Gaslighting is uitgegroeid tot een geraffineerde politieke strategie die diep geworteld is in moderne communicatie, marketingtechnieken en propaganda. Bryant Welch betoogt dat deze tactiek haar kracht ontleent aan de manier waarop massamarketing onze waarneming en geestesgesteldheid structureel heeft gevormd. In een wereld waarin subtiele beïnvloeding ons dagelijks omringt, was gaslighting slechts een ontdekking verwijderd van zij die er het karakter en de ambitie voor bezitten om het in te zetten als instrument van macht.

In politieke context betekent gaslighting vooral het manipuleren van collectieve perceptie via suggestieve taal en indirecte verwijzingen. In plaats van openlijk racistische of xenofoob geladen uitspraken te doen, wordt er gebruikgemaakt van zogenaamde dog whistles—gecodeerde signalen die voor ingewijden duidelijke implicaties dragen, maar voor buitenstaanders ambigu blijven. Het gevaar van deze taal zit in haar vermogen om verborgen ideeën te activeren, terwijl de spreker formeel buiten schot blijft. Hij kan immers altijd claimen dat zijn woorden verkeerd geïnterpreteerd zijn. Hierdoor ontstaat een diffuse mist van betekenis, waarin verantwoordelijkheid verdwijnt en moreel appel wordt ondermijnd.

Oscar Wilde’s metafoor van de mist past perfect bij deze praktijk. De meesterlijke leugenaar projecteert zijn volgers in een cognitieve nevel, waarin beelden, angsten en ressentimenten worden opgeroepen zonder ze expliciet te benoemen. Dit gebeurt niet met directe argumenten, maar via suggestie. Hij spreekt over B om A aan te duiden. Deze indirectheid maakt het onmogelijk om het bedoelde aan te tonen, en juist die ongrijpbaarheid maakt de manipulatie zo krachtig. Het resultaat is een bewustzijn dat niet meer weet wat werkelijk is en wat slechts insinuatie, wat waarheid is en wat slechts een echo van vage herinneringen of gevoelens.

Amanda Carpenter analyseert in haar boek hoe gaslighting in de VS systematisch is toegepast door Donald Trump. Zijn retoriek activeert frustraties en wrok via half uitgesproken insinuaties, vaak verpakt in zinnen die oppervlakkig gezien als redelijke observaties kunnen doorgaan. Zo verwees hij naar bepaalde Afrikaanse landen als "shithole countries", wat op zich al overduidelijk racistisch is. Maar de subtielere dog whistle zat in zijn “correctie” waarin hij zei dat het ging om "zeer arme en problematische landen"—een uitspraak die impliciet de armoede en problemen koppelt aan de cultuur of identiteit van de bevolkingen daar. Deze vorm van stereotypering maakt gebruik van een zekere plausibiliteit om racistisch gedachtegoed acceptabel te maken.

Op soortgelijke wijze karakteriseerde Trump Mexicaanse migranten als "criminelen" en "verkrachters", waarmee hij impliciet Mexico typeerde als een inferieure samenleving. Door individuen als “slechte hombres” af te schilderen, wist hij groepen te reduceren tot een sociaal stereotype, zonder expliciet iedereen te benoemen. De kracht van deze retoriek ligt in haar vermogen om sociale stigma’s te herhalen zonder ze volledig uit te spreken.

Gaslighting is in essentie een vorm van gecontroleerde dissociatie: het loskoppelen van taal en betekenis, waarbij volgers worden uitgenodigd om zelf de 'juiste' conclusies te trekken. Doordat die conclusies voortkomen uit hun eigen (gemanipuleerde) denken, voelen ze zich er sterk mee verbonden. De spreker blijft ongrijpbaar, maar de overtuiging bij zijn aanhang wordt des te sterker. Ze zien hem als iemand die zegt wat zij denken, zonder dat hij het letterlijk hoeft te zeggen.

De internetcultuur heeft gaslighting een ongekende reikwijdte gegeven. Via virale memes, slogans en herhalende formats wordt dezelfde gecodeerde boodschap eindeloos gerecycled. De effectiviteit ervan ligt in de herhaling, het ritme, en de collectieve instemming die eruit voortvloeit. Mensen worden niet alleen beïnvloed door wat ze horen, maar vooral door hoe vaak ze het horen, en in welke sociale context.

De gevolgen zijn diepgaand. In een maatschappij waarin het publieke debat wordt doordrenkt met dubbelzinnigheden, insinuaties en strategisch geplaatste leugens, verdwijnt het vermogen om onderscheid te maken tussen feit en framing. De gaslighter creëert een vijandbeeld, een vijandige ‘deep state’, en activeert zijn volgers tot morele opwinding en strijdlust. In deze toestand is bijna geen enkele uitspraak of daad meer in staat om zijn aanhang te keren; alles is gerechtvaardigd als het maar bijdraagt aan het hogere doel.

Het cruciale verschil tussen gaslighting en andere vormen van misleiding is dat het mensen leert iets te zien dat er niet is—en te vertrouwen op een intern gevoel dat voortkomt uit externe manipulatie. Deze cognitieve omslag is moeilijk terug te draaien, omdat het niet berust op rationele overwegingen, maar op een subtiel opgebouwde emotionele overtuiging.

Het is van belang te begrijpen dat gaslighting niet alleen een kwestie is van politieke leugenachtigheid of ideologische misleiding. Het is een psychologisch wapen dat inspeelt op onze behoefte aan coherentie, betekenis en identiteit. De reden dat het zo effectief is, ligt in het vermogen van de gaslighter om zijn boodschap aan te passen aan de latente angsten, behoeften en verlangens van zijn publiek. Hierdoor wordt hij niet slechts een spreker, maar een spiegel waarin mensen hun eigen diepste overtuigingen menen te herkennen. Het resultaat is een politiek toneel waarin waarheid een kwestie van perspectief wordt, en waar morele helderheid oplost in een mist van suggestieve taal.

Hoe kan de waarheid de kracht van leugens doorbreken in een door bedrog geteisterde wereld?

De wereld wordt overspoeld door leugens die niet alleen de vrede verstoren, maar ook een diepgaand negatief karma genereren. Deze leugens creëren een sfeer van angst en haat, emoties die zich nestelen in de donkerste krochten van onze geest, vergelijkbaar met de “grot” die Plato beschreef. Het is in deze context dat het concept van het “Ewigweiblich” — het eeuwig vrouwelijke — aan belang wint als een kracht die kan leiden en helen. Door ons te openen voor deze vrouwelijke energie kunnen we weerstand bieden aan de destructieve kracht van de leugen.

De Machiavelliaanse kunst van het liegen werkt door het manipuleren van percepties en het ondermijnen van vertrouwen. Een treffend voorbeeld hiervan is het sprookje van Hans Christian Andersen, “De nieuwe kleren van de keizer”. Twee wevers beloven een onzichtbaar kledingstuk te maken dat alleen zichtbaar is voor competenten, maar in werkelijkheid bestaat het kledingstuk niet. Niemand durft te erkennen dat de keizer naakt is uit angst voor afkeuring of het stempel van onbekwaamheid. Uiteindelijk is het het kind dat onschuldig en onbevangen de waarheid uitspreekt: de keizer draagt niets. Deze metafoor weerspiegelt de huidige situatie waarin velen zwijgen over de waarheid uit angst of conformisme.

Waarheid is het enige tegengif tegen de vernietigende kracht van de leugen. Het is de weg naar mentale vrijheid, een bevrijding uit Plato’s grot van illusie. Het benoemen van een doortrapte leugenaar is de enige effectieve tegenaanval, ook al kan die waarheid pijnlijk zijn. Zoals George Orwell treffend stelde: “Als vrijheid iets betekent, betekent het het recht om mensen te vertellen wat ze niet willen horen.” Deze uitspraak benadrukt het belang van het durven confronteren van onwaarheden als fundament van vrijheid en bewustzijn.

Het is cruciaal te beseffen dat leugens vaak een sociale en psychologische functie vervullen: ze verdraaien de realiteit om macht te consolideren en conflicten te zaaien. De kunst van het liegen is daarom geen louter individuele vaardigheid, maar een strategisch instrument binnen grotere machtsstructuren, die daarmee negatieve karmische gevolgen veroorzaken die we collectief dragen. Begrip van deze dynamiek is onontbeerlijk om de mechanismen van misleiding te doorzien en te doorbreken.

Het “Ewigweiblich” symboliseert niet alleen een spirituele tegenkracht, maar ook een archetypische wijsheid die appelleert aan balans, echtheid en innerlijke vrede. Door deze kracht te omarmen, kunnen we niet alleen het persoonlijke innerlijke evenwicht herstellen, maar ook bijdragen aan een wereld waarin de waarheid durft te spreken. Deze energie moedigt aan tot het loslaten van angst en het zoeken naar authentieke verbindingen, wat essentieel is voor het helen van de door leugens verdeelde samenleving.

Naast het herkennen en benoemen van de leugen is het noodzakelijk om de lezer bewust te maken van de diepere psychologische en sociale processen die misleiding in stand houden. Leugens nestelen zich in onze culturele patronen en mentale schema’s, vaak onbewust en hardnekkig. Het bewust worden van deze mechanismen helpt om actief te kiezen voor transparantie en integriteit. Zo kan de lezer niet alleen de kunst van het liegen doorzien, maar ook de eigen rol in het versterken of doorbreken ervan herkennen.

Waarheid vereist moed; het betekent het durven zien en uitspreken van oncomfortabele feiten. Dit proces is een fundamentele stap in de bevrijding van het individu en de samenleving. Het stelt ons in staat om collectief het pad te verlaten dat leidt naar verdeeldheid en destructie, en in plaats daarvan een pad te bewandelen dat rechtvaardigheid, vertrouwen en duurzame vrede bevordert. De lezer wordt uitgenodigd deze verantwoordelijkheid serieus te nemen en de moed te vinden om de waarheid te laten zegevieren, zelfs als dit betekent dat oude zekerheden worden losgelaten.