Complementaire geneeskunde wordt hier begrepen als een verzamelnaam voor formeel erkende gezondheidsdisciplines zoals acupunctuur, traditionele Chinese geneeskunde, natuurgeneeskunde, homeopathie, westerse kruidengeneeskunde en osteopathie. Deze benaderingen verschillen wezenlijk van de biomedische praktijk wat betreft onderliggende filosofieën, opleidingsstructuren en behandelmethoden. In de Australische en Britse context verwijst ‘osteopathie’ specifiek naar het door Andrew Taylor Still ontwikkelde systeem dat eind 19e eeuw ontstond als een holistische benadering van gezondheidszorg.
Tijdens de tweede helft van de twintigste eeuw werd wat toen bekendstond als ‘alternatieve geneeskunde’ aanvankelijk met argwaan bekeken. De term werd in de jaren ’60 en ’70 breed gebruikt, maar evolueerde in de jaren ’90 onder politieke en culturele druk tot ‘complementaire geneeskunde’. In het Verenigd Koninkrijk werd dit nieuwe label gebruikt om een minder confronterende positie in te nemen tegenover de gevestigde biomedische praktijk. Een vergelijkbare verschuiving vond plaats in Duitsland en Zwitserland. In Noord-Amerika werd een compromis bereikt met de term CAM (Complementary and Alternative Medicine), waarmee een breed domein aan praktijken werd aangeduid die niet behoren tot het dominante gezondheidssysteem van de tijd of cultuur.
CAM werd gedefinieerd als een breed spectrum van gezondheidsmodaliteiten, praktijken en systemen die buiten de politieke en culturele mainstream van het dominante biomedische model vallen, maar die door hun gebruikers als legitiem worden beschouwd voor preventie, behandeling en bevordering van welzijn. Dit omvat onder meer traditionele geneeskunde van inheemse bevolkingsgroepen in Australië, Nieuw-Zeeland en Noord-Amerika, Ayurveda, natuurgeneeskunde, chiropractie, vibratiegeneeskunde, reiki, massage en yogatherapie.
Aan het begin van de 21e eeuw kwam er een beweging op gang binnen de biomedische wereld zelf: integratieve geneeskunde. Dit concept richt zich niet op de tegenstelling met biomedische praktijken, maar op de integratie van complementaire behandelwijzen binnen een breder, patiëntgericht kader. In Australië en de VS spreekt men over ‘integrative medicine’, terwijl in het VK vaker ‘integrated medicine’ wordt gebruikt. De wortels van deze benadering liggen bij Andrew Weil en zijn collega’s van de Universiteit van Arizona, die vanaf de jaren ’90 een verschuiving bepleitten van ziektegerichte zorg naar gezondheidsgedreven benaderingen.
Integratieve geneeskunde positioneert zich als een wetenschappelijk onderbouwde, preventiegerichte, klinische aanpak die het zelfhelend vermogen van het lichaam centraal stelt en de leefstijl van de patiënt beschouwt als essentieel element van gezondheid. Hierin worden conventionele medische technieken gecombineerd met bewezen complementaire methoden. Het model benadrukt een holistische blik op de mens, waarin lichaam, geest en omgeving als ondeelbaar worden gezien. De geneeskunde wordt daarmee minder technocratisch en meer mensgericht.
In deze context verdween de term ‘alternatief’ geleidelijk uit het vocabulaire. CAM werd meer en meer CIM: Complementary and Integrative Medicine. Deze verschuiving kreeg institutionele vorm met de oprichting van onderzoekscentra en het aanpassen van academische tijdschriftnamen. Zo veranderde het Journal of Alternative and Complementary Medicine in 2021 officieel zijn naam in het Journal of Integrative and Complementary Medicine.
Wat vroeger werd gemarginaliseerd als zweverig of onwetenschappelijk, wordt vandaag de dag steeds vaker erkend op cultureel, politiek en institutioneel niveau. Complementaire geneeskunde is binnen veel Westerse landen inmiddels opgenomen in nationale reguleringskaders, inclusief wettelijke registratie en universitaire opleidingstrajecten. Deze maatschappelijke verandering roept fundamentele vragen op over de aard en grenzen van medische autoriteit.
De culturele dominantie van biomedicine, opgebouwd in de twintigste eeuw, is aan erosie onderhevig. Het publiek maakt in toenemende mate gebruik van andere dan biomedische benaderingen. Dat suggereert dat complementaire geneeskunde iets biedt dat binnen het biomedische model ontbreekt. Dat ‘iets’ laat zich niet eenvoudig definiëren, maar in de literatuur worden enkele onderscheidende kenmerken geschetst: langere consulten, minder formele therapeutische relaties, een gezondheid-georiënteerde benadering, en voorkeur voor niet-farmacologische interventies. Ook sluit de visie op gezondheid en ziekte binnen deze disciplines vaak beter aan bij de beleving van de patiënt zelf.
Wat essentieel is om te begrijpen, is dat deze verschuiving niet slechts gaat over behandelmethode of techniek, maar over paradigma. Complementaire en integratieve geneeskunde vertegenwoordigen een andere manier van kijken naar mens, lichaam en gezondheid. Waar biomedicine vaak reductionistisch en pathologiegericht is, leggen deze benaderingen de nadruk op systeemdenken, preventie en de individuele ervaring van welzijn. Ze stellen fundamentele vragen aan de kern van medische kennis: wie bepaalt wat werkt, waarom, en voor wie?
Wat is genezing in de moderne geneeskunde en waarom is het belangrijk om het breder te begrijpen dan alleen ziektebestrijding?
Het begrip genezing is in de moderne geneeskunde vaak te beperkt opgevat. Veel tijd is besteed aan het verduidelijken van de verschillende betekenissen van het woord genezing. Genezing van zieken omvat veel meer dan alleen het beheersen en behandelen van lichamelijke ziekten en hun symptomen. Het betreft niet alleen de fysieke staat van het lichaam, maar ook het innerlijke leven, relaties, verplichtingen, acceptatie en overgave, onder andere. Ondanks het scepticisme van Alster, is de beweging binnen de geneeskunde in de afgelopen decennia meer gericht op holisme dan op het tegengaan ervan. Holisme moedigt genezers niet aan om veel dingen slecht te doen, maar integendeel, het moedigt hen aan om veel dingen goed te doen.
In vroegere tijden had de wetenschappelijke geneeskunde een encyclopedische kennis van ziekten en hun behandeling, maar dit werd niet vergezeld door een gelijke diepgang in de kennis over gezondheid en de manieren om deze te behouden en te bevorderen. Dit project was misschien een noodzaak van vroegere tijden, tijden waarin ziekten anders werden begrepen, en kennis over medicijnen en hun werking anders van aard was. Oude genezers probeerden de krachten die het leven van hun patiënten ondersteunden te ondersteunen op welke manier dan ook. In die tijden berustte de effectiviteit grotendeels in de persoon van de genezer, hun vermogen om hoop op te wekken bij hun patiënten, hun vermogen om uitleg te geven die orde herstelde in hun patiënten’ levens, en in het gebruik van traditionele behandelingen die door hun voorouders waren doorgegeven.
De priesters en artsen van het oude Egypte begrepen het belang van preventieve geneeskunde. Zij moedigen het gebruik van hygiënische praktijken aan om de gezondheid van hun volk te behouden. Gedurende de latere dynastieën onderging de bevolking van de Nijldelta regelmatig rituele reiniging door het gebruik van purgatieven, klysma’s en dieetregulering. De Egyptische medische historicus Paul Ghalioungui herinnert zich: “Zelfs de Grieken vonden het overdreven hoe zorgzaam de Egyptenaren om hun lichaam gingen.” Alle reizigers spreken met bewondering over de Egyptische gewoonten om handen en vaatwerk te wassen, evenals het nemen van purgatieven en braakmiddelen iedere maand. Deze gewoonten waren zeker grotendeels te danken aan het voorbeeld en de leringen van de priesters, die een uiterst zorgvuldige ritueel van reinheid beoefenden. Zoals Herodotus schreef, moesten zij zeker veel voordelen ontvangen door zich te onderwerpen aan deze talloze observaties. Deze praktijken stelden de bevolking in staat beter om te gaan met de vele door water overgedragen ziekten en parasieten die gepaard gingen met de jaarlijkse overstromingen van de Nijl en zijn waterwegen. Daarnaast gaven deze gewoonten de voordelen van periodieke metabolische vernieuwing door intermitterend vasten en interne reiniging.
In het oude Griekenland, voor de tijd van Hippocrates, bezochten artsen van Asklepios hun patiënten zowel privé als in de 300 genezingstempels verspreid over het land. Deze plaatsen van genezing waren doorgaans ver weg van steden en dorpen en boden mogelijkheden voor rust en vernieuwing. Patiënten zouden baden in de bronnen langs welke veel van de tempels waren gebouwd, werden gemasseerd met geurige oliën en gevoed met eenvoudige voedingsmiddelen. De tijd die men doorbracht in deze vroege ziekenhuizen was een tijd van rituele zuivering van lichaam en geest en bood een kans voor innerlijke reflectie en lichamelijk herstel. De zacht herstellende behandelingen die de tempelartsen en hun assistenten boden, dienden om patiënten te versterken tijdens hun tijd van terugtrekking.
Hedendaagse praktijken zoals Ayurveda en traditionele Chinese geneeskunde maken nog steeds gebruik van gespecialiseerde behandelingen die gericht zijn op het versterken en vergroten van de fysieke en mentale reserves van hun patiënten. Deze benaderingen omvatten dieetwijziging, praktijken zoals yoga en tai chi, en het gebruik van kruiden- en mineraalmedicijnen. Binnen de formele biomedische geneeskunde bestaan er geen equivalente praktijken. In een meer recente ontwikkeling hebben beoefenaars van integratieve geneeskunde echter het gebruik van natuurlijk afgeleide supplementen, vaak aangeduid als nutraceuticals, om metabolische ondersteuning te bieden en de fysiologische reserves van hun patiënten te vergroten.
Het werk van de arts, zo benadrukt complementaire geneeskunde, vraagt niet alleen om het diagnosticeren en behandelen van de symptomen die zich aandienen, maar ook om de actieve ondersteuning van gezondheid. Dit gezondheid-gebaseerde paradigma is sterk verwelkomd door veel mensen binnen Westerse gemeenschappen. Mensen willen weten wat ze kunnen doen om hun eigen gezondheid en die van hun families te behouden. De klinische benadering die kenmerkend is voor complementaire geneeskunde biedt een uitgebreide en sterk gepersonaliseerde benadering, waarbij patiënten worden aangemoedigd zich meer te informeren over gez
Hoe kunnen geloof en chaos samengaan in een moderne crisis?
Hoe Zeefvogels en Stormvogels het Zeeleven Beheersen: Gedrag en Voedselstrategieën
Wat zijn vaste en periodieke punten in dynamische systemen?
Wat is de rol van externe en interne resonantie in quasi-integrabele Hamiltoniaanse systemen onder breedbandige ruis?

Deutsch
Francais
Nederlands
Svenska
Norsk
Dansk
Suomi
Espanol
Italiano
Portugues
Magyar
Polski
Cestina
Русский