren voor de best mogelijke prestaties.
Hoe de sjablonen voor virtuele machines in Azure de configuratie vereenvoudigen
Bij het gebruik van Microsoft Azure kunnen gebruikers virtuele machines (VM’s) configureren door sjablonen te kiezen die hen helpen bij het opzetten van een geschikte omgeving voor hun specifieke werklast. Wanneer een abonnee op de knop "Start met een vooraf ingestelde configuratie" klikt, worden meestal aanbevelingen voor de hardware van de VM weergegeven, afhankelijk van de verwachte belasting van de VM. Dit biedt een handige startpunt, waarbij de abonnnee de mogelijkheid heeft om de hardwareconfiguratie op elk gewenst moment te wijzigen. Het gebruik van de Azure Marketplace-sjablonen maakt dit proces eenvoudiger, omdat ze een reeks vooraf gedefinieerde instellingen bieden die overeenkomen met typische workloads.
Na het kiezen van een hardwareconfiguratie voor de VM verschijnt een tabblad met een dialoogvenster waarin de abonnee de basisinstellingen moet invoeren. Dit omvat het kiezen van een naam voor de virtuele machine, het selecteren van de resourcegroep, het instellen van het virtuele netwerk en het opgeven van de inloggegevens voor het administratieve account van de VM. Naast deze basisinstellingen bevat het tabblad ook talloze andere configuratie-instellingen voor de VM en de SQL Server. Veel van deze instellingen zijn al vooraf ingevuld door het sjabloon, afhankelijk van het gekozen plan. Dit bespaart tijd en maakt de initiële configuratie eenvoudiger.
Een van de belangrijkste tabbladen die naast de algemene VM-instellingen wordt gepresenteerd, is het tabblad "SQL Server-instellingen". Dit is een belangrijk hulpmiddel voor degenen die SQL Server 2019 willen gebruiken op hun virtuele machines. Dit tabblad maakt deel uit van de IaaS Agent, die toegang biedt tot de configuratie van SQL Server vóór de daadwerkelijke installatie. De configuratie-instellingen op het SQL Server-instellingen tabblad omvatten onder andere de SQL-connectiviteit, welke poort de SQL-server zal gebruiken (standaard 1433), en de integratie met Azure Key Vault voor extra beveiliging van de authenticatiesleutels.
Er zijn verschillende instellingen die het mogelijk maken om de SQL Server in Azure te optimaliseren en aan te passen aan de behoeften van de abonnee. Zo kan de opslagconfiguratie worden aangepast voor de Data-, Log- en TempDb-opslag, en kunnen instellingen zoals processorbelasting en geheugenlimieten worden geconfigureerd om de prestaties te verbeteren. Voor degenen die al een SQL Server-licentie hebben, biedt Azure de mogelijkheid om deze licentie te gebruiken via het Azure Hybrid Benefit-model, waardoor de kosten voor het gebruik van de virtuele machine mogelijk kunnen worden verlaagd.
Daarnaast biedt het sjabloon ook de optie om geautomatiseerde patches in te stellen voor zowel het besturingssysteem als de SQL Server, waardoor het onderhoud wordt vereenvoudigd. Het is belangrijk om te weten dat hoewel geautomatiseerde back-ups van de SQL-databases kunnen worden ingeschakeld, er ook de mogelijkheid is om SQL Server Machine Learning Services te activeren voor het uitvoeren van geavanceerde analyses op de gegevens.
Wanneer de abonnee alle vereiste instellingen heeft geconfigureerd, kan hij op de knop "Review + Create" klikken om de gemaakte keuzes te bekijken. Azure valideert dan alle instellingen en toont waarschuwingen voor eventuele problematische configuraties. Bijvoorbeeld, als de RDP-poort 3389 open blijft naar het internet, kan dit een beveiligingsrisico vormen. De abonnee kan de configuratie dus aanpassen voordat de VM daadwerkelijk wordt aangemaakt.
De integratie van SQL Server-beheer in de Azure-portal is mogelijk door de SQL Server IaaS Agent Extension te installeren. Deze gratis component biedt tal van voordelen, waaronder portalgebaseerd beheer voor alle SQL Server-VM’s, flexibele licentiemogelijkheden en de mogelijkheid om de versie of editie van SQL Server aan te passen. Wanneer de abonnnee de extensie inschakelt, kunnen aanvullende functies zoals geautomatiseerde back-ups, automatische patches en Azure Key Vault-integratie worden benut. De extensie maakt ook het gebruik van Azure Update Manager mogelijk, waarmee updates voor zowel het besturingssysteem als SQL Server kunnen worden beheerd.
Verder biedt de SQL Server IaaS Agent Extension de mogelijkheid om de tijdelijke opslagconfiguratie van SQL Server aan te passen, zodat de abonnee de grootte en het aantal tijdelijke opslagbestanden (tempdb) kan specificeren. Daarnaast kunnen gebruikers via de Azure-portal de schijfgebruik van SQL Server volgen, wat hen helpt bij het beheren van de opslagcapaciteit en het plannen van toekomstige uitbreidingen.
Azure biedt dus verschillende mogelijkheden voor de implementatie van SQL Server op virtuele machines, afhankelijk van de behoeften en voorkeuren van de abonnee. Het kiezen van de juiste configuratie kan het verschil maken in de efficiëntie van het beheer van de SQL Server-omgeving, evenals in de kosten en prestaties van de virtuele machine zelf. Naast de technische configuraties moeten abonnees echter ook rekening houden met beveiligingsinstellingen en best practices voor het beheren van hun virtuele infrastructuur. Het is belangrijk dat de abonnnee zich bewust is van de implicaties van open poorten, de keuze van licentiemodellen en de automatische update-opties, die allemaal cruciaal zijn voor het succes van hun virtuele machines en databases in de cloud.
Hoe kies je het juiste Azure-databaseaanbod op basis van je vereisten?
Het kiezen van het juiste databaseaanbod in Azure kan een complexe taak zijn, gezien het brede scala aan beschikbare opties. Azure biedt verschillende SQL-producten die kunnen variëren in prijs, prestaties en service levels. De keuze tussen verschillende cloud-infrastructuren, aankoopmodellen en servicetiers kan verwarrend zijn voor de gebruiker. Bij een basisdatabase zou vrijwel elk aanbod geschikt kunnen zijn, maar de keuze is altijd een afweging tussen prestaties en prijs.
IaaS versus PaaS
De keuze tussen IaaS (Infrastructure as a Service) en PaaS (Platform as a Service) heeft aanzienlijke gevolgen voor de cloud-serviceabonnee. Bij het IaaS-model voorziet de cloudprovider in de fysieke computerelementen, waaronder het netwerk, de opslagcomponenten, de fysieke servers en de hypervisor die wordt gebruikt om virtuele machines (VM’s) te creëren. De abonnee huurt een virtuele machine waarop een besturingssysteem en de nodige applicaties, zoals een SQL Server, geïnstalleerd kunnen worden. Dit biedt de abonnee volledige administratieve controle over het besturingssysteem en de applicaties, maar vereist ook dat de abonnee verantwoordelijk is voor het onderhoud, zoals het installeren van patches en updates.
In tegenstelling tot IaaS biedt PaaS een model met veel minder administratieve overhead. Bij PaaS SQL-diensten wordt een SQL-database of een volledige SQL-instantie gehuurd, zonder dat toegang wordt geboden tot de onderliggende virtuele machines of infrastructuurelementen. Dit kan door sommige beheerders als een nadeel worden gezien, maar het ontbreken van toegang betekent ook dat Azure verantwoordelijk is voor het beheer van de onderliggende infrastructuur. De abonnee heeft echter wel controle over de configuratie en het beheer van hun SQL-database of instantie.
PaaS SQL-opties
Het IaaS-model voor SQL Server implementatie in de cloud is specifiek bedoeld voor bepaalde werkbelastingtypes en licentieoverwegingen. De PaaS SQL Server-opties daarentegen bieden eenvoudigere implementaties en elimineren de noodzaak voor het onderhoud van de virtuele machines die de SQL-databases hosten. De belangrijkste PaaS-opties voor SQL-database-implementaties zijn:
-
Azure SQL Database: Een enkele virtuele SQL-database met lage onderhoudskosten, uitstekende flexibiliteit en schaalbaarheid, en een gedetailleerd implementatieproces.
-
Azure SQL Managed Instance: Een volledig beheerde, virtuele SQL Server-instantie die geschikt is voor de migratie van on-premises SQL Server-installaties naar de cloud.
-
Azure SQL Edge: Een database die specifiek is ontworpen voor edge-implementaties en Internet of Things (IoT)-apparaten.
Voor gebruikers met relatief eenvoudige behoeften, zoals een enkele database die niet vaak wordt gebruikt, is Azure SQL Database ideaal. Voor abonnees die hun on-premises SQL Server-ervaring naar de cloud willen verplaatsen, is Azure SQL Managed Instance wellicht de betere keuze.
Het kiezen van het juiste Azure SQL-aanbod kan ingewikkeld zijn, maar een van de voordelen van het gebruik van virtuele infrastructuur is de flexibiliteit: gebruikers kunnen hun implementatie eenvoudig aanpassen, bijvoorbeeld door extra virtuele machines of databases toe te voegen, de opslagcapaciteit te verhogen, de rekenbronnen te upgraden of de servicetiers van bestaande installaties te wijzigen.
PaaS-aankoopmodellen
De PaaS SQL-opties in Azure ondersteunen twee basis-aankoopmodellen: het model op basis van Data Transaction Units (DTU) en het model op basis van vCores.
-
DTU: Dit model biedt een relatief eenvoudige optie met vooraf geconfigureerde servicetiers en virtuele hardwarebronnen. Een Data Transaction Unit (DTU) is een samengestelde maat voor CPU-cycli, geheugen, I/O-lezingen en I/O-schrijfbewerkingen die aan een enkele SQL-database worden toegewezen. De abonnee kiest uit drie servicetiers: basis, standaard of premium. Elke tier biedt verschillende niveaus van rekenkracht, een maximum databasegrootte en verschillende periodes van back-upbehoud.
-
vCore: Dit model biedt meer flexibiliteit en schaalbaarheid. Abonnees kunnen de rekenkracht, het geheugen en de opslagcapaciteit van hun SQL-producten onafhankelijk schalen. Het vCore-model biedt hogere limieten voor virtuele hardwarebronnen en biedt een breder scala aan hardwareconfiguraties die geschikt zijn voor verschillende werkbelastingen. De vCore-configuratie maakt het mogelijk om het aantal virtuele cores (vCores), geheugen en opslag onafhankelijk aan te passen, afhankelijk van de behoeften van de gebruiker.
Er zijn drie servicetiers voor het vCore-model:
-
General Purpose: Ondersteunt typische werkbelastingen met betaalbare hardwareconfiguraties.
-
Business Critical: Biedt hogere prestaties voor I/O met lokale SSD-opslag en verbeterde fouttolerantie en hoge beschikbaarheid.
-
Hyperscale: Geschikt voor werkbelastingen die hoge schaalbaarheid en onafhankelijke schaling van compute- en opslagbronnen vereisen.
De prijsstelling van het vCore-model is afhankelijk van de gekozen servicetier, de virtuele hardwareconfiguratie, het aantal vCores, het geheugen en de gereserveerde opslagcapaciteit. Gebruikers hebben de keuze tussen een Provisioned model, waarbij de rekenkracht continu wordt toegewezen, en een Serverless model, waarbij Azure de rekenkracht automatisch toewijst op basis van activiteit en werkbelasting. Bij inactiviteit worden serverless databases gepauzeerd, zodat er geen rekenkosten in rekening worden gebracht.
Wat verder belangrijk is om te begrijpen
Naast de keuze tussen IaaS en PaaS, en het kiezen van een aankoopmodel, is het belangrijk voor gebruikers om te begrijpen hoe hun specifieke werkbelasting de keuze voor een bepaald model beïnvloedt. Dit betreft niet alleen de technische vereisten zoals schaalbaarheid en prestaties, maar ook de beheersbaarheid en het onderhoudsniveau. De keuze tussen DTU en vCore hangt nauw samen met de behoeften van de organisatie op het gebied van budget, flexibiliteit en beheersbaarheid.
Ook moet men rekening houden met de toekomstbestendigheid van de gekozen oplossing. Hoewel een basisoptie zoals Azure SQL Database in sommige gevallen voldoende is, kan het zijn dat de groei van de organisatie een verschuiving naar complexere oplossingen vereist, zoals Azure SQL Managed Instance of zelfs hybride oplossingen. Het is belangrijk om de langetermijnbehoeften en de schaalbaarheid van de gekozen optie in gedachten te houden.
Hoe werkt sharding in Azure SQL en welke impact heeft het op schaalbaarheid en prestaties?
Sharding in Azure SQL houdt in dat een database wordt opgedeeld in meerdere partities, zogenaamde shards, die in afzonderlijke database-instanties worden opgeslagen. Dit principe maakt het mogelijk om databases vrijwel onbeperkt uit te breiden door schaalvergroting (scaling out), in tegenstelling tot schaalvergroting binnen één enkele instantie (scaling up). Sharding kan worden toegepast op Azure SQL Database, maar ook op SQL Managed Instances of Azure Virtual Machines met SQL Server.
Het voordeel van sharding is dat elke shard slechts een klein deel van de totale database bevat. Hierdoor worden query’s efficiënter uitgevoerd, omdat ze slechts op een specifiek shard gericht hoeven te zijn in plaats van op de gehele dataset. Bovendien verhoogt dit de fouttolerantie: mocht een server met een shard uitvallen, dan blijft de rest van het systeem operationeel omdat shards onafhankelijk van elkaar functioneren met hun eigen kopie van het databaseschema. Dit voorkomt een totale uitval van de service.
Sharding vereist echter zorgvuldige overweging. Het proces van het creëren en beheren van shards is complex en kan administratief zwaar zijn. Het opsplitsen van de data moet zorgvuldig gebeuren, afhankelijk van de aard van de gegevens. Een vaak gebruikte methode is het verdelen van shards op basis van rijen, bijvoorbeeld door data te segmenteren op datum, locatie of een andere logische eigenschap. Daarnaast is het ook mogelijk om te partitioneren op kolommen, bijvoorbeeld door gevoelige gegevens zoals creditcardnummers in een apart shard met hogere beveiliging onder te brengen.
Er bestaan verschillende strategieën om shards te verdelen. Range-based sharding verdeelt data op basis van een bereik van waarden, zoals datums of productnummers. Dit is eenvoudig, omdat alle shards hetzelfde schema delen, maar kan leiden tot ongelijke belasting (hotspots) als sommige shards meer data bevatten dan andere. Hash-based sharding gebruikt een hashfunctie op een specifieke kolom, waardoor data gelijkmatiger over shards wordt verdeeld, maar het toevoegen van nieuwe shards kan ingewikkeld zijn vanwege mogelijke datamigratie. Lookup-based sharding maakt gebruik van een lookup-tabel die bepaalt welke shard bij welke sleutelwaarde hoort, wat flexibiliteit biedt bij het toewijzen van data aan shards en het opschalen vereenvoudigt.
Hoewel sharding schaalbaarheid en prestatieverbeteringen kan bieden, brengt het ook nadelen mee. Het vereist extra servers en daardoor meer beheerwerk. Elke administratieve taak wordt vermenigvuldigd met het aantal shards, wat de complexiteit verhoogt. Bovendien moet er een mechanisme bestaan dat query’s naar de juiste shards leidt, wat extra latency kan veroorzaken. Dit kan zowel in de applicatielaag als op serverniveau worden geïmplementeerd. Query’s die data uit meerdere shards nodig hebben, leiden bovendien tot extra netwerkverkeer en samenvoeging van resultaten, wat de responstijd kan vertragen. Ook stijgen de kosten doordat meerdere database-instanties moeten worden onderhouden.
In veel situaties is het opschalen van een enkele database-instantie door het toevoegen van virtuele hardware (scaling up) een eenvoudigere en omkeerbare oplossing. Bij databases die voornamelijk lezen en minder schrijven, kan replicatie ook een effectief alternatief zijn dat minder complex is dan sharding.
Belangrijk is dat sharding niet alleen een technische keuze is, maar ook strategisch moet worden afgestemd op de aard van de data en de gebruikspatronen. Het is cruciaal dat men de impact van de gekozen shardingsstrategie op de werkbelasting, beveiliging en kosten grondig evalueert.
Daarnaast is het relevant om te begrijpen dat schaal- en prestatieconfiguraties binnen Azure SQL Database flexibel kunnen worden aangepast, zelfs na de initiële installatie. Opties zoals het gebruik van elastische pools – gedeelde opslagresources voor meerdere databases – kunnen het beheer vereenvoudigen bij het werken met meerdere SQL-instanties met vergelijkbare eisen.
Verder moet men rekening houden met dat sharding ook invloed heeft op de beveiliging, omdat gevoelige data in afzonderlijke shards kunnen worden geplaatst met specifieke beveiligingsmaatregelen. Evenzo kunnen resources als CPU en geheugen dynamisch worden toegewezen afhankelijk van de belasting per shard, wat bijdraagt aan een efficiëntere infrastructuur.
Het is essentieel om te beseffen dat sharding, hoewel krachtig, een balans vereist tussen complexiteit, prestaties, kosten en beheer. Alleen met een grondige analyse van de data, workload en organisatorische capaciteiten kan sharding optimaal worden ingezet.

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский